Recent kwam er een verzamel-cd uit de collectie tevoorschijn. Ik heb namelijk de gewoonte uit de diverse schoenenkasten, waarin mijn collectie is opgeborgen, er blindelings een paar uit te trekken en mee te nemen om te beluisteren. De verzamel-cd was van ZZ en de Maskers met als leadzanger voornamelijk Bob Bouber. Tijd voor een nostalgische terugblik.
Voordat ZZ en de Maskers in de jaren zestig bekend werden via veelvuldig draaien van hun muziek via onder meer Radio Veronica, Radio Noordzee (vanaf het REM-eiland) en zo nu en dan in de schaarse popprogramma’s van de Hilversumse omroepen, was Bob Bouber, onder zijn eigen naam ‘Boris Blom’, al veelzijdig actief geweest. De naam Bouber kwam om de hoek in 1957 toen hij van zijn grootouders, het toneelechtpaar Herman en Aaf Bouber, toestemming kreeg zijn artiestennaam te gaan gebruiken.
Actief was Bouber onder meer als acteur, zanger, componist, tekstdichter, ontwerper, regisseur, producer en noem maar op. Ook heeft hij in de tweede helft van de jaren vijftig van de vorige eeuw een aantal maanden in Parijs – samen met een vriend – als straatzanger opgetreden.
Op de internetsite De Boubers, 100 jaar theaterpassie, is meer te vinden omtrent zijn zeer veelzijdige loopbaan. Ik wil mij beperken tot een aantal herinneringen aan ZZ en de Maskers, want tussen 1963 en 1966 kwamen er met regelmaat singles en Lp’s uit, waarbij het geluid van de groep ook was te horen. De groep heeft eerst een half jaar gerepeteerd en opgetreden in kleine zaaltjes alvorens zich te kunnen presenteren in het Scheveningse Kurhaus en wel in het voorprogramma van de destijds immens populaire Amerikaanse zanger Chubby Checker.
Het werd een enorm succes en de platenmaatschappij Artone, waar de groep onder contract stond, bracht met plezier een single uit met eigenlijk een dubbele A-kant. ‘Dracula’ was een vocaal nummer, terwijl het nummer ‘Beat Girl’ instrumentaal was. Er werd een duidelijke stap gemaakt als het gaat om de historie van de gitaargroepen. Waren het voorheen vooral groepen die successen van buitenlandse groepen opnamen en op die manier mee profiteerden van andermans successen, bij deze single van ZZ en de Maskers ging het om eigen composities, gelijk aan het werk van Peter en zijn Rockets.
Er werd volop opgetreden onder meer in de buurlanden Duitsland en België, maar ook in Engeland, terwijl ook in de programma’s vanaf het REM-eiland het geluid van de groep weerklonk. ‘Stop in Las Vegas’, andermaal met Chubby Checker, werd ook een succes evenals het Nederlandstalige nummer: ‘Ik heb genoeg van jou’. Eigenlijk diende deze titel ook op de onvrede die ontstond tussen Bouber en de rest van ZZ en de Maskers. Bob trok zich terug om andere dingen te gaan doen, terwijl de groep het recht verkreeg als De Maskers verder te gaan. Wel kwam de groep met Bouber nog een keer bijeen om een Edison in ontvangst te nemen, maar daarna scheidden de wegen.
Bouber richtte zich vervolgens onder meer op een solocarrière en werd gevraagd in 1966 mee te doen aan de voorronden van het Nationale Songfestival. Hij zong daar drie liedjes, te weten ‘Jouw eerste concert’, ‘Nog wel bedankt’ en ‘Jij bent een raadsel’. Hij had zelf graag met het eerste liedje als beste uit de bus te komen maar het werd geen winnaar. Kwaad liep hij bij de herhaling van ‘Nog wel bedankt’ van het podium nadat hij zijn tekst kwijt raakte.
Hierdoor kwam hij trouwens weer volop in de belangstelling te staan en verschenen er een flink aantal interviews met hem in de dag- en weekbladen. Zo stelde hij in een GPD interview in de week na de voorronden dat het tienerwerk hem al lang geen voldoening meer gaf. “Ik wil van het etiket ‘ZZ’ af want ik kan meer en wil gewoon weer Bob Bouber zijn’. Hij kon ook niet anders want hij had de naam ‘Maskers’ verkocht.
Bouber was niet het zich in allerlei bochten wringende idool, dat zalen vol schreeuwende en krijsende meisjes en jongens aan zijn voeten had liggen. Hij was destijds een jong en ambitieuse artiest, wat verstrooid misschien en met opzienbarende ideeën, maar in ieder geval een vakman. Iemand, die wist wat showbusiness is, die zakelijk keihard kon zijn en vooral wist wat te gaan doen.
Bouber in maart 1966: “Ja. Ik vond (dat was in oktober 1962) en vind dat trouwens nog de presentatie in het tienervak zeer slecht. Ik vind de doorsnee tienersterren gewoon geen artiesten. Het zijn op de bühne hele zwakke mensen. Enige goede uitzonderingen natuurlijk daargelaten. Ik ergerde me eraan en ik wilde toen een fijne show maken. Dat heb ik toen met de Maskers gedaan.”
De journalist vroeg hem vervolgens of het vergelijkbaar was met popart dat destijds voor diverse creatieve vormen werd gebruikt.
Bob: “Neen. We hadden als ZZ and the Maskers een show opgezet, die een bepaalde wisselwerking tussen ons enerzijds en het publiek, of beter gezegd de tiener, anderzijds, teweegbracht. Popart is een nieuwe richting, waarvan ik persoonlijk veel verwacht. Neem nu ‘Het’. Deze groep stormt de hitparades binnen. En waarmee? Met originele geluiden. Geluiden, die enorm in deze tijd passen. Het is een andere mode en het past in deze tijd.”
De CD van ZZ and the Maskers is inmiddels geheel beluisterd en dus op zoek naar een volgend nostalgisch onderwerp.
Hans Knot, 20 april 2019
- 3
- 1
1 Opmerking
Aanbevolen antwoorden