NPO versobert beloningsbeleid: salarisplafond omlaag, geen nieuwe uitzonderingen
De NPO gaat het beloningsbeleid voor presentatoren bij de publieke omroep versoberen. De maximale beloning wordt verlaagd en uitzonderingen hierop zijn niet langer mogelijk.
Shula Rijxman, voorzitter van de Raad van Bestuur van de NPO: “De publieke omroep is er van en voor iedereen. Onze beloningen gaan omlaag naar een niveau dat past bij de veranderde verwachtingen van de samenleving. Bij de besteding van publieke middelen hoort een sober beloningsbeleid. Dat is de maatschappelijke norm en daar houden wij ons aan. Talent mag worden beloond, en dat talent willen we ook graag voor de publieke omroep behouden. Zodat ze onafhankelijk van politieke en commerciële invloeden mooie programma’s kunnen maken. Maar geld alleen mag nooit de voornaamste drijfveer zijn om bij de publieke omroep te werken.”
Salarisplafond verlaagd
De NPO besloot al in 2009, dus drie jaar voordat er sprake was van wetgeving die de maximale hoogte van beloningen van bestuurders bij met publiek geld gefinancierde organisaties regelt, een eigen beloningskader voor presentatoren in te stellen. Het salarisplafond van dit kader wordt verlaagd van € 201.000 (bruto, inclusief werkgeversdeel pensioenpremie) naar € 181.000 per jaar. Dit is gelijk aan het maximum uit de Wet Normering Topinkomens (WNT). Hierdoor moet er ook een eind komen aan de onduidelijkheid en verwarring als gevolg van het feit dat Hilversumse beloningskader en de WNT andere bedragen en rekenmethodes hanteren. Door beide te harmoniseren, wordt het beloningsbeleid van de publieke omroep transparanter.
Nooit meer een uitzondering
Het beloningskader van de publieke omroep stond een maximum aantal uitzonderingen toe van acht. Deze uitzonderingen, op verzoek van omroepen en na goedkeuring van de NPO, werden toegestaan om uitzonderlijk talent voor de publieke omroep aan te trekken of te behouden. Het criterium was dat deze presentatoren een essentiële bijdrage leveren aan kwalitatief hoogwaardige programma’s van de publieke omroep. Het bedrag boven de norm wordt door de omroepverenigingen uit eigen middelen betaald, en dus niet van belastinggeld.
De publieke omroep bleef in 2016 met vijf uitzonderingen onder dit maximum van acht. Dit past in een dalende trend: in 2009 bedroeg het aantal uitzonderingen nog 17. Door de versobering gaat het aantal uitzonderingen op termijn naar nul. Dit zal echter wel enige tijd duren, omdat De Raad van Bestuur niet de mogelijkheid heeft om lopende overeenkomsten tussen omroepen en presentatoren aan te passen.
Einde aan stapeling contracten
Eind vorig jaar besloot de Raad van Bestuur van de NPO al de stapeling van contracten binnen de publieke omroep aan te pakken. Presentatoren die bij een omroep onder contract staan mogen niet langer door de NPO of door andere omroepen worden ingehuurd als dat leidt tot een inkomen boven het maximum uit het eigen beloningskader. Dat besluit was ingegeven door de nieuwe Mediawet die de NPO grotere verantwoordelijkheid geeft voor een doelmatige inzet van middelen.
Na een consultatieronde onder de omroepen zal de NPO het nieuwe beloningskader ter goedkeuring voorleggen aan de staatssecretaris van OCW.
0 Opmerkingen
Aanbevolen antwoorden
Er zijn geen opmerkingen.