Klassement
-
de redactie
Leden170Punten12.748Aantal bijdragen -
hans knot
Leden51Punten2.780Aantal bijdragen -
rauhfaser
Leden11Punten2.343Aantal bijdragen -
Vincent
Administratoren3Punten28.339Aantal bijdragen
Populaire bijdragen
Inhoud met de hoogste waardering sinds 10-04-24 in Blogartikelen tonen
-
Column Edwin Wendt: 31 augustus 1974, 31 augustus 1999
Een kwart eeuw geleden hielden de medewerkers van de vroegere zeezender Veronica een twaalfdaagse reünie vanuit hun oude studio Lapershoek in Hilversum. De impact daarvan op mij was toen enorm. Geboren in 1967 had ik 192 of 538 nooit bewust gehoord. Wel onbewust, want Veronica stond in onze huiskamer en auto altijd aan. Toen ik in 1976 de muziek ontdekte en radio ging luisteren, klonken sommige geluiden op die vrijdagavond op Hilversum III - het enige uurtje Veronica toen - mij dan ook bekend in de oren. De Veronica, Veronica-tune (gespeeld door Cees Schrama en zijn band, weet ik nu), de Nummer 1-jingle van Tom Collins, de stem van Lex Harding. Omdat het publieke Veronica goed was in het uitventen van het eigen verleden (door in programma's als Mono en in gelegenheidsuitzendingen (25 jaar Veronica in 1984) oude fragmenten te laten horen) én ik zeer in radio geïnteresseerd was, leerde ik al snel over het roemruchte zeeverleden van die omroep. In augustus 1999 heb ik al een radio-archiefje. Maar omdat mijn voorbeeld in deze, Ad Bouman, in de programma's over het oude Veronica altijd fragmenten draait, bewaar ook ik alleen fragmenten. Op zaterdag 21 augustus 1999 zit ik bij de radio met een stapel cassettes. Veronica-veteranen Ad Bouman en Juul Geleick hebben een gelegenheidsfrequentie gekregen om twaalf dagen lang op de middengolf het oude Veronica-gevoel nog één keer live terug te brengen. De Veronica-programma's werden altijd vanaf zee uitgezonden, maar twee dagen van tevoren opgenomen. Veel van die tapes waren bewaard. Zodoende kon Veronica, zo'n beetje als enige, al die jaren het eigen verleden in studiokwaliteit recyclen. Maar nu zouden voor het eerst sinds 1974 die oude programma's op ongeveer het oorspronkelijke tijdstip integraal worden herhaald. Ik begon om 10 uur op te nemen. Niet de platen natuurlijk, alleen de stem van Tom Collins. 'Is het niet leuker om die hele programma's te bewaren', zei mijn vrouw. EUREKA! Weer 25 jaar later De Veronica 12-daagse is vandaag net zolang geleden als het verdwijnen van de zeezenders toen was. Van de oud-deejays van toen, die enthousiast meededen aan de reünie, zijn er vele overleden: Tom Mulder, Hans Mondt, Rob Out, Jan van Veen, Cees van Zijtveld, de directeuren Verweij. Tineke de Nooij, toen centrale presentator, maakte in die uitzendingen grapjes over een 50-jarige jubileumuitzending. Die zou nu zijn. 'Dat wordt dan vanuit Huize Avondrood, zei ze toen. Inmiddels woont ze zelf in het Rosa Spier Huis en werken de laatste oud-medewerkers vandaag mee aan herdenkingen zoals op Radio 5. Maar goed, die radioverzameling van mij. Dankzij het internet heeft het verzamelen van 'oude radio' een vlucht genomen. Waar vroeger oude mannen veel geld vroegen voor een derde of vierdegraads kopie van een oud radioprogramma, zijn er nu fora waar radiogekken als ik oud materiaal uitwisselen. Gewoon, als mp3'tjes. Dat ik meer dan 10.000 uur oude radio heb - zeezenders, publieke omroep, Nederlands, Amerikaans, Engels, Vlaams, Duits en van 1925 tot nu - is een afwijking. En ik heb zeker niet altijd zin om me in dat verleden te wentelen. Maar het feit dat ik een verdwenen programma op kán zetten en dus niet ben veroordeeld tot de kapotgeformatteeerde radio van 2024 is geweldig. Dankzij Veronica 1224 in 1999 en dankzij de opmerkzaamheid van mijn vrouw. Edwin Wendt, 31 augustus 2024 Afbeelding: Norderney van Radio Veronica (Nationaal Archief / Hans Peters, Hans / Anefo / Wikipedia)11 punten
-
De nostalgische column van Hans Knot 1 maart 2025
Gelijk aan de vorige column blijf ik hangen in de tweede helft van 1970. Het was het jaar waarin ik weer volop het gebeuren op internationale wateren volgde. Nadat begin maart 1968 beide zendschepen van Radio Caroline door de Wijsmuller sleepboten waren binnen gesleept in IJmuiden was er voor ons destijds alleen de mogelijkheid nog naar Radio Veronica te luisteren. Maar wonende in Groningen was de ontvangst van dit station, destijds via de 192 meter, alleen goed mogelijk tijdens goede condities gedurende de uren dat het daglicht optimaal was. Van anderen hoorde ik dat vooral in de avonduren de betere programma’s waren te horen maar pas veel later kon ik daar gewag van maken door opnamen met andere radiovrienden te ruilen. Datzelfde had betrekking op de programma’s van Radio Veronica in 1970. Op de een of andere manier kwam ik in contact met Ingo Paternoster uit Duitsland. Hij was een van de drijvende krachten in de Duitse afdeling van de Free Radio Campaign en dit leidde tot een prachtige vriendschap, die tot op de dag van vandaag nog duurt. Hij was op bezoek geweest bij Radio Veronica, waarvan de studio’s en kantoren in 1969 waren verhuisd naar een villa genaamd Laapershoek. Gelegen in Hilversum was die locatie veel beter als die van Veronica aan de Zeedijk in die plaats. Na dit bezoek kwam Ingo naar Groningen en nam een studiotape mee. Namelijk een programma met Klaas Vaak, die in mei 1969 zijn eerste programma maakte voor Radio Veronica. Ik weet het niet zeker, na meer dan 55 jaren, maar volgens mij was dit de eerste studiotape die in mijn bezit kwam van een van de zeezenders, die wij beiden zo intens volgden. Het was een reel to reel tape en ik zie de doos van toen nog zo voor mij. Doorzichtig, grijs en liggend op de bovenste plank van de stelling op onze zolder, waar het audio archief een plekje vond. Tja en wat gebeurde er met die band? Ik ging de opname ter beschikking stellen aan mensen die lid waren van Pirate Radio News, een tijdschrift waarbij ik ook intens was betrokken in de jaren zeventig van de vorige eeuw. Ik denk dat het medio jaren negentig van de vorige eeuw was dat ik een pakket cassettes kreeg toegestuurd vanuit het Canadese Toronto. Dat pakket kwam ook op basis van regelmatige uitwisseling en wel van Ron C. Jones. En wat stond er op één van die cassettes? Een kopie van een kopie van etc. van het programma van Klaas Vaak, dat al jaren een plek had op de bovenste plank van de zolderstelling. Het leek er trouwens op of iedere dag wel iets te vinden was in de kranten inzake het gebeuren rond de zendschepen. Op 28 augustus 1970 kopten diverse kranten: ‘PTT vind bij Radio Nordsee geheime afluisterapparatuur’. Wat bleek was dat ambtenaren van de opsporingsdienst van de PTT een bezoekje hadden gebracht aan het luxe appartement in het Scheveningse Grand Hotel, waar de eigenaren van het radiostation, Meister en Bollier, al enige tijd verbleven. Men trof onder meer een complete zend- en ontvanginstallatie aan, waarmee de beide – uit het Zwitserse Zürich afkomstige heren, contact onderhielden met bemanningsleden aan boord van hun zendschip MEBO II. Een woordvoerder van de PTT liet weten dat de waarde van de apparatuur werd geschat op rond de tienduizend gulden. Een soortgelijk bedrag had de directie van het hotel ook te goed van Meister en Bollier, en wel voor de al wekenlange huisvesting van beide heren. Ook namen de opsporingsambtenaren een aantal zeer krachtige afluisterapparaatjes in beslag, waarbij die onder meer geschikt waren om in te bouwen in een telefoontoestel. Het bleek later onderdeel te zijn van een veel grotere handelspartij. Maar naast de in beslag genomen apparatuur konden Meister en Bollier niet worden aangehouden. Ruim 1,5 uur voor de inval waren beiden afgereisd naar Zwitserland. Er was natuurlijk meer te beleven dan alleen op radiogebied. Zo werd eind september bekend dat Groningen behoed was van een partij ondeugdelijke appelmoes. Het was de Keuring Dienst voor waren die in het derde kwartaal van 1970 namelijk een partij van 3850 kilo appelmoes had afgekeurd wegens een afwijkende smaak, waarbij werd aangenomen dat er ondeugdelijke producten waren toegevoegd. Het betekende dat de partij, zoals het destijds werd genoemd, aan het verkeer was onttrokken. Maar ambtenaren van de dienst bezochten tal van winkels en bedrijven en keurden zo ook een partij van 1550 kilo pindakaas af en troffen 60 kilo ranzige walnoten aan, die voor vernietiging rijp waren in plaats van door mensen te laten consumeren. In het derde kwartaal van 1970 werden er 436 partijen uiteenlopende voedingsmiddelen afgekeurd, met in totaal een gewicht van 6596 kilo. Het verdween naar de mestvaalt en de bedrijven, waar de goederen in beslag werden genomen, kregen ook nog eens een fikse boete uitgeschreven. En in Groningen werd in 1970 een grote nieuwe amusement- en tentoonstellingsgebouw, de Martini Hal, geopend. Eén van de eerste grote evenementen was de uitvoering van de musical Hair. En let eens op de toegangsprijzen van destijds. Dat was nog eens een avondje uit. Zo weer wat herinneringen opgehaald, ik ga er van door, tot 15 maart met groeten uit Groningen. Hans Knot, 1 maart 20255 punten
-
De nostalgische column van Hans Knot 18 januari 2025
Een column is voor mij nostalgisch als er minimaal 2 decennia zijn verstreken alvorens ‘nieuws’ uit die tijd wordt teruggehaald als herinneringen. Dit keer gaan we terug naar 2002 en 2003, alsook 1966. Op 22 maart van 2002 kwam Carl McIntire te overlijden. Hij was liefst 95 jaar geworden en een dertig jaar eerder was hij vooral in de zeezenderwereld bekend geworden omtrent zijn radio achtergrond. Carl was een fundamentalistische evangelist wiens programma’s over meer dan 600 radiostations werd uitgezonden. Maar in 1972 werd een verbod opgelegd door de FCC vanwege overtreding van de regels van deze overkoepelende organisatie. Officieel zou hij geen logboeken bij hebben gehouden maar het ging meer om het taalgebruik dat werd gehoord. Daarop besloot hij een radiostation vanaf zee op te starten. Via de 1160 kHz verzorgde hij programma’s onder de naam Radio Free America. Slechts enkele uren was het station in de ether, waarna werd ingegrepen door de autoriteiten. Hij gebruikte voor dit doel een voormalige mijnenveger, de MV Columbus, die verankerd was voor de kust van New Yersey. De eerste testuitzendingen gingen eruit op 12 september 1973 en enkele dagen later kreeg men problemen door het verliezen, gedurende een storm, van het anker. Men diende vervolgens een haven aan te doen voor reparatie. Na terugkeer in de ether kwamen er klachten binnen van de autoriteiten, waarna andermaal de ambtenaren van de FCC ingrepen. McIntire kreeg een voorlopig uitzendverbod, dat later definitief werd. Men had een oude wet uit 1934 tevoorschijn getoverd, waarbij het aan Amerikanen verboden is vanaf schepen uitzendingen te verzorgen. Het geluid van het station verstomde maar bracht wel veel publiciteit, tot in Europa toe. Lezers van mijn column weten dat ik al sinds 1993 aan het speuren ben naar gebruikte tunes door programmamakers dan wel voor de productie van programma onderdelen, als bijvoorbeeld jingles. In april 2003 dook Ben Cramer de studio in om een strijdlied op te nemen voor Radio 192. Het betrof een nieuwe versie van ‘Veronica vrij’, dat hij in 1973 al opnam, als steunbetuiging voor de toenmalige zeezender Veronica. De nieuwe versie is een kreet om Radio 192 aan een FM-frequentie te helpen. Het station wenste zich in de toenmalige toekomst blijven inzetten voor het Nederlands product, iets wat door diverse artiesten van harte gesteund werd. Peter Koelewijn, George Baker, Rudy Bennet en Harry Slinger betuigden hun steun al tijdens de 18 April manifestatie, in 2003 op de Pier in Scheveningen georganiseerd. Omdat de reacties op de Ben Cramer’s nieuwe versie zo positief waren, werd besloten om het strijdlied een extra dimensie te geven. Vervolgens werd op het nummer ook een koorpartij ingezongen door Sweet Sixteen. Deze damesgroep scoorde in 1960 een grote hit met het nummer ‘Peter’. Het gezelschap, waar onder meer ook toenmalig Journaal lezeres Hennie Stoel deel van uitmaakte, nam samen met Ben Cramer een versie op die in beperkte oplage op cd-single verkrijgbaar werd. Hoe zat het met Radio Luxembourg in het jaar 1966? Als altijd organiseerde de Nederlandse tak van het station de jaarlijkse talentenjacht. Dat jaar werd het gesponsord door Carlton en kon men de meningen weer kwijt op het bekende adres Postbus 117 in Hilversum. In 1971 zou dit adres opeens worden gebruikt door Radio Noordzee. De leiding van Strengholt zag toen meer in dat station dan in de programma’s van Radio Luxembourg. Carlton was en is een Hotel in Eindhoven waar destijds talentenjachten plaats vonden, waaronder het Cabaret der Onbekenden. Deelnemers, die aan deze wedstrijd wensten deel te nemen, dienden echter gebruik maken van een ander adres, te weten Postbus 208 te Brussel. Opmerkelijk was dat ook hetzelfde postbusnummer in Amsterdam geclaimd was en dus ook gebruikt kon worden. De winnares in 1966 werd de toen nog totaal onbekende Ellie Nieman. Ze won daarmee de verzilverde Muziek Parade Beker. Het werd georganiseerd door het gelijknamige tijdschrift, Radio Luxembourg en de platenmaatschappij Phonogram. Pas enkele jaren later zou ze daadwerkelijk doorbreken en decennia lang trad ze op met haar echtgenoot Rickert Zuiderveld. Tijdens de coronacrisis werd een afscheidsconcert afgelast en leek het erop dat er een einde aan deze optredens kwam. Maar recentelijk in december 2024 was er andermaal een optreden in Zwolle. Eerdere winnaars, van deze jaarlijkse talentenjacht, waren Peter Koelewijn, Anneke Gröhnloh en Trea van der Schoot (Dobbs). In 1966 was Ellie 20 jaar en afkomstig uit Amstelveen. Tweede werd Annet Hesterman en derde Armand, de protestzanger uit Brabant, die spoedig daarna gigantisch zou scoren met het nummer ‘Ben ik te min’. Naast de eerder genoemde prijs kreeg Ellie Nieman een radiotoestel en een stapel grammofoonplaten van Phonogram. Hans Knot, 18 januari 20255 punten
-
De nostalgische column van Hans Knot 28 september 2024: Met disc-jockeys die hun vak verstaan
4 puntenIn maart 1964 waren de eerste testuitzendingen en de officiële start, gedurende het Paasweekeinde, te beluisteren van Radio Caroline. We komen er niet omheen om er even bij stil te staan en te zien wat er in de Nederlandse Dagblad Pers over werd geschreven, waarbij ik deze keer heb gekozen voor een artikel uit ‘de Telegraaf’, waarin Henk van der Meijden Radio Caroline ‘your all day music station’ voorstelde aan zijn lezerspubliek. Let wel 60,5 jaar geleden. Direct vertelde hij dat Radio Caroline in Nederland veel beter was te ontvangen dan Radio Veronica en omschreef dit met klinkende woorden: ‘Het geeft op de 199 meter een bijzonder sterk geluid en de muziek klinkt welluidender dan die van Radio Veronica.’ Ook meldde hij dat in de toenmalige toekomst er nog veel beter geluisterd kon worden naar het nieuwe station omdat de zender nog sterker zou worden. Het was hem zeker duidelijk dat we met een aanwinst hadden te maken: ‘Nu Caroline is gaan uitzenden liggen er twee piratenzenders in de Noordzee, die de Nederlandse ether met reclame overspoelen en met luchtiger programma’s dan de Hilversumse zuilen.’ Voor zijn artikel had hij ook telefonisch contact gehad met Veronica directeur Bull Verweij, die hij waarschijnlijk nog niet goed kende want hij meldde: ‘Veronica directeur Bill Verweij is niet bevreesd dat Radio Caroline concurrentie voor zijn schip zal opleveren. Toen ik hem met Pasen vertelde dat Radio Caroline was gaan uitzenden, zei hij me: “Dat kan nooit een bedreiging voor Radio Veronica zijn, tenslotte brengen wij zuiver Nederlandse programma’s met Nederlandse adverteerders en Nederlandse artiesten.” Verweij is vervolgens gaan luisteren naar Radio Caroline en had daarna weer telefonisch contact met Van der Meijden: “Ze zullen inderdaad een sterkere zender hebben dan wij. Wij hebben een zender van 10 kW, die 3,5 kilowatt uitstraalt.” Wel meldde hij in het tweede gesprek het onverstandig te vinden dat men bij Radio Caroline had gekozen voor een golflengte waar, volgens berichtgeving uit Engeland, ook gebruik van werd gemaakt door de kustwacht en op die manier schade kon worden veroorzaakt: “Dat is heel dom, daar hebben wij met Radio Veronica altijd rekening mee gehouden. Ik heb voorts gehoord dat deze Caroline nogal veel van frequentie veranderd en dat is natuurlijk nooit een goed teken. Wij van Radio Veronica zijn echter niet bang voor deze zender en als men er in Engeland maatregelen tegen wil nemen, zoals gezegd wordt, is dat niet onze zaak. De Nederlandse regering heeft zich trouwens de laatste tijd duidelijk voor Veronica uitgesproken.” Verder was Bull Verweij van mening dat Radio Caroline zelfs niet het Engelstalige programma van Radio Luxembourg zou kunnen beconcurreren: “ik weet zelfs dat men daar zo vol met reclame zit dat men voorlopig geen nieuwe spots aanneemt.” Ook was de mening gevraagd aan Dick de Vilder, hoofd radio en televisie bij reclamebureau Holland en tevens werkzaam op een hoge functie bij Benny Vreden Producties: “Ik wist nog niets van dit station, maar als de zender inderdaad sterker is dan die van Radio Veronica en een groot deel van Nederland bestrijkt, lijkt het me ook voor Nederlandse adverteerders wel een interessant object. Het hangt natuurlijk wel af van hoe hoog hun tarieven zijn.” Rond die tijd was er echter nog geen enkele reclameboodschap via de 199 meter en Radio Caroline de ether in gegaan. Men wilde duidelijk eerst afwachten hoe de samenstelling was van het publiek, dat naar het nieuwe station ging luisteren, en daar het muziekformaat als wel de reclame op af te stemmen. Andermaal De Vilder: “Als de programma’s aangepast worden aan Nederland en er eventueel een eigen Nederlandstalig programma bij komt, zoals bij Radio Luxemburg, zullen ook Nederlandse adverteerders er wel belangstelling voor krijgen.” Van der Meijden was, na een paar dagen het geluid van Radio Caroline te hebben beluisterd, aardig te spreken over het station, mede daar er ook live werd gepresenteerd en niet alleen vanaf band de programma’s werden uitgezonden: ‘Voor Nederlandse luisteraars, die nu al jaren voornamelijk naar Hilversum luisteren, betekent dit station ook een verfrissing. De nieuwste platen worden gedraaid, zelfs platen die in Nederland nog niet te koop zijn en elk ogenblik wordt de tijd gezegd. Bovendien zijn er twee discjockeys aan boord die hun vak verstaan en van wie onze Hilversumse diskjockeys nog alles kunnen leren. Zij praten de platen niet alleen aan elkaar, ze presenteren de muziek op een gezellige wijze en slagen er in een persoonlijke band te krijgen met de luisteraars. De afgelopen Paasdagen heb ik naar Radio Caroline geluisterd en het was gezellige achtergrondmuziek, die goede ontspanning bood.’ De latere sterverslaggever had wel door dat de muziek, die er op Radio Caroline werd gedraaid, voornamelijk op de jeugd was gericht omdat onder meer de hele collectie toen beschikbare Beatles songs voorbij was gekomen: ‘Men heeft rond de drieduizend platen aan boord en elk moment worden er platen gedraaid die onder de jeugd mode zijn, Billy J. Kramer, Gerry and the Pacemakers en The Searchers worden vaak gedraaid. Het is een modern radiostation, zoals men er in Amerika honderden heeft. Het zendt vlotte muziek uit en biedt vooral gezelligheid, iets waar tegen de Hilversumse omroepen moeilijk kunnen concurreren. Dit pittige station zendt uit van ’s morgens zes tot ‘s avonds zes uur. Deze piratenzender, de tweede die in ons land reclame in de ether brengt en onder de jeugd wel eens heel populair zal kunnen worden, is overigens alleen maar een pleidooi voor een legaal commercieel radiostation in Nederland.’ De politieke kant werd in het artikel ook even belicht door het commentaar van enkele Kamerleden te vragen. Het was mevrouw Haya van Someren- Downer van de VVD die verklaarde: “Op deze manier wordt het wel een heel vreemde boel. We hebben nu al Radio Luxemburg, Radio Veronica en dit Britse schip. Het wordt dus de hoogste tijd dat Nederland beslist over het uitzenden van reclameboodschappen via het FM-net.” Andere Kamerleden wilden hun mening niet aan ‘de Telegraaf’ kwijt. Ze wilden hun oordeel opschorten tot de studies over deze materie waren voltooid. Maar ik heb ook nog een herinnering van een jaar later, 1965. Het zijn van die kleine, maar o zo fijne, herinneringen die ik met de lezers wil delen. In de tweede helft van augustus 2020 bezorgde de postbode een pakketje bij Museum RockArt in Hoek van Holland. Een museum waar niet alleen de geschiedenis van de Nederlandse popmuziek wordt gekoesterd maar men ook de belangrijkheid inziet van de waarde van radiogeschiedenis. En dus wordt ook dergelijk materiaal door het betreffende museum verzameld. Voornoemd pakketje was afkomstig van een zekere Pim Groeneveld die op 23 augustus 1965, dus 55 jaar eerder, een bezoek had gebracht aan de studio’s van Radio Veronica, destijds nog gevestigd in een gebouw aan de Zeedijk 27a in Hilversum. Een toepasselijke naam voor een straat voor een radiostation dat ruim 14 jaar vanaf internationale wateren de luisteraars verpoosde. In het pakket, dat Pim Groeneveld destijds bij zijn bezoek kreeg, zat tal van promotiemateriaal. Daarbij kun je denken aan promotiefoto’s van het presentatieteam voorzien van handtekening, stickers, een niet ingevulde QSL kaart, de bekende luisterviskaart en een speciale tekening. Het pakket werd teruggevonden op zolder tijdens de voorbereiding van een verhuizing en werd dus vier jaar geleden gedoneerd aan het Museum Rock Art. Jaap Schut, directielid van RockArt, was zeer opgetogen over de ontvangst en maakte een foto, voor op Facebook, van de inhoud waarbij links onderaan mij een vel papier met tekening opviel waarop, waarschijnlijk gemaakt door Pim na zijn bezoek aan de Zeedijk in Hilversum, de doorsnee van het eerste gebouw was getekend, waar Radio Veronica destijds was gehuisvest. Een aparte scan van deze tekening was gewenst hetgeen vrijwel direct vanuit Hoek van Holland werd geregeld. Op de tekening zie je hoe het gebouw van Veronica destijds was ingedeeld. Hans Knot, 28 september 20244 punten
-
De nostalgische column van Hans Knot 6 juli 2024: het jaar 1969
Terugblikken brengt altijd wel weer bijzondere herinneringen naar boven, al dan niet vergeten. Deze keer duik ik maar eens in het jaar 1969. Het was op 11 juni dat bekend werd dat er te zijner tijd een derde televisienet erbij zou komen in Nederland. Het werd bekend gemaakt aan de leden van de Tweede Kamer door de toenmalige minister voor Verkeer en Waterstaat, de heer Bakker. Hij kon nog geen officiële datum noemen daar de ingebruikname van Nederland 3, zoals het net door het leven diende te gaan, mede afhankelijk was van de realisering van de zogenaamde CAS, dat stond voor Centraal Antenne Systeem. En over de intrede van het systeem diende de leden van de Tweede Kamer een beslissing te nemen. Die finale beslissing bleef nog uit maar de Volksvertegenwoordigers gingen wel akkoord met het wegnemen van de juridische belemmeringen voor de aanleg van het CAS. Ondanks de tegenstemmen van de VVD, SGP en de Boerenpartij. En toch bleven de meeste partijen in de Tweede Kamer nog aarzelend staan inzake het nemen van een finale beslissing. Minister Bakker had zijn uiterste best gedaan tijdens het debat om de voordelen van het CAS boven andere systemen duidelijk over te brengen. Het door de Delftse professor Borderwijk ontworpen systeem had als doel om signalen van buitenlandse televisiestations vanaf landsgrenzen door te geven. Hij wees er onder meer op dat in het gehele land, zo was de bedoeling, dergelijke programma’s storingvrij konden worden doorgestuurd en ontvangen. Het grote voordeel was daarbij dat er uiteindelijk een oplossing kon komen om de enorme antennewouden op de Nederlandse daken te minimaliseren. Daarnaast pleitte hij voor snelle invoering daar er dan in de toekomst ook ruimte kon worden gecreëerd voor verspreiding van lokale- en regionale televisieprogramma’s. Wel stelde minister Bakker dat er voor de invoering van het CAS-Systeem in eerste instantie een bedrag van 270 tot 300 miljoen gulden op landelijke basis nodig was. Deze investering was volgens hem terug te verdienen door gezinnen, die aangesloten wensten te worden, een wekelijks bedrag van 1 tot 1,50 gulden te laten bijdragen en dat bovenop de verplichte omroepbijdragen, waardoor de grootse deel van de kosten door de consumenten kon worden betaald. Een dag eerder was er, door een wetswijziging, een einde gemaakt aan de monopolypositie van de P.T.T., tot op dat moment verantwoordelijk voor verspreiding van radio- en televisiesignalen buiten de private antennes om. Op die manier werd het mogelijk voor andere organisaties de exploitatie van kabelnetten mede te kunnen exploiteren van een deel van de CAS, ofwel CAI – zoals het systeem ook werd genoemd. In de maand juni 1969 werden er nog meer veranderingen op het gebied van communicatie bekend gemaakt. Wonende in Groningen kregen we te horen dat met ingang van 5 juli het telefoonnet van de stad voor alle inwoners van Nederland toegankelijk zou worden via een nieuw netnummer en wel 050. Deze invoering, ter vervanging van 05900, werd mogelijk door de plaatsing van de nodige apparatuur in de verschillende district centrales. Het had minder tijd gevergd dan eerder werd gesteld. Uiteraard diende het nieuwe toegangsnummer landelijk bekend te worden gemaakt en het Bureau Voorlichting van de Gemeente Groningen maakte het bekend van een kwart pagina grootte advertentie in onder meer alle landelijke dagbladen. De bestuurders van Groningen dachten aan het financiële plaatje en men besloot dat de afdeling Voorlichting een informatiefolder diende te sturen naar alle ondernemingen binnen het bedrijfsleven met het verzoek een bijdrage te leveren in de kosten van het promotieproject. Er werd verteld dat met de introductie van het verkorte netnummer dat het beeld van Groningen elders in gunstige vorm beïnvloed zou worden. Dit naar voorbeeld van soortgelijke netnummers als 020 Amsterdam en 010 in Rotterdam. Tevens werd bekend gemaakt dat de Commerciële Club, de gemeentelijke vereniging van Nijverheid en Handel de advertentiecampagne als gunstig had ontvangen. Wel werden stapsgewijs in de gemeente Groningen de aangesloten abonnees een nieuw telefoonnummer toegewezen en verkregen ze een zes cijferig nummer. Het was in het district Groningen allereerst de inwoners met een telefonie abonnement in de wijk Selwerd, die een extra cijfer, een 7, kregen toegevoegd aan hun telefoonnummer. Voor de overige wijken ging dit stapsgewijs. Bij de eerste volgende verschijning van de telefoongidsen in begin 1970, die als gebruikelijk deur tot deur werden verspreid, werden de bewoners met het nieuwe aansluitnummer genoemd. Het duurde vervolgens een paar jaar totdat alle aansluitingen in de gemeente Groningen met een extra cijfer waren aangepast. Maar ook het bericht over de uitbreiding van zendtijd voor televisiereclame werd in juni 1969 bekend gemaakt. Met ingang van 1 januari 1970 zou 6 minuten oer dag aan reclame uitingen via de STER erbij komen en het totaal op 27 minuten per dag brengen. Het werd als volgt op de netten verdeeld: Twee reclameblokken van gemiddeld ca. 180 seconden lengte rond het journaal van ca 19.00 uur, op zowel Nederland 1 als 2. Twee reclameblokken van gemiddeld ongeveer 225 seconden lengte rond het journaal van 20.00 uur, eveneens op beide netten. Het totaal aantal reclameblokken per dag ging derhalve 8 bedragen, te weten: 4 x 180 seconden is (12 minuten); 4 x 225 seconden is (15 minuten). De tarieven voor televisiereclamezendtijd werden met ingang van 1 januari 1970 niet gewijzigd in vergelijking met de prijzen die in 1969 werden gehanteerd. De zendtijd voor radio reclame werd met ingang van dezelfde datum voor Hilversum I en II uitgebreid met 5 minuten per radionet, te plaatsen respectievelijk na het nieuws van 7.00 uur, vóór en na het nieuws van 11.00 uur, alsmede vóór en na het nieuws van 16.00 uur. De radioreclame-zendtijd op Hilversum III werd op 1 januari 1970 niet gewijzigd. Wat een weelde vergeleken met de enorme hoeveelheid aan onderbrekingen voor het brengen van de reclameboodschappen zoals heden ten dage ons wordt voorgeschoteld. Hans Knot, 6 juli 20244 punten
-
De nostalgische column van Hans Knot 11 mei 2024: Boortorenbouwer Vink afkomstig uit Peize
Dit jaar is het zestig jaar geleden dat er vanaf de Noordzee zowel radio als televisie-uitzendingen op commerciële basis werden uitgezonden. Zodra de naam van het werkschip ‘Global Adventurer’ bekend werd voor toekomstig gebruik bij de bouw van het REM eiland, werd er op de redactie van het Nieuwsblad van het Noorden van gedachten gewisseld eens op bezoek te gaan bij iemand met veel ervaring op het gebied van de bouw van boortorens. Het betrof de toen 40-jarige heer K. Vink wonende in het Drentse Peize. Toen één van de verslaggevers van de krant telefonisch contact met hem opnam was zijn eerste reactie: “Nee, ik vind het helemaal niet nodig. Ik wil niet hebben dat U daarover met mij komt praten. Is dat nu zo wereldschokkend, dat hier in de zee zo’n ding wordt neergezet voor het uitzenden van televisie? Nee, al die drukte is de pest en zwaar overdreven.” Vink werd beschouwd als een van de beste boortorenbouwers ter wereld en de geboren Delfzijlster had, na zijn HBS-opleiding en de technische avondopleiding, op diverse plekken ter wereld gewerkt en was begin 1964 aangewezen als leidinggevende bij het plaatsen van het REM-eiland. Aangenomen mag worden dat hij vroegtijdig informatie hierover had laten horen aan één van zijn kennissen, die het vervolgens gelekt heeft aan de redactie van de krant. Nergens werd namelijk eerder iets gepubliceerd rond de daadwerkelijke bouw van het eiland. Boortorenbouwer Vink afkomstig uit PeizeNadat de verslaggever de heer Vink er toch van overtuigd had dat het om veel meer ging dan het bouwen van een boortoren en bovendien dat men te maken had met een toekomstig platform waar vanaf commerciële televisie-uitzendingen vanuit internationale wateren gericht zouden worden op de Nederlandse kijkers, ging hij overstag. Het eiland werd destijds als een unicum beschouwd in de olie- en scheepvaartwereld, en dus nodigde Vink de verslaggever uit in zijn bungalow in Peize, waar hij sinds twee jaren woonde. In de twaalf daaraan voorafgaande jaren was hij woonachtig en werkzaam in de olie-industrie in Zuid Amerika. Hij vertelde over het mysterieuze schip dat zou worden ingezet voor de kust van Noordwijk en de aandacht zou gaan trekken van iedere voorbijvarende zeeman, als men daar bezig was het REM eiland af te bouwen. “Het is een voormalige Noorse tanker van veertienduizend ton, die op de werf van Verolme in Rozenburg werd opgebouwd tot een werkschip en de naam ‘Global Adventurer’ kreeg, wat zoiets wil zeggen als ‘wereldavonturier’ of ‘globetrotter’. Deze Global Adventurer is een reusachtig zeebedrijf geworden met alleen maar gespecialiseerde mensen aan boord.” Zo wist Vink een opsomming te geven van de bemanning, die aan boord van het werkschip zou gaan werken. Onder meer waren er onder de 80 bemanningsleden lassers, duikers, kraanmachinisten en boormeesters. Onder hen verder Spanjaarden en Portugezen, die werden gezien als uitstekende vaklui. “Prima mensen, waarmee het straks goed samenwerken is. De Global Adventurer is het eerste werkschip ter wereld van dit formaat. Het is uitgerust met een zestig meter hoge kraan, die een hefvermogen heeft van 250 ton. Aan boord bevinden zich verder een rijdende autokraan met een hefvermogen van 25 ton en twee werkboten, waaronder een van 85 ton. Er is reeds proefgevaren met het schip en geheid bij Texel.” Vink wist tevens te melden dat, zodra de delen van het eiland in Ierland klaar waren, dezen door het schip zouden worden opgehaald: “Het wordt aan boord op een draaibaar platform gezet. Eenmaal op de plaats van bestemming aangekomen, wordt het buitenboord gedraaid en in zee ‘gedonderd’. Het 180 ton zware platform komt met zijn toren te rusten op zes holle betonnen poten, waar doorheen palen van zes meter doorsnee vijftig meter in de bodem onder het ter plaatse vijftien meter diepe water zullen worden geheid.” Aan boord van de Global Adventurer was ook een cementfabriek gebouwd, die er voor zorgde dat in de ruimte tussen de palen en de binnenwand van de poten cement kon worden geperst, zodat het geheel muurvast in de zeebodem kwam te staan. Zelfs bij een zeediepte van tachtig meter kon vanaf het schip nog tot een diepte van vijftig meter in de zeebodem worden geheid. Ook was er nagedacht over golfslag en daarom was besloten dat het platform dertien meter boven de waterspiegel zou worden gebouwd, zodat bij Noordwijk palen van ongeveer tachtig meter lengte moesten worden geheid. Andermaal Vink: “De voet van het platform bedraagt ongeveer honderd vierkante meter, maar daar komt nog een uitbouw bovenop. Op het twee verdiepingen hoge gebouw komt ook een helikopterdek. Het werkschip wordt zodanig verankerd dat bij windkracht zes er nog gewerkt kan worden, maar wordt de wind sterker, dan is het een kwestie van wegwezen, want anders lopen we het risico dat het platform in onzachte aanraking komt met het werkschip. Het valt dan ook onder geen enkele mogelijkheid te zeggen hoe lang de afbouw zal duren” Vink was als uitvoerder in dienst van Overseas Shipping Corporation, een Nederlandse maatschappij, met vestigingen in Den Haag en Willemstad en het was deze onderneming die ook de Global Adventurer exploiteerde. Hans Knot: 11 mei 20244 punten
-
De nostalgische column van Hans Knot 27 april 2024: Terug naar 1973
Na de twee columns over 1949 nemen we een grote stap naar het jaar 1973 en herinneringen die zeer zeker nog in het geheugen bij mij zitten. Het was in de eind jaren vijftig van de vorige eeuw dat mijn ouders besloten een dochter van een bevriend gezin te steunen. Ze was bezwangerd door een buitenlandse militair en om haar babyuitzet te bekostigen werd een flinke donatie gedaan. Daarnaast werd er een tweede bedrag neergelegd voor overname van de platenspeler en een fiks aantal singles, die door de betreffende dame was verzameld. In gedachten zie ik vooral de later veel gedraaide singles op het Polydor label met een oranje sticker van Catharina Valente en de singles van Hans Albers, waar mijn moeder Rie grote fan van was. Ook was er een aantal platen van de Zwitserse hoteleigenaar en televisiekok Vico Torriani, waar mijn zus Rika grote fan van was. En eerst genoemde kwam terug bij het verzamelen van de aantekeningen en knipsels die ik meer dan een halve eeuw geleden bewaarde uit de begin maanden van het jaar 1973. Op 28 februari dat jaar meldde een journalist van de regionale krant, het Nieuwsblad van het Noorden, dat de toen nog steeds vermaarde Duitse zangeres Catherina Valente even in Groningen was geweest. Ze had de avond ervoor mee gewerkt aan het immens populaire TROS televisieprogramma De Zevensprong. De opnamen daarvoor hadden plaats gevonden in de Evenementenhal in de stad. De registratie van het programma werd de daarop volgende week op vrijdag op Nederland 2 na het NOS Journaal uitgezonden. Catherina was in dit spelprogramma een van de belangrijkste gasten. Zij zou al eerder als gast meewerken maar diende verstek te gaan wegens een agina die ze had. Andere gasten die in Groningen met haar aanwezig waren zijn de leden van de Schotse formatie Middle of the Road. Het was een tijdje stil geweest rond deze formatie maar men had een nieuwe single, waarmee ze later scoorden: Yellow Boomerang, maar ook The Two Tornados waren in Groningen. De eerder genoemde Vico Torriani kwam ook naar Groningen en wel op dinsdag 6 maart 1973. Tezamen met Het Wiener Operetten Theater was er een éénmalige opvoering van de meest gespeelde operette ter wereld: ‘lm Weissen Rössl’. In de operette, die in 1930 haar première beleefde, speelde Vico Torriani de hoofdrol van Leopold. Tot 1973 was deze operette al drie keer verfilmd en voor vele ouderen zijn de liederen herkenbaar. De geschiedenis speelde zich af rondom het hotel ‘Am Wolfgangsee’ en er zat veel variaties in doordat er scènes waren die gedraaid zijn in de open lucht, op het water en op de ijsvloer. Bekende liederen uit de operette, die gehoord werden in de Evenementenhal, waren onder meer: ‘Mein Lebenslied mus sein Walzer sein’ en ‘Die ganze Welt ist himmelblau’. Het Wiener Operetten Theater bestond uit een volledig orkest, een balletgroep, koor en diverse topsolisten en dus stond Torriani er niet alleen voor. En in februari 1973 kwam de informatie naar buiten dat de zogenaamde beeldtelefoon gereed was voor een uitgebreid experiment. In september dat jaar begonnen inderdaad de PTT en Philips met een proefnet, waarop vijftig abonnees werden aangesloten en waarvoor een periode van twee jaar uitproberen zou volgen. Anno 2024 is het normaal te communiceren via tal van programma’s en apparaten, waarbij beeld als ook geluid aanwezig is. Maar dat was wel anders ruim een halve eeuw geleden. De beeldtelefoon op een bureau was natuurlijk een prachtig statussymbool, maar volgens ir. D. van den Berg van de PTT zou het zeer duur in gebruik worden. Hij stelde tijdens een presentatie dat het wel eens 10 tot 50 keer zo duur kon worden als telefoneren. Hij stelde tevens niet te verwachten dat er een beeldtelefoonnet in Nederland voor 1980 in gebruik zou kunnen worden genomen. Van den Berg baseerde zijn uitspraak op soortgelijke proeven, die in 1970 waren opgestart in de Amerikaanse stad Pittsburgh waar de Bell Telephone & Telegraph 80 bedrijven op het experiment had aangesloten. Daaruit bleek dat de abonnementskosten liefst 160 dollar per maand per aansluiting waren en daarboven nog eens 1.60 dollar per minuut tijdens communicatie momenten. Niet alleen in Amerika was men al aan het experimenteren maar ook bijvoorbeeld in Engeland was een verbinding tussen een aantal postkantoren in Londen en Birmingham als proef was opgezet. Daarbij stonden televisietoestellen in ruime cellen opgesteld en met behulp van microfoons en speakertjes en uiteraard telefoonlijnen werd het mogelijk dat mensen met elkaar overleg konden plegen maar ook bijvoorbeeld objecten of papieren elkaar, waar nodig, toonden. Zowel de PTT als Philips hadden tot begin 1973 elk een bedrag van rond de 1 miljoen gulden besteed aan de ontwikkeling van de beeldtelefoon. Gek genoeg was er al sinds 1968 sprake van het feit dat men met dit experiment van start zou gaan, maar was het er eerder niet van gekomen. Enige uitleg kwam er ook van de zijde van de PTT. Door vier in plaats van twee telefoondraden naar gebouwen te leggen en door gebruik andere moffen dan voorheen en het aanpassen van telefooncentrales werd het mogelijk het experiment op te starten. Het werd ook bekend dat de overheidsinstelling PTT niet stond te trappelen om de beeldtelefoon breed in ons land te introduceren en wel vanwege de enorme hoge kosten. Ir. Van den Berg stelde dat men er wel voor ging om de techniek vaardig te worden. Als grote voordeel dacht hij dat met de toekomst van de beeldtelefoon er aanzienlijk minder gereisd kon worden om vergaderingen bij te wonen. Om een idee te krijgen over de vroege werking van de beeldtelefoon is hier een kort item van het Polygoon Journaal van 1 maart 1974: https://www.openbeelden.nl/media/23173/Eerste_proef_met_beeldtelefoon.nl Hans Knot, 27-04-20244 punten
-
De nostalgische column van Hans Knot 15 maart 2025: De Koninklijke Koekenbakker
Henk Kruize heeft andermaal een bijdrage aan de nostalgische column, die zowel in Vlaanderen als Nederland op een aantal platforms wordt gepubliceerd. Dit keer brengt hij een stukje herinnering aan 42,5 jaar werken bij dezelfde werkgever. ‘Tijdens mijn werkzame leven bij de Peijnenburg Koek Bakkerij stond de radio altijd op "Hilversum 3" afgestemd. De meeste medewerkers hadden hier vrede mee maar sommige lieten vaak met stevig vocaal volume hun afkeuring blijken. Lang ging dat goed totdat de E.O. zendtijd op, wat heette, de Nationale Popzender kreeg. In de hallen van de ontbijtkoekbakker klonk voortaan op vrijdagmorgen de programma’s van de Evangelische Omroep ofwel de EO sound. Dit gebeurde vooral in de vorm van Psalmen en Gezangen met als hoogtepunt ‘De Muzikale Fruitmand’, Vele medewerkers waren niet zo blij met deze vooral Christelijk gerichte programma’s. Het leidde tot prettige maatregelen en dus werd er door de personeelsvereniging in 1977 een Philips cassettedeck aangeschaft. Vervolgens werden er afspraken gemaakt dat iedereen op vrijdagmorgen zijn favoriete muziek op cassette kon aanleveren en die in de hallen galmde tot 12 uur in de middag, als de programma’s op Hilversum 3 weer richting popmuziek ging. Praktisch iedereen nam zijn/haar favoriete muziek, van Cats tot Heikrekels en van Beatles tot Led Zeppelin, mee naar de fabriek. Op een bepaalde vrijdagmorgen ging het echter fout want een van mijn collega's, een heel groot BeeGees fan, had zijn cassette aangeleverd en wat bleek? De C90 cassette was gevuld met slechts één nummer: ‘Staying alive’ en uiteraard in de uitvoering van zijn zo geliefde BeeGees en dan ook nog steeds maar achter elkaar... keer na keer na keer na keer na keer in de herhaling. Geloof me, 1x Staying alive is heel leuk, 2x ook nog, de derde keer wordt het al minder, maar na 45 minuten enkel ‘Staying alive’ aan te horen dan gaat er in je hoofd iets goed mis. Deze cassette werd daarna ‘gecanceld’ en dat was de enige vrijdagmorgen dat we na de ‘Staying alive terreur’ op vrijdagmorgen tot 12 uur verder in stilte werkten... Sweet memories... 42,5 jaar heb ik bij Peijnenburg gewerkt, we bakten in die tijd 40.000 kg koek per dag, in acht uur verdeeld over drie ovens van zo’n veertig meter lang. In 1977 kregen we bezoek van prins Bernhard, de een-punt-nul versie. Wekenlang stond heel het bedrijf op zijn kop, alles opruimen, schoonmaken, schilderen, iedereen een nieuwe outfit en 1001 andere dingen. Enfin, onze ZKH Prins Bernhard kwam binnen en liep vervolgens in vier minuten door alle hallen en nestelde zich daarna in het luxe Peijnenburg kantoor. Daar werd hem een wijntje aangeboden maar dat vond onze ZKH maar niets, hij liep vervolgens naar zijn knalrode Ferrari en haalde daar zijn eigen wijntje uit de bolide en lurkte het naar binnen. Nee, Bernhard 1.0 had er niet echt veel zin in. Maar we kregen later wel in 1983 het predicaat ‘Koninklijke’ en onze tijdelijk directeur ‘Meneer Han’ Peijnenburg was zo trots als een aap met zeven plassers. Henk Kruize 15 maart 2025 Afbeeldingen: foto’s Henk Kruize3 punten
-
AM-radio mogelijk verplicht in nieuwe auto’s in de Verenigde Staten
De Verenigde Staten overwegen een nieuwe wet die autofabrikanten verplicht om in alle nieuwe voertuigen een AM-radio te installeren. Hoewel deze technologie als ouderwets wordt gezien, speelt AM-radio nog steeds een cruciale rol bij noodsituaties. AM-radio’s worden ingezet voor het verspreiden van belangrijke noodinformatie wanneer andere communicatienetwerken uitvallen. Dit is met name relevant tijdens natuurrampen zoals tornado’s, waarbij AM-signalen levensreddende informatie kunnen bieden aan een groot deel van de bevolking. Met slechts een beperkt aantal zendmasten kan 90 procent van de Amerikaanse inwoners worden bereikt. Toch roept het voorstel vragen op, vooral bij autofabrikanten. Elektrische voertuigen kunnen storing veroorzaken bij het AM-signaal, wat leidt tot slechte ontvangst. Dit is een van de redenen waarom Tesla al eerder besloot geen radio meer met middengolf in hun voertuigen te plaatsen. Voor fabrikanten van elektrische auto’s kan de verplichte toevoeging van AM-radio betekenen dat er aanpassingen nodig zijn aan het ontwerp of de aandrijflijn van de voertuigen, wat de kosten kan verhogen. Ondanks deze bezwaren lijkt de wet op weg naar goedkeuring, wat kan betekenen dat ook nieuwe Tesla’s in de toekomst weer met een AM-radio uitgerust worden.3 punten
-
De nostalgische column van Hans Knot 15 februari 2025
In de Kerst en Nieuwjaarsperiode ben ik weer eens gedoken in het krantenarchief van Max Lewin, ooit een van de personen in 1960 nauw betrokken bij Radio Veronica en sinds het begin van deze eeuw in het bezit van de Stichting Media Communicatie. Het viel mij op dat na de zomer van 1970, getuige dit archief, er links en rechts zo het een en ander gebeurde dat toch wel weer eens een keer onder de aandacht mag worden gebracht. Niet dat dit dient te gebeuren met complete verhalen maar wel om diegene die in die periode al bewust bezig was met het radiogebeuren even wakker te schudden en anderen voor het eerst deel te maken met datgene dat najaar onder meer gebeurde. Zo werd het op 13 november duidelijk dat de King David, voorheen onder meer varend onder de naam Zeevaart, door een sleper van de firma Wijsmuller was losgetrokken van het Noordwijkse strand. Daarvoor had dit zendschip, zei het met veel tegenslag, dienst gedaan voor een korte periode als Capital Radio. Het was een radiostation dat zich als doel stelde easy listening muziek te koppelen aan kerkelijke uitzendingen en zicht te richten op charitatieve doelen. Nadat het zendschip was vastgelopen, na een storm, op het strand van Noordwijk en was los gesleept door de firma Wijsmuller, werd de King David afgemeerd aan een steiger in de haven van IJmuiden. Daaraan voorafgaand was er natuurlijk de stranding waarbij het zendschip zo hoog op het strand was vastgelopen dat alleen met behulp van de reddingboot Kurt Carlson een sleepverbinding kon worden gelegd. Diezelfde avond, na het vlottrekken van het schip, stelde mevrouw B. Thomson namens de Capital Radio dat men hoopte dat het schip spoedig weer op internationale wateren zou worden verankerd. Alleen kon ze niet zeggen hoe lang dit zou duren aangezien er reparaties dienden te worden verricht. Het ging hierbij om de vrouw van de Canadees Thomson, en ze was vooral onder haar eigen naam bekend als Berthe Beydels. Beiden waren intens betrokken bij de International Broadcasting Society. Op 27 november 1970 was in ‘Het Nieuws van de Dag’ een bericht te lezen waaruit kon worden opgemaakt dat het wel heel lang kon gaan duren alvorens de hoop, dat Capital Radio terug in de ether zou komen, kon worden gerealiseerd. Het bleek namelijk dat de King David in opdracht van het slepersbedrijf Wijsmuller, aan de ketting was gelegd. Afbeelding: King David op strand Noordwijk. Foto: Rob Olthof Dit was gedaan omdat er onzekerheid was ontstaan of de claim, die de eigenaren van het zendschip bij de verzekeringsmaatschappij hadden gelegd, wel zou worden uitgekeerd. Wijsmuller had namelijk een kostenplaatje van de reddingsoperatie gemaakt waarbij men kwam op een bedrag van bijna 100.000 gulden. Ondertussen was het tijdelijk stil rond de King David en werd medio december bekend gemaakt dat Capital Radio medio januari 1971 weer in de ether zou terugkeren. Vanuit de International Broadcasting Society was men van mening dat men tot een overeenkomst zou komen met het sleepbedrijf. Uiteindelijk bleef het stil op de 270 meter en kwam het zendschip, een voormalige coaster uit Groningen, nooit meer op internationale wateren, laat staan dat Capital Radio nog weer in de ether kwam. Maar er was veel meer het terughalen waard zoals de uitzendingen van Radio Sovereign, waarvan werd uitgegaan dat de programma’s werden verzorgd van internationale wateren. In de uitzending werd namelijk gewag gemaakt van het zendschip Obiap, dat in de omgeving van het Britse Eastborn op flinke afstand van de kust verankerd lag. Het Utrechts Nieuwsblad meldde op 29 december 1970 dat het radiostation, dat sinds Eerste Kerstdag via de 226 meter en via kanaal FM 44 was te beluisteren, waarschijnlijk een Nederlands directie had. Men voegde er aan toe dat het project weinig kans van slagen had aangezien de Britse regering al opdracht had gegeven een stoorzender in te zetten op Radio Sovereign. In werkelijkheid werd er een programma van af land uitgezonden en bleek het een grap te zijn om de vele aanhangers van de zeezenders niet alleen een mooie Kerstdagen 1970 te geven maar ook ze warm te houden voor deze vorm van radio, die vervolgens vanaf zee nog tot in de jaren negentig van de vorige eeuw was te horen. Hans Knot, 15 februari 20253 punten
-
De geschiedenis van de zendlocatie van Europe 1 in Felsberg
De zendlocatie van Europe 1 in Felsberg, gelegen in de Duitse deelstaat Saarland, was jarenlang een van de belangrijkste langegolf zenders van Europa. Met indrukwekkende masten van 277 meter hoog en een vermogen van 2000 kW was het een technisch hoogstandje dat miljoenen luisteraars bereikte. Na ruim 64 jaar uitzending op de langegolf werden deze op 31 december 2019 beëindigd. Sindsdien is de locatie grotendeels buiten gebruik en zijn de zendmasten in de jaren daarna ontmanteld. Strategische locatie en gebruiker: Europe 1 De keuze voor Felsberg als zendlocatie was strategisch. In de jaren 50 zocht Europe 1, een commercieel radiostation gericht op Frankrijk, naar manieren om de strenge Franse mediawetgeving te omzeilen. De Duitse deelstaat Saarland, destijds een autonoom gebied met sterke Franse invloed, bood een uitkomst. Door de zender net over de grens in Duitsland te plaatsen, kon Europe 1 Franse luisteraars bedienen zonder aan Franse regels gebonden te zijn. Europe 1, opgericht in 1955, werd een van de grootste commerciële radiostations in Frankrijk. Het station bood een breed scala aan programma’s, variërend van nieuws en muziek tot talkshows. Vooral in de jaren 60 en 70 was Europe 1 een populair radiostation, mede dankzij de langegolfzender in Felsberg die een breed bereik mogelijk maakte. Technische specificaties van de zendlocatie De zendlocatie in Felsberg was een van de meest geavanceerde langegolfstations in Europa. Twee identieke zendmasten van elk 277 meter hoog stonden centraal op het terrein. Deze masten, ontworpen als masten met tuidraden, waren verbonden door een horizontale draadantenne. Deze constructie werd specifiek ontwikkeld om krachtige langegolfuitzendingen te ondersteunen. De zender opereerde oorspronkelijk op een frequentie van 182 kHz, die later werd aangepast naar 183 kHz. Met een vermogen van 2000 kW kon de zender niet alleen een groot deel van Frankrijk bedienen, maar ook luisteraars in aangrenzende landen zoals Duitsland, België en Zwitserland bereiken. De bouw van de infrastructuur werd uitgevoerd door een team van ingenieurs dat prioriteit gaf aan stabiliteit en duurzaamheid. De masten waren uitgerust met kabels voor extra stabiliteit en werden regelmatig onderhouden om storingen te voorkomen. Sluiting van de zendlocatie Na meer dan zes decennia in gebruik te zijn geweest, werden de langegolfuitzendingen van Europe 1 op 31 december 2019 stopgezet. De belangrijkste reden hiervoor was de afname van het gebruik van langegolfradio in een tijdperk waarin digitale technologie en streamingdiensten steeds dominanter werden. Daarnaast waren de operationele kosten van de langegolfzender aanzienlijk, terwijl het aantal luisteraars via deze frequentie bleef dalen. De sluiting betekende niet alleen het einde van de uitzendingen, maar ook het begin van een transitieperiode voor de zendlocatie. Hoewel de infrastructuur in eerste instantie behouden bleef, waren er al snel plannen om de masten te ontmantelen. Ontmanteling van de zendmasten De ontmanteling van de twee masten van 277 meter begon in 2023 en werd in 2024 voltooid. Het proces was complex vanwege de omvang en het gewicht van de constructies. Voorafgaand aan de ontmanteling werden de masten grondig geïnspecteerd en werden de kabels en andere technische componenten gedemonteerd. De sloop werd uitgevoerd door gespecialiseerde bedrijven die ervaring hebben met grote zendmasten. De masten werden segment voor segment afgebroken om schade aan het omliggende terrein te voorkomen. Het staal dat vrijkwam, werd gerecycled. Hiermee kwam een definitief einde aan de fysieke aanwezigheid van de zendlocatie als herkenningspunt in het landschap van Felsberg. De erfenis van Europe 1 Europe 1 speelde een belangrijke rol in de geschiedenis van commerciële radio in Frankrijk. Het station gebruikte de zendlocatie in Felsberg om een breed publiek te bereiken. Ondanks de sluiting van de langegolfzender blijft Europe 1 actief als radiostation, zij het voornamelijk via digitale platforms en FM-uitzendingen. Afbeeldingen: De zendlocatie in Felsberg, Duitsland (foto's Vincent Schriel)3 punten
-
De nostalgische column van Hans Knot 4 januari 2025
Tijd om grote stappen terug te nemen en wel naar de maand februari 1973. Muziek komt en kwam ons gelukkig van overal tegemoet. Mijn vader had in zijn kapsalon de centrale draadomroep en al naar gelang zijn gemoed stelde hij deze af op één van de vier te kiezen kanalen. Gelukkig was hij vaak in goede moed en waren er vrolijke klanken te horen. Maar ook op en in andere arbeidsplekken was de radio in die tijd van groot belang om mensen tijdens de werkzaamheden te plezieren. Maar in voornoemde maand bleek echter dat niet iedereen tevreden was met datgene uit de luisspeakers schalde. Het bleek namelijk dat een groep productiemedewerkers van Philips in Stadskanaal vond dat de bedrijfsmuziek te hard voor hen was. Ook hadden zij kritiek op de keuze van het programma. Dit schreven zij in een brief aan het Nieuwsblad van het Noorden. Volgens deze brief zou Philips er ook schade van hebben bij de werving van personeel. Als voorbeeld meldde men dat een aantal kandidaten tijdens een rondleiding door de Philipsvestiging, na het horen van de muziek, verder voor de eer bedankt te hebben en baan aldaar te ambiëren. Het bleek uit de brief dat vooral veel oudere medewerkers er moeite mee had om tijdens hun werkzaamheden urenlang naar het gejengel te moeten luisteren. In sommige productieafdelingen was er sprake van dat de medewerkers niet langer deze vorm van ontspanning accepteerden. Drs. W. Dijkema, destijds hoofd personeelszaken, verklaarde dat het hier om een vaker geuite klacht ging. “We hebben echter een muziekcommissie waarin het personeel optimaal is vertegenwoordigd. Die kiest ook het programma en verder is het natuurlijk zo, dat smaken verschillen". Wel ging de directie er toe over om in bepaalde productieafdelingen regelbare installaties te plaatsen om overdaad aan geluid te voorkomen. Ondertussen werd er elders in de provincie Groningen wel degelijk met plezier naar de radio geluisterd en het was bijvoorbeeld een verademing om de radio iets harder te zetten als bijvoorbeeld Hugo van Gelderen via de TROS te beluisteren was. Het bracht me in gedachten naar een editie uit februari 1973 van het TROS Kompas waarin Van Gelderen aan het woord kwam en zijn mening gaf over de televisie: “Televisie is mij veel te log. Radio is gewoon sneller. Bij de televisie dien je met een groot team samen te werken te komen tot een programma. Bij de radio kun je er alleen op uit trekken met een taperecorder om tot een programma-item te komen.” Hugo van Gelderen was al in het prille begin van de TROS betrokken, nadat hij eerst een loopbaan als fotojournalist had. Bij de TROS begon hij als chef de bureau met als belangrijkste werkzaamheden het bijhouden van de ledenadministratie en de persvoorlichting te verzorgen. Maar dat was het niet alleen want geïnspireerd door Joop Landré ging hij ook in de avonduren op stap om in de brievenbussen op verschillende locaties folders te deponeren met als doel nieuwe leden voor de TROS te generen. Vervolgens werd hij verantwoordelijk voor het gebeuren in de ‘controlekamer’ waar alle programma’s van de omroep werden gecontroleerd. En daar ging een lichtje te branden want hij zag helemaal zitten een eigen programma te gaan presenteren via Hilversum 3. Het werden in eerste instantie zes uren per week met zijn ‘Hugo van Gelderen show’ en dan komt meteen die prachtige tune, in phase, in geheugen van de formatie Los Pekinekes met Bucaramanga. Wat destijds in het interview mij als negatief opviel was dat Hugo van Gelderen vond dat er geen enkele twijfel was dat Hilversum 3 de beste was van alle muziekstations, met inbegrip van de piratenzenders op de Noordzee. Hij onderbouwde dit met de mededeling dat Hilversum 3 niet alleen beschaafder was maar ook nog eens via de FM was te beluisteren, in tegenstelling tot de stations opererend vanaf de Noordzee. Hugo had ook gevoel voor ziekenomroepen, mensen die op vrijwillige basis radioprogramma’s voor zieken maakten. Een aantal malen verscheen een van de medewerkers van de ziekenomroep West Point BBMS (Beatrixoord in Haren) in zijn programma. In september 1974 werd Van Gelderen bij de toen tot A-omroep bevorderde TROS aangesteld als radiodirecteur en door de zendtijduitbreiding per donderdag 3 oktober 1974 Ferry Maat en Ad Roland aannam als diskjockey. Op donderdag 3 oktober 1974 begon de TROS tussen 14:00 en 18:00 uur met het uitzenden van de Alarmschijf, Tipparade en de Nederlandse Top 40. Na het stoppen van Radio Veronica op zaterdag 31 augustus 1974, haalde de TROS beide hitlijsten en de tipplaat als A-omroep naar Hilversum 3. Van Gelderen presenteerde tot en met 20 mei 1976 tussen 14:00 en 16:00 uur de Tipparade en behaalde op de befaamde TROS donderdag op Hilversum 3; de beste dag op 3 als best beluisterde dag, tussen 3 oktober 1974 en 28 november 1985 mega luistercijfers. Tevens was Van Gelderen geestelijk vader van de op Hemelvaartsdag 27 mei 1976 gestarte TROS Europarade. Hij reisde twee maanden door Europa om te onderhandelen met radiostations voor het aanleveren van gegevens voor de TROS Europarade. Ook bleef hij tot medio 1983 zelf programma's presenteren op de TROS donderdag op Hilversum 3, zoals de Hugo van Gelderen Show met de Nederlandstalige Top 10 en Popkontakt. Op dinsdag 14 november 1995 overleed hij op 53-jarige leeftijd aan hartfalen. Hans Knot, 4 januari 2025 Bron: SMC Archief/Wikipedia https://www.facebook.com/watch/?v=5722315665380733 punten
-
De nostalgische column van Hans Knot 23 november 2024: Black Rose
We duiken weer eens in een van de vele mysterieuze projecten, die nooit gerealiseerd zijn en voor de geschiedschrijving toch vermeld dienen te worden. We gaan daarvoor terug naar de maand december 1975 toen in een aantal Nederlandse kranten op de twintigste de eerste berichten verschenen. Het was na een redelijk lange periode zonder vermeldingen in de kranten van eventuele nieuwe projecten, die voorbereid werden, dat we gewag werden van het gegeven dat er voorbereidingen werden getroffen voor een nieuw zeezenderproject onder de naam ‘Black Rose’. Zo werd vermeld dat het project financieel ondersteund zou worden door onder meer aandeelhouders, die met hun zwart geld geen weg meer wisten en toch hiermee een winstgevend beleggingsobject voor zochten. Verder werd er gesteld dat verschillende Europese bedrijven, gevestigd in Nederland België en Duitsland, als sponsor dan wel adverteerder waren betrokken. Als grootste sponsor werd een in België gevestigd bedrijf genoemd, dat gespecialiseerd was op import van Chinees porselein en andere producten uit het Verre Oosten. Dit bedrijf wenste rond de 500.000 Zwitserse Franken aan reclamezendtijd te besteden, dat toen ongeveer gelijk stond aan een half miljoen gulden. De organisator hoopte dat medio 1976 het zendschip als zodanig actief kon worden. Het ging, volgens hem, daarbij om een ‘licht vaartuig’ van rond de 1000 ton. Gedacht werd aan een ligplaats ter hoogte van de Nederlands-Belgische kust waarbij men gebruik wenste te maken van een zogenaamde paddenstoelanker. Tevens was in het eerste bericht te lezen dat het schip vermoedelijk in de nabijheid van het zendschip de Mi Amigo, van Radio Caroline en Radio Mi Amigo, voor anker zou gaan. Deze laatste opmerking gaf al genoeg reden om te twijfelen aan de informatie, immers lag dat zendschip in internationale wateren voor de Britse kust. Men maakte ook bekend dat het de bedoeling was dat het radiostation 24 uur per etmaal te beluisteren zou zijn met gevarieerde muziekprogramma’s aangevuld met onder meer toeristische informatie. Omtrent de te gebruiken frequentie werd niets duidelijk gemaakt, behalve dat het niet ver verwijderd zou zijn van de toenmalige golflengte in gebruik door Radio Mi Amigo. Op 22 december 1975 kwam ik een soortgelijk bericht tegen in het Algemeen Dagblad, waarbij enkele facetten aan het verhaal konden worden toegevoegd. Zo was de 33-jarige Zeeuwse zakenman J. Toma de woordvoerder van Black Rose en hij stelde dat men zich ook zou gaan richten op bedrijven in het Midden Oosten. Er was voor alle activiteiten een besloten vennootschap opgericht die was geregistreerd in het Liechtensteinse Vaduz, waar de organisatie als sinds 7 juli 1970 kantoor hield. Ook meldde Toma dat begin 1976 er een kantoor zou worden geopend in het Zeeuwse Cadzand. Ook deze laatste opmerking riep al weer de nodige vragen op aangezien een kantoor openen voor het runnen van een zeezender in Nederland volgens de wet een strafbare zaak zou zijn. Toma zelf woonde destijds aan de Boulevard de Wieringen in Cadzand-Bad. Ook het Vrije Volk, een krant die al decennia lang niet meer bestaat, bracht op 22 december 1975 informatie. Zo beweerde Toma dat hij samen met voormalige eigenaar van RNI, Erwin Meister, Europa aan het afstropen was op zoek naar beleggers. In dit artikel werd opnieuw een ligplaats bekend gemaakt en wel in internationale wateren voor de Spaanse kust, in de Golf van Biscaya ter hoogte van Bilbao. Men zou gebruik gaan maken van een zender met een vermogen van 150 kW die actief zou worden ingezet via de middengolf. Het merendeel van de programmering was gepland om te worden opgenomen in de studio van Meister in Zwitserland, waarna de banden zouden worden gestuurd naar Bilbao om aan boord van ‘de zwarte roos’ te worden gebracht voor uitzending. Toma meldde aan de journalist van Het Vrije Volk dat er met opzet was gewacht met de uitwerking van het project totdat het wat rustiger was geworden rond de zeezenders. Verder werd gemeld dat volgens onbevestigde berichten de vroegere eigenaren van Radio Veronica ook deel zouden nemen aan de financiering van het zeezenderproject. Toma stelde tevens dat in de acte van oprichting was vastgelegd dat beleggers op een minimale rente van 9% per jaar gegarandeerd konden rekenen. Om alles financieel goed te kunnen laten lopen had men een bankrekening geopend bij de Schweizerische Bankgesellschaft in Zwitserland. Maar er werd meer gevonden in de kranten op 22 december 1975. Zo stelde Toma dat het runnen van een zeezender, na de invoering van de anti-zeezenderwet, over meer schijven diende te lopen maar dat een commercieel radiostation tot in lengte van dagen aantrekkelijk kon zijn. Dit zowel voor de beleggers als de luisteraars als voor de aandeelhouders en de sponsors. Over de bevoorrading maakte Toma zich ook geen zorgen: “Vanuit Spanje en Ierland regelen wij de foerageren van het zendschip”. De maand december 1975 liep vervolgens ten einde en 1976 kwam, waarin vreemd genoeg niets meer werd gepubliceerd rond de plannen van Toma en zijn zeezender Black Rose. Met de heden daagse mogelijkheden van het gebruik van zoekmachines kwam ik ook niet verder en ik neem aan dat Toma, toen hij de diverse media een bericht stuurde, meer om aandacht verlegen zat dan dat hij serieus diende te worden genomen. Bovendien vraag ik mij af of hij ooit contact heeft gezocht met Meister, want vanuit Zürich is er niets over dit project ooit naar buiten gekomen. Hans Knot, 23 november 20243 punten
-
DCF77 zendlocatie in Mainflingen: De klok van Europa
De DCF77-zender, gelegen in Mainflingen, Duitsland, is een belangrijke bron van tijdsynchronisatie voor Europa. Opererend op een frequentie van 77,5 kHz in het langegolfgebied, verspreidt DCF77 een betrouwbaar tijdsignaal dat door een breed scala aan apparaten wordt gebruikt. De zender speelt een cruciale rol in de tijdsbepaling binnen Duitsland en omliggende landen. Dit tijdsignaal, dat afkomstig is van de atoomklokken van de Physikalisch-Technische Bundesanstalt (PTB) in Braunschweig, wordt ingezet voor diverse toepassingen die vragen om nauwkeurige tijdsbepaling. Locatie en technische specificaties DCF77 is gevestigd in Mainflingen, een dorp ten oosten van Frankfurt am Main. De zendlocatie bestaat uit een mast die specifiek is ontworpen voor langegolf uitzendingen. De mast heeft een hoogte van ongeveer 150 meter, wat de zender in staat stelt om signalen met een relatief laag vermogen breed uit te zenden. Met een zendvermogen van 50 kW bereikt het signaal een groot deel van Europa en kan het in optimale omstandigheden tot aan de randen van het continent worden ontvangen. De frequentie van 77,5 kHz valt binnen het langegolfgebied en biedt voordelen die essentieel zijn voor betrouwbare tijdssynchronisatie. Langegolfsignalen kunnen effectief door gebouwen en door het aardoppervlak heen doordringen, wat betekent dat het signaal relatief ongehinderd blijft door bebouwing of weersomstandigheden. Dit zorgt ervoor dat DCF77 in staat is een stabiel en consistent signaal te bieden, ook over grote afstanden en in uitdagende omgevingen. Het tijdsynchronisatiesignaal en zijn structuur Het tijdssignaal van DCF77 wordt afgeleid van de atoomklokken van de PTB, die extreem nauwkeurige tijdsreferenties bieden. Dit betekent dat het DCF77-signaal een foutmarge heeft van slechts enkele milliseconden in het primaire bereik van ongeveer 2.000 kilometer rondom de zendlocatie. Het tijdssignaal bevat verschillende soorten informatie: Tijd en datum: Het signaal draagt de huidige tijd (uur, minuten en seconden) en de datum (dag, maand en jaar) over. Dit zorgt ervoor dat klokken zich kunnen synchroniseren zonder handmatige aanpassingen. Tijdzone en zomertijd: DCF77 geeft informatie over de Centrale Europese Tijd (CET) en de zomertijd (CEST). Gedurende de periode dat de zomertijd van kracht is, past DCF77 zijn signaal aan zodat apparaten automatisch kunnen overschakelen tussen CET en CEST. Extra informatieve codes: Het signaal bevat ook controlebits en statusinformatie die ervoor zorgen dat ontvangers fouten in de tijdsweergave kunnen detecteren en corrigeren. Het tijdssignaal wordt op een gestructureerde manier uitgezonden, waarbij elke minuut het volledige tijd- en datumformat wordt doorgestuurd. Dit signaalpatroon is ontworpen om ervoor te zorgen dat apparaten de tijdsynchronisatie nauwkeurig en met minimale foutmarge kunnen uitvoeren. Toepassingen van DCF77 in Europa DCF77 heeft een breed scala aan toepassingen in zowel de consumenten- als de industriële sector. Veel elektronische apparaten in Europa zijn uitgerust met ontvangers die het DCF77-signaal kunnen detecteren, zoals: Radiogestuurde klokken: Veel huishoudklokken en horloges in Europa zijn afgestemd op DCF77 en kunnen automatisch hun tijd bijwerken. Dit betekent dat gebruikers hun klokken niet handmatig hoeven in te stellen bij het wisselen tussen winter- en zomertijd. Computersystemen en netwerken: In de informatietechnologie is nauwkeurige tijdsynchronisatie van groot belang voor systemen die over meerdere locaties communiceren. Bedrijven en instellingen kunnen DCF77 gebruiken om ervoor te zorgen dat hun systemen altijd gesynchroniseerd zijn met de officiële tijd. Industrie en transport: DCF77 speelt een belangrijke rol in sectoren zoals de spoorwegen, luchtvaart en telecommunicatie, waar nauwkeurige tijdsbepaling essentieel is voor coördinatie en veiligheid. Wetenschappelijk onderzoek: In onderzoeksomgevingen waarin exacte tijdmeting belangrijk is, zoals astronomie en geofysisch onderzoek, is DCF77 een betrouwbare bron voor tijdinformatie. Afbeelding: Zenderbereik in Europa van DCF77 Nauwkeurigheid en betrouwbaarheid Het primaire bereik van het DCF77-signaal beslaat een groot deel van Europa, met een foutmarge van slechts enkele milliseconden in deze zone. Dit zorgt ervoor dat het signaal in heel Europa met een hoge mate van precisie kan worden gebruikt en dat het tijdsignaal consistent en accuraat blijft door het gebruik van meerdere atoomklokken, die voortdurend worden gecontroleerd en bijgesteld om de juiste tijd te garanderen. Om de betrouwbaarheid te waarborgen, is het zendstation uitgerust met redundante systemen en een stabiele infrastructuur die ervoor zorgt dat de zender operationeel blijft, zelfs in het geval van technische storingen. Dit maakt DCF77 tot een van de meest betrouwbare bronnen van tijdsinformatie in Europa. Mogelijke beperkingen Hoewel het DCF77-signaal stabiel en krachtig is, zijn er enkele beperkingen. Aan de rand van het dekkingsgebied kan het signaal bijvoorbeeld verzwakken, waardoor de ontvangst minder betrouwbaar is. Daarnaast is het signaal gevoelig voor elektromagnetische interferentie, wat vooral in stedelijke gebieden of industriële omgevingen kan leiden tot verstoringen. Dit komt omdat apparaten zoals computers, smartphones en andere elektronische apparatuur storing kunnen veroorzaken, wat invloed heeft op de ontvangst van het DCF77-signaal. Historie en evolutie De DCF77-zender werd in 1959 in gebruik genomen en had aanvankelijk een andere functie. De zender werd oorspronkelijk gebruikt voor maritieme navigatiedoeleinden, maar door de technologische vooruitgang en de komst van satellietsystemen verschoof het gebruik steeds meer naar tijdsynchronisatie. Sinds de jaren 70 werd DCF77 officieel erkend als een bron voor tijd signalen, en het kreeg snel populariteit in zowel de publieke als commerciële sector. Met de komst van alternatieve tijdsynchronisatie systemen, zoals GPS en NTP (Network Time Protocol), zijn er nu meerdere opties voor nauwkeurige tijdsynchronisatie. Echter, DCF77 blijft relevant vanwege zijn stabiliteit, zijn onafhankelijkheid van satellieten en zijn brede dekking in Europa. In situaties waarin GPS-ontvangst beperkt is of waarin NTP niet betrouwbaar genoeg is, biedt DCF77 een alternatieve en vaak meer robuuste oplossing. Organisatie en samenwerking De DCF77-zender wordt beheerd door Media Broadcast GmbH, een Duits communicatiebedrijf dat verantwoordelijk is voor de operationele aspecten van de zender. De PTB zorgt voor de tijdsynchronisatie en de nauwkeurigheid van het uitgezonden signaal. De samenwerking tussen Media Broadcast en de PTB zorgt ervoor dat DCF77 voldoet aan de hoogste standaarden op het gebied van tijdsynchronisatie. DCF77 in de toekomst Met de voortdurende behoefte aan nauwkeurige tijdsbepaling blijft DCF77 een belangrijke rol spelen in zowel particuliere als industriële toepassingen. Het signaal biedt een betrouwbare en breed toegankelijke optie voor tijdsynchronisatie, en de aanwezigheid van een onafhankelijk langegolfsignaal blijft relevant, zelfs met de opkomst van nieuwe technologieën zoals internet-gebaseerde en satelliet-gebaseerde tijdsynchronisatie. Afbeeldingen: DCF77 zendlocatie in Mainflingen (foto Wikipedia)3 punten
-
KBC Radio vanaf 1 december op AM 891
3 puntenVanaf 1 december 2024 is KBC Radio 24/7 te beluisteren op de AM-frequentie 891 kHz (336 meter). Met deze uitbreiding versterkt de zender zijn bereik en biedt het luisteraars een nieuwe manier om te genieten van meer dan 50 jaar popmuziek. De frequentie wordt overgenomen van Rivierenland Radio. Uitgebreid aanbod en actuele informatie KBC Radio brengt non-stop muziek, aangevuld met nieuws op het hele uur en korte nieuwsflitsen op het halve uur. Daarnaast voorziet de zender in nationale en internationale verkeersinformatie via de ANWB, zodat luisteraars ook onderweg op de hoogte blijven. Meer luistermogelijkheden Naast de nieuwe AM-frequentie blijft KBC Radio ook beschikbaar via DAB+ op kavel 12B, online streams en TuneIn. Dit maakt het mogelijk om overal en altijd af te stemmen op de zender. Afbeelding: KBC logo (foto KBC)3 punten
-
Lex Harding ontvangt Gouden Harp voor bijdrage aan Nederlandse Popmuziek
Tijdens de Buma Awards in het Internationaal Theater Amsterdam krijgt Lex Harding dit jaar de prestigieuze Gouden Harp. Het nieuws over deze onderscheiding, bedoeld voor personen die significant hebben bijgedragen aan de Nederlandse muziek, werd vanochtend bekendgemaakt in de uitzending van Spraakmakers op NPO Radio 1. De 79-jarige Harding begon zijn carrière in de jaren zestig als dj bij zeezenders Radio Dolfijn en Radio Veronica, waar hij onder meer bekend werd met de Lex Harding Show. Buma prees hem voor zijn vooruitstrevende keuze om nieuwe muziek te draaien en Nederlandse artiesten zendtijd te bieden. "In een tijd waarin het niet vanzelfsprekend was om Nederlandse popmuziek te draaien, bood Harding lokale acts een platform dat een steeds groter publiek bereikte," aldus de verklaring van Buma. Harding speelde ook een sleutelrol bij de oprichting van Sky Radio, Radio 538 en de tv-muziekzender TMF. Marcel Gelauff van BumaStemra roemt zijn bijdragen als van onschatbare waarde. "Zijn naam is verbonden aan talloze legendarische initiatieven die tot op de dag van vandaag nog volop in de lucht zijn. Lex heeft met zijn pioniersdrift zoveel deuren geopend voor artiesten en daarmee uiteraard ook de componisten." De Gouden Harp werd vorig jaar toegekend aan Paul Elstak en daarvoor aan onder anderen Anna Knaup, Van Dik Hout en Ben Liebrand. Afbeelding: Lex Harding in april 2012 (foto Vincent Schriel)3 punten
-
De nostalgische column van Hans Knot 13 april 2024: 1949 deel 2
Het is toch een hele belevenis om de columns een tijdje te besteden aan datgene in mijn geboorte jaar zoal was te beleven en wel heel gericht op de maanden september tot en met december, waarin ik het levenslicht al bevatte. Niet dat ik daadwerkelijk al iets van alles meemaakte maar toch een heerlijkheid om erachter te komen wat er in die periode zoal speelde. Tweelingbroer Egbert en ikzelf kwamen ter wereld als 5 en 6de kind van Rie en Jelle Knot en wel in het Rooms Katholieke Ziekenhuis aan de Verlengde Hereweg 92 in Groningen. Het was nog de tijd dat vooral de nonnen de verzorgende factor waren en met grote kappen rondliepen en jonge moeders ondersteunden na de geboorte van hun kind en er voor zorgden dat de nieuwgeborenen gedurende de eerste levensdagen optimaal werden vertroeteld, zodat moeder de nodige rust kon krijgen. Uiteraard kon niemand van de familieleden bedenken dat in de kelder van het ziekenhuis, onder de afdeling G2, twintig jaar later ik mijn eerste stappen maakte binnen het radiogebeuren. Een simpele studio met een oude mengversterker en nog oudere microfoon. Een kleine recorder en twee draaitafels waren genoeg om via lijn 4 de zieken per week met enige uren te verpozen met vooral verzoekplaten, die deels ook religieus getint waren. Gelukkig hadden de zusters, die eerder actief waren met radio, de nodige platen van dat soort achtergelaten. Vele jaren zou ik actief blijven en zou de ziekenomroep vanaf 1973 een zeer professionele status krijgen waarbij de nodige talenten de kans kregen een stap verder te maken. Groot voorbeeld is daarvan Rob van Dam, die als Marc Jacobs eerst grote successen behaalde om vervolgens onder eigen naam zijn mooie loopbaan te vervolgen. Maar goed terug naar 1949. In de maand september ontving een radio zendamateur uit Helmond een bericht van een collega zendamateur uit België waarin deze meldde dat in Lokeren er een kind van drie dagen jong was dat in grote nood verkeerde door een scheurende buikvlies. Er werd aan toegevoegd dat de plaatselijke arts zelf verder niets kon doen maar dat hij had gehoord dat er in Utrecht een professor was die via een operatieve ingreep de reddende factor kon zijn. Maar helaas was er in België niet bekend om welke professor dit ging evenals dat zijn adresgegevens ontbraken. Gevraagd werd contact op te nemen met zendamateurs in de regio Utrecht, die wel achter de informatie konden proberen te komen. De zendamateur in Helmond kwam meteen in actie en het lukte hem om binnen een paar minuten contact te krijgen met een zendamateur uit Utrecht die beloofde op zoek te gaan naar de gegevens. Maar vrijwel tegelijkertijd kreeg de man uit Helmond, via een vertegenwoordiger van het plaatselijke ziekenhuis, al de gewenste informatie. Maar ook de collega in Utrecht wist snel info te verkrijgen en na een paar minuten kwam hij terug in de ether met een verlossend bericht. De kleine baby kon met spoed van de universiteitskliniek van Professor dr. Nubeer worden gebracht en daar werd, in samenwerking met dr. Klinkenbergh van het Sint Antoniusziekenhuis uit Utrecht, de operatie uitgevoerd. En dus werd dezelfde avond nog de baby vanuit België naar Utrecht vervoerd. En eind september werden de zendamateurs met een verblijdende bericht verrast en wel dat, mede dankzij hun snelle acties, de operatie was geslaagd en dat het patiëntje vrijwel geheel hersteld naar de ouders in Lokeren was teruggekeerd. Ook in 1949 bleek dus al dat deze vorm van communicatie tot een mooi vervolg kon leiden. Wat betreft het volgende bericht weet ik, 75 jaar later, niet of we dit serieus dienen te nemen maar het heeft wel te maken met een vorm van communicatie. Want dankzij een voor die tijd nieuwe uitvinding in Amerika was het voor baby’s automatisch mogelijk hun ouders te waarschuwen, wanneer zij een schone luier nodig hadden. Ja zelfs de melk opzetten, als zij midden in de nacht van honger en dorst gingen schreeuwen, was mogelijk. In een destijds nieuw soort luier waren twee thermosplaatjes aangebracht, die uiterst gevoelig waren voor verandering in vochtigheidsgraad en wanneer deze intrad een neonlicht boven de wieg aan het branden bracht. Wanneer de baby van honger ging schreeuwen, werd het geluid in een microfoon opgevangen, die contact maakte en een elektrische spoel aan het gloeien bracht, waardoor een flesje melk gewarmd werd. Wanneer de melk de vereiste temperatuur begon te bereiken, ging een wekker af, waarvan het geluid na korte tijd door een microfoon versterkt werd. Deze uitvindingen werden destijds gedaan in een laboratorium te Washington, waar verschillende jonge vaders werkten, die de lasten van het ouderschap trachtten te verlichten. Over veertien dagen andermaal een aflevering van de serie columns over 1949. Hans Knot, 13 april 2024 Afbeelding R.K. Ziekenhuis Groningen3 punten
-
Kamermeerderheid ondersteunt behoud NTR-programma’s via fusie met NOS (update)
Een meerderheid in de Tweede Kamer heeft zich uitgesproken vóór het behoud van de programma’s van taakomroep NTR. Onder andere GroenLinks-PvdA, VVD, NSC, D66, SP, VOLT, PvdD en ChristenUnie steunen het voorstel om de NTR niet op te heffen, zoals minister Bruins (OCW, NSC) eerder voorstelde, maar in plaats daarvan te laten fuseren met de NOS. Hiermee blijft een reeks herkenbare programma’s behouden, waaronder Het Klokhuis, Nieuwsuur, De Kennis van Nu, De Gouden Boekenkast en het Sinterklaasjournaal. Deze programma’s vallen onder het wettelijke takenpakket van de NTR, dat zich richt op educatie, jeugd, cultuur en informatievoorziening. De voorgestelde opheffing van de NTR werd vorige week bekendgemaakt in een brief van minister Bruins over de hervorming van het publieke bestel. De Kamermeerderheid heeft dit voorstel nu afgewezen. In plaats daarvan krijgt de NTR een plek binnen een bredere taakomroepstructuur door samen te gaan met de NOS, waarbij de wettelijk vastgelegde taken behouden blijven. De uitzendingen van de betrokken programma’s gaan vooralsnog gewoon door. Met het besluit van de Kamer lijkt een groot deel van de educatieve en neutrale publieksprogrammering veiliggesteld binnen het toekomstige omroepbestel. Tegelijkertijd loopt er nog een bredere discussie over de herstructurering van het publieke bestel, waarbij taakomroepen, fusies en de toekomst van programmamerken onderdeel zijn van het parlementair debat. Dinsdag werd bekend dat AVROTROS en PowNed vanaf 1 januari 2029 samen het eerste omroephuis gaan vormen. Beide omroepen werken nu al samen op organisatorisch vlak, onder meer op het gebied van ICT, juridische zaken, financiën en HR.2 punten
-
NTR lanceert petitie tegen voorgenomen opheffing door minister Bruins
De NTR maakt zich zorgen over haar toekomst binnen het publieke omroepbestel. Aanleiding is het voornemen van minister Bruins om de omroep in haar huidige vorm op te heffen. Naar aanleiding hiervan heeft de NTR een petitie gelanceerd met de oproep om de omroep te behouden als onafhankelijke partij binnen het publieke bestel. De aankondiging van het voornemen komt enkele weken voor het geplande Kamerdebat op 14 april waarin onder meer de positie van de NTR aan bod zal komen. Volgens de NTR ondermijnt het voorstel de wettelijke taak die de omroep nu al vervult op het gebied van educatie, cultuur, jeugd, wetenschap en informatievoorziening. De omroep benadrukt dat juist in een tijd waarin publieke media onder druk staan en desinformatie toeneemt, een neutrale positie van groot belang is. De huidige structuur waarin de NTR een wettelijk vastgelegde taak vervult zonder ideologische of levensbeschouwelijke missie, zou volgens de initiatiefnemers van de petitie behouden moeten blijven. De petitie roept op om de wetgeving rondom de NTR te respecteren en geen taken onder te brengen bij andere omroepen met een eigen missie. Daarbij wordt gewezen op het risico van versnippering van de programmering en het verdwijnen van neutrale, breed toegankelijke inhoud. In aanloop naar het Kamerdebat zet de NTR zich in om het belang van haar rol binnen het publieke bestel en de continuïteit voor medewerkers onder de aandacht te brengen van politiek en publiek. De organisatie vraagt burgers om de petitie te ondertekenen om steun uit te spreken voor het behoud van de NTR in haar huidige vorm.2 punten
-
De nostalgische column van Hans Knot 29 maart 2025: Terug naar 1963
Liefst 62 jaren terug in de tijd en dus naar 1963, het jaar waarin ik 14 jaar werd. Toch is er uit dat jaar het menige bewaard gebleven vanwege het gegeven dat in die tijd de verzamelwoede al had toegeslagen. Inmiddels was ik in de tweede klas middelbaar onderwijs beland en werden de vele nieuwe ontdekkingen op allerlei gebied met klasgenoten gedeeld. Natuurlijk gebeurde dit vooral met de jongens uit de klas, waarbij de eerste – van onder de toonbank door oudere schoolgenoten gekochte ‘vieze boekjes’- licht seksuele ontdekkingen werden gedaan en veel over de meisjes in de klas, in de fietsenstalling, tijdens de pauze werd gesproken. Er kwam ook veel informatie tot mij via de wekelijkse leesportefeuille, die in de kapsalon van mijn ouders was te vinden. Ze hadden een abonnement op de editie van zes weken oud en dat betekende dat de tijdschriften na de week van levering mochten worden gehouden. Lang niet alles was interessant te noemen maar toch was er genoeg om te bewaren en weggestopt te worden onder in de houten bank, waarop de wachtende klanten in de salon zaten. Gedurende de weekenden was het soms een gevecht om als eerste bepaalde tijdschriften te lezen. Ikzelf vond de Katholieke Illustratie meer dan de moeite waard. Achteraf gezien ging dit vooral om de vele, prachtige, foto’s die in ‘zwart wit’ waren afgedrukt. Maar zeker ook om op de hoogte te worden gehouden omtrent de ontwikkeling op het gebied van de muziek. Daartoe was er ook ruimte gemaakt voor nieuwtjes op dit gebied, verzameld door Skip Voogd. Skip Voogd, die in december 2021 op 88-jarige leeftijd kwam te overlijden, wist je met zijn korte maar zeker voor die tijd informatieve nieuwtjes te trekken naar vaak de laatste twee pagina’s van het weekblad. Dit vooral omdat informatie over jongeren muziek en de filmwereld schaars elders waren te vinden in de leesmap. In het nummer van de Katholieke Illustratie van 7 december 1963 was bijvoorbeeld te lezen dat er in Frankrijk plannen waren te komen tot een filmproductie over het leven van Maurice Chevalier. Voogd voegde eraan toe: ‘een biografie dus. De meester van het Franse Chanson wordt er tot in zijn veertigste jaar in afgebeeld door Sacha Distel en de latere jaren is de hoofdrol voor Chevallier zelf gepland’. Skip had in dat nummer ook ruimte ingericht om te berichten over de snelle opkomst van een nieuwe Nederlandse zanger, die in december 1963 als populairste Nederlandse zanger was uitverkoren door de WK Poll en dus de lezers. Van Rob de Nijs werden enige uitspraken door Voogd terug gehaald waaronder zijn mening over een andere opkomende zanger, Johnny Lion. Dat had hij gehaald uit een artikel dat was verschenen in de Nieuwe Tilburgse Courant van 16 november 1963. De Nijs: ‘Hoe ik Johnny Lion vind? Ach ik heb weinig tijd om naar allerlei amateurs te luisteren. Alleen de echte groten interesseren me.’ Skip heeft daarna wel geprobeerd De Nijs zelf te spreken hetgeen niet was gelukt maar kon geen bevestiging krijgen of de gepubliceerde mening echt was gegeven. En beide heren waren in 1965 en 1966 gedurende een lange periode te zien met hun optredens in het Circus van Boltini, waar ze zij aan zij ‘Het ritme van de regen’ ‘Sophietje’ en meer het publiek deden verblijden. De rubriek, die Skip Voogd ons wekelijks bracht, heette ‘Alleen voor Tieners’. Naast muziek en filmnieuws was er ruimte voor het aanstippen van nieuwe boeken en was er een overzicht van de Nederlandse Teenager Hitparade. In de week van 7 december stond in die lijst Trini Lopez op nummer 1 met het nummer ‘If I had a hammer’, gevolgd door Johnny Halliday met ‘Tes Tendres Années’. Als Groninger deed het mij destijds al goed dat de uit onze provincie afkomstige Imca Marina op de achtste plaats stond met het Duitstalige nummer ‘Lass mein Herz nicht weinen’. Afsluitend aangaande de rubriek van Skip Voogd herinner ik mij dat er ook altijd wel ruimte was voor kleine weetjes die geen betrekking hadden op de eerder genoemde onderwerpen. Zo was er een bericht te lezen in de Wereldkroniek van 7 december 1963 waarmee hij zeker een glimlach op de gezichten van lezers heeft gekregen. Hij bracht het onder de noemer: ‘In het hol van de leeuw’. Het was namelijk dat in de maand september voorafgaand een New Yorkse kelner was veroordeeld tot een straf wegens een grote diefstal. Echter kon hij aan zijn bewakers ontsnappen en bleef lange tijd onvindbaar, ondanks de naspeuringen van de Amerikaanse politie. Skip Voogd kwam met bericht dat uiteindelijk de speurtochten van de politie tot succes hadden geleid: ‘En Hoe! De vluchteling werd gevonden in de kantine van de F.B.I., de wereldberoemde Amerikaanse Opsporingsdienst, waarbij hij notabene onder een andere naam werkte als bordenwasser.’ In de vroege winter van 1963 was er niet alleen een ijzige periode maar ook ruimte om bij de kachel te kruipen om bijvoorbeeld op zondag te luisteren naar de radio. Soms was er ruimte voor de Nederlandstalige service van Radio Luxemburg, een andere keer voor Hilversum 1 en 2. Als er sprake was van luisteren naar Radio Luxemburg, dan kon dat via de 208 meter tussen half 8 in de ochtend en 2 uur in de middag. Daarna verdween de Nederlandstalige service om ruimte te maken voor programma’s van de Oosterburen. Door de week duurden de Nederlandstalige – de Vlamingen spraken van Vlaamstalige programma’s – tot 1 uur in de middag. De zondag opende met een Katholieke Geestelijke causerie, zoals het werd omschreven, gevolgd door een vier minuten lang muzikaal intermezzo. Daarna was er ruimte voor een korte Evangelische dienst tot 8 uur waarna nog een tweetal religieuze programma’s volgden tot goed half 9. Daarna was het echt nog geen ruimte voor de meer onderhoudende programma’s want eerst volgde: ‘De week in de wereld’, met een overzicht van het wereldnieuws van de vorige week, gevolgd door een programma met interviews met mensen die in het nieuws stonden. Pas om kwart na 9 was er echt sprake van een ontspannend programma, ‘Leve de Zondag’, dat duurde tot 3 minuten voor 10 toen er ruimte was voor andermaal nieuwsflitsen. Het voornoemde programma werd trouwens gepresenteerd door de latere Veronica presentator Stan Haag. Daarna volgden er tal van korte amusementsprogramma’s waarbij namen van Henk en Teddy Scholten, Joop Reinboud, Louis Baret en Herman Emmink niet mogen worden vergeten als het ging om de presentatie. Een ander programma dat er op zondag uit ging was er een voor de kinderen, waarbij ‘Ibbeltje’ voorbij kwam met Annie MG Schmidt en Wim Ibo. Even de rode draad van het verhaal: Ibbeltje was een meisje van een jaar of 10 dat met haar vader, haar moeder en de twee katten Rosencrantz en Guildenstern in een huis woonde. Haar moeder was één van de meest bijzondere mensen in haar omgeving: ze was vroeger een kat geweest (een dikke rooie), en kon daardoor met katten praten. Een steeds weer terugkomende figuur was de schatrijke mijnheer Pinkepank die geen dubbeltje kon missen en de familie Katzwijm telkens een hak probeerde te zetten. Ibbeltje verscheen gelijktijdig op de radio als hoorspel en in het weekblad Televizier als verhaaltje met illustraties van Fiep Westendorp. Op de radio werd de 'luisterstrip' uitgezonden door Radio Luxembourg en Radio Veronica. Als sponsor was de Venz hagelslag belangrijk. De uitzendingen liepen van september 1962 tot mei 1963. Deze zijn in 1964 opnieuw uitgezonden via Radio Noordzee vanaf het REM eiland. Dat het niet goed ging met Radio Luxemburg was terug te lezen in de rubriek ‘Hallo, Hallo, Hier is Radio Luxemburg in de januari editie van ‘Muziek Parade’. Het was een aangekleed verzoek van Leo Persyn, voorzitter van de vriendenkring van het radiostation, die schreef: ‘De inkt van mijn brief voor het magazine van Radio Luxemburg, dat op 15 december verscheen, was nog niet helemaal droog toen ik een telefoontje kreeg van de Muziek Parade met het dringend verzoek de kopij met bijdrage voor deze rubriek te sturen. Ik ben dan ook maar onmiddellijk in de pen geklommen, maar uiteraard heb ik niet veel nieuws te vertellen. Het nieuws dat ik had staat in het laatste nummer van RL’s Magazine. Ik spreek alleen de hoop uit dat al onze vroegere leden zich rondom onze nieuwe banier zullen scharen en dat vele sympathisanten, zowel in Nederland als in het Vlaamse land, onze rangen weer zullen aanvullen. Zij, die zich reeds opnieuw lieten inschrijven als lid van de ‘Vriendenkring’ en die vandaag ‘Muziek Parade’ in hun bus vonden, kregen héél zeker niet het gevoel een verkeerde keus te hebben gemaakt.’ Hans Knot, 29 maart 20252 punten
-
National Lottery overweegt financiering voor behoud van Ross Revenge
De liefdadigheidsorganisatie die zich inzet voor de toekomst van de Ross Revenge, dat onder meer dienst deed als zendschip voor Radio Caroline, heeft groen licht gekregen van het National Lottery Heritage Fund om haar plannen voor droogdokonderhoud verder uit te werken. Dit is een belangrijke vooruitgang in de inspanningen om de Ross Revenge te behouden. De organisatie heeft inmiddels zelf £340.000 ingezameld dankzij donaties van toegewijde supporters. Dit bedrag is cruciaal om aan te tonen dat er voldoende draagvlak is voor het project en vergroot de kans op aanvullende financiering vanuit de National Lottery. Na een eerste benadering door de organisatie vorige maand, heeft het National Lottery Heritage Fund positief gereageerd. Een formele “Expression of Interest” werd ingediend door een van de beschermheren van de stichting, waarna het fonds aangaf bereid te zijn om verdere details te overwegen en richtlijnen te bieden voor een volgende aanvraagfase. Hoewel dit een veelbelovende stap is, blijft er nog veel werk te verrichten. De stichting moet gedetailleerde plannen opstellen, waaronder een kostenraming voor het verslepen en droogdokonderhoud van het 1.000 ton wegende schip. Indien de aanvraag succesvol is, kan de loterij financiering verstrekken in fasen, tot een maximum van £250.000. Eventuele investeringen zullen gepaard gaan met voorwaarden. De National Lottery financiert geen puur technische reparaties, maar ondersteunt projecten die rekening houden met duurzaamheid, milieueffecten en educatieve meerwaarde. De stichting moet aantonen dat de restauratie van de Ross Revenge voordelen biedt voor toekomstige generaties, bijvoorbeeld door het schip een educatieve functie te geven. Om hieraan te voldoen, wordt overwogen om het voorste gedeelte van de Ross Revenge te ontwikkelen tot een tentoonstellingsruimte waarin zowel de geschiedenis als vissersschip als de rol als zendschip wordt belicht. De fondsenwervingscampagne loopt ondertussen door, donaties blijven essentieel om het project te realiseren. Ross Revenge in Blackwater River 2023 (foto Vincent Schriel)2 punten
-
Orfordness: Zendlocatie aan de Britse Noorzee kust
Orfordness is een van die mystieke plekken aan de kust van Suffolk, Engeland, die doordrenkt is van geschiedenis en verhalen. Het verhaal van deze zendlocatie begint in de vroege 20e eeuw en reikt tot de hedendaagse radiogolven die nog steeds via deze locatie worden uitgezonden. Het is een verhaal van technische vooruitgang, militaire betrokkenheid en een rijke erfenis in de radiogeschiedenis. Het ontstaan van Orfordness De geschiedenis van Orfordness begint in de vroege jaren 20 van de vorige eeuw toen de Marconi Company, pionier op het gebied van radiocommunicatie, besloot de smalle landtong aan de kust van Suffolk te gebruiken voor een nieuwe zendlocatie. De ligging van de locatie was ideaal voor het uitzenden van radiogolven zonder onderbrekingen, en de strategische ligging zou ervoor zorgen dat de signalen sterk en helder over duizenden kilometers konden reizen. Orfordness werd snel een cruciaal knooppunt in de Britse radiocommunicatie. Tijdens de Tweede Wereldoorlog veranderde de zendlocatie van Orfordness in een belangrijk militair communicatienetwerk. De zenders werden gebruikt om orders te versturen naar Britse schepen en vliegtuigen, evenals voor onderzeeërcommunicatie. Deze militaire toepassingen maakten van Orfordness een onmisbare schakel in de verdediging van Groot-Brittannië tijdens de oorlog. Na de oorlog werd de locatie omgevormd voor civiele radiobedoelingen, en de geschiedenis van het zendstation begon een nieuwe fase. Radiostations die Orfordness gebruikten De jaren na de oorlog begon er een periode van technische innovatie en uitbreiding voor Orfordness. Het werd een belangrijke locatie voor radiouitzendingen. De BBC World Service maakte intensief gebruik van deze locatie om nieuws en entertainment wereldwijd te verspreiden via de middengolfzenders op de frequenties van 648 kHz en 1296 kHz. Deze frequenties en de locatie waren ideaal voor het bereiken van een breed internationaal publiek. De frequentie van 648 kHz werd vooral gebruikt voor uitzendingen naar West Europa, terwijl de 1296 kHz meer gericht was op het uitzenden van programma's voor Oost Europa. Naast de BBC maakten ook radiostations gebruik van deze zenders om hun programma's uit te zenden, zoals de Nederlandse stations Radio Nationaal en Radio Nederland. Radio Caroline Een bijzonder hoofdstuk in de geschiedenis van Orfordness komt in de vorm van Radio Caroline, een legendarisch radiostation dat nog steeds uitzendt vanaf deze locatie op 648 kHz. Opgericht in 1964, was het een van de eerste radiostations die uitzond vanaf zee naar Engeland. Het station was een symbool van verzet tegen de BBC-monopolies op het gebied van radio-uitzendingen en bood een alternatief voor de commerciële en publieke radiouitzendingen van die tijd. Hoewel de zendtorens van Orfordness niet meer de glorie van weleer uitstralen, blijven ze een belangrijk onderdeel van de Britse radiogeschiedenis. Bezoekers kunnen nog steeds de oude gebouwen en zendapparatuur verkennen, een stille getuige van de technologische innovatie en menselijke ambitie die hier ooit plaatsvond. De locatie zelf biedt een prachtig uitzicht over de Noordzee. Afbeelding: Orfordness uitzendlocatie (foto Wikimedia Commons)2 punten
-
Zendstation Moosbrunn stopt eind dit jaar de uitzendingen op de kortegolf
Op 19 oktober 2024 stopte de laatste kortegolfuitzending van de Oostenrijkse Omroep ORF op de kortegolf frequentie 6155 kHz via zendstation Moosbrunn. Deze beslissing volgt op het besluit van Adventist World Radio (AWR) om alle externe kortegolfuitzendingen te beëindigen en zich uitsluitend te richten op hun zender op Guam. Hierdoor wordt ook het zendstation Moosbrunn, gelegen bij Wenen, aan het eind van dit jaar gesloten. Laatste uitzending Moosbrunn De kortegolfzender op 6155 kHz, die sinds de jaren ’60 werd gebruikt door ORF’s internationale radiodienst Radio Österreich International, zond recent nog 33 minuten uit op werkdagen. Ondanks het einde van het officiële buitenlandse programma in 2003, bleef deze frequentie bijna twee decennia in gebruik voor andere doeleinden. De sluiting was echter onvermijdelijk, vooral nadat AWR aankondigde per 27 oktober al hun externe zendtijd te annuleren. Verminderde activiteit door stijgende energieprijzen Het zendstation in Moosbrunn was de afgelopen twintig jaar afhankelijk van contracten met externe klanten. In 2023 werd een deel van deze contracten niet meer verlengd door de sterk gestegen energieprijzen. Twee zenders, elk met een vermogen van 100 kW en geïnstalleerd in 2000, bleven operationeel. Diverse gespecialiseerde antennes, waaronder een rondstralende quadrant-antenne en een draaiende log-periodische antenne, werden nog gebruikt. Toekomstige uitzendingen tot het einde van het jaar Enkele uitzendingen staan nog gepland tot aan de definitieve sluiting van Moosbrunn eind 2024. Zo zal Radio DARC op de frequentie 6070 kHz elke vrijdag tussen 11.00 en 12.00 uur te horen zijn en ook op tweede kerstdag extra uitzenden. Radio Joystick zendt op 7330 kHz uit op 3 november en 1 december. Het zendstation sluit op 24 december af met een laatste uitzending via 9635 kHz, als onderdeel van de jaarlijkse kerstgroet van de Norddeutscher Rundfunk (NDR) aan zeevarenden. Wereldwijd verminderd gebruik van de kortegolf Het besluit van AWR om al hun externe kortegolfcapaciteiten te beëindigen heeft gevolgen voor meerdere zendstations. In Sri Lanka verloor het nationale station SLBC bijna elf uur zendtijd door AWR’s terugtrekking. Vergelijkbare verliezen vonden ook plaats in Nauen (Duitsland) en bij de voormalige Wereldomroepzender in Madagaskar, waar de kortegolfuitzendingen nu grotendeels verdwenen zijn. Adventist World Radio AWR begon in de jaren ’30 van de vorige eeuw met kortegolfuitzendingen in de Verenigde Staten en breidde zich later wereldwijd uit. Hun eerste zenderlocatie buiten de VS was in Portugal, waar zij samenwerkten met de Deutsche Welle. Door de jaren heen zijn meerdere pogingen om zenders in andere landen te exploiteren gestopt vanwege technische en politieke obstakels, waaronder stations in Malta, Andorra en Italië. Uiteindelijk beëindigde AWR al hun kortegolfuitzendingen in Europa. Afbeelding: Controlekamer van Moosbrunn (foto wdwd/wikipedia)2 punten
-
Langegolf radio keert terug in Finland met Arctic 252
Arctic 252, een nieuw radioproject gevestigd in Inari, Finland, brengt de langegolf weer tot leven op de historische frequentie van 252 kHz, ooit gebruikt door de nationale omroep YLE. Het radiostation is een idee van de Britse expat Matt King, die nu woont in Inari in het noorden van Finland. Een historische frequentie nieuw leven inblazen De keuze voor 252 kHz is geen toeval. Deze frequentie werd decennialang gebruikt door de YLE Langegolf zender vanuit Lahti. Deze zender speelde een cruciale rol in de communicatie in afgelegen gebieden van Finland, maar werd in 1993 uitgeschakeld vanwege veranderende technieken. Nu blaast Arctic 252 deze traditie nieuw leven in, in samenwerking met Laser 558. Volgens het internationale GE75 ITU-plan heeft Finland slechts 252 kHz toegewezen gekregen voor langegolf. Hoewel er interferentie kan zijn met uitzendingen uit Algerije op dezelfde frequentie, werkt het team van Arctic 252 aan oplossingen en hoopt het in de toekomst een exclusief kanaal toegewezen te krijgen. Technische uitdagingen en vooruitgang De ontwikkeling van Arctic 252 omvat het bouwen van een nieuwe antenne om het bereik te vergroten. Er is toestemming verleend om een paraplu-antenne te installeren op een drassige ondergrond, ideaal voor aarding. De winterse omstandigheden vertragen de constructie, maar de tijdelijke opstelling kan al signalen uitzenden in de regio Inari. Een 1 kW-zender, aangepast voor de langegolf uitzendingen, is in de testfase. Hoewel een 125 kW-zender met bijbehorende apparatuur beschikbaar is, zijn de kosten momenteel onhaalbaar voor dit kleinschalige project. Publieke steun speelt een cruciale rol bij het realiseren van deze ambitieuze plannen. Uitzendschema en toekomstplannen De eerste testuitzendingen zijn gepland in november 2024, gevolgd door speciale kerstprogramma’s op 25, 26 en 27 december en een eindejaarsuitzending op 31 december. In 2025 hoopt Arctic 252 te starten met reguliere weekenduitzendingen. Kijk voor meer informatie op de website van Arctic 252.2 punten
-
Column Vincent Schriel: Alle radiozenders van de NPO in één app
De publieke omroep heeft ervoor gekozen om alle radiozenders onder te brengen in één app: NPO Luister. Dat je alles in één app onderbrengt is niet zo'n gek idee. Je hoeft er maar één te installeren en je hebt alles bij de hand. En het onderhouden van een app voor de hele NPO kost altijd minder dan wanneer elke zender zijn eigen app beheert. Ook voor de eindgebruiker is dit een verbetering. Ik heb de NPO Luister app al een tijdje op mijn telefoon staan, maar het nodigde niet uit om te gebruiken. Voor mijn gevoel lag de nadruk meer op podcast en minder op radio. Dat is inmiddels wel anders: alle tien de radiokanalen van de NPO staan prominent bovenaan. Swipe naar je favoriete zender en klik op Luister Live. Makkelijker kan het niet. De programma’s die je graag hoort kan je toevoegen aan je favorietenlijst: Mijn Luister. Na het openen van de app ben je dan in twee klikken bij het betreffende programma en kan je deze zelfs tot ruim een maand terugluisteren. De gedraaide platen zijn zichtbaar in de playlist en als je het leuk vind kan je ook meegluren in de radiostudio. Er is een programmagids voorhanden waarmee je, naast het programmaoverzicht van vandaag, tot drie dagen vooruit en terug kan kijken. Maar is dit het nou? Houden we bijvoorbeeld de scheiding tussen radio en TV? En hoe zit het met de regionale publieke radiozenders? Houden die wel hun eigen app? Hoe hebben ze het in België opgelost? De VRT heeft ervoor gekozen om radio, TV en podcast onder te brengen in één app: VRT MAX. Op je smartphone of tablet werkt dit prima en is het wat mij betreft een goede keuze. Alleen is het jammer dat ze dit, voor wat radio betreft, ook hebben doorgetrokken naar de websites. Alleen Radio 1 en Radio2 hebben nog een eigen site, de rest is ondergebracht bij VRT MAX. Je kan alle informatie van voor het onderbrengen in VRT MAX inmiddels niet meer raadplegen en iets opzoeken via de VRT MAX website is een uitdaging geworden. Maar kan het, wat radio betreft, beter? Ja, BBC Sounds. Geen TV maar wel alle radiostations en podcasts van de BBC in één overzichtelijke app. Ook de regionale zenders, de themakanalen en de World Service. Je kan elk programma tot een maand terugluisteren, de programmagids gaat ook een maand terug en je kan een week vooruit kijken. Daar waar je graag naar luistert kun je onderbrengen in de favorietenlijst en terugluisteren wanneer jij er tijd voor hebt. En de look and feel van de app heeft de BBC gelukkig ook overgenomen op de websites van de diverse radiostations. Dit is compleet, dit is zoals het moet zijn. De ambitie van NPO is, zoals zij dit zelf zeggen, om zowel traditionele radio als on-demand audio beter te integreren. De eerste stap lijkt hiermee gezet. Maar hopelijk kijken ze voor de verdere ontwikkeling van de NPO Luister app naar de andere kant van de Noordzee en niet naar onze zuiderburen. Vincent Schriel, 24 november 2024 Afbeelding: Pexels.com/Sanket Mishra2 punten
-
Radio Nord via de MV Mi Amigo
2 puntenHet verhaal van Radio Nord via de MV Mi Amigo van Paul Jan de Haan werd eerder in twee delen gepubliceerd in het radio magazine Freewave (16 juli en 6 augustus 1979). Als ik voor het eerst de pen op papier zet voor dit verhaal is het eerste Paasdag 1979. Op de radio het nog zeer zwakke signaal van Radio Caroline. Neptunes moet een zwak hebben voor de Mi Amigo. Nadat het schip enkele maanden geleden net niet zonk is het voor de zoveelste maal gelukt Caroline in de ether te krijgen. En dan te bedenken dat het op deze dag bijna 20 jaar geleden is dat de MV Mi Amigo werd uitgerust als zendschip. Toen de Magda Maria of ook wel de Bon Jour geheten. In ieder geval de bases van Radio Nord, voor de Zweedse kust. Het verhaal van Radio Nord, kunt u, voorzien van vele exclusieve foto's en stickers, in de komende edities van Freewave lezen. Als bronvermelding wil ik vermelden: Radio Nord kommer Tillbaka, geschreven door Jack Kotschak in 1963. November 1959. Een ontmoeting tussen Gordon McLendon en Jack Kotschack op het vliegveld van Stockholm in Zweden. Bij een bespreking thuis bij Kotschack valt het McLendon op dat de Zweedse radio nagenoeg alleen praatprogramma's uitzendt. Na veel heen en weer gepraat over het wel en wee van de radio in Zweden en de betrokkenheid van McLendon met de Amerikaanse radio scene durft Kotschack de volgende zin te lanceren: "Laten we voor Zweden een radiostation beginnen". Hier wordt het de lezer duidelijk dat het een zeezender zou gaan worden: Radio Nord. McLendon ging als snelle beslisser akkoord, maar er was één groot bezwaar. Volgens de Amerikaanse wetgeving is het niet toegestaan meer dan 7 radiostations te bezitten. En dat maximum had McLendon al bereikt. Een ervan was de bekende top 40 zender KLIF radio in Dallas, Texas. Op dat punt werd er een derde persoon in betrokken, namelijk Robert Thompson. Nadat de Amerikaanse investeerders overtuigd waren van de noodzaak om een schip te kopen als bases voor de uitzendingen kon men op zoek gaan. Dit leidde de Radio Nord ploeg naar Kiel in Duitsland waar hun droomboot lag. De Olga, klein, roestig, uitgeleefd en ze stonk naar vis. Wat een schip. Het beste schip in Duitsland volgens de verkopers. Of dat zo was zou de toekomst leren. Nu anno 1979 weten u en ik het. Ter verduidelijking: de Olga werd de Bon Jour en later de… MV Mi Amigo. Tussen door een klein stukje geschiedenis over de Olga. Afbeelding: De drie heren van Radio Nord v.l.n.r. Robert Thompson, Jack Kotschack en Gordon McLendon Voorheen geheten de SS Margarethe werd ze in 1921 afgebouwd. In eerste instantie een stalen driemaster, 30 meter lang, 156 ton groot. In 1927 werd het een motorschip en het geheel werd verlengd tot 44 meter en 250 ton groot. Na inspectie van scheepsexperts bleek het schip in een goede conditie te verkeren. Een pak van het hart van Kotschack en de zijnen. Het schip werd gekocht en versleept naar de werf van Norder in Hamburg om het geschikt te maken als zendschip. Vergelijk de foto's van de Olga en de Bon Jour en je ziet duidelijk de metamorfose. Er werd een nieuwe brug opgebouwd alsmede een zogenaamd dekhuis voor de studio's, kombuis, messroom e.d. Benedendeks verrezen nieuwe hutten voor de radiobemanning. Het verblijf in Hamburg gaf op den duur problemen. Uit de Tweede Wereldoorlog was nog een wetgeving overgebleven welke het verbiedt masten voor schepen hoger dan 20 meter te construeren. In eerste instantie zou de Bon Jour 2 masten van 43 meter hoogte krijgen. Later bleek het technisch gezien mogelijk om via één mast te gaan uitzenden. Intussen was het de Duitse PTT niet onopgemerkt gebleven dat de Bon Jour een zendschip zou gaan worden. De werf werd in kennis gesteld van dit strafbare feit en op haar beurt gelaste deze het vertrek van het nog incomplete zendschip. De volgende bestemming was de vrijhaven van Kopenhagen, waar de zender ingebouwd moest worden. Om uit 6.000 losse onderdelen een zender te maken moest de hoofd technicus van KLIF, Glen Callison, eraan te pas komen. Tevens werd in Kopenhagen de zendmast opgericht. Op 20 december 1960 was alles gereed voor de proefuitzendingen en het schip ging voor anker 6 mijl uit de kust van Stockholm. Het gehele avontuur kon gaan beginnen. Althans dat dacht men. Voor Jack Kotschack zou Kerstmis 1960 één grote nachtmerrie worden. Wat er tussen 20 december 1960 en de kerstdagen allemaal misliep onthullen we verderop in ons verhaal. Eerst gaan we even bekijken welk idee Jack Kotschack had omtrent de programmering van zijn Radio Nord op 495 meter in de middengolf. Afbeelding: De Bon Jour op zee voor de kust van Stockholm Op één van zijn zakenreizen naar de VS kwam hij uiteraard ook in Dallas terecht bij zijn mede firmanten McLendon en Thompson. Daar luisterde Kotschack uitgebreid naar KLIF. Bij de bezoeken aan de studio's van KLIF viel hem op dat de deejay hier tevens technicus was en dat dit systeem een goed en snel programma opleverde zonder de problemen van onbegrip tussen de technicus en de deejay. Als je volgens dit systeem werkt kan er niet veel misgaan. Als primeur had Radio Nord de zogenaamde spotmaster, ofwel de jingle machine Een apparaat dat in de begin 60er jaren alleen door AFN in Europa werd gebruikt. Het Top 40 formaat was volgens Kotschack niet geschikt voor Radio Nord. De muziek politiek zou lichte muziek worden. Lichte muziek waaronder natuurlijk ook pop uit de begin 60er jaren. Verder tijdens de avonduren veel country en jazz. Ook is er nog klassieke muziek geweest maar dit bleek op den duur toch niet bij het imago van Radio Nord te passen. We pakken de draad van Kerstmis 1960 weer even op. De pers werd voorgelicht omtrent het kerstcadeau Radio Nord. Er werden speciale kerstprogramma's gemaakt en iedereen was erg optimistisch. Nadat de Bon Jour op 20 december 1960 Kopenhagen had verlaten liet Kotschack telegrammen verzenden aan alle potentiële adverteerders. De telegrammen moesten op eerste Kerstdag bezorgd worden met de tekst: 'Stem af op de 495 meter in de middengolf en luister naar het modernste radiostation van Europa.' Dinsdags dus was de Bon Jour uitgevaren. Twee dagen zou de reis duren. Donderdags was iedereen op het Nord kantoor en luisterde op 495 meter. Niets was er te horen. De klap kwam na vrijdag 22 december. De vissersboot Dannette met radiotelefoon aan boord melde dat op de officiële ankerplaats van de Bon Jour niets te zien was behalve water en nog eens water. Waar is de boot, waar is de boot? De meest moderne radiozender van Europa was sinds 20 december verdwenen. Radio Nord, de modernste? De Bon Jour een modern radioschip? Nee. Aan boord geen radiotelefoon, alleen kaart en kompas. En niet te vergeten een derderangs kapitein. Wat was er allemaal misgegaan. De Bon Jour had Kopenhagen 's avonds om 06:00 uur verlaten en omdat er mist ontstond liet de kapitein om 08:30 uur het anker vallen. De volgende dag, 21 december, werd de reis voortgezet terwijl de wind toenam tot 12 meter per seconde. Bij dit stormpje bleek al dat de werf in Kopenhagen slecht werk had afgeleverd. De bevestiging van de mast op het schip begon los te laten. Afbeelding: Radio Nord ontvangstgebied Wederom ging de Bon Jour voor anker om het euvel te verhelpen. Vrijdag 23 december werd de reis voortgezet. Deze reis eindigde op de zogenaamde ankerplaats. Ook hier bleek weer dat de kapitein in feite een scheepsjongen was. De ankerplaats was volkomen fout. Wederom voer de Danette uit om te zoeken en na vele uren kwam bij Kotschack het nog enigszins geruststellende bericht binnen dat de Bon Jour nog boven de zeespiegel verkeerde en niet eronder zoals men vreesde. Alle mankementen zouden binnen enkele uren verholpen zijn en dan kon het dan toch beginnen. Wederom ging er weer een dag voorbij en Kotschack kreeg de kriebels wanneer hij aan die 2.000 telegrammen dacht. Radio Nord in de lucht op de 495 meter. Was het maar waar. Een telefoontje van technicus Bob Reitzel bracht Kotschack tot de grootste wanhoop. Bob: 'Het schip is verlaten, de bemanning is in veiligheid.' Hoe was dit alles nu eigenlijk mogelijk? Wel, onze kapitein constateerde dat de zendmast rammelde en ongetwijfeld binnenkort naar beneden zou vallen. Daar kwam nog bij dat onze stoere zeeheld kiespijn had en zo snel mogelijk naar een tandarts wilde. Dit alles bij elkaar opgeteld leidde tot één conclusie: de bemanning moest het schip verlaten. De kapitein gaf het goede voorbeeld. Hij ging eerst. De moeilijkheden vielen wel mee. In feite waren alleen twee metalen delen van de zendmast onophoudelijk tegen elkaar geschoven en dat vreemde geluid beangstigde iedereen. Daar kwam nog bij dat de kapitein verhalen vertelde over de afschuwelijke verdrinkingsdood en aangezien het merendeel van de bemanning bestond uit radiomensen was iedereen al snel bereid de Bon Jour die toch zinkende was te verruilen voor een reddingsboot. Op Tweede Kerstdag werden de motoren van de Bon Jour gestart, het anker opgehaald en koers gezet naar Abo in Finland, waar alle noodzakelijke werkzaamheden werden verricht. Na al deze problemen lukte het om op 21 februari 1961 de eerste testuitzendingen te beginnen. Deze gaven geen verdere problemen en zodoende begonnen de officiële uitzendingen op 8 maart van dit zelfde jaar. Naast veel muziek werd er ook veel aandacht besteed aan nieuwsuitzendingen. Hoe dit in zijn werking ging blijkt uit het volgende: Allereerst werden in Stockholm de ochtendkranten gekocht en de belangrijkste items werden via de radio-telefoon doorgegeven aan de Bon Jour. Verder stonden aan boord wereldontvangers welke afgestemd stonden op de BBC en de Voice of America. Daarnaast luisterde men de nieuwsuitzendingen af welke op het hele uur door de Zweedse radio werden uitgezonden. Het Radio Nord nieuws was 15 minuten na het hele uur te beluisteren. Om twee redenen bracht men hier verandering in. Allereerst kwamen in de dagbladpers de gebruikelijke grappen dat Radio Nord het nieuws van het hele uur om 15 minuten na het hele uur uitzond. Ten tweede liepen de kosten van de radiotelefoon te hoog op. Afbeelding: Nieuwslezer-dj Louis Chrysander aan boord van de Bon Jour Maar het nieuws moest blijven komen. Dat dit lukte lag aan het feit dat men overging tot de aanschaf van een radio telex Uit dit vernuftige apparaat rolde het nieuws van de diverse persbureaus. Ook konden de nieuwsuitzendingen op het hele uur door Radio Nord worden gebracht. Aan boord was het hard werken voor de diverse nieuwslezers, hun dagtaak begon al om 06:00 uur en de laatste nieuwsuitzending was 's nachts om 02:00 uur. Naast 16 nieuwsuitzendingen verzorgden onze zeehelden tevens 5 live uitzendingen per dag. Hoe de dagindeling van de bootmensen eruit zag blijkt uit het volgende overzicht: 05:00 uur opstaan, nieuws uitzoeken en eventueel herschrijven 06:00 uur eerste nieuwsuitzending lezen en het begin van het ochtendprogramma "Nordmorgon" tot 09:00 uur. Tijdens dit programma verzamelde de deejay en tevens nieuwslezer aanvullingen op het nieuws van 07:00 uur. Een ware duizendpoot dus. 09:00 uur ontbijt en meer nieuws verzamelen voor de uitzendingen van 10:00 tot 12:00 uur. 12:00 uur bevoorrading per vliegtuig welke een waterdichte ton afwierp en dropte in de omgeving van het schip of erop. In de ton de ochtendbladen met lokaal nieuws welke herschreven diende te worden voor de nieuwsuitzending van 13:00 uur. 13:00 uur liveprogramma "Siësta an Board" verzorgd door de nieuwslezers aan boord. 14:00 uur nieuws verzamelen en instructies uitwerken welke door het kantoor met de ton waren mee gegeven. Die instructies bestonden veelal uit het inpassen van nieuwe reclames in de speciale tijdblokken en daarnaast ook productie-werk voor deze reclames. Deze werden eerst op tekst ingesproken, daarna van muziek voorzien en tenslotte op een spotmaster-cassette overgespeeld. 15:00-17:00 uur teksten schrijven voor het actualiteitenprogramma "Around the World with Radio Nord". Als bron voor dit programma werden Magazines als Newsweek, Time en der Spiegel gebruikt. 17:00-19:00 uur nieuws lezen eventueel aangevuld met beursberichten. Een vaste tijd voor de warme maaltijden was er niet voor de nieuwslezers, dit werd meestal tussen de p1atendraaierij genuttigd. 20:00-21:00 uur live programma. Daarna tot 02:00 uur nieuws lezen. Slaappillen zijn aan boord van de Bon Jour nooit gebruikt. Deze genoemde werkzaamheden werden verdeeld over twee mensen en daarbij komt ook nog dat dit vaak onder zeer moeilijke omstandigheden gebeurde. In de gehele geschiedenis van Radio Nord is het slechts twee keer voorgekomen dat er geen nieuwsuitzendingen werden gebracht, t.w. tijdens een zware storm in december 1961 toen het schip haar ankers verspeelde en de nieuwslezer genoodzaakt was aan het roer te staan en tijdens de maand januari 1962 toen pakijs weg moest worden gekapt door de bemanning. Afbeelding: Technicus Roland Englunad bij de Radio Nord zender aan boord van de Bon Jour Nu maar eens een kijkje op het zendschip de Bon Jour. De brug met scheepsbesturing en navigatieapparatuur bevond zich op het achterschip en benedendeks waren aan de achterkant de hutten van de bemanning en de kapitein. Naar voren was het dekhuis met daarin de kombuis, de messroom en de studio's. Bij de verbouwing van Olga naar Bon Jour zijn er wel enkele fouten gemaakt waarvan de volgende wel een erg grove is. Wat was het geval, als je van de messroom naar de studio wilde moest je buiten langs lopen. Men was in 1960 heel eenvoudig vergeten een doorloop te bouwen. Zolang het rustig weer was bracht dit geen problemen met zich mee, maar wat gebeurde er bij windkracht 8? Dan moest je badend door het water een weg banen naar de studio hetgeen vele malen per uur diende te geschieden. Wat was namelijk het geval? Alle van te voren opgenomen uitzendingen bevatten géén tijdmeldingen maar een speciaal muziekje. De mensen aan boord hadden dan nog precies 10 seconden de tijd om de juiste tijd door te geven. En dat gaf natuurlijk bij slecht weer de nodige moeilijkheden. Later is er een doorgang gemaakt zodat de mensen van Caroline hier anno 1979 geen problemen meer mee hebben. De studio's aan boord van de Bon Jour waren in eerste instantie slecht berekend op live-uitzendingen. Er werd gewerkt volgens het principe omroeper/technicus. In de omroep cabine stond een veredelde keuken tafel met daarop een microfoon, een gong en een morsesleutel welke tussen de verschillende nieuwsitems werd gebruikt. De tafel microfoon had de nare eigenschap om bij ruw weer van de tafel af te vallen. Dit werd later opgelost door een microfoon stang in het plafond te bevestigen. In een metalen kast stonden de diverse ontvangers opgesteld, uiteraard voor de nieuwsvoorziening, gekoppeld aan kleine recorders. Afbeelding: Jack Kotschack begroet de bemanning van de Bon Jour Het gebeurde wel eens dat men tijdens een live-uitzending vergat de volumeknop van de ontvangers dicht te draaien en dan ontstond de volgende komische situatie: de deejay aan boord kondigde een plaat aan en op de achtergrond hoorde je dan Melodi-radio, een soort Zweedse Hilversum 3 of Cité. In de techniekkamer bevonden zich 4 Ampex taperecorders voor het afdraaien van de programmabanden. Voor het dubbele raam van de techniekkamer stond een eenvoudige mixer, 1 of 2 spotmasters en een platenspeler. Ziehier het probleem met de live-uitzendingen. Een draaitafel werkt nu eenmaal moeilijk. Vermeldenswaard is wel het volgende: in de Zweedse studio's gebruikte men Gates Mixers. Deze zijn nog steeds aanwezig aan boord van de MV. Mi Amigo. De Radio Caroline studio welke anno 1979 voor de Engelse service wordt gebruikt is nog met een dergelijke mixer uitgerust. Ondanks deze voor heden ten dage primitieve voorzieningen klonk Radio Nord als geheel veel beter dan bijvoorbeeld Mercur en Veronica in 1961. Men gebruikte uitstekende jingles en de programma's hadden toen al wat je zou kunnen zeggen een non-stop-sound. Veronica bijvoorbeeld kwam nog niet verder dan programma's van een kwartier met steeds weer een ander muziekformat. Men moet echter wel bedenken dat de ‘sound’ van Radio Nord sterk werd beïnvloed door de Amerikaanse investeerders, waarvan de meeste in de States ook iets met de radio te maken hadden. Jack Kotschack schreef zelfs dat KLIF in Dallas het grote voorbeeld was geweest voor Radio Nord. In de herfst van 1961 begon de Zweedse regering te werken aan een wetgeving welke de uitzendingen vanaf schepen onmogelijk zou maken. Ook voor Radio Nord was er geen ontkomen aan. Op 31 juli 1962 werd voor de laatste keer de zender van het station stilgezet. Voor de sluiting in juli 1962 stonden er echter nog twee opmerkelijke projecten op stapel. Als eerste waren er plannen om een fusie aan te gaan met Radio Mercur. Uit deze fusie zou dan onder meer het oprichten van een te televisiezender moeten voortgekomen zijn. Als tweede was er een plan om vanaf de Bon Jour een zogenaamde easy listening service te beginnen via de FM band. Drie weken voordat Radio Nord uit de ether verdween was alles gereed, maar in verband met de nieuwe wetgeving besloot men dit tweede programma niet te starten. De laatste uitzending van Radio Nord was, zoals eerder vermeld, op 31 juli 1962. Het zendschip werd later verkocht aan de Radio Atlanta organisatie. Paul Jan de Haan.2 punten
-
De Dik Voormekaar Show
2 puntenEind 1972 wordt André van Duin door zeezender Radio Noordzee Internationaal (RNI) benaderd met de vraag of hij een radioprogramma wil gaan presenteren. De zondagmorgen was slecht beluisterd en met het aantrekken van bekende Nederlanders zoals bijvoorbeeld Vader Abraham en Willy en Willeke Alberti wilden ze de concurrentie aangaan met Radio Veronica. André begon o.a. dankzij zijn rol als Daantje in “Het meisje met de blauwe hoed” en een paar hits net goed door te breken bij het grote publiek en was een aanwinst voor de zender. Hij ontmoette in die tijd Ferry de Groot voor de eerste keer en de basis werd gelegd voor een humoristisch radioprogramma. Afbeelding: Dik Voormekaar (foto ClubDVM / Radio Erfgoed) Op zondagmorgen 7 januari 1973 was het zo ver. Vanaf de Mebo II werd tussen 11:00 en 12:00 op RNI de eerste Abominabele Top 2000 uitgezonden. André gebruikte die naam eerder op zijn eerste lp in het nummer Disk(me)sjokkie; een doorgeslagen DJ die de top 2000 presenteert. Tijdens een gastoptreden bij De Mounties op tv doet hij dat nog eens dunnetjes over. De presentatie van de Abominabele Top 2000 was in handen van André en Ferry zorgde voor de techniek. Tussen de platen door waren er bandparodieën, conferences en een paar zelf ingesproken onderwerpen. Een van die onderwerpen was Het hobbykwartier met presentator Dik Voormekaar. Niet André, die het programma vrij droog presenteerde, maar Dik Voormekaar werd populair. Zo populair zelfs dat André als presentator sneuvelde. Zijn typetje Dik Voormekaar werd vanaf 18 maart de nieuwe presentator en het programma droeg voortaan zijn naam: De Dik Voormekaar Show. Het succes van het typetje nodigde uit tot het verzinnen van meer typetjes. Ome Joop kwam vanaf het begin op het toneel en begon de koffie rond te brengen. Ome Joop was gebaseerd op de vader van Ferry en niet op Joop van den Ende, zoals velen denken. André en Ferry blijken elkaar uitstekend aan te voelen. Ook delen ze een absurd gevoel voor humor. Ferry hoeft zijn stem maar een beetje te verdraaien en Meneer De Groot wordt geboren. Hoewel André de komiek is en meestal aangevers om zich heen heeft, worden de rollen in de Dik Voormekaar Show vaak omgedraaid; Dik Voor Mekaar geeft de bal aan en Meneer De Groot scoort. Op 9 september 1973 worden voor het eerst “De 30 seconden van Meneer De Groot” uitgezonden. Die 30 seconden laat hij zich niet meer afnemen en zijn jarenlang de afsluiter van de show. RNI was een strak georganiseerd bedrijf. In tegenstelling tot hoe er vaak geromantiseerd over zeezenders gedacht wordt, was het een onderdeel van het Strengholt-concern uit Naarden dat maar één doel had: winst maken. André en Ferry staken de draak met alle aspecten van een commercieel radioprogramma. Commercials werden opzettelijk veranderd en belachelijk gemaakt. Dit kon niet door de beugel en er kwam steeds meer frictie tussen de leiding en André en Ferry die het als spielerei zagen. De directeur van RNI was John de Mol sr., de programmaleider was Tony Berk en Guus Jansen jr. was directeur bij Strengholt. De bom barst als André en Ferry het drietal in een uitzending vergelijkt met valse honden (de honden heten John, Tony en Guus). André werd kort daarop ontslagen en Ferry werd op non-actief gezet. Op 21 oktober 1973 werd de laatste Dik Voormekaar Show op RNI uitgezonden. Er werd nog een afscheidsuitzending gemaakt voor 28 oktober, maar die werd op het laatste moment niet uitgezonden. In die niet uitgezonden show geeft André een hint dat de show misschien toch wel weer ergens anders door zal gaan. “Dik Voormekaar gaat nooit verloren” wordt bijna een profetische uitspraak. Afbeelding: Meneer de Groot (foto ClubDVM / Radio Erfgoed) Op zaterdag 2 februari 1974 keert de Dik Voormekaar Show terug. De NCRV was blij om André binnen te halen en Ferry volgde snel. De show duurde nu geen uur meer, maar een halfuur en werd een onderdeel van het programma “Los Vast”. Omdat de show nu op Hilversum 3 in FM-kwaliteit werd uitgezonden, was de ontvangstkwaliteit veel beter en bovendien was er een veel groter bereik. De show werd binnen de kortste keren razend populair. In 1974 werd er nog een paar keer geëxperimenteerd met de formule, maar uiteindelijk wijzigde het format niet. Het programma opent met de tune 76 Trombones van Henri Mancini en sluit af met de 30 seconden van Meneer De Groot. Tussendoor werden er de zogenaamde “gammelefoonplaten” gedraaid, aaneengeweven door sketches, parodieën en interviews door Dik Voormekaar en Meneer De Groot. De wederom laatste show in die reeks was op 27 september 1975. Omdat Dik Voormekaar zo populair geworden was, werden er in 1976 veel shows herhaald. De vraag naar nieuwe shows werd luider en André en Ferry startten een nieuwe reeks met het vertrouwde concept op 1 januari 1977. Er werden nieuwe typetjes geïntroduceerd. De stem van Ome Joop verandert en hij krijgt een vragen en problemenrubriek waarin hij steevast woedend wordt en de boel afbreekt. Ome Joop wordt een begrip en in heel Nederland wordt hij nagedaan. Er vindt zelfs een Ome Joop-verkiezing bij de NCRV plaats. Dat wordt weer een rel voor André want logopedisten vinden dat kinderen hiermee hun stem beschadigen. De single “Nee nou wordt-ie mooi!” wordt in het voorjaar van 1977 een dikke hit en meerdere hits zouden volgen. Harry Nak is dit seizoen voor het eerst te beluisteren in de rubriek “Harry Nak Platenprak”. Hierin bespreekt hij nummers en geeft hij er een oordeel over. Oorspronkelijk klinkt hij erg nasaal en heeft een beetje een spraakgebrek. Door de jaren heen evolueert zijn stem en wordt hij vlotter (al is het maar iets). De naam Harry Nak is niet verzonnen. In het orkest dat de theatershows van André muzikaal ondersteunt, zit een saxofonist met die naam. Tijdens een gesprek in de bus onderweg naar het theater heeft André een gesprek met hem. Zijn manier van praten is de directe basis voor het naar hem vernoemde typetje. Op 28 mei wordt het seizoen afgesloten met de mededeling dat er geen vervolg komt op de radio, maar op televisie. Op 6 oktober 1977 is de eerste uitzending bij de NCRV op televisie te zien. De typetjes werden gespeeld door poppen. Ineens kregen ze een gezicht. Ook de dames Bep en Toos (vernoemd naar de vrouwen van de managers van André) worden vaste gezichten in de show. Toos wordt het tweede vaste typetje van Ferry. Het werd niet het succes dat het op de radio was. Op de radio kon men fantaseren hoe iemand eruit zag. Ook als er bijvoorbeeld een muur omviel kon je dat visualiseren. Op tv werd dat voorgekauwd. De uitzendingen op tv hebben twee seizoenen geduurd. Het eerste seizoen was volledig opgenomen in de studio en de poppen waren erg statisch. In het tweede seizoen heette het programma “Van hot naar haar met Dik Voormekaar”. De poppen waren nu levensgroot en de opnamen vonden plaats op locatie. Hoewel het een verbetering was, bleef het succes van de radio uit. Op 5 maart 1979 is het programma voor het laatst op tv te zien. De poppen verdwijnen niet in de kast, maar zijn dat jaar terug te zien in het theater. Ook komen ze regelmatig terug als gast in allerlei tv-programma’s. In de TROS Top 50 - Rockplanet worden ze vaste bezoekers. Ome Joop is het meest te zien; in het land bij de presentatie van Los Vast door Jan Rietman en bij de TV-Show van Ivo Niehe. Hoewel er geen Dik Voormekaar Show te horen zou zijn in het seizoen 1977 - 1978, ontbraken de bekende stemmen niet op de radio. Vanaf 24 september 1977 wordt De VIP-show bij de NCRV uitgezonden. Hierin werden Dik Voormekaar en Meneer De Groot iedere week door een andere fanclub bezocht. Doel was om die fanclubs in de spotlights te brengen. Naarmate het seizoen vorderde, werd de invloed van de vertrouwde Dik Voormekaar-formule steeds sterker. De laatste uitzending van de VIP-show op 27 mei 1978 is zelfs een parodie op het programma zelf. De bezoekende fanclub is die van de fictieve zanger Kees Veringa. Het werd daarmee de hoogste tijd voor een nieuw seizoen met puur Dik Voormekaar. Op 14 oktober 1978 werd De Lach Of Ik Schiet Show de ether in geslingerd. Dat was de nieuwe naam voor de Dik Voormekaar Show. Het programma werd zogenaamd live uitgezonden vanuit Café De Gulle Lach in Geinstein. Groot verschil met de vroegere show was dat er nu geen platen meer tussendoor gedraaid werden. het programma was een aaneenschakeling van optredens van artiesten waarbij altijd iets fout gaat, interviews met bijzondere mensen en wat vaste rubrieken. De prijsvraag is zo’n vast onderdeel. Uit het hele land ontvangen André en Ferry briefkaarten met antwoorden van luisteraars. De laatste “nieuwe” uitzending van De Lach Of Ik Schiet Show was op 14 juni 1980, want de hele zomer werden de shows herhaald. Afbeelding: Harry Nak met Bep en Toosv (foto ClubDVM / Radio Erfgoed) Op 4 oktober 1980, bij de opening van het nieuwe radioseizoen, wordt de show weer omgedoopt tot de Dik Voormekaar Show. Ook in de nieuwe serie werden er geen platen meer gedraaid en was de show een doorlopende chaos waarbij de nadruk nog meer kwam te liggen op de vaste typetjes. Het programma werd ook meer geïntegreerd in Los Vast van Jan Rietman (die steevast Jan Rietkant werd genoemd). Met uitzondering van winter 1981-1982 liep de Dik Voormekaar Show in dit format door tot 27 april 1985. Er kwamen een aantal nieuwe typetjes bij waarvan Dikke Leo de meest in het oog springende is. Louche notaris Dikke Leo werd geïntroduceerd naar aanleiding van een schandaal met een notaris in het land. In de loop van de serie veranderde zowel de stem als de bezigheden van Dikke Leo. Uiteindelijk verkocht hij alles wat maar fout was. Een ander typetje dat vaak terugkwam was Witte Piet; een achtergebleven Zwarte Piet met een verkeerde kleur. Vooral Ome Joop is in deze periode immens populair. Hij blijkt een broer Jaap te hebben die precies hetzelfde klinkt als hij zelf. Ome Joop reist mee met Los Vast door het land en is hij vaste gast bij Ivo Niehe in de TV-Show. De Dik Voormekaar Shows zelf worden steeds korter. In het begin waren ze een half uur, maar op het laatst duurden ze ongeveer 19 minuten. Hoewel leuk werden de shows vaak een herhaling van zichzelf. De koek was op. André en Ferry geven aan dat het over is, het programma komt nóóit meer terug. De figuren uit de Dik Voormekaar Show scoorden van 1977 tot en met 1987 hits. “Nee nou wordt ie mooi!”, “Tingelingeling”, “Geef mij maar een neut”, “Zandzakken voor de deur” en “Lied voor vrijgezellen” werden stuk voor stuk hits. Een andere hit uit de Dik Voormekaar Show was “Willy Alberti bedankt” uit 1980, gezongen door Prins Bernhard naar aanleiding van het aangekondigde aftreden van koningin Juliana. Op 25 april 1981 was er een beetje vooruitlopend op de feiten, een special bij de NCRV onder de naam “10 jaar Dik Voormekaar”. Dit hysterisch overzicht kwam nog uitgebreider op een dubbel lp uit. Afbeelding: Ome Joop: (foto ClubDVM / Radio Erfgoed) Hoewel de Dik Voormekaar Show volgens André en Ferry nooit meer terug zou komen, werkten ze wel samen aan de televisieprogramma’s “Animal Crackers” en het vervolg “Wegtrekkers en Animal Crackers”. De presentator van het programma Jaap Aap is in feite een variant van Ome Joop. De beeldmontages bij “Wegtrekkers” zijn een logisch vervolg op de geluidsmontages uit de Dik Voormekaar Show. Na deze programma’s gaan André en Ferry ieder hun eigen weg. Tussen 1995 en 1998 worden er door Peter Plaisier en Sjors Fröhlich in het programma “Magic Friends” en door Ferry Maat in het programma “Maat in de middag” fragmenten uit de Dik Voormekaar Show uitgezonden. Dan wordt het 18 december 1999 en zijn André en Ferry te gast bij de tv-variant van het programma Kopspijkers van Jack Spijkerman bij de VARA. Zij spelen daar het spel “Kopspijkeren”. De chemie is er weer en Jack Spijkerman wordt ondergesneeuwd in een pandemonium van de stemmen van de nog altijd bekende stemmetjes. De reacties waren overweldigend positief. Omdat André zijn CD “Kaars in het donker” onder de aandacht wilde brengen kreeg hij Edwin Evers (een grote fan) zover om in zijn show een uurtje terug te keren met de Dik Voormekaar Show. Dat was op 25 februari 2000. Wederom waren de reacties louter positief en de roep om de terugkeer van de Dik Voormekaar Show op de radio werd steeds luider. André en Ferry zwichten. Ze hadden er ook weer zin in. Op 13 mei 2000 zouden ze als voorproefje commentaar bij het Songfestival geven. De vuurwerkramp in Enschede op die dag strooide roet door het eten. De heren vonden het niet gepast om op die dag lollig te gaan doen. Op 7 oktober 2000 komt de Dik Voormekaar Show dan eindelijk weer wekelijks terug op de Nederlandse radio. Nu bij de TROS op zaterdagmorgen. Alle bekende typetjes zijn er weer en nieuwe worden geïntroduceerd. Overjarige hippie Wietze van de bakfietsen en Henk Dulles met zijn vrolijke Joekelulles-koor worden vaste gasten in het programma. Omdat de techniek sinds 1985 compleet veranderd was, kregen André en Ferry de beschikking over een oneindig aantal geluidssporen en kon geluid digitaal verknipt worden. Dat resulteerde soms in de grootst mogelijk denkbare chaos op de radio. Wel was merkbaar dat er minder inspiratie was dan in de vroegere jaren. Bepaalde sketches (bijv. “de boomchirurg” en “Johnny Huls de platenproducer”) werden in een nieuw jasje nog eens herhaald. Na drie seizoenen is het over. De zendercoördinator van 3 FM maakt in de zomer van 2003 bekend dat er voor het programma geen plaats meer is op dat station. Op 31 mei 2003 was de laatste uitzending. Er wordt door het management van André nog een poging ondernomen om het programma onder te brengen bij een ander radiostation maar al vrij snel wordt duidelijk dat dit er niet in zit. Dat was tot op heden de allerlaatste Dik Voormekaar Show op de radio. Los van herhalingen zijn er geen nieuwe shows meer uitgezonden. Afbeelding: André van Duin en Ferry de Groot tijdens de opname van de TV serie in 2009 (foto Vincent Schriel) Dit betekende niet het einde van de Dik Voormekaar Show. Na een succesvol live-optreden op 10 oktober 2006 van André en Ferry bij “De wereld draait door” wordt het idee geboren om de Dik Voormekaar Show live te gaan opvoeren in de nieuwe theatershow van André. Ferry vindt het leuk om een keer zoiets mee te maken en gaat in het seizoen 2007-2008 met André mee op toernee met André van Duin’s Nieuwe Revue. Dat smaakte naar meer. Vanaf 27 februari 2009 is de televisievariant van dit nieuwe format van de Dik Voormekaar Show te zien bij de TROS. Met publiek erbij presenteren André en Ferry de show die aangevuld wordt met op locatie opgenomen filmpjes en liedjes. De verwachtingen waren hoog gespannen. Naar de eerste aflevering keken bijna 2,5 miljoen kijkers. Net als in de jaren ’70 en ’80 bleek de Dik Voormekaar Show een ander publiek te hebben dan de reguliere André van Duin shows en zakten de kijkcijfers in om rond de miljoen kijkers te eindigen. Vooropgesteld dat dit nog steeds een zeer behoorlijk aantal kijkers is, was dat te weinig om er een vervolg op te maken. Ferry zei achteraf dat de invloed van Joop van den Ende op het programma te groot was geweest. Het originele idee was om het programma veel eenvoudiger te maken zonder publiek, om er op een eenvoudige wijze de amateursfeer van de vroegere jaren aan te geven. Na de laatste aflevering op 15 mei 2009 zijn er geen nieuwe Dik Voormekaar Shows meer opgenomen. Op 7 januari 2013 is het precies 40 jaar geleden dat de eerste Dik Voormekaar Show werd uitgezonden. Vanaf die datum wordt op Radio Extra Gold “De Gammelefoonshow” uitgezonden. Het is een programma met de muziek uit de Dik Voormekaar Show uit de jaren 70 gelardeerd met fragmenten en jingles uit de 40-jarig historie. Hoewel André in deze periode aangaf dat de Dik Voormekaar Show nooit meer terugkomt, maakt hij wel wat aankondigingen voor “De Gammelefoonshow”. Het bloed kruipt waar het niet gaan kan en vergeet niet: Dik Voormekaar gaat nooit verloren! Jacob van Kokswijk over de Dik Voormekaar show Jacob van Kokswijk was in de beginjaren van de Dik Voormekaar Show nauw betrokken bij het opnemen van de shows. In de Noordzee periode werden delen van de shows bij hem thuis opgenomen. Hij is de oprichter van de meneer De Groot fanclub, Postbus 345 in Leiden. In de NCRV tijd verleende hij nog hand en span diensten. We hebben Jacob gevraagd of hij enkele gebeurtenissen zou willen vertellen over zijn aandeel in de Dik Voormekaarshow. Jacob van Kokswijk: Dat van de opname van techniek in Leiden is deels waar. Ik had een geluidsstudio thuis vanwege mijn hobby als radiozendamateur (PAoDAK) en het zendstation PAoRYN/PI4RYN. Daaraan werkte o.a. ook Nico Steenbergen mee (PAoNHS), destijds nieuwslezer bij Radio Noordzee, later werkzaam bij AVRO en RTL. Zowel André van Duin als Ferry de Groot zijn langs geweest omdat de studio van Radio Noordzee in Bussum in het begin te weinig capaciteit had. En zeker geen gelegenheid voor allerlei geklungel. Dat deden we dus apart bij mij thuis. Na een tijdje werd in Bussum een studiohok bijgebouwd en weer later heeft André, na zijn verhuizing van Rotterdam (waar ie bij zijn moeder woonde aan de Rottekade) naar Rijpwetering, in de molen een eigen opnameset neergezet. Zijn moeder woonde in een stacaravan ernaast. Na het overlijden van zijn moeder is André naar Breukelen verhuisd waar hij toen in het tuinhuis een complete audio-visuele studio heeft laten aanleggen, van waaruit de opnamen voor zowel radio als TV werden samengesteld. In de NCRV-radiotijd was het (vanuit technische kwaliteit en CAO) alleen maar toegestaan aan de NOS-technici om opnamen te maken (vandaar dat André bij de NCRV in de hoorspelstudio de Dik Voormekaarshow opnam), maar een aantal jaren later is die regel voor Van Duin vervallen. De kwaliteit van de geavanceerde technologie in zijn tuinhuis stond niet ter discussie en inmiddels was de CAO vanwege alle freelancers en commerciële productiestudio's gewijzigd. Maar even wat info over de meneer De Groot fanclub. Die fanclub bestond echt. Deze is opgericht "ter ondersteuning" van die zielige meneer De Groot. Het was een andere (=mijn) postbus dan van RNI/Basart in Bussum en luisteraars werd verzocht te schrijven. Deze fanclub was bedoeld als tegenhanger van de Dik Voormekaar fanclub. Dat het een ander adres was, was om het beeld te scheppen en een hoorspelachtig 'toneelstukjesbeeld' in stand te houden dat Van Duin de controlerende baas was, en Ferry (meneer De Groot) moest de underdog spelen. Luisteraars moesten hem buiten de controle van Van Duin om kunnen schrijven en zo kwamen we dus op een postbus. Dat idee werd in een seconde geboren en ik stelde mijn postbus beschikbaar die ik ook gebruikte voor een vereniging van radiozendamateurs. De inkomende post, zo'n 30-40 brieven per week, verzamelde ik en sprak ik door met Ferry (en André). Luisteraars schreven veel kaartjes, meestal om de moed erin te houden, soms ook met bericht dat De Groot een nul was, en dat Van Duin gelijk had. Die postbus 345 in Leiden is enkele jaren na het einde van RNI opgezegd, omdat ik naar Zoetermeer verhuisde. In de oude opnamen breng ik altijd de koffie, mors daarmee (als spel) en maak lawaai van deuren openen, prullenbakken die omvallen enz. enz. en kreeg dan commentaar omdat ik het (nooit) goed deed. Maar ja, “dat is lang geleden”. Leuke momenten die ik me herinner waren de uitzending waarin werd overgeschakeld naar bijv. de directiekamer van Radio Noordzee, waar je dan een gillende meid hoorde en een mannenstem wat suggereerde dat Guus Jansen met zijn secretaresse bezig was. of naar de kantine waar je het geluid hoorde van het vallen en vullen van bekertjes uit de koffie/chocolade automaat. De beste van allemaal was voor mij het moment waarop Ome Joop een wekker ging repareren, en die met een hamer in stukken sloeg. André van Duin was niet alleen een ervaren imitator en parodiezanger, maar zeker zo'n bekwame hoorspelartiest. Die kwaliteiten kwamen extra tot zijn recht gedurende zijn tijd bij de NRCV. De opnamen voor die uitzendingen heb ik ook vaak bijgewoond en in één ervan speel ik de ambtenaar van de burgelijke stand Jacob (in het dagelijkse leven was ik ook ambtenaar), een sketch die in een video-uitvoering op de televisie is herhaald. Afbeelding: Jacob van Kokswijk in de studio te Leiden. (foto Jacob van Kokswijk) Jan Rietman en de Dik Voormekaar Show Vanaf zijn zevende jaar speelt muziek een belangrijke rol in het leven van Jan Rietman. Na de muziekschool volgde hij het conservatorium en maakt de hij zijn opwachting in diverse plaatselijke bandjes als 'The Blue Stars' en zijn eigen 'The Sunny Set', waarmee hij een nummer 1-hit scoort: 'Mijn Gebed'. De Arnhemse band 'Moan' toont belangstelling voor Jan Rietman en dit is het begin van een succesvolle periode in het Nederlandse clubcircuit. 'Moan' wordt 'Long Tall Ernie & The Shakers' en scoort de ene na de andere hit, Hij ontvangt gouden platen en gaat op tournee door Europa. Door de bekendheid van 'Long Tall Ernie & The Shakers' komt Jan Rietman in aanraking met de radio- en televisiewereld. Steeds vaker wordt hij gevraagd om met zijn piano opnamen te begeleiden. Hij wint de derde prijs op het Loosdrechts Jazzfestival, wordt arrangeur in platenstudio's voor onder andere Golden Earring en Andre van Duin en werkt met topproducers als Hans van Hemert en Peter Koelewijn die de ene na de andere hit scoren. Al doende ontmoette Jan Rietman Hans Vermeulen. Die hem vraagt hem voor 'The Rainbow Train', een Nederlandse topgroep met onder andere Anita Meyer. De groep treed veelvuldig op, maakt hits met verschillende topartiesten en wint diverse Edisons. De NCRV geeft Rietmans carrière een geheel nieuwe wending. Als presentator van het radioprogramma 'Los-Vast' met onder meer de 'Dik Voormekaar Show' is hij iedere zaterdag live op Radio 3 te beluisteren. 'Los-Vast' gaat het land in en de gelijknamige band begeleid vervolgens talloze artiesten live, staat veelvuldig in Ahoy en tot drie maal toe zelfs in een bomvolle Kuip. In die hoedanigheid werkt Jan Rietman met de groten der aarde als Linda Ronstadt, Gary Brooker, Fats Domino, Chris Rea, Leo Sayer en Billy Preston. Toch is de ontmoeting met één Nederlander voor Rietman de meest belangrijke: Via de NCRV ontmoet hij André van Duin. Hij leert hem met alle 'gekte' en werkdruk in radio- en televisieland om te gaan. In de Prive (1994) zegt hij over André van Duin: "Ik deed bij de NCRV het programma Los Vast, en een onderdeel daarvan was de Dik Voormekaar Show van André van Duin en Ferry de Groot. Zo heb ik André leren kennen. Ik was daar voor de censuur. Ik moest zorgen dat er in dat programma geen onnette worden werden gesproken, want het was in die tijd allemaal nog heel streng. Er mocht niet veel. Ik moest het dus allemaal kuisen. Dat was af en toe heel wat werk, want die bandopnamen die André thuis had gemaakt met Ferry kwamen soms pas op het laatste moment. Als ik dan vroeg 'moet ik hem nog controleren?', dan was het van 'neeh'. Dat was voor mij dan aanleiding om het twee keer af te luisteren. Grappig was dat later in dat programma een hele serie zat over Dikke Leo. Dat was een van de karakters uit de show. Die liet steeds natuurfilms uit Tirol zien aan Ome Joop. Dat ging natuurlijk over pornofilms, maar dat hebben ze bij de NCRV in het begin nooit door gehad. Dat was lachen geblazen. Ik heb in die periode de absolute liefde gekregen voor het radiowerk door het gemak en de rust waarmee André dat maakte. Hij is voor mij ongelooflijk belangrijk geweest in mijn carriere. Behalve dat we met elkaar werken, is er ook een hechte vriendschap ontstaan. Hij is een van de weinige echte vrienden die ik in dit vak heb. Daar ben ik hem heel dankbaar voor." Gert van Brakel over de Dik Voormekaar Show Na het abrupte einde van de Dik Voormekaar Show op Radio Noordzee kwam de show terug bij de NCRV. Een gewaagde stap in die tijd voor een christelijke omroep. Om problemen te voorkomen werd er censuur toegepast op grappen en woorden die niet gepast waren. Vanaf het begin is Gert van Brakel namens de NCRV aanwezig geweest bij de opnames als de man van de censuur. Veelvuldig werd hij door André en Ferry op de hak genomen. Gert van Brakel: Nadat André van Duin bij Radio Noordzee was gestopt vanwege een conflict rond (toen nog alleen) technicus Ferry de Groot, is hij vanaf begin 1974 gestart in het programma Los Vast van de NCRV. Nota bene Johan Bodegraven was de grote man van de afdeling Gevarieerde Programma's die in die tijd enorm vooruit liep en gezien de christelijke achtergrond aardig zijn hoofd in de strop stak door Van Duin in huis te halen. Ongeveer zoals gebeurd is met Paul de Leeuw recentelijk bij de NCRV werd dit toen ook verwacht door iedereen. Bodegraven bedacht toen een list. Hij stelde mij aan als censor die bij de opname’s aanwezig moest zijn om op voorhand allerlei slips of the tongue er uit te halen. Ja en dan moet je denken aan teksten als "oh”, ”goh", “jéétje”, enz. Waar hád je het over. Maar ja, de leiding van de NCRV was al lang tevreden dat er iemand waakte over het godsdienstig erfgoed van de NCRV. Natuurlijk was Van Duin, alias Dik Voormekaar, de eerste die in de uitzending geintjes over die functie ging zitten maken. Voor de rest werden de gekste teksten en suggesties gewekt, die volslagen ongemoeid door de NCRV-leiding werden uitgezonden. Een goed voorbeeld daarvan zijn de Knut en Helga stukjes onder het mom van natuurfilms die gelardeerd werden met het liedje van Jane Birkin Je t'aime, moi non plus. Die werden zonder meer geaccepteerd door iedereen bij de NCRV. Maar ook het bezoek aan de woning van Johan Bodegraven in de Bekende mensenroute ging er foutloos doorheen. Op de vraag van meneer de Groot aan Dik Voormekaar hoe je dat huis dan kon herkennen,was het antwoord: “zie je dan niet al die lege flessen voor de deur”. Plus hard gelach. Dat ging allemaal goed. Zo hebben we zes jaar lang elke vrijdagmiddag tussen 2 en 5 uur ons kapot geamuseerd bij het maken van de show, die aan het eind van Los Vast werd uitgezonden voor gemiddeld 2,5 miljoen Nederlanders. Toen was radio nog heel wat. Ik heb een paar keer problemen gehad in die zes jaar doordat iemand anders mij waarnam tijdens vakanties en er ondanks alles toch een jeetje doorheen glipte. Dat werd dan door een dienstdoende gesjeesde dominee voor de uitzending nog even eruit geknipt. Maar als je alle uitzendingen bij elkaar optelt, is het eigenlijk peanuts als je kijkt naar wat er uit moest. In december 1979 heb ik afscheid genomen van Gevarieerde Programma’s Radio en ben ik overgestapt naar Hier en Nu Radio waar ik negen jaar als oorlogsverslaggever heb gewerkt. Dat eindigde in juni 1989 op het Plein van de Hemelse Vrede in Peking waar ik verslag deed van de slachting onder studenten en vakbondsmensen. Daarna ben ik verslaggever geworden bij RTL Nieuws en in januari 2003 ben ik met pensioen gegaan. Gert van Brakel (Van Brakelenstein van nr. 6 driehoogachter boven de fietsenstalling) Zie ook: https://radiopedia.nl/wiki/Dik_Voormekaar_show http://database.clubdvm.nl/2 punten
-
De IJslandse langegolfzenders in Hellissandur, Eiðar en Vatnsendahæð
De IJslandse langegolfzenders in Hellissandur, Eiðar en Vatnsendahæð speelden decennialang een belangrijke rol in radiocommunicatie en maritieme veiligheid. Met zendmasten die grote delen van de Noord-Atlantische regio dekten, waren deze locaties onmisbaar voor het nationale omroepnetwerk en communicatie met scheepvaart. De sluiting van deze stations, waarvan de laatste in 2023 werd uitgeschakeld, betekende het einde van een tijdperk waarin langegolftechnologie een belangrijke verbinding vormde voor de geïsoleerde gebieden van IJsland. Zendstation Hellissandur Hellissandur, gelegen op het schiereiland Snæfellsnes in het westen van IJsland, was een van de belangrijkste langegolfzendstations van het land. Het station werd in 1959 in gebruik genomen en maakte gebruik van de Hellissandur-zendmast, een van de hoogste constructies in West-Europa met een hoogte van 412 meter. Het zendstation opereerde op een frequentie van 189 kHz en had een zendvermogen van 300 kW, waarmee het grote delen van de Noord-Atlantische regio kon bereiken. Afbeelding: Hellissandur (foto Wikimedia Commons) De primaire gebruiker van Hellissandur was het nationale IJslandse telecombedrijf. Het zendstation werd ingezet voor publieke radiouitzendingen en maritieme communicatie, een cruciale functie voor een eilandstaat als IJsland, waar veilige communicatie met schepen van levensbelang was. Het station bood ook een noodcommunicatiekanaal voor scheepvaart en luchtvaart in de regio. De langegolfzender in Hellissandur werd in 2023 uitgeschakeld. De sluiting was een gevolg van de overgang naar moderne communicatietechnologieën, zoals satelliet- en internetradio. De Hellissandur-zendmast blijft vooralsnog staan als een technisch monument, maar heeft geen operationele functie meer. Zendstation Vatnsendahæð Vatnsendahæð bevond zich dicht bij Reykjavik, in het zuidwesten van IJsland. Dit zendstation, dat in de jaren 1940 werd gebouwd, was een van de oudste langegolfstations van het land. Met een zendvermogen van 50 kW was het voornamelijk bedoeld voor nationale dekking en communicatie binnen IJsland. Net als de andere locaties werd Vatnsendahæð beheerd door RÚV. Het station speelde een belangrijke rol in het uitzenden van nieuws en culturele programma’s naar een breed publiek. Bovendien bood het station redundantie voor de andere langegolfzenders in het geval van technische problemen. Vatnsendahæð werd als eerste van de drie locaties uitgeschakeld, in 2019. De zendmast werd afgebroken, en het terrein is sindsdien herbestemd. Zendstation Eiðar Eiðar, gelegen in het oosten van IJsland nabij Egilsstaðir, huisvestte een ander belangrijk langegolfzendstation. Dit station werd in de jaren 1960 gebouwd en gebruikte een zendmast van 220 meter. Het station werkte op een frequentie van 207 kHz en had een zendvermogen van 100 kW, wat het geschikt maakte voor lokale en regionale uitzendingen. Afbeelding: Eiðar (foto Wikimedia Commons) Eiðar werd voornamelijk gebruikt door de nationale omroep Ríkisútvarpið (RÚV) voor het uitzenden van nationale radioprogramma’s. Daarnaast werd het station ingezet voor communicatie met vissersboten en scheepvaart in de omliggende wateren. Door zijn oostelijke ligging speelde Eiðar een belangrijke rol in de dekking van de minder bevolkte regio’s van IJsland. Eiðar werd in 2021 uitgeschakeld. Net als bij Hellissandur waren de hoge onderhoudskosten en de afnemende luisteraars via langegolf de voornaamste redenen voor de sluiting. De zendmast is inmiddels ontmanteld, en het terrein is grotendeels teruggegeven aan de natuur. De gebruikers: RÚV en maritieme communicatie De belangrijkste gebruiker van de IJslandse langegolfzendstations was Ríkisútvarpið (RÚV), de nationale omroep van IJsland. RÚV gebruikte de langegolfzenders om radioprogramma’s naar afgelegen gebieden te brengen, waar FM- en andere signalen minder betrouwbaar waren. Daarnaast speelden de zendstations een belangrijke rol in het maritieme netwerk van IJsland, met noodcommunicatie en informatievoorziening aan scheepvaart en visserij. De afschakeling van de langegolfzenders betekende een belangrijke verandering voor deze diensten. RÚV heeft zijn dekking grotendeels overgebracht naar FM- en digitale platforms, terwijl maritieme communicatie steeds meer afhankelijk is geworden van satellietnetwerken. Afbeelding: Hellissandur zendmast (foto Wikimedia Commons)2 punten
-
Tijdslot van Erik de Zwart naar Simone Walraven op NPO Radio 5
Simone Walraven zal vanaf februari ook op vrijdagavond te horen zijn op NPO Radio 5. Ze neemt het tijdslot tussen 18:00 en 20:00 uur over van Erik de Zwart, die onlangs zijn overstap naar Radio 10 aankondigde. Hiermee voegt ze een extra dag toe aan haar huidige werkweek, waarin ze van maandag tot en met donderdag al het programma 'De Avondstart' presenteert. Het programma 'De Avondstart' biedt luisteraars een muzikale reis door de tijd, met een nadruk op muziek en verhalen uit de archieven van het legendarische tv-programma Countdown. Walraven, die sinds begin 2023 actief is op NPO Radio 5, nam het avondprogramma destijds over van Henkjan Smits. Walraven is geen onbekende in de Nederlandse mediawereld. Ze werd bekend door haar werk als presentatrice van het muziekprogramma Countdown in de jaren tachtig. Ook presenteerde ze al diverse radioprogramma's op Radio 2 en Radio 3, waaronder 'Oh, wat een nacht' en later op NPO Radio 2 'Simone's Songlines'. Daarnaast maakte ze ook programma's voor KX Radio. Afbeelding: Simone Walraven (MAX/Ben Houdijk)2 punten
-
Nieuwe radiozender Cream vanaf 14 februari op DAB+
Op vrijdag 14 februari maakt Nederland kennis met een nieuw radiostation: CREAM. Deze zender introduceert zichzelf als het eerste volledig eclectische radiostation van Nederland. Met een brede muziekmix van pop, jazz, soul, rock, klassiek en wereldmuziek biedt CREAM een luisterervaring die de grenzen van muziekgenres doorbreekt. Het station brengt zowel bekende hits als verborgen parels uit diverse tijdperken, van de jaren ’50 tot nu. Muzikale diversiteit en innovatie Onder de slogan ‘Luister Verder’ nodigt CREAM luisteraars uit om hun muzikale horizon te verbreden. Programmadirecteur Merijn Tiemessen heeft een uitgebreide muziekbibliotheek samengesteld die garant staat voor variatie en kwaliteit. De belofte: geen enkel nummer wordt op dezelfde dag herhaald. Daarnaast worden er overdag elk uur nieuwsbulletins uitgezonden. CREAM positioneert zich als alternatief voor het huidige aanbod, dat vaak beperkt blijft tot één muziekgenre of afhankelijk is van algoritmes. De zender combineert genres zoals klassiek, pop en jazz in onverwachte, harmonieuze combinaties. Hiermee wil CREAM niet alleen vermaken, maar ook inspireren en verrassen. Meer dan muziek Naast muziek biedt CREAM ook wekelijkse cultuurtips. Luisteraars worden gewezen op interessante tentoonstellingen, evenementen, films en boeken, waarmee het station een brug slaat tussen muziek en cultuur. Achter de schermen CREAM is opgericht door Renny en Leon Ramakers, beiden met een indrukwekkende staat van dienst in respectievelijk design en de muziekindustrie. Renny Ramakers, mede-oprichter van Droog Design, gebruikte haar persoonlijke playlists als inspiratie voor de programmering. Leon Ramakers, voormalig directeur van Mojo Concerts, deelt zijn passie voor muziek die hij sinds zijn jeugd heeft ontwikkeld. Programmadirecteur Merijn Tiemessen, voorheen werkzaam bij Sublime, brengt zijn expertise in muziekevenementen en radio naar het project.2 punten
-
Grimeton Radio Station: Historisch monument in Zweden
Het Grimeton Radio Station, gelegen nabij Varberg aan de westkust van Zweden, is een unieke technische en historische site die een belangrijke rol speelde in de vroege ontwikkeling van draadloze communicatie. Dit station, dat ook bekend staat onder de naam Alexanderson Radio Station, is een van de best bewaarde voorbeelden van vroege langegolfzendstations. In 2004 werd het door UNESCO opgenomen op de Werelderfgoedlijst, een erkenning van zijn bijzondere culturele en technologische betekenis. De Ontstaansgeschiedenis van Grimeton Het Grimeton Radio Station werd gebouwd in de vroege jaren 1920, een tijd waarin de wereldwijde communicatie zich snel ontwikkelde. Na de Eerste Wereldoorlog groeide de behoefte aan betrouwbare trans-Atlantische communicatie aanzienlijk, vooral voor strategische en commerciële doeleinden. Langegolfzenders, die gebruikmaken van zeer lange radiogolven, boden een oplossing door signalen over lange afstanden te kunnen verzenden zonder afhankelijk te zijn van telegraafkabels. Afbeelding: De locatie van de zender in Grimeton heeft een relatief onbelemmerd pad over de Atlantische Oceaan (foto Wikimedia Commons) Zweden, dat strategisch lag tussen Noord-Amerika en Europa, werd gekozen als locatie voor een belangrijk radiostation dat draadloze communicatie met de Verenigde Staten mogelijk moest maken. Grimeton, een kleine plaats nabij Varberg, bleek een ideale locatie vanwege het open landschap en de afwezigheid van storende omgevingsfactoren. De Alexanderson-generator: Een technisch wonder Het hart van het Grimeton Radio Station is de Alexanderson-generator, een technologische innovatie ontworpen door de Zweeds-Amerikaanse ingenieur Ernst Alexanderson. Deze roterende elektrische generator kon krachtige langegolfsignalen uitzenden en was een cruciale vooruitgang in de radiotechnologie van die tijd. De generator in Grimeton werd gebouwd door General Electric in de Verenigde Staten en geïnstalleerd in 1923. Afbeelding: De Alexanderson-generator (foto Wikimedia Commons) De generator in Grimeton is een van de weinige werkende exemplaren die nog bestaan. Hij produceert een draaggolf op een frequentie van 17,2 kHz en heeft een zendvermogen van ongeveer 200 kilowatt. Het systeem maakt gebruik van zes enorme antennemasten, elk 127 meter hoog, die een complex netwerk vormen voor de uitzendingen. Deze masten staan nog steeds overeind en vormen een herkenbaar silhouet in het landschap. Operationele geschiedenis Het station begon officieel met uitzenden in 1924 en speelde al snel een cruciale rol in de trans-Atlantische communicatie. Het werd voornamelijk gebruikt voor telegrafie, waaronder commerciële en militaire berichten, en functioneerde als een schakelstation tussen Europa en Noord-Amerika. De roepnaam van het station was SAQ. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was Grimeton van strategisch belang vanwege de betrouwbaarheid van de langegolfcommunicatie, die niet beïnvloed werd door onderzeese kabelbreuken of andere storingen. Het station bleef in gebruik tot de jaren 50, toen nieuwere technologieën zoals kortegolfzenders en satellietcommunicatie de langegolftechnologie geleidelijk overbodig maakten. Behoud en werelderfgoedstatus Na de sluiting van het station in de jaren 70 werd Grimeton een museum en een plek van historisch belang. De Alexanderson-generator bleef behouden en wordt nog steeds jaarlijks in werking gesteld tijdens de zogenaamde Alexanderson Day, een evenement waarop het station demonstraties geeft van langegolfuitzendingen. Het is een uniek voorbeeld van vroeg-20e-eeuwse technologie die nog steeds functioneert. Afbeelding: De zes enorme antennemasten, elk 127 meter hoog (foto Wikimedia Commons) In 2004 werd Grimeton Radio Station opgenomen op de UNESCO-Werelderfgoedlijst, vanwege zijn unieke bijdrage aan de geschiedenis van communicatie en technologie. Het wordt geprezen als een uitzonderlijk goed bewaard gebleven voorbeeld van de technische en ingenieursinnovaties uit de vroege jaren van draadloze communicatie. De architectuur en technische specificaties De gebouwen op het terrein, waaronder de zenderhal en de machinekamer, zijn ontworpen in een functionele stijl en weerspiegelen de technologische ambities van hun tijd. Het terrein omvat ook woongebouwen voor het personeel, die laten zien hoe het leven rond het station was georganiseerd. Zendvermogen: 200 kilowatt Frequentie: 17,2 kHz Antenne-installatie: Zes masten van elk 127 meter hoog, verbonden door kabels Generator: Alexanderson-generator, een roterende hoogfrequente elektrische machine Culturele en educatieve waarde Grimeton Radio Station is niet alleen een technisch monument, maar ook een belangrijke culturele en educatieve locatie. Het station biedt rondleidingen, tentoonstellingen en evenementen die bezoekers informeren over de geschiedenis van draadloze communicatie en de rol van Grimeton daarin. Het station is een levend museum dat de overgang van de 20e eeuw naar de moderne communicatietechnologie illustreert. Moderne betekenis Hoewel de Alexanderson-generator inmiddels technisch achterhaald is, blijft Grimeton Radio Station een levend symbool van de vroege radiocommunicatie. Het is een herinnering aan de tijd waarin ingenieurs en wetenschappers de grenzen van de technologie verlegden en de fundamenten legden voor de verbonden wereld van vandaag. Met zijn status als UNESCO-Werelderfgoed en zijn unieke combinatie van historische waarde en technologische innovatie, blijft het Grimeton Radio Station een fascinerend hoofdstuk in de geschiedenis van de communicatie. Website: https://grimeton.org/en/ Afbeelding: Grimeton Radio Station (foto Wikimedia Commons)2 punten
-
De nostalgische column van Hans Knot 7 december 2024: terug naar februari 1976
In deze column neem ik je mee naar de maand februari 1976 want er was destijds het nodige te melden. Het bleek dat minister van Doorn, destijds verantwoordelijk voor Cultuur Recreatie en Maatschappelijk werk, te gast was in het programma ‘Für Elise’ dat op Radio 4, het klassieke radionet, was te beluisteren en een behoorlijk graad van populariteit had. Het programma dan wel te verstaan. Aan bod kwam onder meer het gegeven dat het nieuwe klassieke station maar beperkte uitzenduren had en luisteraars vooral de wens hadden geuit in de avonduren ook te kunnen afstemmen op het klassiek net. In die tijd ging Hilversum 4, dat via de FM was te beluisteren, om vijf uur in de middag uit de ether om plaats te maken voor de uitzendingen van Hilversum 2. Van Doorn stelde dat er plannen waren voor uitbreiding maar dat dit beslist niet ten koste van de programmering van Hilversum 2 mocht gaan en hij riep de luisteraars op geduld te betrachten. Hij noemde het wel ‘geweldig vervelend, zo niet onaanvaardbaar’ dat het klassieke net om vijf uur al uit de ether verdween. En als het ging om de aard van het nieuwe vierde net was de minister van mening dat het voor een goed deel aan de verwachtingen voldeed, hoewel hij het persoonlijk wel jammer vond dat er twee uur aan gesproken programma’s waren toegevoegd aan het klassieke geheel. Van Doorn destijds: “Dat is een zaak van de zendgemachtigden, daarover heb ik als minister niets te zeggen en dat is een gezonde situatie.” Bedenk je wel dat dit en andere berichten in deze column bijna een halve eeuw geleden zijn gebeurd. En dan in de tweede helft van februari 1976 was er plotseling een demonstratie waarbij Marokkaanse gastarbeiders met elkaar slaags raakten voor het gebouw van de NOS studio’s en wel tussen voor- en tegenstanders van radio- en televisieprogramma’s van de NOS voor Marokkanen in Nederland. Een politiemacht van 70 diende diverse malen in actie te komen. Aanleiding was een demonstratieve optocht naar het NOS-complex, georganiseerd door de federatie van stedelijke Amicales-verenigingen in ons land. Men was van mening dat er door de NOS alleen aandacht werd besteed aan Marokkanen die zich tegen de regering van het thuisland keerden. Amicales was echter pro de regering in Marokko. De vechtpartijen ontstonden toen leden van de KWAN, een comité van de Marokkaanse arbeiders die het liefst een andere regering aan de macht wensten, zich bij de andere demonstranten voegden. De Amicales, die met een kleine duizend man vertegenwoordigd was voerden spandoeken mee als ‘Weg met de discriminatie van de NOS’ en ‘Tegen het communisme bij de NOS’. Deze groep had toestemming voor de demonstratie en wilde aan de programmacommissaris voor de omroep, Carel Enkelaar, een petitie aanbieden waarin men vroeg om objectieve voorlichting en amusement en het niet langer weren van gezagsgetrouwe Marokkanen, die niet tegen hun regering willen fulmineren terwijl ze zelf veilig in het buitenland zitten. Voordat de petitie kon worden uitgereikt volgden opnieuw vechtpartijen En dan was er in de eerste week van februari 1976 een soort van ‘open brief’ van Harry de Winter, waarin hij zijn ongenoegen uitte over datgene hij beluisterde via Hilversum 3, wat voor velen het popstation was als ter vervanging van de eens zo populaire zeezenders als Radio Veronica en Radio Noordzee. Volgens Harry diende er een vijfde radionet te komen onder de noemer ‘Hilversum 5’. Hij stelde onder meer: “Als je een echte popmuziekliefhebber bent dan moet je dit soort muziek met een lantaarntje zoeken op Hilversum 3. Er is wel wat te horen, maar er zit totaal geen lijn in. De liefhebber van de jazz, blues en folkmuziek komt niet aan bod. Juist daarom kan een Hilversum 5 een goede aanwinst zijn". Harry de Winter, was ooit freelance presentator van de Filter Furore Show bij de NCRV-radio en vervolgens de initiatiefnemer van de in 1976 in oprichting zijnde Stichting Muziek, die de niet primair commerciële muziek wenste te gaan bevorderen en dus verlangde dat er een radionet bij zou komen, waarbij juist de genoemde melange aan muziek centraal zou staan. Andermaal Harry de Winter: “Een Hilversum 5 kan fantastisch zijn, maar ook zou er iets binnen Hilversum 3 kunnen veranderen, hoewel ik dat zelf niet zo snel zie gebeuren. Maar als we op deze manier doorgaan zitten we binnen de kortste keren bij Hilversum 99. We moeten van dit hele omroepbestel af, maar dat is natuurlijk een utopie. In Amerika bijvoorbeeld heb je voor iedere soort muziek een apart radiostation in elke regio. Daar kan de luisteraar de radio gebruiken zoals het hoort. Hier in ons land gebruikt de radio de luisteraar". Het waren wijze woorden en toch zou het nog jaren duren alvorens het nodige, hoewel nog niet tot ieders tevredenheid, zou veranderen in het radiolandschap. Hans Knot, 7 december 20242 punten
-
Nederlandse Publieke Omroep lanceert gezamenlijke campagne: “De plek van ons allemaal”
De Nederlandse Publieke Omroep heeft haar eerste gezamenlijke campagne gelanceerd: De plek van ons allemaal. In deze campagne wordt de belangrijke rol van de publieke omroep in de Nederlandse samenleving benadrukt. Al meer dan 100 jaar biedt de publieke omroep programma’s die impact maken, van radio en televisie tot online en on-demand. Met ruim 100 fragmenten uit iconische en betekenisvolle programma’s toont de campagne wat de omroep heeft betekend en blijft betekenen voor Nederland. Een unieke samenwerking Alle dertien omroepen – waaronder NPO, NOS, BNNVARA, AVROTROS, Omroep MAX, EO, VPRO, en Omroep Zwart – werken voor het eerst samen in deze grootschalige campagne. De boodschap draait om verbinding, kwaliteit en de centrale rol van de publieke omroep als spiegel van de samenleving. De campagne benadrukt dat de publieke omroep een plek is waar talent en ideeën tot bloei komen, en waar ruimte is voor verhalen vanuit verschillende perspectieven. Verbinding en collectieve herinneringen Met fragmenten van bekende programma’s die een breed scala aan onderwerpen bestrijken, roept de campagne herinneringen op en belicht het de gezamenlijke ervaring van miljoenen kijkers en luisteraars. Het toont hoe de Publieke Omroep een rol speelt in maatschappelijke discussies en een baken blijft van betrouwbaarheid en onafhankelijkheid. Een blijvend doel De campagne heeft als doel de waarde van de Publieke Omroep duidelijker neer te zetten in het Nederlandse medialandschap. Naast het huidige deel van de campagne staat voor volgend jaar een vervolg gepland, waarbij nóg meer nadruk wordt gelegd op de verbinding tussen de publieke omroep en de Nederlandse samenleving. De plek van ons allemaal is vanaf vandaag te zien en te horen via de publieke radio- en televisiezenders. Met deze campagne wil de publieke omroep niet alleen laten zien wat zij doet, maar ook wat zij voor Nederland blijft betekenen. Afbeelding: De Publiek Omroep, de plek voor ons allemaal (foto NPO)2 punten
-
De nostalgische column van Hans Knot 26 oktober 2024
In de maand januari 1975 werd een bericht naar buiten gebracht inzake het aantal auto’s in Nederland, waarvan de eigenaren ook in het bezit waren van een autoradio. Het ging daarbij om meer dan 2 miljoen exemplaren en dat kwam weer neer op het gegeven dat 62% van het Nederlandse wagenpark als zodanig was uitgerust. Nederland was op dat moment voorloper want bij de Oosterburen lag het percentage op 58% terwijl in Frankrijk slechts 40% van de auto’s een radio had. Bij onze zuiderburen was het veel slechter gesteld want slechts 31% van de auto’s waren met een dergelijk toestel uitgerust. Deze cijfers waren afkomstig uit het hoofdkantoor van Philips in Eindhoven. Volgens de onderneming was er een duidelijke toenemende belangstelling voor autoradio’s uitgerust met FM-ontvangst in combinatie met cassette apparatuur. Daarmee was het alleen mogelijk opnamen af te spelen. De toename was vooral, aldus de woordvoerder van Philips, sedert het verdwijnen van de zeezenders. Meer dan de helft van de automobilisten bouwde zelf de installatie in de auto. Ook meldde hij dat de levensduur van een autoradio niet kon worden bepaald, hoewel het zeker was dat deze levensduur langer zou zijn dan die van de auto. Wel komt er direct een herinnering op naar een autorit vanuit Groningen naar Scheveningen. Het zal rond mei 1973 zijn geweest dat we naar een door Rob Olthof (nee SMC was er nog niet) en Pirate Radio News georganiseerde trip naar de zendschepen was, die toen nog voor de Nederlandse kust actief waren. Dit inclusief een bezoekje naar de locatie van het voormalige uitzendplatform van RTV Noordzee, het REM-platform. Met een bepaalde regelmaat ging ik per trein naar Amsterdam en bezocht niet alleen de Willemsparkweg in Amsterdam Zuid voor vriend Rob Olthof maar ook de Haringparkerssteeg in het centrum van onze hoofdstad, waar de grandioze platenzaak Boudisque was gevestigd. In etappes werd door deze onderneming een toen nieuwe prachtige serie gericht op de Amerikaanse radio uitgebracht, de zogenaamde Cruisin Serie. De Lp’s werden veelvuldig beluisterd en brachten, per jaar, niet alleen de hits maar ook de presentatie van de toenmalige top deejays. Absolute topper was voor mij destijds Arnie ‘Woo Woo’ Ginsburg. De lange rit van Groningen naar Scheveningen kon deels worden bereden middels het luisteren naar de zeezenders maar opwarmen was ook mogelijk door een aantal op cassette opgenomen lp’s uit de Cruisin Serie af te spelen. Mijn broer Jelle was in het bezit van een Audi auto met ingebouwde radio cassetterecorder en onderweg, het zal even buiten Groningen zijn geweest, draaide hij wat aan de radio en drukte ongemerkt voor de andere personen in de auto op de play knop van de cassetterecorder. Ikzelf, die de cassettes had opgenomen, kon mijn lachen nog net inhouden. Een van de meerijders was ingestapt in de Verlengde Vissersstraat in de binnenstad van Groningen en toen eenmaal de cassetterecorder een tijdje liep en de display van de radio ook nog verlicht was bleek hij echt van mening dat het gehoorde signaal via de autoradio was te ontvangen. Hij was totaal enthousiast en dit gegeven was reden genoeg het totaal beeld nog wat op te dikken. Broer Jelle vertelde namelijk dat het ging om de nieuwste Duitse technologie waardoor verre signalen in de auto konden worden ontvangen. Na een goed half uur hebben we Johan Munting maar uit zijn dromen gehaald en verteld waarom het in werkelijkheid ging. Met weemoed kan ik terugdenken bij het horen van die vertrouwde Amerikaanse radio uit de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw en dan komt vaak deze herinnering en Johan Munstra weer bovendrijven. Hans Knot, 26 oktober 2024 Afbeelding: autoradio (foto Pragyan Bezbaruah/pexels)2 punten
-
Free Radio Service Holland viert 44 jaar kortegolfuitzendingen op zondag 3 november
Op zondag 3 november viert Free Radio Service Holland (FRS) 44 jaar kortegolfuitzendingen met een speciale live-uitzending. Van 08:52 tot 13:45 UTC (09:52 tot 14:45 CET) kunnen luisteraars afstemmen op de frequenties 5940, 7700 en 9300 kHz (onder voorbehoud). Het gehele FRS-team, waaronder Jan van Dijk, Mike Taylor, Bert van Leer, Dave Scott en Peter Verbruggen, verzorgt de uitzendingen. Tijdens het programma staan de vaste onderdelen centraal, zoals FRS Goes DX en de populaire postrubriek ILLS, waarin de inzendingen voor de Summer Splash-uitzendingen van afgelopen juli en augustus aan bod komen. Naast muziek brengt Free Radio Service Holland een selectie herinneringen en flashbacks uit hun rijke geschiedenis. Belangstellenden kunnen hun luisterervaring delen met het station via post of e-mail. Ontvangstrapporten worden beloond met een speciale A5 QSL-kaart uit de ‘FRS Through the Years’-serie, en e-mailinzendingen ontvangen een digitale eQSL. Eventuele last-minute updates, zoals frequentiewijzigingen, worden bijgewerkt in het ‘Latest News’-gedeelte van de Free Radio Service Holland website.2 punten
-
Mi Amigo 50 revival live tijdens havendagen in Terneuzen
De Mi Amigo 50 revival zal live uitzenden vanaf het schip MLV Castor tijdens de Havendagen in Terneuzen op vrijdag 28, zaterdag 29 en zondag 30 juni 2024. Bekende dj's van de historische zeezender, waaronder Bart van Leeuwen, Bert Bennett, Ferry Eden, Marc Jacobs en Ad Petersen, zullen hierbij aanwezig zijn. Radio Mi Amigo begon vijftig jaar geleden met uitzenden. Op 31 augustus 1974 namen luisteraars afscheid van Radio Veronica, Radio Noordzee en Radio Atlantis, alleen Radio Mi Amigo ging, samen met Radio Caroline, door met uitzenden. Ter herdenking van deze halve eeuw sinds de start van Radio Mi Amigo zijn de zeezenders voor even terug tijdens de Havendagen in Terneuzen. Eerdere jubileumuitzendingen vonden plaats in Oostende (2014) en Blankenberge (2019) ter ere van respectievelijk 40 en 45 jaar Mi Amigo. Gedurende deze drie dagen zullen de legendarische zeezender-dj's het geluid van Radio Mi Amigo, Radio Veronica, Radio Noordzee en Radio Atlantis terugbrengen. De uitzendingen zijn in de regio Terneuzen via FM te beluisteren en worden tevens door diverse LPAM-stations op de middengolf in Nederland verspreid. Het online radiostation KL85 biedt ondersteuning, in samenwerking met Ment-TV en Broadcast Partners. De organisatie van Mi Amigo 50 wordt verzorgd door de vzw Nordica. Afbeelding: de MLV Castor in Blankenberge tijdens Mi Amigo 45 in 2019 (foto Vincent Schriel)2 punten
-
Nieuwe Podcast belicht RNI-jaren van Hans Hogendoorn
Een nieuwe podcast richt zich op de indrukwekkende carrière van Hans Hogendoorn, een bekende stem in de Nederlandse radiogeschiedenis. Hans begon zijn radioloopbaan in 1971 bij Radio Noordzee Internationaal (RNI), waar hij nieuws las en later het programma ‘Driemaster’ presenteerde vanaf de Mebo II, het zendschip van RNI. Op 15 mei 1971 bevond Hans zich aan boord van de Mebo II toen een explosie het schip trof, gevolgd door een brand. Deze gebeurtenis, veroorzaakt door een bomaanslag, heeft een blijvende impact gehad. Meer dan 53 jaar later worden deze gebeurtenissen herbeleefd in de podcast 'De Radiovrienden van Henny Radstaak'. De podcast bevat unieke audio-opnamen gemaakt door technicus Ruud Doets van concurrent Radio Veronica, die op de avond van de explosie aan boord was van de Norderney, een schip dat één mijl verderop lag. Deze opnamen documenteren het radioverkeer tussen hulpdiensten en Scheveningen Radio tijdens de reddingsoperatie. Deze bijzondere en historische gebeurtenissen zijn te beluisteren in twee afleveringen van de podcast, beschikbaar op Spotify en Apple Podcasts: Spotify: Apple Podcasts: https://podcasts.apple.com/nl/podcast/de-radiovrienden-van-henny-radstaak/id1722250112 Afbeelding: Hans Hogendoorn met een bijna verbrand stuk hout, afkomstig van de Mebo II (foto Henny Radstaak)2 punten
-
Droitwich zendstation: Een historische pijler in de Britse radiogeschiedenis
Het Droitwich zendstation, gelegen nabij Wychbold in Worcestershire, is een van de meest iconische en technisch significante zendlocaties in het Verenigd Koninkrijk. Sinds de oprichting in de jaren 1930 heeft het station een belangrijke rol gespeeld in de verspreiding van radioprogramma’s. Het is tot op de dag van vandaag een symbool van de Britse radiogeschiedenis. De ontstaansgeschiedenis Droitwich werd in 1934 in gebruik genomen door de BBC als een krachtige zendlocatie voor langegolf en middengolf. Het station werd opgezet om landelijke dekking te garanderen in een tijd waarin radio een primaire bron van informatie en entertainment was. Strategisch gelegen in het midden van Engeland, kon het station signalen uitzenden over grote delen van het Verenigd Koninkrijk en zelfs daarbuiten. De langegolfzender was vanaf het begin een centraal onderdeel van de faciliteit. Met een zendvermogen van 150 kilowatt was deze zender destijds een van de krachtigste in Europa. Actieve en voormalige radiostations Droitwich heeft door de jaren heen een verscheidenheid aan stations gehost. BBC Radio 4 is de meest prominente gebruiker van de langegolfzender, die uitzendt op 198 kHz. Dit station biedt een breed scala aan inhoud, van nieuws en documentaires tot drama en educatieve programma’s. Andere radiostations die via Droitwich werden uitgezonden, zijn onder meer: BBC Radio 5 Live: Deze zender, gericht op sport en actualiteiten, gebruikte de middengolfcapaciteit van Droitwich. TalkSport: Ook een gebruiker van de middengolffrequenties, richt zich op sportliefhebbers. Absolute Radio (voorheen Virgin Radio): Dit station zond via Droitwich uit totdat het overschakelde naar FM en digitale platforms Technische specificaties van de langegolfzender De langegolfzender van BBC Radio 4 op 198 kHz is een technisch hoogstandje. Met een vermogen van 500 kilowatt biedt deze zender uitzonderlijk brede dekking, wat betekent dat luisteraars in afgelegen gebieden van Schotland, Wales en zelfs delen van continentaal Europa BBC Radio 4 kunnen ontvangen. De masten van het station zijn indrukwekkend; met een hoogte van 213 meter domineren ze het landschap. Deze hoge masten zijn essentieel om de lange golven efficiënt over grote afstanden te verspreiden. Afbeelding: Droitwich Zendstation (foto Bob Nienhuis-Wikipedia) Radio Teleswitch: Een innovatieve toepassing Een opmerkelijke toepassing van de langegolfzender is het Radio Teleswitch-systeem, dat in de jaren 80 van de vorige eeuw werd geïntroduceerd. Dit systeem maakt gebruik van signalen op de langegolf om energieleveranciers te helpen bij het beheren van elektriciteitsnetwerken. Het stelt leveranciers in staat om op afstand nachtelijke stroomtarieven te schakelen en piekbelasting te reguleren, wat bijdraagt aan efficiënter energiegebruik. Voor huishoudens met Radio Teleswitch-apparatuur bood dit systeem een betrouwbare manier om goedkoop nachtstroom te gebruiken voor apparaten zoals boilers en verwarmingssystemen. De toekomst van Droitwich Ondanks zijn rijke geschiedenis staat het Droitwich zendstation aan de vooravond van veranderingen. De langegolfuitzendingen op 198 kHz staan op de nominatie om in de komende jaren te worden beëindigd. Dit besluit is deels ingegeven door de veroudering van de apparatuur en de verschuiving naar digitale radio en online streaming. Het uitfaseren van de langegolfzender betekent echter niet het einde van Droitwich. Het station blijft een belangrijk knooppunt voor andere transmissies en zal waarschijnlijk worden aangepast om nieuwe technologieën te ondersteunen. Droitwich heeft een unieke plaats in de Britse omroepgeschiedenis. Van zijn rol in het verspreiden van nieuws en cultuur tot innovatieve toepassingen zoals Radio Teleswitch, het station is een toonbeeld van technische vooruitgang en publieke dienstbaarheid. Terwijl het station zich voorbereidt op een toekomst zonder langegolfuitzendingen, blijft het een symbool van een tijdperk waarin radio een onmisbaar medium was voor miljoenen Britten. Afbeelding: Droitwich zendstation (foto Tom Axford/Wikipedia)1 punt
-
Dit zijn de 9 finalisten van Studio Brussel’s De Nieuwe Lichting 2025
Studio Brussel heeft de negen finalisten van De Nieuwe Lichting 2025 bekendgemaakt. De muziekwedstrijd, die dit jaar voor de dertiende keer plaatsvindt, biedt een platform aan opkomend Belgisch talent en is uitgegroeid tot een belangrijke springplank voor artiesten binnen de Belgische muziekscene. De finalisten werden geselecteerd uit meer dan duizend inzendingen door de muziekredactie van Studio Brussel en een professionele jury. De finalisten zijn: Alice Mae, ANDRO!DZ, Arend Delabie, Birame, DRACOBOY, JUNKYARDPOOL, Kaat Van Stralen, SALVIA en Uwase. Zij strijden om een plek in de top drie, waarbij de winnaars een duwtje in de rug krijgen met airplay op Studio Brussel, een cover op Knack Focus, en professionele begeleiding van VI.BE. Stemweek en finale Luisteraars kunnen vanaf vrijdag 24 januari een week lang stemmen op hun drie favorieten via het Studio Brussel-kanaal op VRT MAX. De finale vindt plaats op vrijdag 31 januari om 16:00 uur in de Beursschouwburg in Brussel, waar de drie winnaars worden onthuld in een live-uitzending door Eva De Roo en Rik De Bruycker. Deze bekendmaking valt samen met de Week van de Belgische Muziek, waarin Studio Brussel een week lang enkel Belgische muziek draait en live uitzendingen verzorgt vanuit de Beursschouwburg. Een gevarieerd aanbod aan talent De finalisten van 2025 vertegenwoordigen een breed scala aan genres en stijlen: Alice Mae brengt alternatieve rock met haar nummer Better Ways. ANDRO!DZ staat voor energieke drum ’n bass met Forward. Arend Delabie combineert indie en pop in Stain. Birame biedt een soulvolle en persoonlijke sound met The Worst Parts of You. DRACOBOY mixt rap, trap en rock in zijn Franstalige track Fusée. JUNKYARDPOOL brengt rauwe punkrock met Bernaar. Kaat Van Stralen mengt kleinkunst en punk in Stop Met Wenen. SALVIA gaat voor donkere post-punk vibes met Time. Uwase brengt een dromerige, introspectieve sound met Pedestal. Een belangrijke traditie binnen de Belgische muziek De Nieuwe Lichting heeft in het verleden artiesten als Tamino, Equal Idiots en Portland gelanceerd. Het initiatief blijft een belangrijke rol spelen in het ontdekken en ondersteunen van lokaal talent. De finalisten van dit jaar hopen dezelfde weg naar succes te bewandelen. Luisteraars en fans kunnen de uitzendingen van de finale live volgen via Studio Brussel, VRT MAX, en het YouTube-kanaal van Studio Brussel. Meer informatie is te vinden op stubru.be/denieuwelichting. Afbeeldingen: De Nieuwe Lichting 2025 (foto Studio Brussel1 punt
-
Qmusic blijft marktleider, recordhoogte in luistercijfers voor JOE
Uit de nieuwste luistercijfers van het Nationaal Media Onderzoek (NMO) blijkt dat JOE in oktober een nieuw hoogtepunt heeft bereikt met een marktaandeel van 7,1% in de doelgroep 20-49 jaar. Daarmee is de zender van DPG Media de vijfde grootste radiozender van Nederland geworden. Het totale bereik van JOE steeg naar 4,7 miljoen luisteraars in de leeftijd 13+, een groei van 46% ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. JOE’s groei mede door drive-time programma’s De groei van JOE is deels toe te schrijven aan een sterke programmering tijdens de spitsuren. De ochtendshow van Coen & Sander, gelanceerd in mei, bereikte in oktober een marktaandeel van 7,0% in de doelgroep 20-49 jaar, een toename van 27% vergeleken met oktober 2023. Ook de middagshow van Kai Merckx liet een sterke stijging zien, met een marktaandeel van 6,8%, een groei van 84% ten opzichte van het voorgaande jaar. Qmusic handhaaft leiderspositie Qmusic blijft marktleider met een marktaandeel van 19,4% in de doelgroep 20-49 jaar, gevolgd door Radio 538 (16,5%) en NPO Radio 2 (11,9%). In totaal bereikte Qmusic bijna 7 miljoen luisteraars in de leeftijdsgroep 13+, wat neerkomt op een stijging van 4% ten opzichte van vorig jaar. De ochtendshow van Mattie & Marieke blijft de best beluisterde ochtendshow van Nederland met een marktaandeel van 19,9%. Radiogroep DPG Media behaalt nieuw record De radiogroep van DPG Media, bestaande uit Qmusic, JOE en verschillende themazenders, bereikte in oktober een gezamenlijk marktaandeel van 28,8% in de doelgroep 20-49 jaar. Het totale bereik in de leeftijdsgroep 13+ kwam uit op 9,9 miljoen luisteraars, een stijging van bijna 1 miljoen luisteraars (+11%) in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar. Bron: NMO Luisteronderzoek. Doelgroep 20-49 jaar. Ma-Zo 06:00-24:00 uur.1 punt
-
'Knuffelvlammetje' symbool voor verbondenheid tijdens De Warmste Week
De Warmste Week introduceert dit jaar het ‘knuffelvlammetje’ als symbool van verbondenheid. Het nieuwe ontwerp, bestaande uit twee vlammetjes die elkaar omarmen, roept op tot saamhorigheid in de strijd tegen eenzaamheid. Ook zijn er sleutelhangers verkrijgbaar, die je kunt delen met iemand die je een warm hart toedraagt. De opbrengst van de verkoop van het knuffelvlammetje en de sleutelhanger gaat naar het DWW-fonds, dat wordt beheerd door de Koning Boudewijnstichting. Met dit fonds worden in 2025 276 projecten ondersteund die zich richten op het thema eenzaamheid. Een knuffelvlammetje kost 4 euro, terwijl een sleutelhanger 6 euro bedraagt. De items zijn te koop via de website van De Warmste Week en bij KBC-bankkantoren en -verzekeringskantoren. Zita Wauters opnieuw Vlambassadeur Zita Wauters neemt dit jaar opnieuw de rol van Vlambassadeur op zich en reist door heel Vlaanderen en Brussel om zoveel mogelijk vlammetjes uit te delen. Op diverse locaties, van tv-studio’s tot kerstmarkten, zet ze zich in om het bewustzijn rond eenzaamheid te vergroten. Het doel is om zoveel mogelijk mensen aan te moedigen om samen tegen eenzaamheid te “vlammen”. Het publiek kan Zita’s activiteiten volgen op het Instagram-kanaal van De Warmste Week, waar ze verslag doet van haar ervaringen en de acties rondom het thema. Programma en hoogtepunten in Brugge De Warmste Week wordt dit jaar gehouden op ’t Zand in Brugge van woensdag 18 tot en met dinsdag 24 december. Verschillende VRT-kanalen, waaronder VRT 1, Studio Brussel, MNM, Ketnet en VRT MAX, doen verslag van het evenement. Op maandag 2 december wordt meer bekendgemaakt over het programma, de live radio-uitzendingen vanuit Het Warmste Huis en de artiesten die optreden. Kijk voor meer informatie en het volledige programma op dewarmsteweek.be. Afbeelding: de knuffelvlammetjes (foto VRT)1 punt
-
Radio2 Top 500 van de jaren ’80 brengt vanaf morgen nostalgie terug naar de ether
De jaren ’80 brachten wereldwijd enkele iconische artiesten en nummers die blijvende sporen hebben nagelaten. Zo domineerden supersterren als Michael Jackson en Madonna de hitlijsten met respectievelijk Billie Jean en Like a Virgin, nummers die nog steeds tot het collectieve muziekgeheugen behoren. Ook in de Radio2 Top 30 van die tijd scoorden bands als Queen met Another One Bites the Dust, en Phil Collins met In the Air Tonight. Deze hits droegen bij aan het kenmerkende geluid van de ’80s, waarin pop, rock en new wave floreerden. Van maandag 28 oktober tot en met zaterdag 2 november zet Radio2 de jaren ’80 centraal met de Radio2 Top 500 van de 80’s. Deze speciale lijst telt de 500 favoriete hits van dat decennium en is de komende week dagelijks te beluisteren via Radio2 en VRT MAX. Anja Daems en Benjamien Schollaert presenteren de uitzending elke dag van 13:00 tot 20:00 uur, met een speciale afsluitende uitzending op zaterdag van 11:00 tot 18:00 uur.1 punt
-
NOS verwerft uitzendrechten voor FIFA WK Voetbal 2026 en 2030
De NOS heeft de uitzendrechten bemachtigd voor het FIFA WK Voetbal in 2026 en 2030. De publieke omroep zal beide toernooien live uitzenden op televisie, online en via de radio. Ook de kwalificatiewedstrijden en de UEFA Nations League-duels van het Nederlands elftal richting het WK 2026 zijn bij de NOS te volgen. Het WK 2026 wordt het grootste ooit, met deelname van 48 landen en 104 wedstrijden. Het toernooi vindt plaats in Canada, Mexico en de Verenigde Staten. Voor het WK 2030, dat het 100-jarig jubileum van het toernooi markeert, wordt de gastheer op 11 december 2024 bekendgemaakt, met Spanje, Portugal en Marokko als het enige overgebleven bod. De NOS blijft hiermee haar lange traditie voortzetten van het uitzenden van grote voetbaltoernooien waar het Nederlands elftal aan deelneemt. Zo blijft het WK, een van de grootste sportevenementen ter wereld, voor een breed publiek in Nederland toegankelijk. De halve finale van Nederland tegen Argentinië tijdens het WK 2014, met 9,1 miljoen kijkers, blijft het best bekeken tv-moment in de Nederlandse geschiedenis, wat de populariteit van deze uitzendingen onderstreept.1 punt
-
Nieuwe online zender van TOPradio: Radio Kamping Kitsch Club
Topradio heeft een nieuwe online zender gelanceerd: Radio Kamping Kitsch Club. Deze zender biedt luisteraars een unieke mix van muziekstijlen, variërend van retro en jump tot schlagers, en weerspiegelt de sfeer van het gelijknamige festival. Op nieuwe radiostation zijn de bekende hosts MC Drummer en Johny Overdrive te horen, die zorgen voor een combinatie van schunnige gesprekken, verrassende radiomomenten en aangebrande humor. Het programma van Radio Kamping Kitsch Club loopt 24 uur per dag en biedt een diverse line-up van shows, waaronder "Hoger Sch-lager", "Club 7 alles geven!", en "Terror Tente". Hieronder volgt een overzicht van de dagelijkse programmering: 00:00-07:00 Kamping Kitsch zonder stop 07:00-09:00 Radio KKC met MC Drummer 09:00-10:00 Groetjes 10:00-11:00 Hoger Sch-lager 11:00-12:00 Kamping Kitsch zonder stop 12:00-14:00 De middag met MC Drummer en Johny Overdrive 14:00-15:00 Kamping Kitsch zonder stop 15:00-16:00 Hoger Sch-lager 16:00-17:00 Groetjes 17:00-19:00 Radio KKC met Johny Overdrive 19:00-20:00 Club 7 alles geven! 20:00-21:00 Spoiler Room 21:00-22:00 Oktoberfist Fest 22:00-23:00 Terror Tente 23:00-00:00 Kamping Kitsch zonder stop Radio Kamping Kitsch Club is beschikbaar via de website van TOPradio.1 punt
-
JOE Summer Island van start met optreden van Belle Perez
Vanaf vandaag tot en met zondag 11 augustus verzorgen de JOE-dj’s dagelijks live radio-uitzendingen vanaf de zeedijk van Westende. Met een adembenemend uitzicht op zee wordt deze zomer vol entertainment en familiepret officieel geopend door de JOE-dj’s Ann Van Elsen, Jan Bosman, Leen Dendievel en Evi Geysels, samen met de burgemeester van Middelkerke, Jean-Marie Dedecker. De start van het evenement werd gevierd met een energiek optreden van Belle Perez, die het publiek op de zeedijk trakteerde op haar Spaanse vibes. Dit was slechts het begin van een zomer vol bruisende activiteiten en muziek. JOE-dj Bart-Jan Depraetere sloot de avond af met een feestelijke afterparty. JOE Summer Island biedt dagelijks van 10:00 tot 22:00 uur live radio-uitzendingen met zomerse muziek, verhalen en verrassingen. Diverse artiesten zullen optreden, waaronder Stan Van Samang op 19 juli, Laura Tesoro op 27 juli, Cleymans & Van Geel op 2 augustus en Berre op 9 augustus. Na elk optreden volgt een afterparty verzorgd door de JOE-dj’s. Tijdens de Happy Hour van 16:00 tot 18:00 uur kunnen bezoekers genieten van speciale aanbiedingen en verrassingen. JOE Summer Island belooft een zomer vol plezier en onvergetelijke momenten voor alle bezoekers. Alle optredens en activiteiten zijn live te volgen op de radio, via joe.be en in de JOE-app.1 punt
-
VRT lanceert nieuwe digitale radiozender: Radio Bene
Vandaag introduceert VRT de nieuwe digitale radiozender, Radio Bene, die zich richt op het brengen van de mooiste evergreens en de beste artiesten uit eigen land. Luisteraars kunnen genieten van de hits van gevestigde namen en nieuw opkomend talent. Nieuw presentatieteam Radio Bene verwelkomt drie nieuwe vaste presentatoren: Barbara Dex, Yannick Bovy en Belle Perez. Barbara Dex zal te horen zijn in het programma "Radio Bene Gewoon Genieten" tussen 10:00 en 12 :00 uur, terwijl Belle Perez tussen 16:00 en 18:00 uur "Radio Bene Goed Gezind" presenteert. Yannick Bovy neemt "The Rat Pack" voor zijn rekening op zondagen van 18:00 tot 20:00 uur. Vertrouwde stemmen Naast de nieuwe presentatoren blijven bekende stemmen zoals Herbert Verhaeghe, Cathérine Vandoorne, Peter Verhulst en anderen deel uitmaken van de programmering. Zij zorgen voor continuïteit en herkenbaarheid voor de luisteraars. Zomerprogrammering Tijdens de zomerperiode worden de programma's verder versterkt met gastpresentatoren zoals Willy Sommers, Celien Hermans, Peter Vanlaet, Wim Soutaer en Bart Kaell. Ook zullen er live-uitzendingen plaatsvinden vanuit Blankenberge, waarbij Kim Debrie, Benjamien Schollaert en Anja Daems een uur lang zomerhits draaien. Geschiedenis en bereikbaarheid Radio2 Benebene, de voorganger van Radio Bene, werd in april 2020 opgericht en was aanvankelijk alleen beschikbaar via de Radio2-app en online. Sinds november 2021 is de zender ook te beluisteren via DAB+. Met de lancering van VRT Radio Bene zet VRT een nieuwe stap in de digitale radiomarkt. VRT Radio Bene is te beluisteren via DAB+, VRT MAX, digitale televisie en smartspeakers.1 punt
-
De nostalgische column van Hans Knot 22 juni 2024: Emperor Rosko
Dit jaar is het al meer dan twee decennia dat mijn International Radio Report verschijnt en wereldwijd wordt verspreid. Eén van de lezers die bijna bij iedere aflevering reageert en een update geeft over zijn eigen activiteiten of herinneringen uit zijn lange loopbaan brengt is Michael Pasternak. Ook heeft hij, al weer jaren geleden, mij toegang gegeven tot zijn persoonlijk foto-archief. Op die manier kunnen zijn fans en mijn volgers stukje voor stukje kennis maken met wie hij is, namelijk de deejay Emperor Rosko. De columns van mij betekenen vooral terugblikken en dit keer neem ik je mee naar de jaren zestig van de vorige eeuw toen Michael Pasternak ook al in de belangstelling stond. Helaas stond in het gevonden krantenknipsel over ‘Franse tieners kozen Rosko tot hun nieuwe idool’ geen aanwijzing uit welke krant het afkomstig was, laat staan een datum van publicatie. Ik neem aan dat het 1968 is geweest. Het leek er op dat de fans van Rosko het hem behoorlijk moeilijk maakten om zijn dagelijkse show, die in Parijs voor Radio Luxembourg iedere doordeweekse middag vanaf 5 uur werd uitgezonden, te kunnen maken want op weg naar de studio was, volgens journaliste Constance van der Valk, het alsof Rosko een veldslag diende te maken om zijn radiostudio te kunnen bereiken. Ze was van mening dat Rosko een idool was geworden omdat men was uitgekeken op de topsterren. Enkelen uitgezonderd zoals Johnny Halliday. Nee het was de geliefde deejay die plaatsjes draaide en praatjes maakte via de microfoon in zijn programma Minimax. Ook wist Constance te melden dat op het MIDEM in Cannes, waar onder meer Tom Jones en The Surpremes aanwezig waren, het the Emperor Rosko was die de meeste belangstelling kreeg. Tijdens het MIDEM was Rosko aanwezig om in de middag, vanuit een glazen studio, programma’s te presenteren terwijl in de avonduren hij ook nog in een van de vele clubs in Nice een show weg gaf. Als hij in de middag bij de studio aankwam stonden honderden gillende meisjes hem op te wachten om een foto te maken of een handtekening te bemachtigen of probeerden hem even aan te raken. Hij stal de show door of in roomwitte sportauto te arriveren of met een glimmende motor, waarbij het stuur duidelijk verhoogd was en voorzien van talloze toeters. Maar ook om de glazen studio stonden tal van jonge vrouwen, zo constateerde Constance, hem kushandjes te geven en gaf Rosko alle ruimte om zich te laten bewonderen. Zijn shows waren destijds swingend waarbij Engels, Frans, Spaans en Duits werd gesproken en de oudere aanwezigen op afstand stonden te kijken en zich verbaasden over de omvang van zijn populariteit. Immers was het maar een deejay. Op dat moment was Michael Pasternak slechts 25 jaar en officieel afkomstig uit Californië. Hij was zoon van de wereldberoemde filmregisseur Joe Pasternak. Volgens de journaliste was zijn carrière bij Radio Caroline jammerlijk mislukt. Intense volgers van het station destijds weten wel beter, hij was immens populair. Bij Radio Luxembourg verdiende hij destijds liefst het gigantische salaris van f 50.000,-- per maand, hetgeen hem snel tot miljonair maakte. Niet voor niets dat hij pronkte met het gegeven dat hij zich Emperor Rosko mocht noemen. Hier vind je een blog door en over Rosko jaren geleden geschreven: https://emperor-rosko.blogspot.com/p/40-years-of-radio-caroline-by-hansknot.html Ondanks zijn 82-jarige leeftijd is The Emperor nog steeds actief op radiogebied: https://emperorrosko.net/ En hier meer of het MIDEM festival dat sinds 1967 wordt georganiseerd: https://en.wikipedia.org/wiki/Midem Afbeelding: Hans Knot en Emperor Rosko in de Sugar Reef London 2007 (foto Martin van der Ven)1 punt
-
Voorlopige uitspraak: Rob van Someren krijgt gelijk in kort geding tegen Talpa Radio
Rob van Someren lijkt het kort geding tegen zijn werkgever Talpa Radio te winnen. De rechter heeft woensdag aan het einde van de zitting aangegeven dat zij Van Someren in het gelijk wil stellen, tenzij de partijen de komende dagen tot een onderlinge oplossing komen. De dj heeft de rechtszaak aangespannen om te kunnen blijven werken aan zijn programma "Somertijd" op doordeweekse dagen op Radio 10. Per 1 juli zou Gijs Staverman een middagprogramma bij Radio 10 starten, waardoor "Somertijd" naar het weekend zou verhuizen. Van Someren, die al negen jaar voor Radio 10 werkt, eist dat zijn arbeidsvoorwaarden niet worden gewijzigd en dat Radio 10 zich aan de contractuele afspraken houdt. In zijn contract staat dat hij op werkdagen tussen 16:00 en 19:00 uur een programma maakt. De rechter heeft de partijen tot maandag de tijd gegeven om te onderhandelen en een oplossing te vinden. Van Someren is opgelucht over het voorlopige oordeel en benadrukt het belang van eerlijke behandeling binnen de werkcultuur. Van Someren heeft de zaak aanhangig gemaakt omdat hij de verhuizing van zijn programma naar het weekend als een eenzijdige beslissing van Talpa beschouwt, zonder overleg met de stationsdirecteur van Radio 10 en hemzelf. De rechter oordeelde dat Talpa onzorgvuldig heeft gehandeld en de dj niet in de besluitvorming heeft betrokken.1 punt
-
JOE Summer Island komt zomer vol entertainment in Westende
JOE Summer Island keert deze zomer terug met een gevarieerd programma vol entertainment aan de zeedijk van Westende. Van vrijdag 12 juli tot en met zondag 11 augustus kunnen bezoekers genieten van radio-uitzendingen, live optredens, kermisattracties en meer. Radio-uitzendingen en Optredens JOE-dj’s zullen dagelijks van 10:00 tot 22:00 uur live radio uitzenden vanaf de locatie. De zomer start officieel op vrijdag 12 juli om 16:00 uur met een feestelijke uitzending door Jan Bosman en Leen Dendievel. Gedurende de zomer zijn er optredens van onder anderen Stan Van Samang, Laura Tesoro, Cleymans & Van Geel en Berre, gevolgd door afterparty’s verzorgd door de JOE-dj’s. Kermisattracties en Happy Hour Naast de muziek kunnen bezoekers genieten van kermisattracties, waaronder een nieuwe zweefmolen en de Swinging Polyp. Dagelijks tussen 11:00 en 22:00 uur zijn er snacks en drankjes verkrijgbaar. Tussen 16:00 en 18:00 uur biedt JOE een Happy Hour met twee voor de prijs van één op drankjes en attracties, inclusief extra verrassingen. JOE Summer Island bevindt zich op de Koning Ridderdijk ter hoogte van Surfclub De Kwinte in Westende. Voor meer informatie, bezoek joe.be/summerisland. Afbeelding: Sven en Anke (foto JOE)1 punt
-
De nostalgische column van Hans Knot 8 juni 2024: De rechtszaak tegen Oswald
Voor de verandering duik ik via deze column weer eens in de aantekeningen die het jaren geleden niet hebben gehaald voor de publicatie ‘Boven Water’. We gaan even terug naar de begindagen van Radio Veronica. Op 10 januari 1963 werd uiteindelijk bekend gemaakt dat er, bijna drie jaar na zijn arrestatie, er daadwerkelijk een rechtszaak zou komen tegen de voormalige technische directeur van de VRON, de heer Oswald uit Amsterdam. De datum van de zitting werd vastgesteld op 6 februari met een zitting te houden in het arrondissement Amsterdam. Niet alleen Oswald diende te verschijnen, maar ook de voormalige hoofdtechnicus Arie Derksen en wel wegens het illegaal in zijn bezit hebben van zendmaterialen en dus strafbaar was onder artikel 20 van de Telegraaf- en Telefoonwet uit 1904. Beide zaken waren eerder gepland voor een zitting op 8 december 1961, maar de rechtbank verwees ze toen terug naar de ‘instructie’. Reden hiervan was dat de rechtbank meer bijzonderheden wenste te verkrijgen van deskundigen over de in beslag genomen apparatuur en mogelijkheden tot gebruik. ‘Het Algemeen Handelsblad’ meldde op 11 januari 1962: ‘Van een veroordeling van deze twee personen zal het afhangen of 23 andere personen, onder wie de tegenwoordige directie van Radio Veronica en andere aandeelhouders, die medeplichtig zouden zijn door het verschaffen van middelen en gelegenheid voor de bouw van de zender, eventueel ook vervolgt zullen worden, zo werd door de Officier van Justitie medegedeeld.’ Toen eenmaal de rechtszaak was gehouden wist de verslaggever, die de zitting had bijgewoond, dezelfde avond in ‘het Algemeen Handelsblad’ te melden dat er slechts voorwaardelijke gevangenisstraffen en boetes waren geëist. In totaal zes maanden voorwaardelijk werd het voor Oswald en f 150,00 boete, terwijl tegen Derksen een straf van drie maanden voorwaardelijk met een boete van f 250,00 werd geëist door mr. R.L. Heukels. Oswald was trouwens niet aanwezig tijdens de zitting omdat hij ziek was. Beide verdachten werden tijdens de zitting verdedigd door advocaat J.G. Petersen uit Amsterdam. Tijdens de zitting gaf Derksen toe dat het om onderdelen van een te bouwen zender was gegaan, de zogenaamde stuurtrappen, die op zichzelf slechts een geringe zendcapaciteit zouden hebben gehad en dus niet als zender konden worden beschouwd. Hij gaf tevens toen dat hij de onderdelen had gebouwd in opdracht van de mensen achter de VRON, waarvoor hij destijds had gewerkt. Hij had er echter niets strafbaars te hebben gedaan omdat hij wel vaker zenders voor amateurs bouwde en derhalve zich zelf niet bewust was dat hij daarmee in overtreding was. Hij stelde ook te denken dat een vergunning, die hij had op een ander adres om te kunnen experimenteren en proeven te nemen met zendapparatuur, ook op de activiteiten van toepassing waren, die door de rechtbank werden besproken. Uiteraard was er ook een getuige opgeroepen die tijdens de inbeslagname van de apparatuur aanwezig was geweest. Het ging daarbij om dhr. D. Neuteboom van de Bijzondere Radio Dienst uit Den Haag, die onder meer stelde dat de besproken inrichting voor gelicenceerde zendamateurs hoogst ongebruikelijk was en bovendien niet voor die doeleinden geschikt was. Hij stelde tevens dat hij, begeleid door ambtenaren van politie, eerst in de winkel en daarna in de werkplaats van de verdachte apparatuur in beslag had genomen. Bij nader onderzoek was gebleken dat het om onderdelen van een te bouwen zender aan boord van de Borkum Riff, gelegen in de haven van Emden, ging. Een rechtbankverslaggever van het Algemeen Handelsblad van 6 maart 1963 omschreef het bewijs van de Officier van Justitie als volgt: ‘Hij achtte de zaak duidelijk flagrant in overtreding met de Telegraaf- en Telefoonwet van 1904 – aangepast in 1938 en het radioreglement van 1930, artikel 2, dat het ter beschikking stellen aan onbevoegden van radiozendapparatuur verbiedt.’ De Officier van Justitie stelde dat hij geen onvoorwaardelijke straffen wilde eisen, daar het delict al een aantal jaren daarvoor had plaatsgevonden. Wel gaf hij aan bij een eventueel volgende overtreding harder op te treden en niet te volstaan met voorwaardelijke straffen. Ook kwam de advocaat van de verdachten, mr. Petersen aan het woord en in zijn pleidooi gaf hij ook aan dat het om onderdelen van zendapparatuur was gegaan, maar hij bestreed dat het om een complete zender ging en dat tot op dat moment er nimmer een strobreed tegen iemand in de weg was gelegd aan het bouwen en aanwezig hebben van onderdelen van zendapparatuur; dat alleen pas bij gebruik van dergelijke zendapparatuur overtreding was vastgesteld. Mr. Petersen noemde vervolgens een aardig rijtje namen van dumpzaken in Nederland waar, zonder justitiële inmenging, geregeld zenderonderdelen en apparatuur werd verhandeld. Petersen noemde de vervolging dan ook pure willekeur die slechts tot doel had Radio Veronica te treffen, welk station op dat moment nog steeds volkomen legaal in internationale wateren uitzond, maar waartegen men op allerlei wijzen actie meende te moeten voeren. Mr. Petersen stelde tevens als voorbeeld dat de Dienst der Domeinen van de Nederlandse Staat de afgedankte zendapparatuur van de Marine vaak, via openbare inschrijving, zelf aan deze dumphandelaren verkocht. Bovendien vertelde hij dat de bij verdachte Oswald in beslag genomen walkietalkies bij een van deze dumphandelaren was gekocht en hij vroeg daarom om vrijspraak. De rechter stelde dat de uitspraak enige weken later, op 19 februari 1963, zou gaan plaats vinden. In de ochtend van dinsdag 19 februari vond de uitspraak plaats waarover diverse kranten de volgende dag berichtten, zoals ‘de Volkskrant’. ‘De Amsterdamse rechtbank veroordeelde de 39-jarige vroegere technische directeur van de toenmalige VRON, waaruit Radio Veronica is ontstaan, H.O. uit Amsterdam, tot een boete van 100 gulden subsidiair tien dagen hechtenis plus twee maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar wegens overtreding van artikel 20 van de Telegraaf- en Telefoonwet van 1904. Dit betreft het zonder vergunning van de minister van Verkeer en Waterstaat aanwezig hebben, aanleggen, of gebruiken van radio elektrische zendinrichtingen.’ Zoals eerder gemeld was er zes maanden voorwaardelijk plus een boete van f 150,-- tegen hem in januari 1963 geëist. Uiteraard ging men in ‘de Volkskrant’ ook in op de veroordeling van de 46-jarige ex zendertechnicus Arie Derksen, die inmiddels was verhuisd naar Groningen: ‘Deze werd veroordeeld tot het betalen van een boete van f 100,-- plus een maand voorwaardelijke gevangenisstraf. Er was tegen hem drie maanden gevangenisstraf geëist plus een geldboete van f 250,--.’ In alle kranten werd de verslaggeving inzake deze voortslepende rechtsprocedure beëindig met ‘De verdediger heeft hoger beroep aangetekend’, en dus zal zeker nog op deze zaak terug worden gekomen. Naam van Radio Veronica misbruikt door Partij Lewin Op 8 mei 1963 werd bekend gemaakt door de directie van Radio Veronica dat men aan de regeringscommissaris voor het radiowezen te willen bevorderen dat herhaling van het gebruik van de naam ‘Radio Veronica’ voor politieke doeleinden, zoals in een televisieprogramma van de Nieuwe Democratische Partij van 29 april daarvoor was gebeurd, te voorkomen. In een brief aan de commissaris werd onder meer geschreven: ‘De in deze uitzending vertoonde beelden hebben bij zeer velen de indruk gewekt dat Radio Veronica met deze partij in enig verband zou staan.’ Tevens werd de regeringscommissaris verzocht eraan te willen meewerken dat nog voor de verkiezingen een rectificatie, eveneens via de televisie en op even duidelijke wijze zou plaatsvinden. De directie van Veronica stelde verder: ‘Thans blijkt dat de NDP de naam van Veronica ook gebruikt op haar verkiezingsborden, daarbij de luisteraars van Veronica opwekkend op de NDP te stemmen. Wij wensen nadrukkelijk vast te stellen dat wij deze handelswijze op zijn zachtst uitgedrukt onjuist vinden en verklaren dat wij hier absoluut niet achter staan. Radio Veronica houdt zich principieel buiten elke politiek.’ Lewin van de NDP kwam zelf ook met een verklaring en wel dat hij, voordat hij de uitzending opnam, de dienstdoende NTS technicus met de commissaris had gebeld met de vraag of er bezwaar was tegen het door de directie van Veronica gewraakte tekst. Volgens Lewin had de regeringscommissaris geen bezwaar dat het betreffende tekstbordje werd gebruikt. Hij stelde tevens dat hij in de daarop volgende zendtijd via de radio uitleg zou geven over het gebruik van de naam ‘Veronica’ in het televisieprogramma van de NDP. Hans Knot, 8 juni 20241 punt
Dit klassement is ingesteld op Amsterdam/GMT+02:00