Hans Knot: Congres 1970
Het is al eens vaker door me in herinnering gebracht dat de manier van radiomaken via, wat we publieke omroepen noemen, eind jaren zestig veranderde. Radio op het gebied van actualiteiten en nieuwsvoorziening was niet langer een kwestie van op een gedegen manier de luisteraar te informeren maar ook duidelijk daar een eigen mening aan toe te voegen. Dit laatste gebeurde in die tijd vooral door een serie programmamakers die in dienstverband of op freelance basis werkten voor de VARA en de VPRO.
Op 10 januari 1970 werd er in Amsterdam een congres gehouden met als rode lijn de vraag: ‘Wat bezielt die jongens in Hilversum?’ Het ging er op dit congres er niet alleen om de programmamakers zelf hun ideeën over de moderne manier van radio- en televisiemaken te laten horen maar ook om de verontruste leden van de omroepen aan het woord te laten. Immers, zoals Milo Anstadt het destijds verwoordde: “Het is ons altijd geleerd, dat democratie wil zeggen eerbiediging van minderheden. De woede die sommige programma's nog bij kijkers opwekken bewijst dat er nog wel wat ontbreekt aan de democratische gezindheid in Nederland,"
Zo werd er op het congres over radio en televisie ook het woord gevoerd door een vertegenwoordigster van de Bond van Plattelandsvrouwen die in haar relaas ondermeer over het geweld in de toen populaire televisieserie ‘Floris’ klaagde. Centraal op het podium was er een forumpanel aanwezig dat op bepaalde vragen kon ingaan en het was panellid Herman Wigbold van het VARA actualiteitenprogramma ‘Achter het Nieuws’ die simpel antwoordde dat zijn kinderen bijvoorbeeld niet naar de afleveringen van ‘Skippy’ wilden kijken, omdat ze dat te eng vonden. Maar de afleveringen van ‘Floris’ werden volgens Herman Wigbold met veel plezier bekeken. Daarbij doelde hij op het gegeven dat niet de ouder een kinderprogramma diende te waarderen maar dat dit bij de kinderen lag.
Het waren niet alleen de sprekers en toehoorders die aan het woord kwamen want er werd ook gezorgd voor amuserende onderbrekingen. Eén daarvan werd verricht door de gebroeders Haasbroek – die het beiden later zeer ver zouden schoppen in Hilversum. Samen met toen andere talentvolle radio- en televisiemedewerkers zorgden ze voor de nodige afwisseling. Zij versierden de zaal en de aanwezigen met tientallen meters recordertape en droegen vervolgens het ‘Gooise matras’ tot voor de forumtafel en gingen erop liggen slapen. Daarna lieten ze zich braaf met water overgieten door de hoofdredacteur van het blad ‘Rechts-Om’, Max Lewin.
Er ontstond vervolgens een discussie over de hoedanigheid van ‘het interview’. De eerdere gememoreerde Herman Wigbold merkte op dat hij het ethisch onaanvaardbaar vond dat de interviewer na het afnemen van een interview nog kritische kanttekeningen plaatste over de geïnterviewde. “Dat komt bij ons (VARA) nooit voor. Bij anderen weinig,"
Heel belangrijk voor die tijd was een vraag van de televisiecriticus Henk Schaafsma wat leidde tot een met grote meerderheid aangenomen resolutie, waarin de aanwezigen tijdens het congres hun mening uitspraken en stelden dat het getalscriterium voor omroepen volstrekt verwerpelijk was en dat het voortbestaan van een omroepvereniging alleen afhankelijk mocht zijn van het aantal leden, niet van het aantal abonnees op de omroepbladen. Een discussie die decennia lang – met interval – zou terugkomen.
Hans Knot, 2 februari 2015
0 Opmerkingen
Aanbevolen antwoorden
Er zijn geen opmerkingen.