Doorzoek de gemeenschap
Toont resultaten voor tags 'farce majeur'.
1 resultaat gevonden
-
In de nostalgische column van vorige week haalde ik al de nodige herinneringen op aan het jaar 1972, waarbij in het laatste deel van de column onder meer aandacht voor een van de satirische programma’s uit die tijd, Hadimassa van de VPRO. Maar het was niet het enige programma dat aandacht trok in dat genre, want ook was er bij een andere omroep een dergelijk programma waar een halve eeuw later nog met veel plezier door velen aan wordt teruggedacht. Want wees nu eerlijk bij de vraag wat er naar boven komt als ik de woorden: ‘het is uit het leven gegrepen’ je voorschotel? De NCRV had in die tijd op Nederland 2 het programma ‘Farce Majeur’, waarin met de nodige kwinkslagen de politieke en maatschappelijke zaken aan de tand werden gevoeld. In een vroeg interview, nadat de serie voor het eerst werd uitgezonden, stelde tekstschrijver Alexander Pola: ‘het programma is niet links en niet rechts. Het is modern, kun je beter zeggen. Maar het is beslist niet een beperkt programma, zoals gesuggereerd werd omdat er geen vrouwen in meedoen.’ En wees nu eerlijk, kijk je ook niet eens een oud fragment terug op het internet? Vreugde was het ook om weer een aflevering te kunnen zien van ‘De Versierders’, met Roger Moore en Tony Curtis in de hoofdrollen. Als ik heden ten dage een aflevering van de serie – die nog wel eens langs komt op de diverse satellietkanalen – zie, begrijp ik niet dat ik er ooit wat aan heb gevonden. Gemaakte Britse humor met quasi stuntelig acteerwerk. Absolute topper voor de Nederlandse producties was in 1972 ‘De Kleine Waarheid’, waarin Willeke Alberti de hoofdrol speelde. Op 26 december 1971 ging de eerste aflevering er uit en liefst 26 weken lang zat een groot deel van het Nederlands volk gekluisterd aan, wat nog steeds wordt gezegd, de mooiste dramaserie die er ooit voor de Nederlandse televisie is geprogrammeerd. Het script verhaalde het leven van Marleen Spaargaren, een meisje dat in Amsterdam werd geboren en opgroeide in een burgerman gezin. Al vanaf haar jeugd probeerde ze het burgerlijke te ontvluchten, en kwam daardoor regelmatig in conflict met (met name) haar vader. Jacobus Spaargaren was ambtenaar bij de Stadsbank van Lening, en was als de dood dat hij niet voor vol werd aangezien door de buurt. Marleen ontvluchtte haar ouderlijk huis al op jonge leeftijd, en toen haar vader kwam te overlijden nam ze de zorg op zich voor haar broer Eppo, die meer aandacht nodig had als een gemiddeld kind van zijn leeftijd. Het verhaal gaf een goed beeld van het leven van de 'gewone' Amsterdammer aan het einde van de 19de eeuw. De serie werd een gespeelde versie van het gelijknamige boek geschreven door Jan Mens. En midden in de week in 1972 keken horden kijkers naar het programma ‘Mik’ op de KRO televisie. Dorpse amusement waarin de hoofdrollen waren weggelegd voor Gait Jan Kruutmoes en Drika. Humor en zang gebracht in een ‘Veluwe’ accent, in een programma dat eerst een radioversie kende als ‘De Boertjes van Buuten’. ‘Gait Jan Kruutmoes’ was Kees Schilperoort, terwijl Annie Palmen de rol van ‘Drika’ voor haar rekening nam. Een andere hoofdrolspeler van ‘Lubbert van Gortel’, die neergezet werd door Henk Jansen van Galen. Daarnaast kunnen nog André Carell, Piet Ekel en Pierre van Ostade genoemd worden. Liefst 125 afleveringen van ‘Mik’ werden er uitgezonden. Uiteraard kennen we Kees Schilperoort ook van het KRO en later Veronica programma ‘Raden maar’, dat tevens immens populair was in die tijd. Afbeelding: Noorderstation Groningen 1960 (foto archief familie Knot) Dan, zoals beloofd, weer een verdwenen stukje Groningen, waarmee ik U naar terug wil nemen. Op zondagen, in de tweede helft van de jaren vijftig en de eerste periode van de jaren zestig van de vorige eeuw, was het altijd met het hele gezin Knot even bij ‘Opoe en Opa Knot’ langs gingen. Dit gebeurde op de zondagen en vaste prik was dan het koffiedrinken in hun bejaardenflatje. De koffie, die werd geschonken, was een mengelmoes van pruttelkoffie die de hele week als ‘restjes’ was opgespaard en op zondag werd opgekookt met melk. De grootouders woonden in de noordelijke stadswijk, die toen geen bepaalde naam had, aan de Johan de Witstraat. Slechts twee woonblokken verder had je de spoorbaan die leidde naar onder meer Delfzijl met daarachter het wijdde veld. Op dergelijke dagen hadden we als kleinkinderen soms, als het mooi weer was of wanneer we goed op elkaar pasten, de mogelijkheid een half uurtje buiten te spelen in de omgeving van de Johan de Witstraat. Wel daar was nogal wat te zien voor de opgroeiende jeugd. Naast de remise van het Openbaar Vervoer (de trolleys en de bussen) was er een station, het zogenaamde ‘Noorderstation’, een naam die tot en met 1972 in gebruik is geweest en in 1973 werd veranderd in Station Noord middels een nieuw gebouw. In 1879 werd door de toenmalige minister van Verkeer en Waterstaat besloten dat er een verbinding zou komen tussen de stad Groningen en Delfzijl, echter niet middels een rechtstreekse verbinding maar via een omweg met stopplaatsen als Sauwerd, Bedum, Stedum, Loppersum en Appingedam. Er diende daarvoor ook een station worden gebouwd, dat in eerste instantie gepland werd bij de doorsteek van de Moesstraat naar de toenmalige weilanden. Later werd op dit besluit teruggekomen en werd het station gepland aan het toenmalige Studentenpad. Het zou enige jaren duren alvorens de spoorbaan richting Delfzijl was voltooid en in juni 1884 werd er een noodstation neergezet in de vorm van een houten loods. Enkele maanden later werd het latere ‘Noorderstation’ opgeleverd. Twee dingen die ik even wil benadrukken. De treinen die destijds daar reden waren voornamelijk blauw van kleur en heetten de Blauwe Engel. In 1972 werd een groot deel van het zogenaamde rijdend materiaal in Nederland vervangen door de overbekende gele treinstellen. Voor het station zie ik in gedachten meteen weer een telefoonhokje. In die tijd waren de cellen grijs van kleur en bovenin was in het glas het woord ‘telefooncel’ in blauw aangebracht. De treinen reden als het ware op de rails voorbij langs de toen nog ‘nieuwbouwhuizen’ van de Van Oldebarneveldlaan. Overgangen voor het spoor waren er genoeg. Ouderwetse overgangen, waarvan deels de spoorbomen met de hand werden bediend. Je vond ze bij de Kerklaan, de Moesstraat en de Asingastraat. En dan heb ik het slechts over de overgangen in het noordelijke stadsdeel van de Martinistad Groningen. Om tussen Moesstraat en het station nog een overgang te creëren voor de vele wandelaars, die naar de nieuwbouw achter het Noorderstation wilden, de zogenaamde ‘Studentenbuurt’ dan wel de ‘Driehoekbuurt’, werd door de leiding van de NS besloten dat er een voetbrug moest worden geplaatst. De brug kwam direct naast het station, een brug die in 1926 werd gebouwd in Duitsland. Als je deze overging kwam je terecht bij enkele nieuwbouwstraten maar ook bij het gebied van ‘Het Noorden’ een plek waar ’s winters, mits het goed had gevroren, een natuurijsbaan werd aangelegd. Leuk was het altijd weer met een hand vol steentjes de loopbrug te bewandelen en ze één voor één naar beneden te gooien. Volgende keer meer rond deze opmerkelijke buurt in Groningen. Hans Knot, 18 januari 2020 Afbeelding: Farce Majeur (foto Jack de Nijs / Anefo / Wikipedia)
- 2 opmerkingen
-
- 2
-
- hans knot
- farce majeur
-
(en 1 meer)
Getagd met: