Doorzoek de gemeenschap
Toont resultaten voor tags 'eurovisie'.
4 resultaten gevonden
-
1964 03 21 Eurovisie_Songfestival Kopenhagen_Denemarken
martinja voegde een discussie toe in Overige landen
1964 03 21 Eurovisie_Songfestival Kopenhagen_Denemarken https://pixeldrain.com/u/gbxFWmET- 4 antwoorden
-
- 7
-
In de jaren vijftig en zestig bracht de televisie voor veel Nederlanders de wereld in hun huiskamer. Het medium maakte hun belevingswereld groter en de echte buitenwereld kleiner. De televisie werd een venster op de wereld en de wereld werd, zoals vaak wordt gezegd, een ‘global village’. De uitzendingen van de Eurovisie — denk aan het songfestival — speelden daarbij een belangrijke rol. Tegen die achtergrond bespreek ik hier de eerste vijftien jaar van de Eurovisie. Dit zal gebeuren in drie nostalgische columns, waarvan deel 1 vandaag. Na de Tweede Wereldoorlog maakte een groeiend aantal Nederlanders op prettige wijze kennis met het omringende buitenland. Een kleine avant-garde van schrijvers, journalisten en acteurs had Ibiza al snel ontdekt. Maar ook de gewone man en vrouw konden — zij het meer indirect — kennismaken met het leven in andere delen van Europa als Zuid-Frankrijk en Spanje. In populaire liedjes werden latere vakantiebestemmingen als Mallorca al vroeg bezongen. In de Bruna-pockets van Havank konden de lezers via de avonturen van de Schaduw kennismaken met de aantrekkelijke kanten van het leven in Parijs en Cannes. Maar, tot de invoering van de vakantie met behoud van loon — officieel pas in 1966 — en de opkomst van het autobezit — in 1963 beschikte nog slechts 15% van de arbeiders over dat vervoermiddel — moesten veel Nederlanders het daarmee doen. Totdat het jonge medium van de televisie het buitenland ontdekte en met bewegende beelden binnenskamers bracht. Vooral de uitzendingen van de Eurovisie wekten bij de kijkers een nieuw gevoel voor de bredere geografische en culturele context van omringende landen en plaats van hun eigen land in Europa en van Europa in de wereld. In documentaires over de geschiedenis van de televisie in Europa wordt geregeld teruggegrepen op de eerste officiële internationale Eurovisie-uitzending die ooit heeft plaatsgevonden. Vreemd is dat niet. Opmerkelijk is wel dat in dat verband steevast de beelden worden getoond van de kroning van Koningin Elisabeth II van Engeland op 2 juni 1953. In werkelijkheid ging het hier helemaal niet om een officiële uitzending. De rapportage over de kroning van de Britse vorstin was slechts een eerste aanzet tot de definitieve Eurovisie-uitzendingen, waarvan de officiële start plaatsvond in 1954; dat is dit jaar dus 64 jaar geleden. De ceremonie in Londen werd destijds overigens slechts bekeken door de inwoners van Engeland, Frankrijk, Nederland en West-Duitsland, tenminste voor zover men daar al in het bezit was van een televisietoestel. Want een televisietoestel was in die tijd iets wat nog slechts weinigen tot hun huisraad konden rekenen. Maar, het was toch wel een hoogtepunt te noemen, die gedenkwaardige tweede dag van juni 1953. Gedurende 6,5 uur werden er liefst 21 camera's ingezet om een zo'n mooi mogelijk plaatje de huiskamers in te brengen. Exacte cijfers zijn niet bekend, maar gissingen uit die tijd spreken over rond de 100.000 gezinnen die in Frankrijk, Nederland en Duitsland naar de plechtigheid zouden hebben gekeken. De vraag ligt voor de hand waarom er wel in die landen werd gekeken en niet in het tussenliggende België. Een antwoord op die vraag is snel gegeven, want België was technisch nog helemaal niet klaar voor het uitzenden dan wel ontvangen van televisiesignalen. De introductie van de televisie als medium had daar namelijk nog niet plaats gevonden. Maar, zoals al gesteld, er was geen sprake van een officiële Eurovisie uitzending. Zelfs de term "Eurovisie", die later door de Britse journalist en latere perschef van de BBC, George Campey, werd geïntroduceerd, was nog nooit gevallen. Uiteraard was er aan de "experimentele" uitzending van de kroning een tijd van voorbereiding voorafgegaan. Dat waren merendeels kleinschalige technische experimenten. Op 27 augustus 1950, bijna drie jaar eerder, zorgden Britse technici ervoor, dat de viering van het eeuwfeest van de onderzeese telefoonverbinding tussen Frankrijk en Calais ook rechtstreeks was te volgen via de beeldschermen in ongeveer 500.000 Britse gezinnen. Het initiatief om een verbinding met het vaste land van Europa te maken, kwam van Britse zijde en dat lijkt op zich verwonderlijk. Maar, in de tijd dat het Europese vasteland op het punt van de televisie nog in haar kinderschoenen stond, was in Engeland het derde lustrum van het nieuwe medium al in zicht. In 1936 was er in Engeland immers al sprake van reguliere televisie-uitzendingen. Het succes van deze verbinding was zowel voor de Fransen, waar ontvangst van televisiesignalen tot dan toe alleen voorbehouden was aan de bewoners van Parijs en omgeving, als de Engelsen een grote stimulans om door te gaan met experimenten op het gebied van de internationale televisie. Die experimenten waren ook nodig, want er waren genoeg problemen die om een oplossing vroegen. Een ingewikkeld technisch probleem was bijvoorbeeld dat er in de diverse landen verschillende beeldlijnsystemen werden gehanteerd. In Engeland hanteerde de BBC als vanouds het zogenaamde 405-lijnen systeem, terwijl in Frankrijk het 819-lijnensysteem werd gebruikt. Nederland en een aantal andere belangrijke Europese landen hanteerden het 625-beeldlijnensysteem. De technici kwamen op een bepaald moment met de oplossing via de constructie en de introductie van de zogenaamde "lijnenvertalers". In het begin een zeer ingewikkeld apparaat dat het mogelijk maakte de beelden over en weer zichtbaar te maken tot in de huiskamer. Daarbij kwam nog een tweede probleem en wel het overbrengen van twee geluidssignalen. Allereerst diende natuurlijk het signaal te worden overgezonden van het "live-gebeuren", ofwel het signaal dat op de plek van opname werd geproduceerd. Maar daarbij, en dat had men voorheen nog niet uitgeprobeerd, diende ook het commentaarsignaal (vaak vanuit het ontvangende land zelf in de moerstaal ingesproken) te worden ingevoegd voordat het signaal via de uiteindelijke zender voor transmissie naar de kijkers ging. Maar ook dit probleem werd door de technici op betrekkelijk korte termijn kundig opgelost. Een televisieverbinding tussen Parijs, Lille, Dover en Londen was de volgende uitzending die plaatsvond. Ook die keer was er een gelegenheid om experimenten uit te proberen. Een commissie bestaande uit vertegenwoordigers uit Engeland en Frankrijk was in het leven geroepen voor de organisatie van een Frans-Britse week in de maand juli 1952. Na afloop van de festiviteiten werd de commissie echter niet opgeheven en bedankt voor de gedane activiteiten. Uit de commissie ontstond namelijk een permanente werkgroep, waarin niet veel later ook vertegenwoordigers uit Nederland, Duitsland en zelfs België werden opgenomen. De Europese Radio Unie, opgericht in 1950 door omroepen uit enkele Europese landen, ondersteunde deze werkgroep en zag het als dé mogelijkheid voor goede samenwerking op het gebied van de ontwikkeling van de televisie in West-Europa. Begin 1954 vond de eerste vergadering plaats van een programmacommissie bestaande uit vertegenwoordigers van enkele landen, waarbij namens de EBU (European Broadcasting Union, zoals de nieuwe naam van de overkoepelende organisatie inmiddels luidde) actief gewerkt diende te worden aan de administratieve en juridische ontwikkeling van de Europese televisie. De commissie stond onder leiding van de Zwitserse voorzitter Marcel Bezençon. De Zwitser was tevens directeur-generaal van de Zwitserse omroep. Eén van de eerste beslissingen was het invoeren van een "televisieweek", waaraan alle zitting hebbende landen zouden deelnemen. De planning was dit te doen in de week van 6 juni 1954. Op die bewuste dag vond de eerste officiële Eurovisie-uitzending plaats: een verslag van het bloemencorso in Montreux. Dezelfde dag was er zelfs nog een tweede uitzending vanuit Rome die in Groot-Brittannië, Frankrijk, Duitsland, Italië, Nederland, België en Zwitserland, volgens de archieven van de EBU, in rond de miljoenen huiskamers werd bekeken, waarbij een totaal van 50 miljoen kijkers zou zijn geteld. Voor die tijd wel een heel hoog aantal. Deze eerste officiële uitzenddag van de Eurovisie was mede mogelijk geworden door het gebruik van een netwerk aan verbindingen, bestaande uit bijna 6.000 kilometer aan verbindingskabels en uiteraard door de inzet van straalverbindingen, die een rechtstreeks contact mogelijk maakten tussen 46 verschillende tv-zenders en 80 relais-stations, zowel in Groot-Brittannië als op het vaste land van Europa. Naar het noorden toe was vanuit Londen een verbinding gelegd met Glasgow, terwijl Rome het zuidelijkste punt van ontvangst was van deze Eurovisie-uitzending. Verbindingen waren er ook via Londen en het Kanaal naar Rijssel (Lille) in Frankrijk. Hier was voor die dag het technisch centrum ingericht vanwaar het signaal naar het zuiden, Parijs en Rome ging en richting het noorden waren er onder meer verbindingen met Brussel en Lopik. Via de zender in Lopik werd het voor 8.500 Nederlandse gezinnen mogelijk deze eerste Eurovisie-uitzending te zien. Dit getal is gebaseerd op het aantal tot op dat moment in ons land verkochte ontvangsttoestellen. Het was het begin van een groot aantal Eurovisie-uitzendingen. In juni 1954 volgden nog uitzendingen van onder andere internationale kampioenschappen atletiek in Glasgow, het optreden van Circus Elleboog in Amsterdam en op de legendarische 16de juni 1954 de openingswedstrijd van het Wereldkampioenschap Voetbal, dat in dat jaar werd gehouden in Zwitserland. Uiteraard waren de vele kijkers in Europa verbaasd dat het mogelijk was om televisiesignalen over dergelijke afstanden rechtstreeks te ontvangen. De grootste blijdschap was er echter bij de betrokken technici. Hun experimenten hadden vruchten afgeworpen en de eerste Europese uitzending was een succes geworden. Tal van ingewikkelde problemen waren vooraf opgelost. Daar komt bij dat er ook een uitgebreide infrastructuur nodig was van relaiszenders. Immers, door het gebruik van het UHF-signaal of het VHF-signaal, kon het televisiesignaal niet verder komen dan de optische zon. Door de kromming van de aarde bereikten de signalen achter de horizon niet langer het aardoppervlak. Aan een internationale uitzending kon men dus pas gaan denken na het bouwen van een keten van straalzenders. Pas dan was het mogelijk het signaal van plek naar plek over te brengen. Op afstand van vijftig kilometer van elkaar werd een keten van relaiszenders geplaatst, waarlangs het signaal werd doorgegeven. Het liefst op zo hoog mogelijke plekken gesitueerd, bleken deze relaiszenders de oplossing van het transmissieprobleem. In de daarop volgende twee jaren waren er andermaal diverse uitzendingen, waarvan een aantal met name genoemd mag worden. Een daarvan betreft bijvoorbeeld de Olympische Winterspelen in het Italiaanse Cortina D'Ampezzo in 1956, waar het Russische ijshockeyteam met een gouden medaille verrassend de fakkel in die tak van sport van Canada overnam. Vermeldenswaard is ook het sprookjeshuwelijk van Prins Reinier en Prinses Gracia van Monaco, in die dagen een romantisch gebeuren van de eerste orde. In de categorie "dramatiek" valt de uitgebreide verslaggeving van een mijnramp in Marcinello in augustus 1956. Het was het soort onderwerpen dat in die tijd bij grote delen van de bevolking sterk aansloeg. Ze werden ook verslagen op een manier die daarbij paste. Het model was het bioscoopjournaal, waarin een keurige verslaggever in welgekozen bewoordingen het publiek deelachtig maakte van de gebeurtenissen. Hoogdravende intellectualiteit en overdreven sentiment werden vermeden. Romantiek en inlevingsgevoel stonden voorop. Filmsterren, royalty, folklore en rampen en niet te vergeten sport vormden de belangrijkste ingrediënten van de uitzendingen. Tot ver voorbij de culturele revolutie van de jaren zestig zou dit het model blijven van de Eurovisie-uitzendingen. De komende twee weken meer over de eerste 15 jaren in de geschiedenis van de Eurovisie. Foto's archief Soundscapes Hans Knot, 10 maart 2018
-
In de jaren vijftig en zestig bracht de televisie voor veel Nederlanders de wereld in hun huiskamer. Het medium maakte hun belevingswereld groter en de echte buitenwereld kleiner. De televisie werd een venster op de wereld en de wereld werd, zoals vaak wordt gezegd, een "global village". De uitzendingen van de Eurovisie — denk aan het songfestival — speelden daarbij een belangrijke rol. Tegen die achtergrond bespreekt ik de eerste vijftien jaar van de Eurovisie. Vandaag deel 2. Dolf van der Linden en Corry Brokken Foto Archief Soundscapes Gedurende de eerste jaren werden er al tal van initiatieven aangedragen te komen tot jaarlijks terugkerende evenementen, die via de Eurovisie uitgezonden konden worden. Die kwamen er ook. Ieder nieuw jaar begon en begint nog steeds met de uitzending van het Nieuwjaarsconcert vanuit Wenen, gevolgd door het skischans-springen in Garmisch Partenkirchen. Maar uitzonderlijk veel kijkers trekt jaarlijks het Eurovisie Songfestival dat in 1956 voor het eerst — vanuit het Zwitserse Lugano — werd georganiseerd. In 1958 mocht Nederland de organisatie daarvan voor de eerste keer verzorgen omdat Corrie Brokken in 1957 winnares werd met het liedje "Net Als Toen" Het was in september 1957 dat de programmacommissie van de EBU een vergadering belegde waarbij alle hoofden van de nieuwsafdelingen van de diverse omroepen werden uitgenodigd. De bedoeling was in de toekomst tot uitwisseling van nieuwsitems te komen. Als experiment werd er een Eurojournaal gemaakt, waaraan België, Nederland, Engeland, Frankrijk en Italië deelnamen. Het overlijden van Paus Pius XII op 9 oktober 1958 was aanleiding voor andere landen ook deel te gaan nemen. Op die manier werden ook de omroepen in Duitsland, Zweden en Denemarken betrokken bij de uitwisseling van nieuws. Ook het zogeheten "International Television News Agency" werd deelnemer. De eerste pogingen leken een groot succes maar om de hoek doken ook de problemen op. Deze leken niet alleen van financiële en technische aard maar ook het tijdstip, waarop de nieuwsuitwisseling moest gaan plaats vinden, bleek een probleem. Daarbij kwam nog de vraag hoe het technisch centrum uitgerust diende te worden en hoe de bestaande contracten met grote nieuwsagentschappen afgehandeld, dan wel gewijzigd, dienden te worden. De daarop volgende drie jaar was er onder meer een programma vanaf de Wereldtentoonstelling in Brussel in 1958. Vijftig miljoen kijkers in tien landen keken naar het programma "Rendez-vous van de Naties". Voor dit programma werden 19 camera's en 8 reportagewagens ingezet om een zo'n overzichtelijk mogelijk beeld te geven. Vervolgens werd in hetzelfde jaar voor de tweede maal verslag gedaan van de Wereldkampioenschappen Voetbal, dat in dat jaar werd gehouden in Zweden en door Brazilië werd gewonnen. In 1959 konden we onder meer rechtstreeks zien hoe President de Gaulle in Frankrijk werd geïnstalleerd, terwijl het eerste lustrum werd gevierd met een programma dat in tien landen tegelijk werd uitgestraald met de veelzeggende titel: "In een leunstoel door Europa". Het jaar daarop was er volop verslaggeving van de Olympische Spelen vanuit Rome, terwijl het jaar werd afgesloten met een verslag van de huwelijksplechtigheid van Koning Boudewijn en Koningin Fabiola van België. De eerste officieel vastgelegde vorm van internationale nieuwsuitwisseling werd een feit in augustus 1961 toen Nederland, Italië, Frankrijk en Groot-Brittannië een verbintenis aangingen voor regelmatige uitwisselingen van nieuwsitems. De wereld stond voor grote veranderingen en de gebeurtenissen van die dagen gaven aan berichtgeving een extra dimensie. Yuri Gagarin en John Glenn gingen de ruimte in; er was een grote opstand in Algerije, we hadden te maken met de moordaanslag op VN-voorzitter Dag Hammersköld en in Israël stond Adolf Eichmann voor de rechter. Hij zou uiteindelijk ter dood worden veroordeeld en iedere dag werden we via het beeldscherm op de hoogte gebracht van de ontwikkelingen in het nieuws. In eerste instantie waren er tussen de diverse landen onregelmatige vergaderingen maar al spoedig, begin 1962, werd besloten tot dagelijks overleg, hetgeen in de Franse en Engelse taal werd gevoerd. Het idee te komen tot dagelijkse vergaderingen was afkomstig van de in 1999 overleden, toenmalige programmacommissaris van de NTS (voorganger van de NOS) Rengelink. De uitvoering werd verder geregeld door de toenmalige hoofdredacteur van het NTS-Journaal, Carel Enkelaar. Nadat men tot overeenstemming was gekomen werd er iedere dag, om half tien in de ochtend, een verbinding tussen de verschillende landen gelegd. Een opsomming volgde van wat men zoal aan nieuwsitems had aan te bieden. Vervolgens werd vanuit Géneve, waar de EBU gevestigd was, gevraagd wie welk onderwerp wenste te hebben voor heruitzending. Vele uren later, om vijf uur in de middag, werden de gevraagde items, per lijnverbinding, doorgezonden en in de betreffende studio's van de deelnemende landen vastgelegd op magnetische band, tenminste als men een bepaald item had aangevraagd. Carel Enkelaar Foto Archief Soundscapes Maar inmiddels was de Eurovisie al lang niet meer de enige overkoepelende organisatie voor televisie in Europa. In februari 1960 was namelijk de Intervisie (OIRT) opgericht. Doel van deze organisatie was een soortgelijke samenwerking tussen de diverse landen in Oost-Europa. Ik noemde al even Yuri Gagarin, de Sovjetruimtevaarder. Middels samenwerking tussen Intervisie en Eurovisie kon, via een lijnverbinding tussen Rusland en Finland, mee gekeken worden naar de triomfantelijke ontvangst van de ruimtevaarder in Moskou. Tevens werden vervolgens op enkele plekken, nabij de grens tussen West- en Oost-Europa, koppelpunten aangelegd, waardoor uitwisseling van nieuwsitems tot de mogelijkheid behoorde. In 1961 was de verslaggeving omtrent de ontmoeting tussen president Kennedy van de VS en Chroestjow van de Sovjet-Unie een absoluut hoogtepunt, terwijl voor 1962 me het nog erg goed op het netvlies staat hoe de beelden vanuit de St. Bernardtunnel werden getoond. Doorboring was een feit en harde werkers uit Zwitserland en Italië konden elkaar de hand schudden. De tunnel was werkelijkheid geworden. Maar aangaande 1962 moet zeker de lancering van Telstar 1 op 10 juli worden genoemd. De kleine, bolvormige kunstmatige satelliet om de aarde was immers de eerste communicatiesatelliet, waardoor er beelden vanuit Amerika naar Europa konden worden gestraald. Na de lancering werd op 23 juli van dat jaar het eerste intercontinentale Eurovisieprogramma uitgestraald gericht op de kijkers in Noord-Amerika. Met de inzet van liefst 50 camera's en 20.000 kilometer aan straalverbindingen werden zowel de Europese als Amerikaanse kijkers bereikt, in totaal zo'n 150 miljoen. Verslag werd gedaan van de Lappen in Noord-Finland, de Sicilianen in Zuid-Europa, het Louvre in Parijs, de Sixtijnse kapel in Rome, de Britse kroonjuwelen en de activiteiten in een kernenergiecentrale in Zwitserland. Gagarin wordt gehuldigd op Rode Plein foto Archief Soundscapes Na de Telstar 1 werden er al spoedig meerdere communicatiesatellieten in een baan om de aarde gebracht, zoals de Relay 1 (gelanceerd op 13 december 1962), de Telstar 2 (gelanceerd op 7 mei 1963). Met behulp van deze en soortgelijke satellieten werd een start gemaakt met een lange serie van Mondovisie-programma's. In het eerste jaar vonden er liefst 63 uitzendingen plaats met een totale duur van 23 uur. De finale van het Mercury-project, de 34 uur durende ruimte-missie van majoor Gordon Cooper (16 mei 1963), de begrafenis van Paus Johannes XXIII (gestorven op 3 juni 1963) en het bezoek dat president Kennedy op eind juni aflegde aan West-Berlijn, Bonn en het Ierse Dungastown werden bijvoorbeeld wereldwijd zichtbaar gemaakt via de Telstar 2. De satellieten kwamen onmiddellijk van pas nadat de Amerikaanse president Kennedy op 22 november 1963 werd neergeschoten in Dallas. Via liefst tien verschillende satellieten werden de beelden van de begrafenis richting Europa uitgezonden, terwijl er een satelliet werd ingezet voor het doorsturen van reacties uit Europa richting de VS. Dat wil niet zeggen dat de satellieten constant in gebruik waren. Men kon er slechts een signaal mee doorsturen wanneer de betreffende satelliet gunstig ten opzichte van het ontvangende land stond. In die tijd hadden de satellieten namelijk nog geen vaste — geo-stationaire — plek aan de hemel maar draaiden om de aardbol. Ongeveer een half uur, gedurende de omwenteling om de aarde — die iets meer dan drie uur in beslag nam — was het mogelijk signalen te ontvangen. De plechtigheid rond de begrafenis van Kennedy kon op die manier gedeeltelijk rechtstreeks — met name via de Relay 1 — in Europa worden bekeken, waarbij de Eurovisie het signaal nog eens doorstuurde via Intervisie naar de landen in Oost-Europa. Zo werd het mogelijk dat 200 miljoen kijkers in 23 Eurovisie- en 7 Intervisie landen de uitvaartplechtigheid konden zien. De eerste geo-stationaire satelliet was de Syncom — de eerste geslaagde lancering betrof de Syncom 2 op 26 juli 1963. Toen ook werd voor de kijkers het onderschrift "live via satellite" een bekend verschijnsel. Volgende week deel 3 van deze historische terugblik. Hans Knot, 17 maart 2018
- 2 opmerkingen
-
- 1
-
- eerste satelieten
- ruimtevaart
-
(en 3 meer)
Getagd met:
-
In de jaren vijftig en zestig bracht de televisie voor veel Nederlanders de wereld in hun huiskamer. Het medium maakte hun belevingswereld groter en de echte buitenwereld kleiner. De televisie werd een venster op de wereld en de wereld werd, zoals vaak wordt gezegd, een "global village". De uitzendingen van de Eurovisie — denk aan het songfestival — speelden daarbij een belangrijke rol. Tegen die achtergrond bespreekt ik de eerste vijftien jaar van de Eurovisie. Vandaag deel 3. Als je voorafgaande informatie in deel 1 en 2 van deze nostalgische terugblik goed beschouwt, kan worden gesteld dat de Eurovisie in haar eerste tien jaar zich behoorlijk heeft ontwikkeld. In 1964 had Eurovisie een net met een totale lengte van 75.000 km. Hiervan bestond 12.000 uit kabel en 63.000 uit straalverbindingen. De uiteinden van de west-oost verbinding waren op dat moment Belfast in Ierland en Sijeme in het voormalige Joego-Slavië, terwijl Helsinki en Palermo de uiteinden vormden van de noord-zuid verbinding. Had men in 1954 de beschikking over 80 relais-stations, tien jaar later was dat aantal gegroeid tot over de 1.500. De meeste zendtijd aan één en hetzelfde item werd besteed aan het overlijden van Paus Johannes XXIII en de verkiezing van zijn opvolger: 24 uur. Een enorm aantal uren voor die tijd. Veel daarvan was overigens pure wachttijd. Echt nieuws was er pas, toen de witte rook kringelend boven het Vaticaan verscheen om aan te geven dat de kardinalen een nieuwe paus hadden gekozen. In 1964 was er trouwens de eerste verbinding met Azië, toen tal van verbindingen per satelliet werden gemaakt voor de verslaggeving van de Olympische Spelen, die in de zomer in Japan werden gehouden. In de jaren 1965 en 1966 waren er ook vele Eurovisie uitzendingen. Zo werd in 1965 onder meer aandacht besteed aan de inauguratie van de Amerikaanse president Johnson, de begrafenis van Sir Winston Churchill, de Wereldkampioenschappen schaatsen in Oslo, het bezoek van de Paus aan de Verenigde Naties en de diverse lanceringen en landingen van ruimtevaarders in Amerika. Het jaar daarop bleken de toppers van andere aard te zijn: het huwelijk van onze eigen prinses Beatrix, het wereldkampioenschap wielrennen op de weg in Duitsland, een folklore-festival in Dublin en het Billy Smart Kerst Circus. Beschaafd vermaak, sport en vorstenhuizen voerden nog steeds de boventoon, maar ook de veranderende wereld liet zich niet langer buitensluiten. In 1965 baarde de Britse popzanger Dave Berry met zijn door Ray Davies geschreven nummer ‘This Strange Effect’ de nodige opzien op het songfestival. Bij het huwelijk van Beatrix in 1966 kon de hele wereld de rook zien die de rookbommen van de Provo's boven de straten verspreidden. Ook het volgende jaar zou de jeugdcultuur zich via de Eurovisie laten gelden, niet alleen op het songfestival — dat met het liedje ‘Puppet on A String’ werd gewonnen door Sandy Shaw, maar ook via de uitzending ‘Onze Wereld’. Liefst twee jaar lang werd de uitzending van 25 juni 1967 voorbereid. In dit programma werd voor het eerst programmaflitsen uit diverse landen uitgezonden, die moesten leiden tot één totaalprogramma. Onder de titel ‘Our World’ werd het programma tussen acht en tien uur in de avond, West-Europese tijd, uitgezonden. De items werden aangeleverd door omroepen uit Afrika, Australië, Europa, Canada, Japan, Mexico en de VS. Het idee tot deze uitzending werd voor het eerst naar voren gebracht door vertegenwoordigers van de BBC. Doel van het programma was vooral items te brengen waarbij menselijke prestaties op lichamelijk en geestelijk gebied naar voren dienden te komen. Ook in dit programma wist de jeugdcultuur van de jaren zestig door te dringen. Een opvallende bijdrage werd namelijk geleverd door de Beatles, die voor de gelegenheid het nummer ‘All Your Need Is Love’ schreven en met een bont gezelschap van vrienden en bekenden uitvoerden. Een speciale commissie werd opgericht die tot realisatie van de plannen moest komen, met als zetel Géneve. Uiteindelijk was het Bush House in Londen de plek waar alles werd gecontroleerd. De ontvangst van alle signalen en het schakelcentrum waren daar, evenals twee andere studio's vanwaar de items tot een totaalprogramma werden geregisseerd. Liefst tienduizend man werkten aan de uitzending mee, daarbij gebruik makend van anderhalf miljoen kilometer van het intercontinentale telefoonnet en van 160.000 kilometer aan kortegolf verbindingen. Uiteraard waren de communicatiesatellieten ook een belangrijke schakel tijdens de uitzending. Voor de verbinding tussen de landen aan beide zijden van de Atlantische Oceaan werd de Early Bird ingezet. Voor de gebieden rond de Stille Oceaan werd gebruik gemaakt van de toenmalige Intelsat 2 en de ATS-1. In Londen werd het gesproken gedeelte zo nodig tegelijk vertaald in het Engels, Frans en Duits. Een tegenvaller was dat op het allerlaatste moment van voorbereidingen de landen binnen de OIRT (Intervisie) zich terugtrokken, dus geen uitzendingen vanuit en naar de kijkers in de landen van het voormalige Oostblok. Maar 1967 stond ook garant voor de uitwisseling van de eerste kleurenuitzending van de Eurovisie. Vanaf de Firato, de tweejaarlijkse tentoonstelling over radio en televisie in Amsterdam, werden in september de eerste kleurenbeelden overgebracht. Ook hier gingen natuurlijk weer de nodige problemen aan vooraf, immers werd er nog steeds gewerkt met diverse lijnen-systemen en had dit vooral invloed op de overdracht van kleurentransmissie. Gevolg was dat een oplossing diende te worden gevonden, hetgeen alleen mogelijk was als het ene systeem qua kleur overzetbaar was in het andere systeem. Er werd een speciale werkgroep in het leven geroepen die met een oplossing kwam. Een schakelschema werd er gemaakt waardoor omzetting vooraf gebeurde, en dat zowel geschikt was voor zwart-wit als voor kleurentransmissie. Het jaar 1967 was goed voor in totaal 617 Eurovisieprogramma's met een totale duur van 812 uur. Enkele daarvan waren reeds in kleur te ontvangen. Sport en nieuwsitems bleven de boventoon voeren in het aanbodpakket. Nieuwjaarsdag 1968 werd, zoals gebruikelijk, geopend met het Nieuwjaarsconcert vanuit Wenen, maar een maand later was er al 38 uur aan uitzendingen vanuit Grenoble, alwaar de Olympische Winterspelen werden gehouden. Alle transmissie gebeurde toen al in kleur. Later dat jaar zou dit ook het geval zijn met de verslaggeving, in de maand oktober, van de Olympische Zomerspelen in Mexico. Een maand eerder werd daarvoor de Atlantic 3 per stuwraket de ruimte ingeschoten. Direct na de start stortte de stuwraket en de satelliet neer. Men ondersteuning van andere satellieten kon toch nog 65 uur, waarvan een deel in kleur, vanuit Mexico worden uitgezonden. Hetzelfde jaar bracht ook het einde van de Praagse Lente en de Russische bezetting van Tsjecho-Slowakije. In maart 1968 was president Antonin Novotny in dat land afgetreden en vervangen door Ludvik Svoboda. Partijvoorzitter Alexander Dubcek begon een politieke en culturele hervorming onder de noemer van een ‘socialisme met een menselijk gezicht’. Het land leefde op. maar in de nacht van 20 op 21 augustus trokken troepen van het Warschaupact het land binnen en maakten een einde aan de hervormingen. Uiteraard werd er door de OIRT geen beelden van de invasie aangeleverd. Dankzij een aantal illegale televisiestations in Tsjecho-Slowakije werden er beelden aan de Oostenrijkse televisie geleverd, waardoor de rest van de wereld toch op de hoogte kon worden gehouden van de situatie in het land. In 1968 werd ook een begin gemaakt met de dagelijkse uitwisseling van nieuwsitems in kleur. Voor de uitzending van de verschillende programma's maakte de Eurovisie al die jaren gebruik van bestaande nationale zenders. Speciale eigen Eurovisiezenders waren dus niet beschikbaar. Uiteraard had men wel de beschikking over een eigen schakelcentrum, dat de geschiedenis inging onder de naam ‘Centre Internationale de Contrôle Technique’, dat gevestigd werd in Brussel. Zoals eerder gesteld is het administratief centrum van Eurovisie gezeteld in Genève. Tegenwoordig schieten er duizenden satellietsignalen per dag over de aardbol. Ze gaan via tal van satellieten, die inmiddels allen een vaste positie in een baan om de aarde hebben, probleemloos van uitzendlocatie rechtstreeks dan wel via kabelnetten, de huiskamers in. Het songfestival is een institutie en de liedjes zijn een genre apart geworden. Het is vanzelfsprekend om grote sportgebeurtenissen overal ter wereld live te kunnen volgen. Aan elk militair conflict tussen naties gaat bijna automatisch gepaard met een mediaoorlog, waarin de partijen voor het oog van de wereld hun lezing geven van de gebeurtenissen. Niemand die zich ooit druk zal maken hoe dit mogelijk is, want het is immers allemaal zo normaal dat we kunnen schakelen tussen dertig of meer kanalen op de beeldbuis. Toch is het soms goed om eens bij stil te staan hoe het, in de beginjaren van de televisie, toen de wereld nog groter was, allemaal is ontwikkeld. Dit artikel is gebaseerd op diverse artikelen en interne rapporten van de NOS en verder archiefonderzoek in het Nationaal Audiovisueel Archief te Hilversum en het Archief van het Freewave Nostalgie Magazine in Groningen. Hans Knot, 24 maart 1980