Spring naar bijdragen

Dossier Delmare door Jan Kat (4)


d257jkadelmareverklaringterugg.thumb.jpg.140d408e86dbd95ecf8eacedb3c7aae0.jpgDe B.V. Nieuwe Rotterdamse Sleepdienst

Op 18 mei 1979 ontving ik een schrijven van Officier van Justitie Mr. Pieters waarin hij gewag maakt om de MV Aegir terug te geven aan de BV. Nieuwe Rotterdamse Sleepdienst. Om zeker te zijn van betaling van hun hulploon had de B.V. beslag laten leggen. Men stelde dat de conditie van het schip, dat in het entrepot dok lag, er niet beter op werd. En bij langer wachten, op een veiling, niet veel meer zou opbrengen. In de pleitnota van onze advocaat Mr. Welfort werd teruggaaf van het zendschip aan de belanghebbende J.J. Kat geëist en werd verzet aangetekend tegen afgifte van het schip aan de Sleepdienst.

 

Het door de B.V. beweerde werd onderuit gehaald. Er was helemaal geen opdracht gegeven de boot naar binnen te slepen. Dit werd nog eens bekrachtigd door de bijgevoegde verklaringen van Gerard van Dam, René de Leeuw en Johan Rood.

Op 16 juni 1979 deed de Rechtbank van Amsterdam uitspraak. Het verzoek van klager J.J. Kat tot teruggaaf van het schip werd afgewezen, maar de terugvordering van de Aegir aan de B.V. Nieuwe Rotterdamse Sleepdienst werd ook niet gehonoreerd. De boot bleef liggen waar die lag.

 

Foto: klaagschrift tegen overdracht MV Aegir aan B.V. Nieuwe Rotterdamse Sleepdienst

 

Overdracht van de MV Aegir

Door ons halsoverkop vertrek uit Colijnsplaat is er nooit sprake geweest van een officiële overdracht van de boot aan de kopersgroep. Dit werd nog eens bemoeilijkt door het feit dat het zwarte deel van de oktober 1978. Verslag over het onderzoek naar de overdracht van de MV Aegir koopsom nooit aan Henssen was uitbetaald.

 

d158nautaoverdrachtaegir31611.thumb.jpg.29d04accb36f4d65cae4856314c7a64e.jpg

In Maart 1978 heeft Gerard het advocatenkantoor Dutilh, van der Hoeven en Slager in de arm genomen om de koop te effectueren. We hoorden echter niets meer tot aan de inval op 23 juni toen Henssen na een bezoekje van de Politie wel vlot van de MV Aegir af wou. Uit een schrijven van 14 juli 1978 van Mr. C.de Jong van Dutilh, waarin hij notaris Nieuwendijk verzocht om de overdracht te verzorgen, bleek dat de MV Aegir op 16 februari 1971 door Frank Rijsdijk-Holland Sloopmaatschappij Hollandia verkocht was aan Henssen en dat die overdracht nooit heeft plaatsgevonden.

 

Frank Rijsdijk was eigenlijk nog steeds de eigenaar. Mr. P. Blusse van bureau Nauta, Lambert en Blusse wou op een en hetzelfde ogenblik de overdracht Rijsdijk-Henssen-Weber cs laten plaatsvinden. Ook was men geïnteresseerd naar de huidige eigenaar, assuradeuren en wie de kapitein had aangesteld. Op 5 december 1978 moest eerst fl 1.000,00 worden overgemaakt om Dutilh zover te krijgen met de zaak door te gaan. De kopersgroep was toen al door ruzie uit elkaar gevallen en een volgende boot moest vaarklaar worden gemaakt. Uiteindelijk heeft de overdracht van Rijsdijk naar Henssen wel plaatsgevonden, maar op 28 december 1978 is de zaak definitief gestaakt.

 

Foto: Permissiebiljet waarop Gerard van Dam en Jan Kat de MV Aegir mochten betreden/inspecteren

 

d108loeffinspectieaegir2069120.thumb.jpg.6d36b4ab3f8d84c2841bc897ffbc4827.jpgInspectie en veiling van de MV Aegir

Eind 1980 besloot Justitie afscheid te nemen van de MV Aegir. De overheid had genoeg havengeld betaald, men wou van de boot af. Op 6 januari 1981 werd in opdracht van ons, via Loef & Van Der Ploeg, een verzoek ingediend bij de Officier van Justitie om de MV Aegir te mogen inspecteren. Gerard van Dam en ik waren erg nieuwsgierig geworden hoe ons scheepje er na zoveel jaar nog bij zou liggen. Anders dan met de andere, door ons ingeleverde boten, hadden we met haar wel een emotionele band. We hadden er aan gebouwd, op geslapen, ruzies gemaakt er echt op geleefd.

 

Op vrijdag 16 januari 1981 melden wij ons, in bezit van een laissez-passer, bij de poort van het entrepot dok in Rotterdam. In gezelschap van de bewaking zetten wij weer voet op de MV Aegir. Aan boord troffen we een grote chaos aan tussen de beschimmelde overblijfsels van het eten van die 11e september 1978, de dag van het losslaan. Er stond ook nog de apparatuur, die men tijdens het nachtelijk bezoek al had klaargezet maar niet meer had kunnen meenemen. Na nog wat papierwerk onder onze jassen te hebben gestoken en wat foto's te hebben genomen moesten we weer vertrekken.

 

De Volkskrant meldt in een klein artikel over de inbraak. Inbraak: In de nacht van 3 op 4 oktober 1978 werd er door enkele Delmare sympathysanten een inbraak gepleegd op de MV Aegir om de nog aanwezige studio-apparatuur veilig te stellen en aan boord van de Scheveningen 54 te installeren. Deze poging mislukte deels omdat de terreinbewaking hier lucht van had gekregen. Gelukkig koos men op tijd het hazepad.

 

Op woensdag 21 januari 1981 om 11:00 uur werd de MV Aegir te Rotterdam voor een onbekend bedrag geveild en verkocht aan zeezendersloperij van der Marel uit Ouwerkerk. Hier vond hij zijn laatste rustplaats. Eind 1981 waren wij bij Van der Marel in Ouwekerk Zeeland en maakte ik een foto van de laatste overblijfselen van de MV Aegir. Dat was de bodemplaat van ons schip.

 

58dcdf172ff8a_19810000-LaatsteoverblijfselvandeAegirdebodemplaatbijMaarel.jpg.d5ddd70398a5fe184f443d09b7e1e580.jpg

Foto: Laatste overblijfsel van de MV Aegir: de bodemplaat

 

De rechtzaak

In maart 1980 viel op mijn deurmat de envelop met daarin de dagvaarding van verdachte. De rechtzaak stond gepland voor dinsdag 29 april 1980. Als getuige-deskundige was opsporingsambtenaar J.C. Roth opgeroepen. Onze advocaat Mr. Welfort vroeg om uitstel, Justitie had te weinig tijd gepland tussen uitbrengen van de dagvaarding en rechtzaak. Hierdoor had hij niet genoeg tijd om zijn verweer goed voor te bereiden. Het is ook een veel voorkomende (advocaten) gebruik om rechtszaken te traineren en zo op de lange baan te schuiven.

 

De uiteindelijke rechtszaak werd gehouden op 20 april 1983 en stonden Gerard van Dam, Astrid de Jager, Fred van Dijk, Steph Willemsen en ondergetekende voor de rechter. De zitting duurde niet lang. Mr. Welfort deed een beroep op het verdrag van Rome waarin gesteld word dat het Openbaar Ministerie verdachten binnen een redelijke termijn voor de rechter moet brengen. Voor onze zaak lag tussen overtreding en het voorkomen meer dan 5 jaar. Op 4 mei 1983 deed de rechter uitspraak. De zaak werd ontvankelijk verklaard en we werden vrijgesproken! Als door een bij gestoken tekende Officier van Justitie Mr. Pieters meteen hoger beroep aan welke hij op 11 januari 1985 weer introk.

 

De Scheveningen 54

Bert van Wijk runde samen met zijn broer het tandtechnisch instituut Epivan dat was gevestigd aan de Klaas de Vrieslaan in Rotterdam. Dit maakte deel uit van de op Curaçao gevestigde Jean van Wijk Dentals Holding. In de paar weken dat Delmare, in 1978, van de MV Aegir had uitgezonden, waren er al reclameboodschappen uitgezonden: Epivan, sublieme kunstgebitten, vanaf fl 225,00, klaar in een dag. Bel nu 010-775009. Bert zei hierover in Het Vrije Volk: “We hebben veel profijt van die reclame gehad”. Tegenover de kranten ontkende hij dat zijn instituut iets met de zender te maken had.

 

Op 13 oktober 1978 werd een koopcontract gesloten tussen Paco Lopez S.D. te Marbella in Spanje en J. de Groot, directeur van restaurant Le Grand Duc aan het Weena 209 te Rotterdam. Voor fl 25.000,00 gulden wisselde de Scheveningen 54 van eigenaar. De Groot wilde van de trawler een exclusief visrestaurant maken maar toen de plannen afketste wou hij snel van het schip af. Op de sloop zou hij er nog fl. 4.500,00 voor krijgen. Namens Prodihaag tekende Fred van Dijk. Er werd een aanbetaling van fl. 5.000,00 gedaan waarbij werd afgesproken dat het restbedrag voor 15 november zou worden voldaan. De Groot ontving nog een betaling van fl 10.000,00 en heeft daarna nooit meer iets van ene Van Dijk vernomen.

 

d-h38-sch54-11-12-1978-bloed-zweet-en-tranen-dat-kosste-het-leo-om-de-cv-weer-aan-de-praat-te-kr_15022385270_o.thumb.jpg.422ece5e9553606c3d719f82d167c4ab.jpgAan de slag

Leo Vreugdenhill, Henk ten Berge, Fred van Dijk, René de Leeuw en Peter van de Holst stapten aan boord van onze visserman. De mouwen werden opgestroopt en het verhaal begon weer opnieuw. Puinruimen, schoonmaken en veel roest bikken. Het schip lag al vier jaar aan de kant en in die tijd was er niets aan onderhoud gedaan. De gebroeders Ten Berge confisqueerden een groot blik groene verf, die ze op de werf hadden zien staan en voorzagen het schip van een mooi groen kleurtje. Leo Vreugdenhill met de ‘gouden losse handjes’ kreeg de hoofdmotor weer aan de praat. Nadat de walcompressor voor het benodigde startlucht had gezorgd sloeg het machine in een keer aan.

 

Foto: 15 december 1978, de centrale verwarming was ons zorgenkindje, hier zijn Fred en Leo bezig de zaak weer aan de praat te krijgen

 

De Centrale Verwarming was een ander verhaal. De vorige gebruikers waren pardoes van boord gestapt en hadden zich nergens om bekommerd. Het in de CV aanwezig water was niet afgetapt, het heeft Leo nog veel inspanning gekost om de beschadigde leidingen, die in vorige winters waren stukgevroren, te herstellen. Halverwege december 1978 ging de Scheveningen 54 voor enkele reparaties de sleephelling op en konden we de schuit eens goed inspecteren. Vergeleken met de MV Aegir was dit een slagschip er stond een joekel van een hoofdmotor van 650 pk in de machinekamer. Daar kon de driepitter uit de MV Aegir wel drie keer in. Er zat nog genoeg gasolie in de bunkertanks om met gemak verschillende keren heen en weer naar Engeland te pendelen. Er werden zinkstukken aangebracht en het roer werd weer gangbaar gemaakt. Er werd een kompas in de stuurhut aangebracht, de vorige was door onverlaten meegenomen.

 

Weer was Ronan O’Rahilly Gerard van Dam te slim af, net als in 1972

In dezelfde periode waren er problemen aan boord van de MV Mi Amigo, de boot van Radio Caroline. De Henschel-generator had definitief de geest gegeven. Hierdoor waren er geen uitzendingen dus geen inkomsten en tot overmaat van ramp had ook de financier de benen genomen. Bij Radio Caroline zocht men dus iemand die de MV Mi Amigo naast een nieuw radiostation ook van een nieuwe generator kon voorzien. Gerard van Dam heeft een deal gemaakt met Ronan O’Rahilly. Wij zouden een nieuwe generator op de MV Mi Amigo zetten en als tegenprestatie mocht Radio Delmare vanaf de ‘Good Old Lady’ uitzenden.

 

De Cummins generator

Op 14 december 1978 werd een huurovereenkomst voor drie maanden afgesloten tussen de firma Amako B.V. uit 's Gravendeel en Prodihaag voor een 160 kVa Cummins generatorset. De fl 40.000,00 gulden kostende Cummins zou met behulp van de Scheveningen 54 op de MV Mi Amigo worden gezet. Omdat de maandelijkse betalingen van fl 3.200,00 uitbleven werd op 16 maart 1979 expertisebureau D. Touw ingeschakeld. Touw moest in opdracht van Amako onderzoek doen naar de verblijfplaats van de Cummins. Met betrekking tot de huur van de Cummins generator doen verschillende verhalen de ronde. Hieronder het relaas van Fred Bolland. Fred, ook een echte volhouder en zeezender man.

 

fredbollandalleen22oz_th.jpg.5ed9cbc532cdcbdf888f95f570d1359b.jpg

Fred Bolland: “Ik had met Gerard van Dam de generator gehuurd bij Amako. Deze was afgeleverd op de Sleephelling en aan boord gezet. De Scheveningen 54 werd behoorlijk in de gaten gehouden, dus was de afspraak dat we niets illegaals aan boord zouden brengen. Inmiddels was ik in contact met Ronan over de MV Mi-Amigo om de tweede zender (10Kw) te huren. Radio Mi Amigo was nog steeds in de lucht volgens mijn herinnering. Ook was ik in contact met Sylvian Tack over eventuele samenwerking.

 

Ik ben daarvoor naar Playa de Aro geweest. Intussen was Ronan O’Rahilly met Sylvian Tack in een ruzie terechtgekomen. Om die ruzie bij te leggen werd er een meeting in Parijs afgesproken in het George V hotel. Ronan wilde dat Sylvain een behoorlijk bedrag zou neerleggen bij Koos en Leunes voor het repareren van de MV Mi Amigo. Syvain had de indruk dat hij inmiddels al eigenaar was van de MV Mi Amigo en dat Ronan geen aanspraken meer kon maken. Zoals je ziet waren er op dat moment vele zaken bezig. Het kan zijn dat de volgorde iets anders is geweest, maar zo herinner ik mij de situatie. Aangezien ik op dat moment al veel geld in Delmare had verloren, vond ik het tijd dat de zaken anders zouden worden aangepakt. Gerard van Dam had zijn plannen en ik de mijne.

 

Toen de Scheveningen 54 de generator na veel problemen had afgezet op de MV Mi Amigo, voor de kust van Scheveningen lag en in beslag genomen werd door Justitie vond ik dat ik moest proberen buiten de justitie te blijven. Ik had veel te verliezen, mijn winkel en huis. Ik ben een afbetalingsregeling aangegaan en heb de generator uiteindelijk geheel betaald. Hetzelfde was het geval met de Scheveninen 54. Ik wist dat Gerard slecht een aanbetaling had gedaan. Ik ben naar de eigenaar gegaan en heb het restant betaald tegen de Bill of Sale. Met dit document ben ik een juridische procedure begonnen tegen de Nederlandse staat.”

 

54naardevoorhaven20su.thumb.jpg.0577f4afb9e3fee8cbbc8168fc3cce40.jpg

Foto: 6 december 1978, de Scheveningen 54 is op tijd vertrokken, net voordat de RCD voet aan boord zou zetten

 

Ontsnapping uit Scheveningen

Op zaterdag 16 december 1978 werd de Cummins bij de Scheveningse sleephelling afgeleverd en met assistentie van de aanwezige Delmare jockys aan boord gehesen. Daarnaast werd er nog een tweede spiksplinter nieuwe 15 kVa generator afgeleverd die voor de eigen energievoorziening moest gaan zorgen. De hele week gonsde het in Den Haag al van geruchten dat Gerard van Dam en consorten weer met een compleet zendschip de haven zou uitvaren. Bijtijds werden we getipt dat de RCD die zaterdag al de nodige Haagse FM-piraten had opgerold en in gezelschap van de Politie onderweg was naar de haven. Onder het mom dat we wilden proefdraaien en het kompas afstellen mochten we van de havenmeester naar de voorhaven.

 

Om ongeveer 17:00 uur maakte de Scheveningen 54 zich los van de kade en met hulp van de sleepboot de Eurotrip voeren we vlot en zonder schade de pijp uit, in de havenkom aangekomen werd de boot een halve slag gedraaid zodat ie met de kop richting Noordzee lag. Nadat de sleper had losgemaakt werd de scheepstelegraaf op volle kracht vooruit gezet. Het opstarten van de hoofdmotor ging moeizaam de eerste paar pogingen mislukten. Bij Leo Vreugdenhill, onze machinist, brak het klamme zweet uit er was nog voor één poging lucht en anders waren we gedoemd in Scheveningen te blijven. Maar als een wonder sloeg bij de laatste poging de motor aan en snelden we de havenmond uit. Sip nagekeken door de Haagse opsporingsdiensten. De zenders ontbraken, die zouden pas later aan boord worden gebracht. Ik bleef op de wal achter en zou later aan boord gaan om te assisteren bij de verdere inrichting. De tocht naar de MV Mi Amigo liep uit op een hachelijke onderneming (zie verhaal Marcel Stevens onder aan deze pagina). Het kompas werkte niet of niet goed (waar heb ik dat eens eerder gehoord) en de schipper lag ziek te bedde.

 

miamigo491ad.jpg.6b58084bf1e91b02dbec630f82d04355.jpgDe MV Mi Amigo

Het aanleggen van zo'n werkpaard naast de broze oude dame verliep niet geheel zonder slag of stoot. Ook het overzetten van de Cummins, zo'n 4.000 kg, ging met het nodige geweld gepaard. Uiteindelijk is het Gerard van Dam gelukt de generator op het achterdek onder het stuurhuis van de MV Mi Amigo te plaatsen. In het stalen raamwerk van de opbouw onder de stuurhut herkende je duidelijk de afdruk die de steven van de Scheveningen 54 daar had achtergelaten. René de Leeuw, zijn vriendin Marie Louise en Peter van de Holst werden achtergelaten zodat zij de eerste Radio Delmare programma's konden verzorgen. De Scheveningen 54 voer terug naar de Scheveningse kust en ging ten noorden van de pier aan het noodanker liggen.

 

Foto: stuurhuis van de MV Mi Amigo na aanvaring met Scheveningen 54 (foto Ad Roberts)

 

De ombouw van de Scheveningen 54

Onze trip naar de Scheveningen 54 was, vanwege het dichtvriezen van de tweede binnenhaven, bijna mislukt. Gerard van Dam was dagelijks in het clubhuis van de Scheveningse Marina jachthaven te vinden om een schip(per) te strikken die mensen naar de Scheveningen 54 wilden brengen. De laatste weken van 1978 sloeg koning winter genadeloos hard toe en werd het ijzig koud. Delen van de jachthaven grenzend aan de tweede binnenhaven begonnen al langzaam dicht te vriezen. Op zaterdag 23 december 1978 werden Johan Rood en ik met een zeilboot de Klaproos overgezet.

Aan boord waren Marcel Stevens, Kees,’kaas’ Mulder, Ronald Bakker en Fred van Dijk al druk bezig de kapiteinsruimte, achter de stuurhut, tot studio om te bouwen. Veel materiaal was afkomstig van de MV Aegir. In het ruim stond een gloednieuwe generator dag en nacht te draaien. Deze voorzag het schip van de nodige energie, onder andere voor de centrale verwarming. Deze maakte overuren. Het was ons nog niet gelukt de boot echt geriefelijk in te richten. Na terugkeer van de MV Mi Amigo lagen we aan een tijdelijk anker. Een veel groter en zwaarder anker lag klaar aan dek. Mengpaneeltje, draaitafeltje, plaatje erop, zendertje aan en draaien maar, zover kwam het dus niet. Het plan was dat als Delmare vanaf de MV Mi Amigo in de lucht was ,we terug zouden keren om het nodige gasolie over te zetten.

 

Paniek via de 27 mc. Gerard van Dam of Leo Vreugdenhill melde ons dat we langzaam richting de 3 mijls zone kropen. We hebben de hoofdmotor gestart en geprobeerd met de scheepswinch het (tijdelijke) ankerspul naar binnen te halen. Dit mislukte ettelijke keren. Omdat de ankerketting niet op een normale manier het schip verliet maar haaks om de staander van de voormast, ondervond deze bij het binnen winchen teveel weerstand en brak de winchkabel telkenmale. Op oudjaarsdag 1978 was er weer een tender en ging ik van boord. Want 2 januari 1979 was voor mij weer een gewone (eerste) werkdag van bij de NV Nederlandse Spoorwegen.

 

di038kf.thumb.jpg.e5ff140d5f61acd7db34e527bc1adc5f.jpg

Foto: De Scheveningen 54 voor de kust verankerd

 

De inbeslagname

Op 15 januari 1979 is Leo Vreugdenhill in een rubberboot naar de Scheveningen 54 gevaren om deze buiten de 3 mijls zone te brengen. In de eerste koude weken in het nieuwejaar was de generator aan boord uitgevallen en daardoor ook de verwarming. Voordat Leo de ankerketting had doorgebrand heeft hij er eerst voor gezorgd dat beide apparaten ging draaien waardoor ook het personeel ontdooide. Deze onvoormijdelijke zaken hebben wel voor de nodige vertraging gezorgd. Dit werd hem later door Gerard van Dam nogal kwalijk genomen. Die redeneerde dat indien meteen was weggevaren we misschien uit handen van de RCD zouden zijn gebleven. Het weer werd rustiger en de autoriteiten waagde zich ook weer buiten. Op dinsdag 16 januari 1979 werd de Scheveningen 54 in beslag genomen en kwam naast de MV Aegir in het entrepotdok te Rotterdam te liggen.

 

54enmorgensterinentrepotdokrot3.jpg.360e1dce3c5cd314fe8c9a0c98257821.jpgTechnische gegevens Scheveningen ´54

Lengte: 57 meter

Breedte: 9 meter

Tonnage: 500 Ton

Bouwjaar: 1954

Diepgang: 3.5 meter

Hoofdmotor: 650 pk

Type: Hektrawler

Gebouwd bij: S.M.S. Scheveningen

Reder: A. van der Zwan en Zn.

Omgedoopt: In 1973 in Oceaan IX.

 

Foto: 1981, Entrepothaven Rotterdam.

Delmare's thuishaven, hier de Scheveningen 54 (L)

gebroedelijk naast de Morgenster, de boot van

onze laatste poging.

 

 

Selectie_744.png.09837b928083895d400e4ded14bfd6b0.pngFred van Dijk

Tijdens de voorbereiding van het schrijven van dit verhaal vroeg ik aan Fred van Dijk waarom hij na zijn hachelijk avontuur, waarbij hij en Henk ten Berge bijna het leven lieten niet gestopt is met Delmare? Fred: “Als je zoals ik, maar vele anderen zullen dit ook beamen, in de directe nabijheid van Gerard van Dam werkt raakt je al snel in zijn invloedsfeer gevangen. Het ontworstelen hier uit is bijna onmogelijk. Uiteindelijk heeft hij me weer overgehaald om aan het volgende avontuur deel te nemen. Er was nu meer geld en er werd een veel beter schip aangekocht.

 

We hebben met de Scheveningen 54 één tendering uitgevoerd naar de MV Mi Amigo. Zenders gebracht geloof ik. Ik ben nog aan boord geweest, maar de puinhoop die we daar aantroffen was nog erger dan bij ons. Het schip was lek en viel niet meer te repareren op volle zee. Dus moest er continu gepompt worden. En zuipen die Engelsen... Voor mij was het direct duidelijk dat we met de Scheveningen 54 opnieuw zouden gaan zenden. Het was in ieder geval een veel beter schip dan de MV Aegir, veel moderner, aanzienlijk groter en sterker. Er lag een prachtige motor in die na één poging direct weer perfect liep na vijf jaar stil te hebben gelegen. Na twee of drie weken met de Scheveningen 54 op zee gelegen te hebben, met die Belg (Johan Rood) in de zwaarste winter sinds tijden.

 

Haven dichtgevroren, geen tenders, 20 cm ijs op het hele schip. Tot overmaat van ramp viel ook de generator nog uit dus geen stroom, géén verwarming. We hebben weken geleefd op witte bonen in tomatensaus. Alleen in bed kon je nog een beetje warm worden. En net toen Leo Vreugdenhill met z'n tender langzij kwam en weer wat leven in de brouwerij bracht en de generator aan de praat kreeg, waardoor de verwarming weer ging werken, kwam de RCD aan boord. Voor mij een mooi moment om er mee te stoppen. Mijn enige bezittingen waren de kleren die ik toen aan had. Voor de rest was ik werkelijk alles kwijt. Het is voor mij een goede leerschool geweest waar ik later in het gewone leven mijn voordeel mee heb gedaan. Ik had de nodige ervaring opgedaan in overleven en creatieve oplossingen verzinnen. Mijn eerste management ervaring om de zaak aan boord te besturen en vooral de bemanning aan boord in evenwicht te houden. Ik kon zo aan een mooi nieuw leven beginnen. Met een vast voornemen om het geleerde op een of andere manier in praktijk te brengen.”

 

TeleRadio Delmare in Monte Marcello Italie

Als dekmantel, om toekomstige adverteerders te vrijwaren van lastige vragen van justitie, werd er besloten een bestaande FM-zender in Italië te kopen. We konden daar natuurlijk zelf een zender neerzetten, maar de Italiaanse wet stelt dat een radiostation in bezit moet zijn van een licentie. Van een radio- of tv station eist men dat aan een minimum van verplichtigen wordt voldaan. Je moest bijvoorbeeld een journalist, een technicus en een boekhouder in dienst hebben. Om een journalist voor je te laten werken moet je beschikken over een licentie voor de journalistiek.

 

Op 26 maart 1979 werd er een overeenkomst afgesloten tussen Radio Delmare en Radio Telealtoadriatico. Gerard van Dam en de heer Dr. Albo Fabbri, zaakgelastigde van de firma Telealtoadriatico. In die overeenkomst was vastgelegd dat Gerard eigenaar werd van de inrichting en uitrusting als zowel de journalistieke licentie van Telealtoadriatico. Voor Teleradio Delmare flanste Gerard een 24 uur radio en tv programmering in elkaar en werd er een bijpassend budget verzonnen. In Monte Marcello, vlak bij de stad La Spezia aan de Italiaanse Riviera, hoog op een berg gelegen, werden de programma's van Radio Tele Delmare uitgezonden. Hierna verkocht de zender de banden door aan de Ierse landpiraat Radio Dublin. Zij zorgden ervoor dat ze aan boord van de Martina terecht kwamen. Ierland had het anti-zeezenderverdrag nog niet ondertekend. Door het toepassen van deze constructie waren onze commerciële activiteiten legaal afgedekt. Achteraf kunnen we zeggen dat het allemaal lariekoek was, om de instanties in Nederland op het verkeerde been te zetten. De programma's werden bij Prodihaag in Den Haag of in Hilversum en later bij Carel Andrews in Amersfoort opgenomen en kwamen via de tendering aan boord. Maar het overgrote deel kwam rechtstreeks van boord.

 

Gerard van Dam in Nieuwsnet

We gaan gewoon hier in Nederland programma's opnemen die we dan 's avonds op onze Italiaanse zender draaien. Voor de toeristen of verzin zelf maar twaalf mogelijkheden waarvoor we ze daar draaien. Maar wel legaal met reclame boodschappen van Nederlandse adverteerders. En Delmare als zodanig distantieert zich helemaal van alles wat er straks gebeurt op de Noordzee. Delmare stelt gewoon: wij hebben een legaal station en hebben met die op de Noordzee niets te maken. Maar die boot komt er wel weer, dat voel je natuurlijk op je klompen aan. Al moet de onderste steen boven komen, we kunnen niet anders. Er is gewoon gezocht naar een legale oplossing in een land waar je als EG-burger mag beginnen met commerciële opzet. Wij Hollanders denken dat de Italianen honderd jaar achter lopen, maar dit kan in Italië wel en in Nederland niet. Heel simpel, we verhuizen met Delmare naar Monte Marcello in Italië. (Redactie: citaat uit NieuwsNet 28 april 1979).

 

n05147fw.thumb.jpg.5cfa3139f8436dbfca785f1cb0311af3.jpg

Foto: Gerard van Dam bestierde vanachter zijn bureau bij Prodihaag het Delmare imperium

 

Prodihaag

Produktiebedrijf Den Haag werd opgericht in het Delmare zenderloze tijdperk tussen de MV Aegir en Martina. De organisatie was gevestigd in de Daquerrestraat in Den Haag, wat tevens het woonadres van Gerard van Dam en Astrid de Jager was. De productiemaatschappij stond op naam van Astrid en had ten doel zich bezig te houden met de promotie van muziek. De nadruk lag natuurlijk op Delmare merchandising. Zo waren er voor fl 5.00 per stuk C-60 cassettes te koop met daarop programma's van alle bekende Delmare diskjockeys. Ook op tape werd de geschiedenis van de zeezenders en landpiraten aangeboden. T-shirts, stickers, wandtegeltjes, fotopakketten van de zeezenders en posters van de MV Aegir, alles wat geld opleverde was te koop.

Prodihaag, productiestudio voor Delmare promocassettes en programma's voor de Testweek vanaf de Martina.

 

De Delmare clankrant vormde de verbinding met de fans, op deze manier werd de groeiende club van belangstellenden op de hoogte gehouden van onze vorderingen. De Epivan Roadshow werd stevig gepromoot, voor niet al te veel geld kwamen de Delmare dj's langs om een feest of party van muziek te voorzien en op te vrolijken. Dagelijks kwam er een gestage stroom van steunbetuigingen en aanmeldingen binnen.

 

Maar de belangrijkste activiteit waarmee Prodihaag zich bezighield was het treffen van voorbereidingen voor uitzendingen vanaf de volgende boot, 6 mijl voor de Zeeuwse kust. De legale basis hiervoor werd gevormd door Telealtoadriatico in Italië. In de aanwezige studio's werden programma's opgenomen voor Tele Radio Delmare die later via de 192 meter weer te beluisteren waren. Na het voorval met ‘het strijkijzer’ werd Prodihaag opgeheven. Het pand werd verkocht en Astrid de Jager trok bij Leo Leo Vreugdenhill in. Astrid de Jager hierover: “Op een dag kwam ik thuis van mijn werk en alles was leeggehaald door Van Dam en consorten. Ik kon ze wat. Hij had dat stiekem gedaan en mij niet van te voren ingelicht. De Delmare ledenlijst die ik nog in mij bezit had heb ik van kwaaiigheid verscheurd en weggegooid”.

 

58dcfd441faa3_N05.231979ProdihaagWeproduceerdenonzeeigenPromotie-materiaal.JPG.554efc7c0520befa0dd2e61bc41c38e1.JPG

Foto: Prodihaag, René en Monique in actie voor promotie(materiaal) voor de Epivan Roadshow.

 

vorige - 1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - volgende

  • Vind ik leuk 1

0 Opmerkingen


Aanbevolen antwoorden

Er zijn geen opmerkingen.

Gast
Een opmerking toevoegen...

×   Plakken als rijke tekst.   Opmaak herstellen

  Er zijn maximaal 75 emoji toegestaan.

×   Je link is automatisch geïntegreerd.   In plaats daarvan als link tonen

×   Je voorgaande bijdrage is hersteld.   Tekstverwerker leegmaken

×   Je kunt afbeeldingen niet direct plakken. Upload of voeg afbeeldingen in vanaf URL.

Laden...


×
×
  • Nieuwe aanmaken...

Belangrijke informatie

Door gebruik te maken van deze website ga je akkoord met Gebruiksvoorwaarden, Privacybeleid en Richtlijnen.