Dossier Delmare door Jan Kat (7)
Sponsering
Begin 1981, bij de vierde en laatste poging van Delmare, was er weer sprake van een sponsor. Cor van der Jagt, eigenaar van verzekeringskantoor Batenburg in Rotterdam zocht een promotieplatform voor zijn ontdekking, de zanger Ray Statson (René Stolk). De platen van de zanger werden helaas niet gedraaid op Hilversum 3. Maar bij Delmare kon dat natuurlijk wel geregeld worden, mits er voor betaald werd. Gerard van Dam en Leen dert Vingerling trokken hem over de streep en Leendert kocht als ‘Leen van Veen’ eind 1980 de Morgenster voor zo’n fl 37.500,- van rederij Jac. Vrolijk. Het zusterschip van o.a. de Martina, de Dolfijn en de Oceaan 7 welke ooit de basis was van radio 270, voor de kust van Scarborough, Yorkshire. Dat schip zou zijn idool Ray Statson groot moeten maken. Uiteindelijk kwam het helaas niet zover en Cor raakte ongeveer fl.100.000,- kwijt.
Voor de buitenwacht was het een promotieboot die alle havens aan zou doen. Daar zouden dan optredens plaatsvinden van de zanger. Daarnaast had de manager van de Rotterdamse zanger wel interesse om via Radio Delmare zijn ster landelijke bekendheid te geven. Door te investeren in een zendschip, zouden de platen van de zanger gedraaid worden en zou het geld vanzelf weer terugvloeien. In tegenstelling tot de vorige drie boten lag nu het initiatief bij Leendert Vingerling en was hij de grote aanjager bij dit project.
Leendert Vingerling hierover: “De financier van de Morgenster was een Rotterdamse zakenman die in verzekeringen deed. Zijn kantoor fungeerde als dekmantel voor de handel in diamanten en wapens. Aan de éne kant een prettig idee om te weten dat er financiën zijn, maar aan de andere kant was het ook een louche en griezelig milieu.”
Leendert over Ray Statson: “Dat was ook geen lieverdje. Hij zat in de illegale wapenhandel met Zuid-Afrika en had thuis kasten vol met geweren en pistolen. Ik ben daar nog eens geweest met Gerard van Dam om te praten over de voortgang van het project. Dat zat helaas tegen. Statson reageerde zijn frustratie af door op een kat te schieten die naast me op de bank sprong. De kogel ketste alle kanten op. Er liep ineens iets heel duns door onze broekspijpen. Het was tijd voor actie, want als het nu de kat is, dan zijn wij het een uur later, dachten we. Van Dam en ik probeerden de opgefokte zanger te kalmeren, die ineens in tranen uitbarstte. Zo zie je maar weer dat ook branieschoppers een klein hartje kunnen hebben.”
Foto: De Morgenster in de haven van Maassluis
De Morgenster (Scheveningen 324)
De Scheveningen 324 had een rijke geschiedenis. Een lange tijd fungeerde zij als vissersboot, daarna voer zij met sportvissers over de Noordzee en in 1972 lag hij regelmatig naast de MV Mi Amigo om deze te bevoorraden. Op maandag 9 april 1973 was de Morgenster voor die dag voor zo’n fl.300,- gehuurd door het comité Nederland Muziek. Dit ter promoting van een klassieke muziek zender. Een Radio 4 of Classic-FM bestonden toen nog niet.
Om 11:00 uur vertrok men uit Scheveningen met aan boord journalisten, supporters, fotografen en vooral niet te vergeten jonge muzikanten die later live aan dek tijdens de uitzending klassieke werken ten gehore zouden brengen. Eerst voer men langs de Norderney, het schip van Radio Veronica, dat nog steeds vlak bij het havenhoofd op het strand lag. Aan boord stond een kleine zender die het programma naar de radiowagen van de NOS uitzond. Vanaf hier was er een straalverbinding met het audio/visuele schakel centrum in Hilversum die het programma over de FM-steunzenders verspreidde. Het programma werd gepresenteerd door Lenny Len (alias Jan Lenferink) en ondersteund door Dolf Brouwers en Sjef van Oekel. Men bleef binnen de territoriale wateren om niet buiten het bereik van de relaiszender te komen. De uitzending was te beluisteren in VPRO-maandag op Hilversum 1.
Het onstuimige weer deed de meeste gasten naar de tabletjes tegen zeeziekte grijpen. Menigeen hing over de reling en offerde de eerst toch heerlijk smakende broodjes worst, koffie en soep hierbij aan de vissen. Om 17:00 uur legde men weer aan in de tweede binnenhaven en was de uitzending ten einde. Vanuit de Tweede Kamer werden geluiden gehoord om de oud-Veronica frequentie 538 meter toe te wijzen aan het klassiek station. Maar Harry van Doorn, toenmalige minister van CRM, voelde hier niets voor omdat de 538 niet aan Nederland was toegewezen.
Mede-aanleiding
Op 30 augustus 2009 ontvingen we het bericht van het overlijden van Rob Nieuwenhuizen, dit is wat Leendert Vingerling toen over hem schreef: “Na nu bekend is geworden blijkt Delmare medewerker Rob Nieuwenhuizen in 1996 door een tragisch incident om het leven te zijn gekomen. Tijdens werkzaamheden aan zijn eigen strandtent viel de ladder om en brak hij zijn nek. Hij heeft nog enige tijd in coma gelegen en is op 35 jarige leeftijd overleden. Rob liet een vrouw en dochtertje van 2 jaar na.”
‘Robbie’ had in Scheveningen een strandtent. De naam veranderde af en toe, omdat hij een sponsor overeenkomst had met een sigarettenfabrikant. Zo werd de Tivoli Beachclub ineens de Samson Beachclub.
In 1980 kwam Rob bij de 'Delmare clan'. Hij had een professionele drive-in show en een radiostation in Ridderkerk (radio MEBO). Via Delmare PR man Alex Olffers kwam hij in kontakt met Gerard van Dam, die hem bij Delmare haalde.
Het is indirekt aan Rob te danken dat er bij Delmare nog een vierde boot werd uitgerust. De Rotterdamse zanger Ray Statson kreeg veel airplay op zijn piratenstation, maar wilde een groter ontvangstbereik. Daarop kwam Rob met het idee om eens met Gerard van Dam te gaan praten over een zendschip. Statson´s financier Cor van der Jagt vond dat een prima idee en ging accoord met een investering van fl. 100.000,-. En zo kon het project Morgenster beginnen.
Rob was een enthousiaste praatgrage medewerker die alles beet pakte. Zo deed hij enkele drive-in shows voor Delmare en was ook niet te beroerd om te klussen aan boord van de Morgenster.
Foto: 1981 De Morgenster, Ray Statson druk bezig met het bekabelen van het ruim.
Afrekening
Leendert Vingerling hierover: “Toen we de Morgenster gingen betalen bij Jac. Vrolijk werd zanger Ray Statson (Rene Stolk) door de financier meegestuurd om te kijken of de centjes niet in de verkeerde zak belandden. Begrijpelijk, nietwaar? Ik had fl. 25.000,- aan flappen in mijn binnenzak zitten als afbetaling. Tenminste dat was het spel dat gespeeld werd. Delmare had geen cent en vertelde de financier dat de boot al was aanbetaald en er slechts een afbetaling moest worden gedaan. Ik had Vrolijk van te voren opgebeld en gezegd dat hij niet moest praten over het restant van het geld en dat we dit apart zouden regelen. Vrolijk zegde toe dit te doen.
Op zaterdagmiddag belden we aan en Vrolijk deed open. In een klassiek ingerichte woonkamer werd en over koetjes en kalfjes gepraat, totdat de flapjes eindelijk op tafel kwamen. Na het geld drie keer geteld te hebben, kwam er een sigaar te voorschijn en er werd bier en jenever gedronken. Alles leek goed te gaan. Bij het afscheid nemen aan de deur vroeg Vrolijk zich nog wel even af, wanneer hij de rest van het geld kon tegemoet zien. Ik kreeg een hartverzakking en probeerde er een draai aan te geven door te zeggen dat ik nu echt weg moest en hem nog wel zou bellen. Nog geen twee honderd meter verderop pakte Statson mij bij de keel, zette me tegen de muur en pakte een mes. ‘Als je hebt gelogen over de afbetaling, dan rijg ik je aan dit mes’, zei de in razernij uitgebarste zanger. Het kostte me veel moeite om de zanger op andere gedachten te brengen en was blij dat ik na uren ouwehoeren in een kroeg weer huiswaarts kon vertrekken. Ik leefde in ieder geval nog.”
Maassluis
De boot werd naar Maassluis gevaren en voor onderhoud bij scheepswerf De Haas afgemeerd waar het zendklaar werd gemaakt. De oude masten werden vakkundig door Gerard van Dam weggebrand. De voormast was namelijk krom, schade die was opgelopen toen er een drijvende kraan tegen aanvoer. De achtermast, van origine aanwezig voor onder andere een gaffel en de hijsinstallatie naar de ruimen, werd herplaatst. De scheepkundige zaken die vakwerk verreisten werden door de scheepswerf verricht. Twee nieuwe hogere masten, die voorheen op de Magdalena als laad/hijsboom dienst hadden gedaan, werden op het dek geplaatst. De twee masten werden voorzien van nieuwe tuigage op dek gelast en verbonden door een vuistdikke staaldraad om het geheel een super solide constructie te geven.
Ombouw
Begin april 1981 zette ik samen met Thijs van Gend, een vriend uit de Weekend Muziek Radio periode, voet aan boord van de Morgenster. De NS overalls gingen weer aan en de beuk erin. We gingen aan het werk, volgens oud en beproefd recept, alleen het allernodigste werd op zijn toekomstige functie als promotieboot aangepast. Regelmatig kwamen Gerard van Dam, Gelijn van Oosten, Leendert Vingerling en zelfs een enkele keer Ray Statson langs om bij de verbouwing te helpen, ook om zo de afvaart te bespoedigen. Er werd een plukkie zware ankerspul aan boord getakeld en er werden twee stuks gloednieuwe 10 kVa generatoren in het vooronder geplaatst. Ik had nog nooit zoveel luxe meegemaakt. Het vierde Delmare project was, met zo’n gulle geldschieter in de gelederen, misschien wel ons beste project. Alles verliep zeer voorspoedig het kon dan ook niet lang uitblijven of er zou een kink in de kabel komen.
Foto 1981, Jan Kat, Gerard van Dam en Ray Statson druk aan het werk in het ruim van de MV Morgenster.
Antenne en zender
Thijs van Gend hierover: “Eind maart 1981 werd ik door Jan Kat gebeld met het verzoek om mee te helpen bij de ombouw van de Morgenster. Nu dat was niet tegen dovemans oren gezegd ik had al eerder aangegeven, tijdens de WMR periode, te willen assisteren bij de ombouw van zo’n boot. In die tijd hield ik 'n agenda bij, de Delmare periode viel voor mij precies tussen twee stage plaatsen in kader van mijn MTS-e opleiding. Zodoende hield ik redelijk goed bij wat ik in die dagen uitspookte, dat moest ook qua uren verantwoording. In mijn agenda staat over die periode:
3 april 1981- Bij Jan Kat geweest gesproken over opknappen/inrichten van een boot.
7 april 1981- Naar Gerard van Dam in Zoetermeer, van daar naar Leendert Vingerling in Maassluis.
21 april 1981- Nogmaals ontmoeting Gerard van Dam, bij Leendert Vingerling thuis in Maassluis.
In die zelfde periode, april en begin mei 1981, ben ik 'n aantal dagen op de Morgenster geweest. Ik heb overnacht bij Gerard van Dam in Zoetermeer 8 op 9 en 9 op10 mei 1981. Verder lees ik dat er op vrijdag 22 mei een Delmare-boot inbeslag genomen is. Dat moet de Morgenster zijn geweest.
Ik herinner me wel dat ik daar in Zoetermeer ‘s avonds alleen in huis zat terwijl Gerard van Dam en Gelijn van Oosten opstap waren. Voelde me daar ‘s avonds best wel een beetje eenzaam en verlaten. Natuurlijk was het overdag weer flinke lol. Met Gelijn had ik weinig contact. Maar waar en hoe ik daar sliep ... geen idee meer.
Die vergadering bij Leendert Vingerling thuis in Maassluis ging over hoe de antenne moest komen te hangen. En dan die eenvoudige mg-zender die geloof ik afkomstig was van een piraat uit de Veluwe.( noot Leendert: was van Hans Centen uit Enschede) Twee buizen o.i.d. op een plaat hout! Die zender zou volgens Gerard van Dam in zo'n stalen archief kast moeten komen. Of die zender er ook is gekomen weet ik niet, de vakantie was over en ik moest weer naar school.”
Jan Kat: Enkele weken geleden kreeg ik een mail van Henk de Boer uit Dokkum, een radioamateur, bij die mail zat een opname van Radio Delmare zoals die bij hem thuis binnenkwam. Fantastisch dat is toch 300 km. Ik legde hem meteen het verhaal van Thijs voor, hier zijn reactie:
“Man, man wat een verhaal! Je bedoelt een BC 191 zender die draaide met 2x een VT4C buis? Ja die ken ik wel, ha, ha. Met zo'n zender heb ik ook veel aan de band gezeten. Potver... ik zou graag zo eens met je willen spreken over die tijden! Iemand op de Veluwe? Zo heb ik ooit eens gesproken met De Koraalvisser. Hij vertelde me toen dat hij ook een zender aan Radio Delmare had verkocht. Jan, je kunt je niet voorstellen hoe mooi ik die oude qso-recording vind. Dus mocht je met je stofjas aan nog meer vinden, dan zou dat top zijn! Ik zal ook nog eens in mijn archief zoek of ik opnames heb van Delmare vanaf zee. Groeten uit Dokkum, Henk.”
Foto: De Morgenster met twee nieuwe masten
Verlinkt
Gerard van Dam was hier en daar al diskjockeys en bemanning aan het ronselen. Een van hen was Hans van der Ende. Hans was een erg druk en nerveus baasje en kon verschrikkelijk veel praten. Hij werkte bij sportzaak Van Dam in Vlaardingen en had ontslag genomen. Tegen zijn baas had hij uitgebreid verteld dat hij op een nieuw zendschip ging werken, dat werd uitgerust in Maassluis. Van de Ende was zo geestdriftig dat hij ontslag op staande voet nam, maar zijn baas wilde echter dat Hans de opzegtermijn uitdiende. Zijn baas had daar zo de smoor over in dat hij de politie op de hoogte bracht. Later kwam hij nog terecht bij Omroep Vlaardingen en heeft hij voor Radio Schiedam nog eens wat jingles ingesproken. Verder was hij een tijdje stadionspeaker bij SVV. In 1994 trad hij in dienst bij RBC Roosendaal en bekleedde daar de functie van commercieel directeur. In 2005 stapte hij over naar FC Dordrecht maar niet voor lange duur, hij kon daar zijn draai niet vinden en ging weer terug naar Roosendaal.
De Radio Controle Dienst hield ons daarna scherp in de gaten. Inmiddels was Mr. Pieters, de officier van justitie, ingelicht door de havenautoriteiten omtrent het vermoeden dat voormalige leden van Delmare gesignaleerd werden aan boord van een schip. De Aegir heeft ook enkele weken in de haven van Maassluis gelegen en is van daaruit na het van zijn ankers slaan, in beslag genomen. De officier gelaste een onderzoek en wij signaleerden dat er op strategische plaatsen onopvallende volkswagen Polo-tjes stonden opgesteld met steeds twee man erin. Een komisch schouwspel dat wel, men dacht, wij worden niet gezien. Steeds andere autootjes en figuren dan weer met een grote snor, dan weer met een suède jasje, kortom prototype rechercheurs.
Proefvaart
Op vrijdag 22 mei 1981 waren we zover gevorderd dat er onder het mom van een proefvaart, de boot Maassluis zou verlaten en richting Noordzee zou varen. Het plan was om niet ver van de oude locatie van de Aegir (nabij lichtplatvorm Goeree) voor anker te gaan en te gaan uitzenden. In plaats dat de brug werd geopend stapte de RCD met haar gevolg aan boord en werd iedereen aangehouden en voor verhoor meegenomen naar het politiebureau. De Morgenster werd in beslag genomen en kwam bij de rest van de Delmare vloot te liggen in het Entrepotdok te Rotterdam.
Gerard van Dam hierover: “We hadden de havenmeester gevraagd de brug te openen en die op zijn beurt waarschuwde zijn broodheer of liever dame… vrouwe justitie. Die moest gaan uitmaken of wij snode plannen koesterden of niet. Ik stond net aan de reling om het een en ander af te geven aan boord toen er een rode Ford Taunis achter me stopte met lui erin die ik vroeger van gezicht al eerder op het politiebureau was tegengekomen. Ik besloot mijn kofferdeksel in alle rust dicht te doen en mij tactisch terug te trekken. Immers, iemand die leiding geeft wordt het eerste opgesloten om zodoende de organisatie te ontkrachten. Lesjes uit het piraten verleden nietwaar? Nog voor de heren in konden grijpen reed ik weg en besloot naar huis te gaan om per telefoon verder mijn zaakjes te regelen.”
Vergissing
Nu beschikte Delmare destijds over twee auto’s die identiek waren en op kenteken alleen te onderscheiden als BB-07-FN en de BB-08-FN. Natuurlijk zou justitie niet justitie zijn als ze het verkeerde kenteken hadden genoteerd. Dus werd Alex Olffers door zeven lui van de Voorburgse politie uit zijn huis gesleurd waarbij zijn moeder, die opendeed, verwondingen opliep door het overdreven ruwe optreden van de heren. Hij werd, voor verhoor, geboeid meegenomen en opgesloten. Nu moet je weten dat een vredelievender mens als Alex nog geboren moet worden en dat hij part nog deel aan onze operatie had. Hij was de ledenwerver, zorgde voor abonnees van ons blad, de goede vogel was helemaal niet op de hoogte van zaken zoals, proefvaart, radioschip etc. Door de bruuske manier van optreden had Alex geen tijd gehad om portefeuille met legitimatie bij zich te steken. Maar aan de hand van promotie (foto)materiaal, die hij bij zich droeg, constateerde de politie wel wie de echte Gerard van Dam was.
Gerard van Dam treft voorbereidingen om mast voorop te verwijderen
Politiebureau
Gerard van Dam hierover: “Inmiddels was iedereen van boord gehaald. John Anderson, Leendert Vingerling en twee nieuwelingen in de groep, Hans van de Ende en Jock. Jock was de boy die constant aan boord was en prima zijn taak vervulde. Nog vaak denk ik terug aan hem, zo van goh…. dat gaat goed, zo’n vogel hadden we erbij moeten hebben toen we nog aan het piraten waren. De jongens werden gezamenlijk ingesloten op het bureau te Maassluis en stuk voor stuk verhoord waarbij het de anderen opviel dat Hans van de Ende niet meer terug kwam. Inmiddels werd het schip in opdracht van justitie versleept naar de entrepot haven te Rotterdam, alwaar het douane terrein is en zodoende als veilig opgeborgen onder bewaking achter zou blijven. Na de gebruikelijke zes uren vastgezeten te hebben werden de overige jongens vrijgelaten en bleek alras dat die Hans onder druk van de rechercheurs is bezweken. Onder het mom van ‘zeg net nu maar, het wordt een zendschip voor Delmare en je komt niet eerder vrij dan na enkele maanden’.
Enfin, we weten hoe justitie mensen onder druk weet te zetten en dat doe je bij een 17 jarige jongen al gauw nietwaar? Hans van der Ende verklaarde dan ook, met de belofte naar huis te mogen, al spoedig ‘Ja het wordt een radioschip en ja ik word disc-jockey en we gaan liggen voor de Zeeuwse kust etc..etc’. Nu had Leen Vingerling die ochtend scheepskaarten aan boord gebracht omdat je nu eenmaal niet over zee naar Scheveningen gaat varen zonder behoorlijk materiaal van waaraf je de route kunt lezen. Dit waren zeekaarten die hij al lang in zijn bezit had, thuis lagen en daarop had hij aangetekend waar onder andere De Delmare schepen hebben gelegen. Deze kaarten werden in beslag genomen door de politie, die ze gelijk als bewijsmateriaal opvoerde met reden dat het kruisje de bestemming van de Morgenster zou worden.”
Kort geding
Na aanleiding van de inbeslagname besloot Ray Statson direct een kort geding tegen de Nederlandse Staat aan te spannen dat drie weken daarna diende. De rechtbank besloot daarna de zaak aan te houden tot een rechtzitting zou plaats vinden en gaf toestemming aan de eigenaar om onderhoud te verrichten aan het schip tot de zitting. In praktijk bleek dat de officier dit niet toestond en via een tweede kort geding zouden we dan de officier hierin moeten dwingen. De beroemde uithollingspolitiek is ook hier weer van toepassing. De officier vertraagd en vertraagd en intussen valt de organisatie uit elkaar. Mensen gaan inmiddels andere plannen ten uitvoer brengen en het plan met de Morgenster raakt op de achtergond. Pas na twee jaar komt de zaak voor voor de kantonrechter in Rotterdam, die weer op zijn beurt na veertien dagen vonnis wijst.
Die oordeelt dat de Morgenster terecht in beslag is genomen door op hand zijnde illegale radio uitzendingen. Ray, de wettige eigenaar, besluit in hoger beroep te gaan en bereikt na een jaar dat de hogere rechtbank het vonnis vernietigt, waardoor het schip vrijgegeven wordt. De officier van justitie pruttelde nog wel wat tegen maar uiteindelijk konden we weer aan boord.
Foto: Een van de 2 - 25 kVa generators aan boord van De Morgenster
Ray Statson voor de rechter
Op woensdag 2 juni 1982 was in Rotterdam de rechtzaak tegen Ray Statson. Die beweerde bij hoog en laag dat hij de Morgenster alleen had gekocht om er op te gaan wonen, pleziervaartjes, maar er vooral promotie activiteiten op te houden, niks geen piratenzender. Op vraag van de rechter hoe hij dat moest zien reageerde Ray dat hij in de vrije havens op het schip live-optreden voor een publiek van zo’n 80 tot 100 man zou gaan houden.
Hierop moest de officier van Justitie Mr. Lo Sin Sjoe smakelijk om lachen. De ruimte op de Morgenster is vrij klein . Die 100 bezoekers zouden er liggend op stellages opgeslagen moeten worden. De officier geloofde dus niets van het verhaal. Hij meende dat aan de extra generatoren, de masten, het anker en de geluidsdichte ruimten die bij de inval werden ontdekt op te kunnen maken dat het schip als radiozender zou worden ingericht. Ray uitte herhaaldelijk zijn ongenoegen over het feit dat de boot al meer dan een jaar aan de ketting ligt: “Ik ben een broodzanger ik moet zoveel mogelijk geld verdienen, en van al dat gedoe word ik onderhand gestoord.” Rechtbank president Mr. T. Fransen reageerde fel: “Het interesseert me geen fluit of u gestoord word of niet. Het gaat er hier uitsluitend om of u bezig bent een schip als piratenzender in te richten.”
De officier zag dit proces ook als een test of het beschikbaar stellen van een schip voor een bepaald doel in casu: piratenzender onder de Telegraaf en Telefoonwet valt.
De rechtbank deed op woensdag 16 juni 1982 uitspraak. Ray was zijn promotieschip kwijt. De rechter sprak van verbeurd verklaring omdat zij vond dat wettig en overtuigend bewezen was dat Rene Stolk er een piratenzender op de Noordzee mee wilde exploiteren. Het directe bewijs werd vooral geleverd door de aan boord aangetroffen zeekaarten waarop de positie van de toekomstige piraat stond aangegeven. De advocaat tekende hoger beroep aan en uiteindelijk verklaarde de Hoge Raad de actie van de RCD ongegrond en werd het schip weer terug gegeven. Het OM kon niet bewijzen dat de boot op het moment van inbeslagname een zendschip was.
Leendert Vingerling hierover: “De Morgenster had niets aan boord dat wettelijk in verband kon worden gebracht met een toekomstige zeezender. Er waren wel geluidarme kamertjes gemaakt en er stond een generator aan boord voor de opwekking van stroom voor de feestjes. De boot had immers als dekmantel dat het een drijvende promotieboot zou worden voor de Rotterdamse zanger Ray Statson. Als je promoot moet je voldoende stroom hebben voor muziek, de bar etc en moet je je toch rustig kunnen terugtrekken als zanger in verkleedkamertjes aan boord, nietwaar? Er was geen grammofoonplaat, geen koperdraad, geen draaitafel of zendbuis te bekennen.
John en Mathijs komen even bij van het gescheur in het ruim van de Morgenster
De boot had wel 15 meter hoge masten (voormalige hefbomen van de Magdalena van Mi Amigo 272) en een zeer zwaar anker. Maar dat is toch niet verboden? Als de partyboot buitengaats ligt moet het het toch kunnen ankeren? En die hoge masten waren bestemd voor verlichting en feestelijke vlaggetjes. Kortom niets aantoonbaar, wel een vermoeden. Tijdens de inval door de RCD werden ook mijn zeekaarten inbeslaggenomen. Daar stonden twee kruisjes op voor de kust van Zeeland. Justitie voerde dat op als bewijs dat het inderdaad een zendschip zou worden.
Na twee jaar procederen moest Justitie zich echter neerleggen bij een nederlaag. Ze hadden onrechtmatig gehandeld en de boot moest worden teruggeven aan de eigenaar. Het Openbaar Ministerie kon niet hard maken dat de boot op moment van de inbeslagname een zendschip was. Bij de inval in 1981 wilde men de reikwijdte van de wet aftasten en wilde de RCD kijken in hoeverre een vermoeden strafbaar is. Het was als het ware een proefproces.
De Morgenster werd daarna verkocht aan Haarlemmer Harry Muter, zodat de financier nog iets van zijn Fl. 120.000,- gulden terug kon vangen. Dan de veroordelingen: Ik ben verschillende malen opgepakt en verhoord. Er is één rechtszaak aangespannen, waarbij de daadwerkelijke medewerking niet kon worden hard gemaakt en er dus vrijspraak en teruggave van in beslag genomen goederen volgde.”
Teruggave
Pas na teruggaaf van de boot bleek na een inspectietocht aan boord hoe groot de schade van twee jaar stilliggen was geworden. Vandalen hadden het schip leeggestolen. Er was een enorme ravage aangericht, waarbij zaken als een koelkast duidelijk met een bijl aan het eind van zijn loopbaan was geholpen. De machinekamer stond vol water omdat de galan, dit is de plaats waar de schroefas het schip verlaat, steeds heviger was gaan lekken. De ruimen waren niet afgedekt en de stuurhut was ontdaan van alle ingebouwde elektronica. De rubberen dinghy’s waren uitgepakt, opgeblazen en lek gestoken, en een vletbootje was samen met de buitenboord-motoren gestolen. De generatoren, benodigd voor stroom waren door ‘ongewenste bezoekers’ van vele onderdelen ontdaan , zoals de bedieningshandel van de hoofdmotor, een dingetje van nog geen tientje, was er bruut van afgerukt. Uiteindelijk kwamen we gezamenlijk tot de conclusie dat het geen zin meer had om hiermee verder te gaan.
Nautische gegevens Scheveningen 324 MV Morgenster
- Lengte: 41,7 meter
- Breedte: 7 meter
- Tonnage: 160
- Bouwjaar: 1916
- Type schip: Motorlogger
- Diepgang: 3.20 meter
- Hoofdmotor: 3 cil. Deutz (280x450) 150 pk Deutz VM 145
- Gebouwd bij: A Vuijk en Zonen in Capelle
- Rederij: M. den Dulk en Gz.
- Generatoren: 2 stuks 15 kVa
Bij het grof vuil
Tijdens de oprichtingsbijeenkomst van de DOO op 20 augustus 1980 in Babylon te Den Haag werd het duidelijk dat Johan Rood wou doorgaan onder de naam Delmare. Hij vond dat hij recht had op de naam, omdat hij als laatste het ‘zinkend’ schip had verlaten. Gerard van Dam was het daar niet mee eens en zodoende scheidden elkanders wegen. Tijdens de vergadering verliet Johan ook de zaal. Na de affaire met het strijkijzer werd Prodihaag opgeheven en werd alles bij het grof vuil gezet. Astrid had in haar kwaadheid de ledenlijst vernietigd en het kostte Leendert Vingerling Fl. 1300,- om een advertentie in het AD te plaatsen om de zoekgeraakte Delmare leden weer op te sporen.
Foto : december 1980 toen het nog 'Koek en Ei' was met de directie
Twee Delmare's?
In december dat jaar vielen bij de Delmare leden twee krantjes op de deurmat. Allereerst ‘De Delmare’, uitgebracht als het huisorgaan van de DOO. Later zou dit blad in ‘De Media Delmare’ worden omgedoopt. Dankzij een medewerker van de PTT in Naaldwijk werden de drukwerkjes gratis verstuurd. De Delmare kon het daardoor erg lang uithouden, want dat kunstje werd week in, week uit geflikt totdat de medewerker bij zijn baas op het matje moest komen.
Bijna tegelijkertijd ontving men een tweede boekwerkje: ‘Radio Delmare doet een boekje open’. Dit was een uitgave van de Belgische organisatie rondom Johan Rood met een correspondentie adres in Antwerpen. Johan Rood had contact met ene Eddie Smit, die een circus had gekocht, Circus Barelli. Hij wilde de naam veranderen in ‘ Delmare circus’ en gaan rondtoeren door de Benelux. Op die wijze kon hij inkomsten genereren voor een nieuw Delmare project. Gerard van Dam en Leendert Vingerling hebben met verbazing naar de leeuwen en panters zitten kijken, daarna is het contact doodgebloed.
Delmare Disco Festival
Het kon ook niet uitblijven. Op 15 november 1980 organiseerde de Belgische Delmare club rondom Johan Rood hun Delmare Disco Festival in zaal Vita in Turnhout. Hier waren ook aanwezig René de Leeuw, Leo Vreugdenhill en Astrid de Jager met hun nog maar twee weken oude zoon Geoffrey, die zij trots aan de fans lieten zien.
Delmare Road Show
De zich de ‘enige en echte’ noemende Delmare organisatie. die van Gerard van Dam en Leendert Vingerling, kon natuurlijk niet achterblijven en organiseerde op 2 maart 1982 in Rilland-Bath de Delmare Road Show. Daar gaven ook Alex Olffers en Kees ‘Kaas’ Mulder en de Kapelse buurtjes van de Maalstede, acte de presence. Gerard was prominent aanwezig en geheel gekleed als ceremoniemeester.
Alex Ollfers Delmare Promotiewagen
Alex Ollfers
Alex Olffers was Delmare's grote promotor. Met zijn auto en aanhanger vol gehangen met DOO-posters reed hij alle feestjes en partijtjes het land af. Via zijn werving werden velen lid van de Delmare organisatie. Alex was vrijgezel en woonde nog bij zijn moeder in Den Haag. Regelmatig kwam hij met zijn caravan langs in Zeeland. Hij was door de Veronica Omroep Organisatie op een vervelende manier aan de kant gezet en was hierdoor zeer gemotiveerd om voor ons aan de slag te gaan. Na overleg met Gerard van Dam deponeerde hij de merknaam Delmare bij het Nederlands octrooibureau. Gerard was intussen bedrijfsleider bij de textielwinkel Zeeman geworden en in die hoedanigheid organiseerde hij wedstrijdjes en happenings in het Winkelcentrum Leidschenhage te Leidschendam. Tijdens een die acties waren de Epivan Roadshow en de Delmare promotiewagen van Alex tegelijk in het winkelcentrum aanwezig.
REVA winkeltjes
In augustus 1981 traden Gerard van Dam en Gelijen in het huwelijksbootje. Het water bleef trekken. In Den Haag werd de grond hem te heet onder de voeten en vertrok hij naar Zeeland. In Kapelle kocht hij een woning aan de Maalstede. Voordat deze armetierige arbeiderswoning tot een degelijke uitvalsbasis was omgebouwd, moest er het nodige werk verzet worden. Op zolder werd er een kantoor annex drukkerij met studio gerealiseerd. Even rust nemen en de zaak in ogenschouw nemen was er niet bij. In Wemeldinge moest een oude slagerij tot tijdschriften/ kantoorartikelenzaak worden verbouwd. De daarvoor vereiste bouwvergunningen zijn nooit aangevraagd. Dat had ook geen zin, want de bouwplannen werden nooit op papier gezet of uitgewerkt. Vanwege mijn technische achtergrond maakte ik al snel deel uit van het ‘REVA ombouwteam’. Onze specialiteit was het binnen enkele weken verbouwen van Zeeuwse pandjes in ‘papier’-winkeltjes.
De volgende winkel kwam in ‘s Gravenpolder en uiteindelijk werd de laatste zaak in Colijnsplaat aan de Kruisstraat gevestigd. Niet ver van de woonplaats van ene Henssen. Waar kende ik die naam ook alweer van? Enfin de cirkel was rond. Een klusje dat Gerard van Dam bij elke winkel zelf deed was het aanbrengen, in plakletters, van de winkelnaam ‘REVA’. De afkorting REVA stond voor Reactor Vat ( Kerncentrale Borssele ligt namelijk vlakbij). Het stulpje aan de Maalstede groeide uit tot een zoete inval. Ieder weekend werd de deur platgelopen door oude maar ook nieuwe Delmare medewerkers. Heel gastvrij werd men altijd onthaald en ze moesten ook allemaal mee-eten.
In 1987 was het over en uit. Gemeentes gingen steeds lastiger doen en toen uiteindelijk de bodem van de schatkist in zicht kwam, klopten ook de banken aan de deur. Alle zaakjes werden verkocht, Gerard van Dam en Gelijn van Oosten gingen definitief uit elkaar en Gerard verdween uit Nederland. Later in 1990 werd ik door hem benaderd vanuit Malta. Daar was hij een reisbureau begonnen: Tourist-Plan. En was hij ook opnieuw getrouwd. Enfin zo ging dat maar door.
Foto: 1985, Gerard van Dam brengt de naam op de winkelruit ten behoeve van de opening
Het faillissement
Een tekenend verhaal over Gerard’s financiële escapades is dit: De WIR (Wet op de Investerings Rekening) stelde investeerders in staat een deel van hun geïnvesteerd vermogen weer van de staat terug te krijgen. Deze wet was in de slappe jaren zeventig door de regering in het leven geroepen om investeringen in de economie te stimuleren. Gerard rekende in 1981, op zo’n teruggave. Zijn boekhouder had uitgerekend dat hij op zo’n fl 30.000,- kon rekenen. Als voorschot hierop werden er drie nieuwe witte Datsuns aangeschaft. Waarvan er een als Delmare-promotie wagen voor Alex Olffers bestemd was. Het wachten op de blauwe enveloppe leek oneindig lang te duren, maar op een zaterdagochtend, ik zal het niet snel vergeten, lag die op de deurmat. Hoe groot was de teleurstelling maar zeker ook de woede toen bleek dat het, door hem, terug te ontvangen bedrag was verrekend met een bedrag wat nog uit 1975 openstond. Je begrijpt het al, zijn faillissement van toen werd hem nu fataal. Hier had hij helemaal geen rekening mee gehouden. De belastingdienst echter wel.
Publiciteit
Na de inval op de Aegir in Scheveningen konden we op een warme belangstelling rekenen van de schrijvende pers. Henk Langerak van het Algemeen Dagblad en Bert van Voorthuizen van de Telegraaf schreven met vaste regelmaat over ons. Of het nu positief dan wel negatief verhaal was, het kon ons niet veel schelen als er maar over Delmare werd geschreven. Al deze media aandacht leidde er vaak toe dat wij door lieden van verschillende pluimage werden benaderd met hun zeezender plannen. Zeker wanneer met een bundel geld of een attachékoffertje vol met buitenlandse valuta werd gezwaaid, kon men al snel rekenen op de interesse van Gerard van Dam. Danny Vuylsteke, via hem kwamen we in contact met Johan Rood. Danny Vuylsteke was zo’n aardig goed gevulde Belg, maar zo link als een loden deur. Hij zou en moest geld steken in Delmare. Met zijn geld is de Aegir na de kaalslag van de RCD, weer vol gestouwd met apparatuur en zenders. Er zou nog een hele rij van dit soort duistere lieden volgen. De een na de ander werd door ons van zijn pecunia afgeholpen. Het leidde er wel eens toe dat Gerard van Dam zich beter een tijdje niet in een bepaalde buurt of wijk kon vertonen.
Justitie en Delmare
Justitie heeft van begin af aan de situatie rondom Delmare verkeerd ingeschat. Het Openbaar Ministerie dacht, net als indertijd bij Radio Veronica, met een professionele nette organisatie te maken te hebben. Men verwachtte niet dat wij na iedere knock-out toch weer vlot zouden opkrabbelen en enige tijd later op een onverwachte plaats iets zouden uithalen. Zulks een brutale verrassingstactiek hadden ze niet verwacht.
Het is vaak aan ons soms naïeve en amateuristische optreden te wijten dat wij in handen van de overheid vielen. Maar door ons flexibele optreden konden wij vrij vlot van boot veranderen. Het ombouwen van de vissersboten was al een routineklus geworden, een telefoontje van Gerard van Dam en ik wist mijn reisdoel en missie. Vergeleken met de Aegir, waar veel geld en tijd is ingestoken, werden latere projecten à la de lopende band afgewerkt. Het werd steeds meer, zoals oom Bull het kort en plastisch zei, scheepje kopen, zendertje plaatsen, plaatje draaien en geld verdienen.
In een van de eerste reacties na de inval op de Aegir in Scheveningen reageerde officier van Justitie Mr. Pieters dat deze alleen geïnteresseerd was in de grote vissen, de financiële mensen achter de organisatie. De kleintjes liet hij snel weer gaan. Bij de inval op de Aegir heeft justitie, onze gehele administratie meegenomen. Als men toen wat nauwkeuriger had gekeken, wist men hoe de vork in de steel zat. Voor ons en onze sponsors deden zij dit gelukkig niet.
Dat de Aegir niet meteen aan de ketting kwam te liggen was een hele grote meevaller. Het stelde ons in staat de contacten, die we door alle publiciteit hadden opgedaan, te gelde te maken. Dat justitie het overzicht in de zaak geheel kwijt was, bleek uit de grootste aanfluiting en dat was natuurlijk het treuzelen om de aandeelhouders van de Aegir voor de rechter te brengen. Wat gelukkig voor ons als verdachten, na vijf jaar wachten, uitmondde in vrijspraak.
Anekdote: Mr. Pieters woonde net zoals ik in Hilversum. Een lange periode deelden wij 's ochtends dezelfde trein. Wanneer wij ons dan toevallig op het perron ontmoette, knikte hij zeer minzaam in mijn richting en reageerde ik daarop met een brede glimlach.
De Aegir voor de kust van Scheveningen
Slotwoord
Al met al heeft het Delmare avontuur, waarvan ik samen met Gerard van Dam een van de initiatiefnemers ben geweest, mij en anderen, veel geld gekost. En dan heb ik het nog niet over de ingeleverde apparatuur, banden en grammofoonplaten. Toch kijk ik niet in wrok om. Anderen zijn beschadigder uit de strijd gekomen. Voor velen waren we ‘klein duimpje’ van de zeezenders. Wat eigenlijk niemand meer voor mogelijk hield, na de inwerkingtreding van de anti-piraten wetten, deden wij toch maar.
We ontvingen veel steunbetuigingen en velen droegen ons een warm hart toe. Het afscheid van Radio Veronica en Noordzee enkele jaren daarvoor stond een ieder nog in het geheugen gegrift. De inval op de Aegir trof velen als een donderslag bij heldere hemel. Daarna drie jaar lang doken we op de gekste ogenblikken op in de media. Chronisch geld gebrek heeft ons iedere keer voor problemen gesteld. Het beetje geld dat binnen kwam, werd meestal direct besteed aan rubberboten, zenders en voedsel. Voor belangrijkere zaken zoals een salaris, goed ankerspul en een degelijke bevoorrading bleef niets over.. Het eeuwige geldgebrek leidde tot de ondergang van radio Delmare. Een apart onderdeel vormt het hoofdstuk partnerruil. Deze affaire heeft er uiteindelijk toe geleid, dat het laatste beetje cement dat de Delmare organisatie bij elkaar hield werd weggespoeld en deed instorten.
Klein maar Dapper
De stille kracht van onze organisatie, werd al die jaren gevormd door een kleine groep fanatieke volhouders. Geholpen door hun individuele talenten wisten zij elke tegenslag, met hun volle inzet te pareren. De kracht van de zender lag eigenlijk in de kleinschaligheid onder de zeer geestdriftige inzet en bezielende leiding van Gerard van Dam.
Ten slotte
Uiteindelijk heeft de bevalling van dit laatste Delmare deel langere geduurt dan ik verwacht had. Een jaar lang, maandelijks, mijn ware verhaal vertellen heeft een schat aan nieuwe documentatie en informatie opgeleverd. Toen ik in januari van dit jaar hiermee startte had ik niet gedacht dat mij dit zoveel tijd en energie zou gaan kosten. Ik heb dat zwaar onderschat. Maar alle response en hernieuwde kontakten met veel oud medewerkers vergoeden dit ruimschoots. Ook moest er wel eens een traantje weggepinkt worden wanneer een doodsbericht werd ontvangen.
Eigenlijk wilde ik, na het slot, stoppen met de weblog. Maar er zijn nog veel verhalen niet verteld. Zeker van dj's zoals Peter van der Holst, Ronald van der Vlught, René de Leeuw, Kees ‘Kaas Mulder’, Ronald Bakker en Johan Rood, om een paar te noemen. En natuurlijk Gerard’s eigen verhaal. Dus zolang er oud Delmare nieuws is zet ik dit log voort. Mocht ik op den duur toch besluiten te stoppen dan hevelen we de informtie over naar een zeezender website.
Hierbij wil ik speciaal Marjo en Leendert Vingerling bedanken voor de ondersteuning en bijdragen en een hele berg foto's. Het Delmare boek zal er wel komen, maar het moet geen 10 à 15 jaar meer duren, want dan zijn de meeste zeezenderoudjes op. Ook Jan Paparazzi bedankt voor het ter beschikking stellen van je Delmare audiomateriaal. Evenals Jan Kruidenier voor de foto's en Delmare audioarchief. En ten slotte Wim van de Water van de website Mediapages.nl, die ons het hele jaar heeft gepromoot. Voor nu stop ik even.
Met vriendelijke groet
Jan Kat
vorige - 1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - volgende
- 1
0 Opmerkingen
Aanbevolen antwoorden
Er zijn geen opmerkingen.