Spring naar bijdragen

Column Hans Knot: Herinneringen aan januari 1976 (deel 2)


Ook deze column  brengt ons naar de begindagen van de maand januari 1976. De directie van Radio Vaticana in Rome maakte bekend dat ze haar stem in de ether extra kracht wenste bij te zetten. Dit diende te gebeuren via voor die tijd de grootste roterende antenne ter wereld. Doel, zo werd bekend gemaakt, de gelovigen over de gehele wereld met programma’s van dit Rooms-Katholieke radiostation te kunnen bereiken, zodat dezen niet zouden verdrinken in de meer wereldwijde geluiden die ze op hun radio konden ontvangen.

 

Chef van het zenderpark van Radio Vaticana was destijds Sabino Moffeo en deze stelde dat met een krachtiger signaal de storingen en interferentie op de uitzendingen van het station konden worden teruggebracht naar een aanzienlijk lager niveau. Hij stelde: “Waar sommige landen het vermogen van de zenders opvoeren om meer en meer luisteraars te trekken, dienen andere station ditzelfde te doen om niet te worden overstemd door eerstgenoemde stations.” Hij benadrukte niet dat er stations waren die met opzet het Rooms-Katholieke geluid dwars zaten.

 

Hij kondigde tevens aan dat op korte termijn in Santa Maria di Galeria, 18 kilometer ten noorden van Rome, een sterke 500 kW kortegolfzender in gebruik zou worden genomen. Een zender die vijf keer zo sterk was als die tot op dat moment werd gebruikt. Tevens stelde Maffeo dat de signalen zouden worden uitgestraald via de grootste roterende antenne ter wereld. Eenmaal gereed bestond deze uit twee 79 meter hoge torens, die werden verbonden middels een 85 meter lange draaiende brug. De installatie was qua capaciteit te vergelijken met het werk van 21 conventionele antennes. De Vaticaanse radio verzorgde sinds 1957 directe uitzendingen naar een groot deel van de wereld.

 

 

En dan was er een paar weken eerder, op 28 december 1975, de start van een nieuw radionet in Nederland, Hilversum 4, met als doel klassieke muziek onder aandacht van de luisteraars te brengen. De allereerste uitzending was er een met een joviale knipoog met een rol weggelegd voor André van Duin. Het was tevens de allereerste uitzending via de publieke netten van de VOO, de voortzetting van Radio Veronica.

 

Na de eerste weken van uitzendingen via Hilversum 4 kwamen er honderden klachten binnen bij de NOS, de Nederlandse Omroep Stichting. Zowel via brieven als telefoon waren dezen binnen gekomen van ontevreden luisteraars. En die klachten kwamen niet alleen vanuit Nederland maar ook luisteraars in België en West Duitsland toonden hun ongenoegen. De doorsnee luisteraar was er namelijk vanuit gegaan dat het gene zou worden aangeboden daadwerkelijk klassieke muziek zou zijn. De vele uren gesproken woord via Hilversum 4 werd niet door hen geduld. Verder waren er klachten over het gegeven dat het programma alleen via de FM was te ontvangen en vooral ook omdat reeds om vijf uur in de middag Hilversum 4 uit de ether verdween, een situatie die heden ten dage ondenkbaar is geworden.

 

Hadden we in Nederland het geluk een nieuw radionet te kunnen beluisteren dan was de situatie in Zuid-Afrika in januari 1976 totaal anders. Na lange jaren van weifelen werd het die maand mogelijk naar een televisieprogramma te kijken en wel meteen in kleur. Veel promotie vooraf hadden de meer rijkere landgenoten in staat gesteld een toestel te kopen en ongeveer een miljoen kijkers hadden op de openingsuitzending de toespraak van de toenmalige premier John Vorster aanschouwd.

 

Een kleurentelevisietoestel kostte destijds rond de 900 rand, dat gelijk stond aan 2800 harde Nederlandse guldens, en daarover heen diende ook nog eens een kijkvergunning van 60 Rand te worden betaald, hetgeen heel duidelijk aangaf dat het alleen voor de meer rijkere mensen mogelijk was een plekje in de huiskamer te vinden voor een nieuwe aanwinst. Onder de bezitters waren slechts enkele kleurlingen waarbij door de regering van het land wel bekend werd gemaakt dat deze minderheidsgroepering, zoals ze werden aangezien, in 1981 hun eigen televisiestation zouden krijgen. Ook werd beloofd dat rond die tijd de apparaten, die voornamelijk in Zuid-Afrika werden geproduceerd, betaalbaar voor meerdere mensen zouden zijn.

 

Er waren destijds, met het oog op de toekomst, wel de nodige gedachten of het financieel allemaal haalbaar kon zijn. De kostenfactor was voor de Zuid-Afrikaanse omroepmaatschappij SABC een groot struikelblok. Allerlei cijfers verschenen in de dagbladpers aangaande uitgaven en inkomsten. De vergunningen om naar de televisie te kunnen kijken brachten naar schatting een bedrag op van rond de zeven miljoen Rand, waarbij gerekend werd dat het totale tekort op exploitatie in het eerst jaar rond de 50 miljoen Rand zou komen. Juist de bij herhaling bijgestelde begroting in de daarbij aan voorafgaande jaren was voor de regering steeds weer reden van afstel geweest tot invoering van televisie-uitzendingen.

 

Er was bij de regering van het land de mening dat het moreel van de Zuid Afrikanen door de televisie-uitzendingen zou worden aangetast en het dus schadelijk kon zijn voor bijvoorbeeld de jeugd. Tevens zou de aantrekkingskracht voor de sport verslapen. Omdat Zuid-Afrika op dat moment vooral tweetalig was, werden de programma’s afwisselend in beide talen gebracht. Dit betekende dat de ene avond een aanvang nam met een 150 minuten durende programma in het Engels, gevolgd door 150 minuten in het Afrikaans. De daarop volgende avond was de volgorde omgekeerd. Uiteraard was de tweetaligheid wel oorzaak dat de kosten hoger werden dan bij een televisiestation dat slechts in één taal de programma’s uitstraalde. Onder meer dienden veel programma’s ondertiteld te worden. Enkele weken na de start werd al gesproken over de eventuele invoering van reclame via het programma om op die manier de financiering enigszins sluitend te kunnen krijgen.

 

In de beginperiode werd er 310 miljoen gulden geïnvesteerd en waren er 34 zender geïnstalleerd, waarbij gebruik werd gemaakt van het PAL-systeem. Het grote aantal zenders was natuurlijk nodig om zoveel mogelijk de bewoonde gebieden van het immense land te kunnen bereiken. En dan te bedenken dat er slechts in het begin 220.000 bezitters van een toestel waren. Vanuit de SABC werd gemeld dat men maximaal 1 miljoen kijkers op die manier kon bereiken.

 

Als het om de programmering ging kan worden gesteld dat ongeveer de helft in Zuid-Afrika werd geproduceerd terwijl veel werd geïmporteerd uit landen als Engeland, West Duitsland en de VS. De SABC maakte zich niet schuldig aan de toenmalige rassenscheiding. Het aandeel van niet-blanke acteurs bleef niet beperkt tot een huisknecht of kindermeisjes. Uiteraard waren er voor die tijd wel scherpe regels en zo mochten beslist geen erotische scenes worden uitgezonden en dus ging de schaar er af en toe flink in.

 

 

Wordt vervolgd

 

Hans Knot, 6 juni 2021

  • Vind ik leuk 2

0 Opmerkingen


Aanbevolen antwoorden

Er zijn geen opmerkingen.

Gast
Een opmerking toevoegen...

×   Plakken als rijke tekst.   Opmaak herstellen

  Er zijn maximaal 75 emoji toegestaan.

×   Je link is automatisch geïntegreerd.   In plaats daarvan als link tonen

×   Je voorgaande bijdrage is hersteld.   Tekstverwerker leegmaken

×   Je kunt afbeeldingen niet direct plakken. Upload of voeg afbeeldingen in vanaf URL.

Laden...


×
×
  • Nieuwe aanmaken...

Belangrijke informatie

Door gebruik te maken van deze website ga je akkoord met Gebruiksvoorwaarden, Privacybeleid en Richtlijnen.