Shula Rijxman: Kappen met de kruideniersmentaliteit
Doen wij ons werk goed? Die vraag stellen wij onszelf continu. Zijn onze programma’s onafhankelijk en betrouwbaar? Laten we alle opvattingen in de samenleving zien, komt iedereen aan bod? Leveren we een bijdrage aan de kwaliteit van onze samenleving? We doen dat omdat we het belangrijk vinden wat het publiek van onze programma’s vindt. We kijken verder dan de goede kijkcijfers die onze programma’s oogsten. Want wij zijn van en voor het publiek. Met een brede programmering voor alle Nederlanders. Om zo iedereen in Nederland door middel van een betrouwbare nieuwsvoorziening, dramaseries, scherpe journalistiek, kunst- en cultuurprogrammering en documentaires te informeren over de wereld om hen heen, en over elkaar. Om onafhankelijk van politiek en commercie te berichten over de besluitvorming in onze democratie en de macht te controleren. En dat belang is groter dan ooit – lees het recente rapport van Freedom House maar over hoe vrije media op steeds meer plekken onder druk staan.
Wij kunnen wel als slagers ons eigen vlees gaan keuren, maar we hebben duizenden mensen, en een expertpanel, gevraagd wat ze van onze programma’s vinden. Hun eindscore: een 8,2. Ik ben trots op deze waardering. Ook vind ik het goed om te zien dat het verschil met het aanbod van de commerciëlen door verreweg de meeste mensen als groot wordt beoordeeld. Onze programmering is de moeite waard en de mix van lichte en zwaardere programma’s vindt men logisch. Afwisseling van spijs doet immers eten. Het mooiste vind ik dat het vakmanschap van onze programma’s een 8,6 krijgt. Dat compliment kunnen al die programmamakers bij de omroepen en producenten die dagelijks mooie en relevante programma’s voor de publieke omroep maken maar mooi in hun zak steken. Lees hier meer over in onze terugblik op 2016.
Ik ben blij dat de meeste Nederlanders ons als goed beoordelen. Want wij zijn er voor hen. In alle onafhankelijkheid van commercie en politiek. Tegelijkertijd zijn de mooie waarderingscijfers geen reden om op onze lauweren te rusten. Want het medialandschap verandert razendsnel. Commerciële mega-media-conglomeraten monopoliseren wereldwijd de productie en distributie van beeld. Bij de NPO is 83% van de producties Nederlandstalig. Omdat wij het belangrijk vinden onze taal, cultuur en identiteit te laten zien. Facebook en Netflix malen daar niet om. Publieke omroepen investeren de helft van hun omzet in lokaal product, terwijl de commerciëlen blijven steken op slechts een derde. Dat scheelt een flinke slok op een borrel.
Als publieke omroep in een klein taalgebied kun je in een door Facebooks en YouTubes gedomineerde wereld alleen overeind blijven met zeer goede content. Het kleine Denemarken bewijst dat dat heel goed kan. Daar hebben ze de budgetten heel gericht ingezet op een beperkt aantal dramaproducties van topkwaliteit. Dat lijkt mij de weg die wij ook op moeten.
We zullen ook continu moeten blijven vernieuwen. Binnenkort lanceren we bijvoorbeeld ons nieuwe on demand platform. En we gaan het publiek nauwer betrekken bij ons beleid. Dat is nodig om alle 17 miljoen Nederlanders goed te blijven bedienen. Met waardevolle programma’s van eigen bodem, voor Nederlanders door Nederlanders gemaakt.
Daar zou wat mij betreft de politieke discussie over moeten gaan. Over hoe je ook in een klein taalgebied onafhankelijke media ondersteunt. Over hoe je Nederlandse makers helpt de verhalen te vertellen die verteld moeten worden. Over hoe een onafhankelijke publieke omroep van waarde kan blijven voor onze samenleving in een snel veranderend medialandschap. Dat lijkt me zinvoller dan Haagse discussies op de vierkante millimeter over een onsje meer of minder amusement, een tikje meer of minder reclame, het aantal lineaire kanalen in een digitale wereld, of haarkloverij over het verschil in programmering tussen ons en de commerciëlen. Kom op, denk ik dan, het is 2017. Gaan we echt deze achterhoedegevechten met elkaar voeren? Dat is zonde van de tijd. En het getuigt van een kruideniersmentaliteit. Want wat er écht op het spel staat, is het overeind blijven van onafhankelijke Nederlandse journalistiek en cultuur in een internationaal slagveld. Ik reken erop dat we hier de ruimte en middelen voor krijgen van de politiek. Zodat we kunnen blijven investeren in mooie programma's, in innovatieve diensten en een breed aanbod voor 17 miljoen Nederlanders.
Shula Rijxman
Voorzitter raad van bestuur
0 Opmerkingen
Aanbevolen antwoorden
Er zijn geen opmerkingen.