Kamer steunt motie om NTR samen te voegen met NOS

Een meerderheid van de Tweede Kamer heeft zich uitgesproken tegen het voornemen van minister Eppo Bruins (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) om de publieke omroep NTR in zijn huidige vorm te beëindigen. In plaats daarvan pleiten verschillende partijen voor het behoud van de NTR, door deze onder te brengen bij de NOS. De Kamer wil daarmee voorkomen dat de programma’s en taken van de NTR verdwijnen of versnipperd raken.

De plannen van de minister maken deel uit van een bredere hervorming van het publieke omroepbestel. Het kabinet wil toewerken naar een structuur met vier tot vijf zogenaamde omroephuizen, die elk een breed maatschappelijk spectrum moeten vertegenwoordigen. In dat kader werd ook voorgesteld dat de NTR zou verdwijnen als zelfstandige taakomroep, met als doel de publieke omroep overzichtelijker en efficiënter te maken.

Tijdens het Kamerdebat op maandag bleek dat een ruime meerderheid van de Kamer moeite heeft met het opheffen van de NTR. Partijen als GroenLinks-PvdA, VVD, NSC, D66, SP, DENK en Volt gaven aan waarde te hechten aan het bestaansrecht van de NTR, vooral vanwege de specifieke programmering rond kunst, cultuur, jeugd, educatie en diversiteit. Die taken zijn wettelijk aan de NTR toevertrouwd en worden niet vanzelfsprekend overgenomen door andere omroepen.

Om die reden diende GroenLinks-PvdA een motie in waarin wordt opgeroepen tot het samengaan van de NTR en de NOS in één zelfstandig omroephuis. Daarmee zouden de programma’s van de NTR behouden blijven binnen het publieke bestel, terwijl ze organisatorisch opgaan in een grotere structuur. De motie krijgt brede steun en wordt op een later moment in stemming gebracht.

De discussie werd mede gevoed door onduidelijkheden in de communicatie van de minister. Tijdens het debat liet Bruins weten dat de NTR mogelijk toch niet opgeheven hoeft te worden, maar opgenomen kan worden in een nieuw omroephuis. Tegelijkertijd benadrukte hij dat zijn plannen nog in overlegfase zijn en dat de gesprekken met de betrokken omroepen nog moeten plaatsvinden.

Ook buiten de Kamer leidde het plan tot kritiek. De Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) stelde vraagtekens bij het plotselinge besluit en gaf aan dat er geen duidelijke reden is gegeven voor het schrappen van de NTR. Volgens de NVJ werd de opheffing niet vooraf besproken in eerdere fases van het hervormingsproces.

Op de dag van het debat werd tevens een petitie met 62.229 handtekeningen aangeboden aan Kamerleden, waarin wordt gepleit voor het behoud van de NTR en haar programmering. De petitie werd overhandigd aan onder anderen Mohammed Mohandis (GroenLinks-PvdA) en Claire Martens-America (VVD), de indieners van de motie.

De minister gaf aan de motie te ontraden, omdat hij niet wil vooruitlopen op het nog te voeren overleg over de vormgeving van de omroephervorming. Wel gaf hij aan dat het belang van de NTR-programma’s wordt erkend en dat deze inhoudelijk geborgd moeten worden in de nieuwe structuur van de publieke omroep.

Het debat was het eerste inhoudelijke moment waarop de Kamer zich uitsprak over de aangekondigde hervormingen. De uitwerking van de plannen wordt in de komende periode verder vormgegeven en uiteindelijk in wetgeving gegoten. De Kamer krijgt dan opnieuw de gelegenheid om wijzigingen voor te stellen.