Shula Rijxman: Bemoeienis neemt toe, onafhankelijkheid staat op het spel
Gisteravond werden in de Tweede Kamer nog enkele moties ingediend om de meest omstreden plannen uit de visiebrief van minister Slob bij te stellen. Vooralsnog wijst de minister alle wijzigingsvoorstellen af, maar zei wel serieus te zullen kijken naar alternatieve voorstellen. Ik vind het vooral belangrijk om nu tussen alle politieke bedrijven door (het mediadebat van 11 september jongstleden, de begrotingsbehandeling komende november) duidelijk te maken waar wij staan, waar de Nederlandse Publieke Omroep voor staat, hoe wij naar de toekomst kijken. Zeker nu we steeds vaker zien dat de politiek het niet kan laten om zich te bemoeien met onze financiering, onze inkomsten en onze programmering.
Dan gaat het over de kosten van een reisprogramma, de salarissen van onze boegbeelden en de definitie van amusement. Om nog maar te zwijgen over de bemoeienis met de profilering van onze zenders, zoals de invulling van NPO 3. Verantwoordelijkheden die toch echt helemaal bij de publieke omroep liggen. De Evaluatiecommissie* beaamt dat. En ik citeer: “Vanuit de overheid moet de NPO het noodzakelijke vertrouwen krijgen om met rust, voldoende budget en financiële zekerheid zijn belangrijke publieke rol te vervullen”.
De woorden van het kabinet in het regeerakkoord en in de visiebrief over de rol en verantwoordelijkheid van de publieke omroep zijn ook duidelijk en eenduidig: “Publieke waarden met een publiek belang, verbindend en onderscheidend, onafhankelijk van politiek en commercie, en vooral bedoeld voor alle Nederlandse burgers.”
Maar let op, ik wijs u op enkele enorme tegenstrijdigheden in die visie. Want hoe kun je nu zeggen dat de publieke omroep moet blijven vernieuwen en een kweekvijver moet zijn voor talent en dan voorstellen om NPO 3 te schrappen? Hoe kun je nu zeggen dat reclameluwte in combinatie met elk jaar flink bezuinigen financiële zekerheid oplevert? Hoe kun je nu zeggen dat de publieke omroep een belangrijke publieke rol in de samenleving moet vervullen, maar tegelijk ons niet het vertrouwen geven om die rol met rust, meer budget en financiële zekerheid te vervullen?
Over die bezuinigingen, over het budget van de publieke omroep, zijn de misverstanden groot en hardnekkig. 40 miljoen extra? Laat u het zand niet in de ogen strooien. Het is een mooie compensatie, daar zijn wij ook blij mee, maar deze is nodig om een in 2018 doorgevoerde structurele bezuiniging van 60 miljoen te compenseren. En dus niet om een nieuw en gigantisch gat te dichten dat ontstaat als de reclame deels verdwijnt. Dáár komt, zoals het er nu voorstaat, geen compensatie voor.
Zoveel meer bezuinigingen, zoveel minder geld; dat kan niet anders dan gevolgen hebben voor onze mooie programmering. Maar dat wil niemand. Het publiek niet. De NPO niet, de omroepen niet. Ook kabinet en Kamer niet. Wat het kabinet wél wil, is méér, of in ieder geval net zoveel, maar dan voor veel minder geld. Dat kan natuurlijk niet. En het gaat in Den Haag ook vaak over het salaris van onze boegbeelden. We weten het allemaal: de publieke omroep is een kweekvijver voor talent. Talent dat daarna weleens overstapt naar een commerciële partij, omdat ze daar bijvoorbeeld veel meer kunnen verdienen. We zouden eigenlijk een heuse transfervergoeding moeten invoeren, die we dan voor 100% in de programmering steken. Dan heeft het publiek ook nog iets aan die hele ‘tv-oorlog’!
Dat gezegd hebbende; we moeten nu wél door. De blik vooruit. Samen. Ik vind het belangrijk dat de publieke omroep de komende maanden niet alleen onderwerp van gesprek is, maar zelf het gesprek aangaat. We gaan samen met de omroepen optrekken om de politieke ruimte die minister Slob heeft geboden op onze manier in te vullen. We gaan samen duidelijke plannen ontwikkelen, hapklare plannen waar het kabinet niet omheen zal kunnen. En we zijn ons aan het oriënteren op samenwerking met andere mediapartijen, zowel nationaal als internationaal - ja, ook Netflix - zónder daarbij onze onafhankelijkheid en onze publieke functie uit het oog te verliezen.
En we willen uiteraard snel verder praten over reclame bij de publieke omroep. Samen met de omroepen hebben we een alternatief STER-voorstel gemaakt waarmee we minder hard worden getroffen in het budget. Wij zeggen: begin bij het reclamevrij maken van kinder-tv en online-kinderprogrammering.
Een ander onderwerp dat nu op tafel ligt is de regionale programmering. De NPO vindt dat ook belangrijk. Daarom besteden we nu al veel aandacht aan programma’s in en over de regio; daar willen we verder in investeren, bijvoorbeeld door samen te werken met de regionale omroepen aan een nieuwsvenster. Maar NPO 3 blijft noodzakelijk voor het bereik van jonge mensen. Daar sta ik voor.
Ja, er is werk aan de winkel. In Den Haag, maar zeker ook in Hilversum. Minister Slob heeft ons vele malen verzekerd dat niks vastligt en dat het kind (NPO 3) niet met het badwater mag worden weggegooid. Daar houd ik hem aan. Maar ik ben er niet gerust op. Om het Haagse tij te keren hebben we nog een lange weg te gaan. We gaan dus samen met de omroepen hard aan het werk en blijven in gesprek met Den Haag. Voor onze makers, voor onze kijkers en luisteraars. Wij staan pal voor een sterke en pluriforme publieke omroep, voor heel Nederland.
Shula Rijxman, Bestuursvoorzitter Nederlandse Publieke Omroep
26 september 2019
0 Opmerkingen
Aanbevolen antwoorden
Er zijn geen opmerkingen.