Doorzoek de gemeenschap
Toont resultaten voor tags 'etherpiraten'.
4 resultaten gevonden
-
In de zomer van 1964 begonnen zowel de radio- als televisieprogramma’s vanaf het REM-eiland en was Radio Veronica al een aantal jaren populair in ons land. Toen in de maand november het toenmalige zendschip van laatstgenoemd station werd vervangen door de Norderney, dat met een sterkere zender was uitgerust, steeg die populariteit nog meer. In vooral het oosten en noorden van het land waren daarnaast nog vele niet gelegaliseerde zendamateurs, vooral landpiraten genoemd, actief op het gebied van radio. Waren ze meer en meer actief – gelet op het succes van RTV Noordzee en/of Radio Veronica? In die tijd was er een speciale afdeling van de PTT, verantwoordelijk voor Post, Telegrafie en Telefoon, actief die zich bezig hield met het opsporen en opruimen van de zogenaamde clandestiene zenders. Daar er in 1964 de ontwikkelingen rond het REM-eiland in de dagbladpers een enorme publiciteit opleverde, werd algemeen aangenomen dat dit een duidelijke invloed had gehad op de activiteiten van de landpiraten, ofwel er een grote uitbreiding aan dergelijke landpiraten was geweest. Een onderzoek volgde in opdracht van de directie van de PTT en op zaterdag 7 november 1964 kwamen de resultaten van het onderzoek in diverse kranten naar buiten. In ‘het Vrije Volk’ van die bewuste zaterdag was te lezen dat het bestaan van Radio Veronica en de REM geen merkbare invloed had op het rechtsbewustzijn in Nederland, in die zin dat het bestaan van clandestiene zenders aan de wal minder erg zou worden gevonden. Ook werd eruit duidelijk dat het aantal clandestiene stations aan land niet had toegenomen. Volgens de heer Neuteboom, eindverantwoordelijke bij de opsporingsafdeling van de PTT, was het aantal ‘amateurzenders’ in de daaraan voorafgaande periode juist aanzienlijk afgenomen. Neuteboom: “Dit aantal is de afgelopen jaren zelfs zo aanzienlijk gedaald, dat de Bijzondere Radiodienst van de PTT dit voor de scheepvaart, luchtvaart en reddingsdiensten zeer gevaarlijke euvel in feite onder controle heeft.” Een week eerder was er in dezelfde krant een artikeltje verschenen waarin gewag was gemaakt van een opsporing van een landpiraat, die in de ether was gebracht door een 17-jarige jongen, Eduard V. Men had de moeder van de knaap aan het woord gelaten na zijn arrestatie, waarbij ze verklaarde dat het voor haar zo moeilijk was geweest haar zoon duidelijk te maken, dat hij niet datgene mocht doen wat de ‘heren met de miljoenen’ in het land blijkbaar wel mochten doen. Daarbij doelend op de activiteiten van de eigenaren van Radio Veronica en de beleidsvoerders achter het REM-eiland-project. Terugkomend op opsporingsbeambte Neuteboom – de PTT was nog een staatsbedrijf – stelde deze dat tijdens de periode dat Radio Veronica in de ether was – op dat moment ruim 3,5 jaar – het aantal ‘illegale zenders’ aan land met bijna 25% was afgenomen, terwijl er voor hem ook een duidelijk verschil was. Neuteboom: “Voor ons zijn Veronica en de clandestiene zenders aan de wal bovendien twee verschillende zaken. Het is goed niet te vergeten dat wij, tot driemaal toe, apparatuur van Veronica aan de wal in beslag hebben genomen. Thans onttrekt deze zender zich aan onze bevoegdheid.” Uiteraard daarbij doelend op het gegeven dat het zendschip van Radio Veronica in internationale wateren verankerd lag en bovendien was voorzien van een vlag van een andere natie, waardoor wettelijk niet kon worden ingegrepen. Zoals al gesteld waren het vooral bepaalde delen van Nederland die in de jaren voor 1964 berucht waren vanwege het grote aantal illegale zenders dat via de middengolf actief was. Te denken valt aan Twente, de Achterhoek, Drenthe, Friesland en een deel van de provincie Groningen. De Opsporingsdienst van de PTT, onder leiding van de heer Neuteboom, had in de daaraan voorafgaande jaren, in samenwerking met ambtenaren van de Gemeentepolitie en de Rijkspolitie, liefst 800 van de clandestiene zenders uit de ether gehaald. Volgens Neuteboom was het bestaan van deze zenders vooral een sociologische achtergrond, omdat er voor de wetsovertreders weinig andere vormen van vrije tijdsbesteding mogelijk waren. Neuteboom; “Het uitdelen van strenge straffen, onze intensieve opsporingsmogelijkheden en een goede voorlichting, hebben er toe geleid tot het keren van deze gevaarlijke vloedgolf van clandestiene zenders.” Er sprak echter ook een stuk emancipatie uit van de genoemde gebieden uit het verdwijnen van zenders als ‘Revolver Henkie’, ‘Oompie Koerier’ en ‘de Blonde Zeeman’. Het was opvallend te noemen dat vrijwel alleen werkloze en ongeschoolde mensen zich in die tijd bezig hielden met deze vorm van ethervervuiling. Met een veroordeling achter de rug was het voor een deel van hen niet moeilijk andermaal het pad der illegaliteit te betreden. Aan de andere kant had het uitdelen van strenge straffen en hoge boetes er wel toe geleid tot het keren van de vloedgolf van illegale zenders, die door de overheid als zeer gevaarlijk werden bestempeld. Desondanks werden er in het najaar van 1964 nog tal van illegale zenders opgepakt. Maar niet alleen in het oosten en noorden van Nederland was men actief. Neuteboom: “In Amsterdam zijn er recentelijk vier piraten tegelijk opgepakt, jonge knapen met belangstelling voor elektronica, die te ongeduldig zijn te wachten op het moment waarop ze het beslist niet moeilijke examen voor zendamateur kunnen afleggen. Dit examen kan door iedereen met een normaal verstand met succes worden gedaan. Het bewijs daarvan wordt geleverd door de ruim 1300 gelicenceerde stations die Nederland rijk is.” De speciale opsporingsdienst van de heer Neuteboom vond destijds over het algemeen geen waardering voor de door de zendpiraten ingezette apparatuur, die was ingezet voor hun uitzendingen. Andermaal Neuteboom: “Het zijn meestal zenders, die volgens een meer dan twintig jaar oud schema zijn gebouwd. Dit leidt tot het gebruik van veel slechte apparatuur. Juist die slechte apparatuur levert echter zoveel gevaar op voor de van radio afhankelijke luchtvaart en scheepvaart. Onlangs nog vonden we een zender die de ontvangst van televisiesignalen in een radius van 12 kilometer stoorde. Voortdurend werd daardoor het plezier van de kijkers vergald door een muziekpiraat, die werkte op de 240 meterband. Het komt wel voor dat een dergelijke illegale zender wel – via spiegeling – op acht verschillende frequenties is te beluisteren. Aan het afstemmen van de zenders herkend met vaak de ‘vakman’. “ Hans Knot, 6 januari 2024
-
Etherpiraten zijn er eigenlijk al sinds de beginjaren van de radio, het uitzenden van radiosignalen zonder het in het bezit hebben van een vergunning. In de jaren vijftig tot en met het midden van de jaren tachtig van de vorige eeuw waren ze overal in Nederland volop actief, daarna waren deze illegale stations minder in getale aanwezig. Het laatste decennium, met de komst van de mogelijkheid tot het starten van een eigen internetstation, waardoor men niet in problemen kan komen met de autoriteiten zoals voorheen het geval was, zijn er nog maar weinigen over. In de loop van de verschillende decennia hebben tal van journalisten zich gebogen over de reden waarom vele mensen zich gingen bezig houden met etherpiraterij door een eigen zender aan te schaffen, dan wel te bouwen, en tussen enkele uren en hele dagen de zender te laten draaien. In de maand februari 1973 kwam er andermaal een aantal gegevens naar buiten waarbij de vraag naar voren kwam of de steeds maar toenemende aantal geheime zenders een gevolg was van de toenemende werkloosheid in die periode, met name in de drie noordelijke provincies. Gegevens van Het Loodswezen in Delfzijl telde aan de hand van politierapporten in de maand januari van dat jaar reeds 49 verschillende zenders in de provincie Groningen. Soms waren er zelfs vier tegelijk in de ether, waarbij mag worden aangenomen dat op een dergelijk moment niet alle actieve stations werden opgemerkt. Zestien maal klaagden medewerkers van het loodswezen in januari 1973 bij de politie. Men stond niet alleen want recherchegroepen van de Rijkspolitie en de radiodienst van de PTT peilden steeds meer ethervervuilers, die met hun uitzendingen niet alleen het loods- en reddingswezen stoorden, maar ook het televisiekijkend publiek. In sommige dorpen zaten, volgens de toenmalige adjudant Hofman van de Rijkspolitie, wel tien verschillende zenders. Afbeelding: één van de studio's die gebruikt werden voor opname programma's Radio Nolan en Radio Groningen in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw (foto Paul de Haan) Uit het onderzoek kwam verder naar voren dat de etherpiraten met de toekomst mee gingen daar een aantal al de middengolfbuizenzender aan de kant had gezet en vervangen door FM-zenders, die met hun vermogen toch een afstand konden overbruggen van rond de 50 kilometer. Aangaande de storing op televisietoestellen waren het vooral bewoners van aanpalende huizen, waar de antennemast van de etherpiraat was opgesteld. Zodra de zender aanging verschenen er dikke strepen op het beeldscherm van hun televisietoestel. Uiteraard betekende dit direct verlies aan kijkgenot. Als het ging om de drie noordelijke provincies waren het vooral het Groninger Westerkwartier en zuidwest Drenthe waar vele etherpiraten actief waren in het begin van de jaren zeventig van de vorige eeuw. Het was niet alleen het Loodwezen dat last had van de illegale radiostations, ook andere stations, die bijvoorbeeld contacten onderhielden met de scheepvaart, werden op hun toegewezen werkgolven gestoord, dat stagnatie in verbindingen betekende. De conclusie was trouwens dat de werkloosheid niets te maken had met het grote aantal etherpiraten. Mensen, die actief werden als etherpiraat, konden rond die tijd heel goedkoop aan de nodige apparatuur komen. In de jaren zestig van de vorige eeuw was er trouwens meerdere malen op grootse wijze actie ondernomen door de autoriteiten en wel met duidelijk resultaat. Er werd door de autoriteiten zelfs gesproken over een slachting die was uitgevoerd. In de provincie Groningen waren eind jaren zestig bijna geen middengolfzenders meer te beluisteren. Daar tegenover stond dat het aantal beoefenaars van illegale zenders in Friesland enorm was toegenomen. Een woordvoerder van de Rijkspolitie schatte op dat moment dat er in Friesland minimaal 30 krachtige middengolfzenders actief waren. En men bleef actief met het opsporingsbeleid want betreffende het jaar 1972 kan worden vermeld dat alleen al in de provincie Groningen meer dan dertig succesvolle invallen waren gedaan waarbij zenders het zwijgen werd opgelegd en in alle gevallen de zendapparatuur in beslag was genomen. De woordvoerder van de Rijkspolitie meldde dat aan vele van deze illegale piraten het advies was gegeven een eenvoudig examen te doen, waardoor – bij het verkrijgen van een licentie - legale uitzendingen konden worden verzorgd. Uiteraard hadden de etherpiraten een totaal ander idee over radiotransmissie. Hans Knot, 20 februari 2021
- 3 opmerkingen
-
- 2
-
- hans knot
- werkloosheid
-
(en 2 meer)
Getagd met:
-
VPRO-R1-20100307-1130-1200-OVT-etherpiraten https://pixeldrain.com/u/bK3Sv9JG
-
- 5
-
- vpro
- etherpiraten
-
(en 2 meer)
Getagd met:
-
Zo maar een paar korte verslagen uit februari 1957 uit Groningen. Twee clandestiene radiostations werden er op zondagavond de 10de februari opgespoord door de Groninger Politie, in samenwerking met ambtenaren van de P.T.T. De daders werden op heterdaad betrapt tijdens de uitzending. Volgens het Nieuwsblad van het Noorden, waarin destijds de berichtgeving was terug te vinden, was er eerst een pand aan de Bilitonstraat betreden. ‘Onder allerlei opvallende en soms zelfs lieflijke roepnamen, zoals ‘Madeliefje’, ‘De Smokkelaar’, ‘De Dankbaarheid’ en ‘De Molenwiek’, had de eigenaar al geruime tijd zijn ether-activiteiten ontplooid. Het Madeliefje werd echter realistisch als een lastige smokkelaar behandeld en zal — overigens tot veler dankbaarheid — zijn geestigheden voortaan op andere wijze moeten lanceren.’ De tweede ‘geheime zender’ werd ontdekt in de Nieuwe Ebbingestraat, op loopafstand van Madeliefje en deze kondigde zich nog geestiger aan als ‘Baron van Münchhausen’, en vroeger werd de naam Peter Pech’ gebruikt. Ook deze baron had de nodige pech, want ook hij zag zijn dure zendinstallatie in beslag genomen door de ambtenaren van de Opsporingsdienst van de P.T.T. In totaal werd er die zondagavond tegen drie personen van respectievelijk 32, 27 en 20 jaar, proces-verbaal opgemaakt en werd later de apparatuur verbeurd verklaard. In het Stadsparkpaviljoen in Groningen was er zaterdagavond 9 februari 1957 een door de Groninger Jazz Sociëteit georganiseerde jazz-avond, die natuurlijk meer door dans- dan door jazz-liefhebbers werd bijgewoond. ‘Na een kort inleidend woord door de voorzitter, de heer H. van Delden, werden al dadelijk alle registers opengetrokken, zowel door de musici als door de teenagers, die al van het eerste nummer af — en masse — hun hang naar een dansvloer demonstreerden en dezen dan ook tot op de vierkante decimeter verwoed schuifelden. Zij deden dit met het zelfbewustheid der prille jeugd, de dames compleet met vlechten en paardenstaarten (wij hebben vergeefs uitgekeken naar de vurige rock-and roll- kousen), de heren met een toepasselijk gemis aan hoofdhaar, een teveel aan kinbaard en kromme pijpjes’, aldus een verslag in de regionale krant. Afbeelding: Jenne Meinema en Cees Koorenhof (foto Groninger Poparchief) Overigens ging het er gezellig en ongedwongen toe en de uitvoerende musici kregen de bijval, die zij ongetwijfeld verdienden. Het waren allereerst Jenne Meinema (altsax). Jan Groenendal (trompet), Joop Verbeke (piano), Ludwig Eschweiler (bas) en Martin Vijver (drums), die in een hoog tempo new en old favourites aan het oor toevertrouwden. Het Nieuwsblad van het Noorden meldde dat vooral uitblinker Jenne Meinema zich in zijn vaak virtuoze improvisaties een uitstekend musicus vertoonde, die jazz aanvoelde. Ook in het samenspel tussen hem en trompettist Groenendal (‘Strike up the band’) waren dikwijls opvallend goede dingen te constateren. Verder speelde er nog een jeugdcombo met de jonge (en zeker wel iets belovende) Roel Hemmes op tenorsax, André van Dam (piano), Chris Peters (bas) en Piet Leeuw (drums). Roel Hemmes werd platenhandelaar maar speelde jaren lang ook op tenorsax en deed mee op een van de lp’s van Cuby and the Blizzards in de jaren zestig van de vorige eeuw. Maar er werd dat weekend ook gehandeld gericht op de toekomst, namelijk de Meikermis. In het Concerthuis aan de Poelestraat te Groningen werd de openbare inschrijving gehouden voor de Groninger Meikermis. Het was niet een snelle afhandeling want het duurde niet minder dan vier en een half uur voordat alle plekken waren toegewezen. De toenmalige Groninger wethouder Streuper opende om tien uur die zaterdagochtend met het voorlezen van de eerste inschrijving. De bijeenkomt duurde vervolgens tot half drie in de middag toen de laatste bieding werd behandeld. Het was inschrijving nummer 262 van een kermisexploitant die graag een plekje wenste op een van de pleinen waar de jaarlijkse Meikermis in Groningen plaats ging vinden. Een paar honderd exploitanten waren aanwezig en dat was veel meer dan in 1956. De Meikermis was in 1957 trouwens gepland voor de periode van 11 tot en met 19 mei. Verwacht werd dan ook dat te innen pachtgelden minstens 20.000 gulden hoger zouden zijn als in het voorgaande jaar. Dit hield tevens in, dat ook de samenstelling van de kermis die van het jaar 1956 ging overtreffen. Zo was er een exploitant van een achtbaan, die voor een plekje op de Vismarkt liefst 8000 harde guldens neertelde. Een eigenaar van een Balcospel, je weet wel met de grijpers proberen een object te scoren, betaalde 5379,-- gulden, ervan overtuigd dat dit bedrag zeer zeker fors zou worden overschreden tijdens de Kermisdagen. Hij had dan ook als enige dat jaar een dergelijk spel op de Kermis en hoefde niet te vrezen dat goklustige Groningers naar de concurrent zouden gaan. Voor de eetlustige bezoekers was er een keuze uit liefst 13 gebakkramen verspreid over de Vismarkt, Ossenmarkt en Grote Markt, terwijl bij vier kramen de destijds nog redelijk betaalbare palingen konden worden gekocht. Naast de gebruikelijke schiettenten en autoscooters mochten de kermisbezoekers in 1957 ook hun hart ophalen in een zogenaamde emotiebaan, waarin een reis ‘naar Mars’ gemaakt kon worden. Of het om een enkele reis ging of een retourtje werd niet bekend gemaakt. Hans Knot, 10 augustus 2019