Spring naar bijdragen

Doorzoek de gemeenschap

Toont resultaten voor tags 'hans knot'.

  • Zoeken op tags

    Voer tags gescheiden door een komma in.
  • Zoek op auteur

Soort bijdrage


Forums

  • Radio
    • Nederland
    • België
    • Verenigd Koninkrijk
    • Overige landen
    • LPAM (kleinvermogen AM)
    • Zeezenders
    • Radio Veronica
    • Radiovormgeving
    • Radiotechniek
  • Overig
    • MediaPages
    • Stamtafel
    • Help
    • Mededeling
    • Niet geregistreerde gebruikers

Blogs

  • Column
  • Nederland
  • Dossier
  • Recensie
  • België
  • Hitnoteringen
  • Testblog
  • Radio Erfgoed
  • Afspraken van Beheerders
  • Afspraken van Hitnoteringen
  • Blog van Radiotunes

Vind resultaten in...

Vind resultaten die bevatten...


Datum aangemaakt

  • Start

    Einde


Laatst bijgewerkt

  • Start

    Einde


Filter op aantal...

Geregistreerd

  • Start

    Einde


Groep


Website


Facebook


Twitter


Skype


Woonplaats


Interesses

  1. In deze column gaan we terug naar het voorjaar van 1973 en de nodige aantekeningen die ik destijds maakte. Zo werd op 28 februari het bericht de wereld ingestuurd dat ook dat jaar weer het Eurovisie Songfestival niet zonder de nodige problemen zou verlopen. Er zou zich namelijk een rel hebben afgespeeld tussen vertegenwoordigers van de afdeling televisie van de NOS en hun collega’s van de afdeling radio inzake het Nationaal Songfestival dat door de NOS op de televisie werd uitgezonden. Echter voordat de uitzending begon waren gedeelten van de vier nummers, waaruit het door Nederland te brengen lied voor het Eurovisie Songfestival diende te worden gekozen, al via Hilversum III te horen. Dat jaar was er gekozen voor de afvaardiging van Ben Cramer en liet belhamel Henk Terlingen in zijn populaire woensdagavondprogramma ‘De Paul Meier Show’ de fragmenten aan zijn luisteraars horen. En bij het aanhoren van die fragmenten door iemand van het televisieteam sloegen de knoppen door en ging een aantal van hen verhaal halen in het muziekcentrum en wel richting de studio wat toen het nationale popstation Hilversum III werd genoemd. De woordenwisseling liep zeer hoog op waarbij onder meer gedreigd zou zijn dat de hoofdkabel van Hilversum III zou worden doorgeknipt. Vanuit de voorlichtingsdienst van de NOS werd later het bericht inzake de kabel ontkent en gesteld dat er gedreigd was de zogenaamde aftaklijn van de televisie-uitzending, die in de Hilversum III studio op die manier het mogelijk maakte het Songfestival te kunnen bekijken, af te schakelen. Gelukkig kon dit ook worden voorkomen. Trouwens van elk liedje werden er slechts 10 seconden gedraaid door Henk Terlingen. Het echte grote festival zou dat jaar voor de 18de keer worden gehouden en werd georganiseerd in Luxembourg en wel op 7 april. Maar een aantal van de artiesten, dat daar zou optreden, was op 29 maart al in Groningen te zien en horen. Twee van de kanshebbers voor een eerste plaats dat jaar op het Eurovisie Songfestival, Cliff Richard en Ben Cramer, waren in de Martinihal aanwezig voor opnamen van het TROS programma ‘Zevensprong’, dat op vrijdag 6 april op de televisie zou worden uitgezonden. Cramer maakte gebruik van de ontmoeting door Cliff Richard uit te nodigen voor zijn speciale show, die hij voorafgaande aan het Eurovisie Songfestival in Luxemburg zou geven. Cliff Richard had al eerder Engeland vertegenwoordigd in 1968, toen hij met ‘Congratulations’ tweede werd. In 1973 werd hij derde met het nummer ‘Power to all our friends’. Anne-Marie David met ‘Tu te reconnaîtras’ was de winnares voor haar thuisland Luxemburg, terwijl de Spaanse formatie Mocedades de tweede plek pakte met het mooie ‘Eres tú’. En Ben Cramer haalde de top 10 niet en diende genoegen te nemen met de 14de plek met het door Pierre Kartner gecomponeerde ‘De oude muzikant’. Eind maart 1973 werd bekend gemaakt dat vanaf 1 mei in geheel Nederland de programma’s van Hilversum III in stereo konden worden ontvangen. Ook werden vanaf die datum de programma’s van de RONO, de regionale omroep voor Noord en Oost, uitgezonden via de FM-zenders van Hoogezand en Irnsum. Voorheen werden de landelijke uitzending van Hilversum III in het ontvangstgebied van de RONO deels onderbroken middels het uitzenden van de programma’s van deze regioradio. Sinds 15 februari 1973 hadden technici van de PTT vanuit Smilde als proef via de frequentie 88 MHz de programma’s van Hilversum I uitgezonden. Zodra het hele derde net in stereo te ontvangen was en wel op voornoemde 1ste mei, werden de programma’s van Hilversum 111 op de nieuwe frequentie uitgezonden. En er waren nog meer ontwikkelingen voor het noorden van ons land want via Nederland 1 kon men vanaf 6 maart 1973 elke dinsdagmorgen van half tien gedurende twintig minuten kijken naar de zogenaamde telebord-uitzendingen van de Fryske Akademy. In het kader van het experiment Friese schoolradio organiseerde de Fryske Akademy, in samenwerking met de Technische Hogeschool in Delft, deze zogenaamde scribosonie-uitzendingen. Via een elektronisch schoolbord waren in de programma’s alleen maar tekeningen, grafieken en dergelijke te zien. Een eenvoudig beeld kon dan uitgezonden worden met gebruik van een radiozender en via een converter ontvangen worden met een televisietoestel. Medewerkers van de TH in Delft hadden dit experimentele systeem samen met medewerkers van de TH in Bandoeng opgesteld voor Indonesië. Daar kregen leerlingen op verschillende scholen op die manier ook les. Twintig scholen in Friesland deden destijds aan dit experiment mee. Omdat die scholen niet over voldoende eigen apparatuur beschikten maakte men gebruik van de televisiezender Smilde. Andere toepassingen van deze techniek waren onder meer de schruftelefoon, overhead-projectie en het overzenden van hartsignalen via telefoon en het registreren op een tv-ontvanger. Het ging om een experiment en reeds op 29 mei 1973 was het voor de laatste keer te zien in Noord Nederland. Hans Knot, 25-11-2023
  2. In deze column is het veertig jaar terug in de tijd. Ook in 1984 was het voor velen een heerlijke beleving om een goed boek te lezen. En dat niet een maal maar zoveel mogelijk. Even alles aan de kant zetten, eventueel de radio of muziek als achtergrond, en een aantal ontspannende uren doorbrengen met het lezen van een spannend boek. Velen waren lid van de lokale openbare bibliotheek, een boekenclub en anderen kochten de boeken bij de boekhandel of grootwarenhuis Vroom en Dreesmann, waar ook een grote keuze aan boeken aanwezig was. En toen bleek er opeens een winkelketen te zijn, die vooral in Noord Nederland haar supermarkten had. Het gaat om het toenmalige Friese bedrijf Nieuw Weme dat volop adverteerde met het gegeven dat bij deze onderneming de boeken te koop waren onder de reguliere prijs. Uiteraard trok dat nieuwe klanten, die tegelijk ook de nodige andere boodschappen kochten. Maar, ondanks dat de fervente lezer in de noordelijke provincies blij was, kwam er uit de hoek van de Vereniging ter Bevordering van de Belangen des Boekhandels een zwaar protest dat zelfs leidde tot een kort geding, aangespannen tegen Nieuw Weme bij de rechtbank in Leeuwarden. Op 23 januari 1984 leidde dit tot een uitspraak van de president van de rechtbank, mr. Vanden Berg, die nadelig was voor het bedrijf met een hoofdvestiging in Heerenveen. Men dacht via omwegen de vaste prijzen van boeken te kunnen omzeilen via een sluiproute van en naar België. Zo werden onder meer de jeugdboeken uit de Kameleon-serie twee gulden onder de reguliere prijs verkocht. De advocaat van Nieuw Weme verklaarde dat de boeken uit België waren geïmporteerd en dat derhalve de verticale prijsbinding voor de boekhandel niet van kracht zou zijn. De president van de rechtbank stelde echter dat voordat de boeken werden gehaald uit België dezen eerst waren geëxporteerd naar het buurland. Derhalve werd het Nieuw Weme verboden de actie voor te zetten met een stok achter de deur. Bij elke overtreding zou een boete volgen van 50.000 gulden. Medio januari 1984 werden ook de jaarlijkse Gouden Harpen uitgereikt en wel door Ed Nijpels, toenmalig fractievoorzitter van de VVD, die door de Stichting Conamus, was genodigd de officiële uitreiking te verzorgen. Het was een traditie dat een politicus werd genodigd de prijzen uit te reiken. De Gouden Harpen hebben een decennia lange historie en werden voor het eerst in 1962 uitgereikt. Een verslag van de uitreiking was op 26 januari 1984 te zien via de AVRO op Nederland 1. Het was in het Haagsche Congresgebouw dat Ed Nijpels de prijzen uitreikte aan onder meer Flory Anstadt. Zij had bekendheid verworven als samensteller en producent van het VARA project ‘Kinderen voor kinderen’, dat ook al decennia lang wordt geprogrammeerd en uiterst succesvolle jaren achter de rug heeft. Uit het juryrapport bleek dat Flory Anstadt ‘haar stimulerend werk en haar vasthoudendheid om op basis van ideeën van kinderen een aantal aangevende toondichters als ook schrijvers te bewegen om goede en eigentijdse liedjes voor kinderen te schrijven, zonder meer prijzenswaardig was te noemen.’ Kinderen voor Kinderen werd een doorlopend succes en veel van die kleine sterretjes maakten later een mooie loopbaan binnen de muziekindustrie. Vanaf de eerste aflevering werd het vele jaren ook voor de televisie een enorm succes en kunnen de ouders van toen anno 2024 de liedjes van 1984 zo weer meezingen gezien de lp’s van die tijd veelvuldig thuis in de huiskamer op de draaitafel kwamen te liggen om vervolgens met het hele gezin te luisteren en in een later stadium mee te zingen. Ik had het bijna vergeten maar in januari 1984 werden er ook Gouden Harpen uitgereikt aan de Golden Earring. Dit vanwege het wereldwijde kassucces in 1983 met ‘Radar love’. En aan de andere kant van de Nederlandse muziekindustrie, die van de Nederlandstalige muziek – categorie levenslied, was er een exemplaar voor Johnny Hoes die met zijn artiestenstal op het Telstar label in de daaraan voorafgaande vele jaren de nodige hits had gescoord. Pianist Laurens van Rooyen kreeg ook een exemplaar. Uiteraard was er een exemplaar van de Gouden Harp weggelegd voor het beste lied van 1983. De jury wees die toe aan Rob de Nijs met een lied gecomponeerd door Hans Vermeulen, terwijl Belinda Meuldijk garant stond voor de muziek. Het ging om het lied ‘LAT-relatie’. Opmerkelijk feitje is dat naar een latrelatie van tien jaren De Nijs in 1984 in Frankrijk in het huwelijk trad met Belinda Meuldijk. De muzikale omlijsting werd verzorgd door het Metropole Orkest onder leiding van Rogier van Otterloo, terwijl de presentatie in handen was Ad Visser. Hans Knot, 3 februari 2024.
  3. Hopelijk was voor iedereen de invulling van de zomer zoals gewenst. Tijd voor nieuwe nostalgische terugblikken. We gaan eens nostalgisch duiken in het jaar 1984, let wel meer dan vier decennia geleden, hoewel het minder lang geleden lijkt. Op 16 januari van dat jaar noteerde ik in mijn dagboek dat een derde televisienet. speciaal voor culturele programma's er, wanneer het aan de PvdA, het CDA en de VVD lag, niet zou komen. Het verzorgen van dergelijke programma's was volgens de politieke partijen een taak voor de omroepen, die aangevuld diende te worden door de NOS. In een televisieprogramma lieten de woordvoerders van VVD en CDA tevens blijken dat van de omvang van de toenmalige programmering niet noodzakelijkerwijs te willen aantasten. In een uitzending van de NOS-televisie, gewijd aan het eigen programma, werd er een discussie gevoerd tussen politici, omroepvertegenwoordigers en representanten van maatschappelijke organisaties. Uitgangspunt was het programmapakket en de noodzaak om dat in de toenmalige omvang en samenstelling te handhaven. De NOS organiseerde de bijeenkomst vanuit het besef dat de organisatie destijds in de verdrukking zat en eindelijk eens voor zichzelf diende op te komen. Op 19 januari van 1984 bleek dat de Raad voor de Kunst een advies had uitgebracht aan de toenmalige minister voor WVC, Brinkman. Men stelde dat de voorgeschreven 20% zendtijd voor cultuur bij de publieke omroepen gevuld diende te worden met kunstprogramma’s. Volgens het advies legden de omroepen te gemakkelijk allerlei verstrooiingsprogramma’s uit als zijnde 'cultuur’. Daardoor kwam het Nederlandse kunstleven te weinig aan bod in de ether. Volgens de Raad was er het vermoeden dat het nog erger zou worden door de toenemende concurrentie wegens invoering van de abonneetelevisie en de aangekondigde bezuinigingen op het omroepbudget in de daarop volgende jaren. Het adviescollege van de minister vond daarom dat het begrip 'cultuur' in de omroep veel concreter gedefinieerd diende te worden. Het was destijds zelfs de vraag of het aantal van ongeveer 5 procent voor werkelijke kunstprogramma's op de televisie, dat in een NOS-publicatie werd genoemd, onder de destijds nieuwe omstandigheden wel in stand zouden blijven. De raad stelde tevens dat men voor het aanbod aan kunst en cultuur op radio en televisie na de herstructurering van het mediabestel nauwlettend, te gaan volgen en er strenge verslaggeving over uit te zullen brengen. In dezelfde week overleed in haar woning in Rotterdam dr. Mary Zeldenrust- Noordanus. Zij was de oprichtster van het Instituut voor psychologisch marktonderzoek (IMP) en heeft daar 25 jaar lang de directie gevoerd. Op haar initiatief publiceerde het IMP bij het 25-jarig bestaan een studie 'Confrontatie en toekomstperspectief, gericht op het levensbedreigend ziek zijn’ Daarmee heeft zij, zelf kankerpatiënt, een belangrijk aandeel gehad in het bespreekbaar maken van ernstige ziekten zoals kanker. In de jaren zestig was dr. Mary Zeldenrust voorzitter van de NVSH, de Nederlandse Vereniging voor Seksuele Hervorming. Daar nam zij het initiatief om de organisatie van spreekuren voor geboorteregeling te verzelfstandigen en uit te bouwen tot de Dr. J. Rutgers Stichting. Zij was tevens medeoprichtster van' Het Nederlands 'Instituut voor Sociaal Seksuologisch Onderzoek’ in Zeist, en in haar laatste levensjaren voorzitter van de voorlopige begeleidingsgroep voor emancipatie-onderzoek. En in januari 1984 vermeldde ik in mijn aantekingen tevens dat de Kinderbescherming zich schuldig maakte aan misbruik van de zwakke rechts- en financiële positie van minderjarigen. Rapporten en dossiers werden vooral gebruikt om macht en controle te kunnen uitoefenen over hen, die met de justitiële hulpverlening in aanraking kwamen. Dat waren conclusies van het kinderbeschermingstribunaal, dat destijds in Paradiso in Amsterdam werd gehouden. Het was georganiseerd door onder andere het Jongeren Advies Centrum (JAC), de Belangenvereniging Minderjarigen en het Comité Kindervuist. Voor het tribunaal was ook de toenmalige staatssecretaris Korte-van Hemel van Justitie en een aantal hoge functionarissen binnen de kinderbescherming uitgenodigd. Zij kwamen echter niet, omdat zij van mening waren dat de stemming van tevoren al bepaald was en deelneming geen zin had. Op 17 januari 1984 kwam vanuit Den Haag de berichtgeving dat minister Brinkman sneller ging optreden tegen omroepverenigingen die op enerlei wijze de Omroepwet zouden overtreden. En het ging vooral om die omroepen die eerder berispt waren wegens overtreding van de geldende regelen. Hij doelde daarbij vooral op de manier waarop men in uitzendtijden te veel reclame voor eigen huis had gemaakt. Maar ook teveel reclame in sportprogramma’s was van belang. Brinkman besloot deze punten onder aandacht te brengen tijdens een formeel overleg met de NOS en vertegenwoordigers van de acht omroeporganisaties, die destijds actief waren. Desgevraagd stelde minister Brinkman dat berispingen, die hij eerder had uitgedeeld aan onder meer de directie van de TROS, niet altijd het gewenste effect hadden gesorteerd, en dat gevoerde gesprekken met vertegenwoordigers van deze omroep niet tot het gewenste effect hadden geleid. Ook stelde de minister, in een brief aan alle omroeporganisaties, dat niet alle omroep gelijkwaardig schuldig waren aan overtredingen van de Omroepwet. Op een later moment meer herinneringen een 1984. Hans Knot, 14 september 2024
  4. In de maand januari 1975 werd een bericht naar buiten gebracht inzake het aantal auto’s in Nederland, waarvan de eigenaren ook in het bezit waren van een autoradio. Het ging daarbij om meer dan 2 miljoen exemplaren en dat kwam weer neer op het gegeven dat 62% van het Nederlandse wagenpark als zodanig was uitgerust. Nederland was op dat moment voorloper want bij de Oosterburen lag het percentage op 58% terwijl in Frankrijk slechts 40% van de auto’s een radio had. Bij onze zuiderburen was het veel slechter gesteld want slechts 31% van de auto’s waren met een dergelijk toestel uitgerust. Deze cijfers waren afkomstig uit het hoofdkantoor van Philips in Eindhoven. Volgens de onderneming was er een duidelijke toenemende belangstelling voor autoradio’s uitgerust met FM-ontvangst in combinatie met cassette apparatuur. Daarmee was het alleen mogelijk opnamen af te spelen. De toename was vooral, aldus de woordvoerder van Philips, sedert het verdwijnen van de zeezenders. Meer dan de helft van de automobilisten bouwde zelf de installatie in de auto. Ook meldde hij dat de levensduur van een autoradio niet kon worden bepaald, hoewel het zeker was dat deze levensduur langer zou zijn dan die van de auto. Wel komt er direct een herinnering op naar een autorit vanuit Groningen naar Scheveningen. Het zal rond mei 1973 zijn geweest dat we naar een door Rob Olthof (nee SMC was er nog niet) en Pirate Radio News georganiseerde trip naar de zendschepen was, die toen nog voor de Nederlandse kust actief waren. Dit inclusief een bezoekje naar de locatie van het voormalige uitzendplatform van RTV Noordzee, het REM-platform. Met een bepaalde regelmaat ging ik per trein naar Amsterdam en bezocht niet alleen de Willemsparkweg in Amsterdam Zuid voor vriend Rob Olthof maar ook de Haringparkerssteeg in het centrum van onze hoofdstad, waar de grandioze platenzaak Boudisque was gevestigd. In etappes werd door deze onderneming een toen nieuwe prachtige serie gericht op de Amerikaanse radio uitgebracht, de zogenaamde Cruisin Serie. De Lp’s werden veelvuldig beluisterd en brachten, per jaar, niet alleen de hits maar ook de presentatie van de toenmalige top deejays. Absolute topper was voor mij destijds Arnie ‘Woo Woo’ Ginsburg. De lange rit van Groningen naar Scheveningen kon deels worden bereden middels het luisteren naar de zeezenders maar opwarmen was ook mogelijk door een aantal op cassette opgenomen lp’s uit de Cruisin Serie af te spelen. Mijn broer Jelle was in het bezit van een Audi auto met ingebouwde radio cassetterecorder en onderweg, het zal even buiten Groningen zijn geweest, draaide hij wat aan de radio en drukte ongemerkt voor de andere personen in de auto op de play knop van de cassetterecorder. Ikzelf, die de cassettes had opgenomen, kon mijn lachen nog net inhouden. Een van de meerijders was ingestapt in de Verlengde Vissersstraat in de binnenstad van Groningen en toen eenmaal de cassetterecorder een tijdje liep en de display van de radio ook nog verlicht was bleek hij echt van mening dat het gehoorde signaal via de autoradio was te ontvangen. Hij was totaal enthousiast en dit gegeven was reden genoeg het totaal beeld nog wat op te dikken. Broer Jelle vertelde namelijk dat het ging om de nieuwste Duitse technologie waardoor verre signalen in de auto konden worden ontvangen. Na een goed half uur hebben we Johan Munting maar uit zijn dromen gehaald en verteld waarom het in werkelijkheid ging. Met weemoed kan ik terugdenken bij het horen van die vertrouwde Amerikaanse radio uit de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw en dan komt vaak deze herinnering en Johan Munstra weer bovendrijven. Hans Knot, 26 oktober 2024 Afbeelding: autoradio (foto Pragyan Bezbaruah/pexels)
  5. De nostalgische column brengt ons deze keer naar de maand januari 1976. Ook destijds knipte ik links en rechts opmerkelijke artikelen uit de kranten en maakte ik aantekeningen over media-onderwerpen, die me interessant leken om te bewaren. Zo viel mij begin die maand een bericht op dat radiootjes, die wat vorm en kleur betrof precies of behoorlijk veel leken op handgranaten, uit de handel dienden te verdwijnen. Je zou deze radio’s heden ten dage in de categorie ‘gadget’ kunnen laten vallen. Allerlei vormen werden er bedacht om niet alleen de radio in de markt te zetten maar ook een product. Zo herinner ik me dat de Coca Cola Company een radio bracht in de vorm van een fles coca cola en de TROS ook een eigen transistor radio voor haar leden beschikbaar had bij een van de acties uit de tijd. Dat laatste was heel begrijpelijk als je weet dat de toenmalige voorman van de TROS, Joop Landré, een groot verzamelaar van allerlei soorten transistorradio’s – vooral als reclameobject- was. In ieder geval was men binnen het toenmalige ministerie van Justitie van mening dat de ‘handgranaat radio’ onder de wapenvuurwet kwam te vallen. Dit was ook het geval met speelgoedpistolen, die te veel op echte vuurwapens leken. Eerder die week werd in een speelgoedzaak in Utrecht de massale verkoop van dergelijke transistorradio’s stilgezet. In de berichtgeving werd vermeld dat de eigenaar er binnen een week meer dan honderd exemplaren van had verkocht en de stopzetting en omschrijving was reden genoeg voor het PvdA Tweede Kamerlid Roethof om schriftelijke vragen te stellen waardoor vanuit het ministerie van Justitie afkeurende antwoorden kwamen inzake de verkoop van deze radio’s. Anno 2024 worden we als het ware gebombardeerd met voetbalwedstijden die via de diverse televisiekanalen worden uitgezonden. Gelukkig is het aanbod aan televisieprogramma’s zeer breed en niet te vergelijken met het aanbod aan televisiekanalen destijds in 1976. En toch was er al het nodige te doen over het aanbod aan voetbalwedstrijden. Tijdens een congres van de Europese voetbal unie, de UEFA, dat in het Spaanse Marbella werd gehouden, werd er door bestuurders van meer dan dertig nationale bonden er op aangedrongen minder voetbalwedstrijden op te televisie te vertonen. De reden hiervan was dat in vrijwel alle Europese landen er een terugloop was in het aantal bezoekers, wat tevens een terugloop in financiën betekende voor de thuisspelende ploeg. De vertegenwoordigers namens de bonden van België, West-Duitsland, Frankrijk, Oostenrijk, Zwitserland, Luxemburg en ook Nederland maakten bekend dat zij een onderlinge overeenkomst hadden gesloten. Hierbij was vastgelegd dat het overnemen van een uitzending door een televisiestation van de andere landen sterk gelimiteerd was. Andere deelnemende bonden aan het UEFA congres ondersteunden grotendeels de gedachte een dergelijke limitering in heel Europa te gaan aanhouden. Overigens besloot men de finaleronde van het toernooi om het Europees landenkampioenschap en de eindstrijden van de drie Europese bekertoernooien via de televisie uit te zenden. Tja en dan terugkomend op die verschillende soorten van transistorradio’s, die voornamelijk werden gevoed middels het gebruik van batterijen. Vanuit de eind jaren vijftig van de vorige eeuw was de opkomst van de transistorradio met grote stappen vooruit gegaan. Sommige van die transistorradio’s werden bij aankoop al voorzien van batterijen, al dan niet in groot of klein formaat. Bij andere aangekochte exemplaren dienden de batterijen zelf te worden aangeschaft. Ik herken mij direct dat ik vooral destijds mijn keuze legde bij Philips batterijen, die van VARTA en de Witte Kat. Daar op een bepaald moment er meer dan één transistorradio in mijn bezit was zorgde ik er ook altijd voor de er een voorraadje in huis was zodat vervanging van lege exemplaren direct mogelijk was. Hetzelfde geldt heden ten dage voor de mini knoop batterijen voor mijn gehoorapparaat, die ook nodig zijn mede door het intens beluisteren van de radio gedurende minimaal 6,5 decennia. Een lichte paniek kwam tot mij en vele andere bezitters, die de Witte Kat batterijen met regelmaat kochten toen eind januari 1976 bekend werd dat de fabriek Herberbold uit Utrecht zou gaan sluiten en hierdoor ruim 100 medewerkers op straat zouden komen te staan. En juist dat bedrijf was verantwoordelijk voor de productie van onder meer de Witte Kat staafjes, die ons zoveel energie leverden. De steeds fellere concurrentie van de metalen batterij was de oorzaak van de sluiting, die gepland werd op eind september dat jaar. Herberhold, pas in 1972 overgenomen door het West-Duitse batterijenconcern Varta, maakte zelf uitsluitend nog batterijen met plastic omhulsel. Als gevolg van de stijging van de olieprijzen, sinds medio 1973, was ook de prijs van plastic fors gestegen en hierdoor was het bedrijf in Utrecht in ongunstige concurrentiepositie gekomen. Nee het was niet verstandig haastig de winkels in te gaan om massaal de batterijen in te kopen want ook die hadden destijds een beperkte houdbaarheid. Hans Knot, 9 november 2024
  6. Terugblikken brengt altijd wel weer bijzondere herinneringen naar boven, al dan niet vergeten. Deze keer duik ik maar eens in het jaar 1969. Het was op 11 juni dat bekend werd dat er te zijner tijd een derde televisienet erbij zou komen in Nederland. Het werd bekend gemaakt aan de leden van de Tweede Kamer door de toenmalige minister voor Verkeer en Waterstaat, de heer Bakker. Hij kon nog geen officiële datum noemen daar de ingebruikname van Nederland 3, zoals het net door het leven diende te gaan, mede afhankelijk was van de realisering van de zogenaamde CAS, dat stond voor Centraal Antenne Systeem. En over de intrede van het systeem diende de leden van de Tweede Kamer een beslissing te nemen. Die finale beslissing bleef nog uit maar de Volksvertegenwoordigers gingen wel akkoord met het wegnemen van de juridische belemmeringen voor de aanleg van het CAS. Ondanks de tegenstemmen van de VVD, SGP en de Boerenpartij. En toch bleven de meeste partijen in de Tweede Kamer nog aarzelend staan inzake het nemen van een finale beslissing. Minister Bakker had zijn uiterste best gedaan tijdens het debat om de voordelen van het CAS boven andere systemen duidelijk over te brengen. Het door de Delftse professor Borderwijk ontworpen systeem had als doel om signalen van buitenlandse televisiestations vanaf landsgrenzen door te geven. Hij wees er onder meer op dat in het gehele land, zo was de bedoeling, dergelijke programma’s storingvrij konden worden doorgestuurd en ontvangen. Het grote voordeel was daarbij dat er uiteindelijk een oplossing kon komen om de enorme antennewouden op de Nederlandse daken te minimaliseren. Daarnaast pleitte hij voor snelle invoering daar er dan in de toekomst ook ruimte kon worden gecreëerd voor verspreiding van lokale- en regionale televisieprogramma’s. Wel stelde minister Bakker dat er voor de invoering van het CAS-Systeem in eerste instantie een bedrag van 270 tot 300 miljoen gulden op landelijke basis nodig was. Deze investering was volgens hem terug te verdienen door gezinnen, die aangesloten wensten te worden, een wekelijks bedrag van 1 tot 1,50 gulden te laten bijdragen en dat bovenop de verplichte omroepbijdragen, waardoor de grootse deel van de kosten door de consumenten kon worden betaald. Een dag eerder was er, door een wetswijziging, een einde gemaakt aan de monopolypositie van de P.T.T., tot op dat moment verantwoordelijk voor verspreiding van radio- en televisiesignalen buiten de private antennes om. Op die manier werd het mogelijk voor andere organisaties de exploitatie van kabelnetten mede te kunnen exploiteren van een deel van de CAS, ofwel CAI – zoals het systeem ook werd genoemd. In de maand juni 1969 werden er nog meer veranderingen op het gebied van communicatie bekend gemaakt. Wonende in Groningen kregen we te horen dat met ingang van 5 juli het telefoonnet van de stad voor alle inwoners van Nederland toegankelijk zou worden via een nieuw netnummer en wel 050. Deze invoering, ter vervanging van 05900, werd mogelijk door de plaatsing van de nodige apparatuur in de verschillende district centrales. Het had minder tijd gevergd dan eerder werd gesteld. Uiteraard diende het nieuwe toegangsnummer landelijk bekend te worden gemaakt en het Bureau Voorlichting van de Gemeente Groningen maakte het bekend van een kwart pagina grootte advertentie in onder meer alle landelijke dagbladen. De bestuurders van Groningen dachten aan het financiële plaatje en men besloot dat de afdeling Voorlichting een informatiefolder diende te sturen naar alle ondernemingen binnen het bedrijfsleven met het verzoek een bijdrage te leveren in de kosten van het promotieproject. Er werd verteld dat met de introductie van het verkorte netnummer dat het beeld van Groningen elders in gunstige vorm beïnvloed zou worden. Dit naar voorbeeld van soortgelijke netnummers als 020 Amsterdam en 010 in Rotterdam. Tevens werd bekend gemaakt dat de Commerciële Club, de gemeentelijke vereniging van Nijverheid en Handel de advertentiecampagne als gunstig had ontvangen. Wel werden stapsgewijs in de gemeente Groningen de aangesloten abonnees een nieuw telefoonnummer toegewezen en verkregen ze een zes cijferig nummer. Het was in het district Groningen allereerst de inwoners met een telefonie abonnement in de wijk Selwerd, die een extra cijfer, een 7, kregen toegevoegd aan hun telefoonnummer. Voor de overige wijken ging dit stapsgewijs. Bij de eerste volgende verschijning van de telefoongidsen in begin 1970, die als gebruikelijk deur tot deur werden verspreid, werden de bewoners met het nieuwe aansluitnummer genoemd. Het duurde vervolgens een paar jaar totdat alle aansluitingen in de gemeente Groningen met een extra cijfer waren aangepast. Maar ook het bericht over de uitbreiding van zendtijd voor televisiereclame werd in juni 1969 bekend gemaakt. Met ingang van 1 januari 1970 zou 6 minuten oer dag aan reclame uitingen via de STER erbij komen en het totaal op 27 minuten per dag brengen. Het werd als volgt op de netten verdeeld: Twee reclameblokken van gemiddeld ca. 180 seconden lengte rond het journaal van ca 19.00 uur, op zowel Nederland 1 als 2. Twee reclameblokken van gemiddeld ongeveer 225 seconden lengte rond het journaal van 20.00 uur, eveneens op beide netten. Het totaal aantal reclameblokken per dag ging derhalve 8 bedragen, te weten: 4 x 180 seconden is (12 minuten); 4 x 225 seconden is (15 minuten). De tarieven voor televisiereclamezendtijd werden met ingang van 1 januari 1970 niet gewijzigd in vergelijking met de prijzen die in 1969 werden gehanteerd. De zendtijd voor radio reclame werd met ingang van dezelfde datum voor Hilversum I en II uitgebreid met 5 minuten per radionet, te plaatsen respectievelijk na het nieuws van 7.00 uur, vóór en na het nieuws van 11.00 uur, alsmede vóór en na het nieuws van 16.00 uur. De radioreclame-zendtijd op Hilversum III werd op 1 januari 1970 niet gewijzigd. Wat een weelde vergeleken met de enorme hoeveelheid aan onderbrekingen voor het brengen van de reclameboodschappen zoals heden ten dage ons wordt voorgeschoteld. Hans Knot, 6 juli 2024
  7. Dit jaar is het al meer dan twee decennia dat mijn International Radio Report verschijnt en wereldwijd wordt verspreid. Eén van de lezers die bijna bij iedere aflevering reageert en een update geeft over zijn eigen activiteiten of herinneringen uit zijn lange loopbaan brengt is Michael Pasternak. Ook heeft hij, al weer jaren geleden, mij toegang gegeven tot zijn persoonlijk foto-archief. Op die manier kunnen zijn fans en mijn volgers stukje voor stukje kennis maken met wie hij is, namelijk de deejay Emperor Rosko. De columns van mij betekenen vooral terugblikken en dit keer neem ik je mee naar de jaren zestig van de vorige eeuw toen Michael Pasternak ook al in de belangstelling stond. Helaas stond in het gevonden krantenknipsel over ‘Franse tieners kozen Rosko tot hun nieuwe idool’ geen aanwijzing uit welke krant het afkomstig was, laat staan een datum van publicatie. Ik neem aan dat het 1968 is geweest. Het leek er op dat de fans van Rosko het hem behoorlijk moeilijk maakten om zijn dagelijkse show, die in Parijs voor Radio Luxembourg iedere doordeweekse middag vanaf 5 uur werd uitgezonden, te kunnen maken want op weg naar de studio was, volgens journaliste Constance van der Valk, het alsof Rosko een veldslag diende te maken om zijn radiostudio te kunnen bereiken. Ze was van mening dat Rosko een idool was geworden omdat men was uitgekeken op de topsterren. Enkelen uitgezonderd zoals Johnny Halliday. Nee het was de geliefde deejay die plaatsjes draaide en praatjes maakte via de microfoon in zijn programma Minimax. Ook wist Constance te melden dat op het MIDEM in Cannes, waar onder meer Tom Jones en The Surpremes aanwezig waren, het the Emperor Rosko was die de meeste belangstelling kreeg. Tijdens het MIDEM was Rosko aanwezig om in de middag, vanuit een glazen studio, programma’s te presenteren terwijl in de avonduren hij ook nog in een van de vele clubs in Nice een show weg gaf. Als hij in de middag bij de studio aankwam stonden honderden gillende meisjes hem op te wachten om een foto te maken of een handtekening te bemachtigen of probeerden hem even aan te raken. Hij stal de show door of in roomwitte sportauto te arriveren of met een glimmende motor, waarbij het stuur duidelijk verhoogd was en voorzien van talloze toeters. Maar ook om de glazen studio stonden tal van jonge vrouwen, zo constateerde Constance, hem kushandjes te geven en gaf Rosko alle ruimte om zich te laten bewonderen. Zijn shows waren destijds swingend waarbij Engels, Frans, Spaans en Duits werd gesproken en de oudere aanwezigen op afstand stonden te kijken en zich verbaasden over de omvang van zijn populariteit. Immers was het maar een deejay. Op dat moment was Michael Pasternak slechts 25 jaar en officieel afkomstig uit Californië. Hij was zoon van de wereldberoemde filmregisseur Joe Pasternak. Volgens de journaliste was zijn carrière bij Radio Caroline jammerlijk mislukt. Intense volgers van het station destijds weten wel beter, hij was immens populair. Bij Radio Luxembourg verdiende hij destijds liefst het gigantische salaris van f 50.000,-- per maand, hetgeen hem snel tot miljonair maakte. Niet voor niets dat hij pronkte met het gegeven dat hij zich Emperor Rosko mocht noemen. Hier vind je een blog door en over Rosko jaren geleden geschreven: https://emperor-rosko.blogspot.com/p/40-years-of-radio-caroline-by-hansknot.html Ondanks zijn 82-jarige leeftijd is The Emperor nog steeds actief op radiogebied: https://emperorrosko.net/ En hier meer of het MIDEM festival dat sinds 1967 wordt georganiseerd: https://en.wikipedia.org/wiki/Midem Afbeelding: Hans Knot en Emperor Rosko in de Sugar Reef London 2007 (foto Martin van der Ven)
  8. Voor de verandering duik ik via deze column weer eens in de aantekeningen die het jaren geleden niet hebben gehaald voor de publicatie ‘Boven Water’. We gaan even terug naar de begindagen van Radio Veronica. Op 10 januari 1963 werd uiteindelijk bekend gemaakt dat er, bijna drie jaar na zijn arrestatie, er daadwerkelijk een rechtszaak zou komen tegen de voormalige technische directeur van de VRON, de heer Oswald uit Amsterdam. De datum van de zitting werd vastgesteld op 6 februari met een zitting te houden in het arrondissement Amsterdam. Niet alleen Oswald diende te verschijnen, maar ook de voormalige hoofdtechnicus Arie Derksen en wel wegens het illegaal in zijn bezit hebben van zendmaterialen en dus strafbaar was onder artikel 20 van de Telegraaf- en Telefoonwet uit 1904. Beide zaken waren eerder gepland voor een zitting op 8 december 1961, maar de rechtbank verwees ze toen terug naar de ‘instructie’. Reden hiervan was dat de rechtbank meer bijzonderheden wenste te verkrijgen van deskundigen over de in beslag genomen apparatuur en mogelijkheden tot gebruik. ‘Het Algemeen Handelsblad’ meldde op 11 januari 1962: ‘Van een veroordeling van deze twee personen zal het afhangen of 23 andere personen, onder wie de tegenwoordige directie van Radio Veronica en andere aandeelhouders, die medeplichtig zouden zijn door het verschaffen van middelen en gelegenheid voor de bouw van de zender, eventueel ook vervolgt zullen worden, zo werd door de Officier van Justitie medegedeeld.’ Toen eenmaal de rechtszaak was gehouden wist de verslaggever, die de zitting had bijgewoond, dezelfde avond in ‘het Algemeen Handelsblad’ te melden dat er slechts voorwaardelijke gevangenisstraffen en boetes waren geëist. In totaal zes maanden voorwaardelijk werd het voor Oswald en f 150,00 boete, terwijl tegen Derksen een straf van drie maanden voorwaardelijk met een boete van f 250,00 werd geëist door mr. R.L. Heukels. Oswald was trouwens niet aanwezig tijdens de zitting omdat hij ziek was. Beide verdachten werden tijdens de zitting verdedigd door advocaat J.G. Petersen uit Amsterdam. Tijdens de zitting gaf Derksen toe dat het om onderdelen van een te bouwen zender was gegaan, de zogenaamde stuurtrappen, die op zichzelf slechts een geringe zendcapaciteit zouden hebben gehad en dus niet als zender konden worden beschouwd. Hij gaf tevens toen dat hij de onderdelen had gebouwd in opdracht van de mensen achter de VRON, waarvoor hij destijds had gewerkt. Hij had er echter niets strafbaars te hebben gedaan omdat hij wel vaker zenders voor amateurs bouwde en derhalve zich zelf niet bewust was dat hij daarmee in overtreding was. Hij stelde ook te denken dat een vergunning, die hij had op een ander adres om te kunnen experimenteren en proeven te nemen met zendapparatuur, ook op de activiteiten van toepassing waren, die door de rechtbank werden besproken. Uiteraard was er ook een getuige opgeroepen die tijdens de inbeslagname van de apparatuur aanwezig was geweest. Het ging daarbij om dhr. D. Neuteboom van de Bijzondere Radio Dienst uit Den Haag, die onder meer stelde dat de besproken inrichting voor gelicenceerde zendamateurs hoogst ongebruikelijk was en bovendien niet voor die doeleinden geschikt was. Hij stelde tevens dat hij, begeleid door ambtenaren van politie, eerst in de winkel en daarna in de werkplaats van de verdachte apparatuur in beslag had genomen. Bij nader onderzoek was gebleken dat het om onderdelen van een te bouwen zender aan boord van de Borkum Riff, gelegen in de haven van Emden, ging. Een rechtbankverslaggever van het Algemeen Handelsblad van 6 maart 1963 omschreef het bewijs van de Officier van Justitie als volgt: ‘Hij achtte de zaak duidelijk flagrant in overtreding met de Telegraaf- en Telefoonwet van 1904 – aangepast in 1938 en het radioreglement van 1930, artikel 2, dat het ter beschikking stellen aan onbevoegden van radiozendapparatuur verbiedt.’ De Officier van Justitie stelde dat hij geen onvoorwaardelijke straffen wilde eisen, daar het delict al een aantal jaren daarvoor had plaatsgevonden. Wel gaf hij aan bij een eventueel volgende overtreding harder op te treden en niet te volstaan met voorwaardelijke straffen. Ook kwam de advocaat van de verdachten, mr. Petersen aan het woord en in zijn pleidooi gaf hij ook aan dat het om onderdelen van zendapparatuur was gegaan, maar hij bestreed dat het om een complete zender ging en dat tot op dat moment er nimmer een strobreed tegen iemand in de weg was gelegd aan het bouwen en aanwezig hebben van onderdelen van zendapparatuur; dat alleen pas bij gebruik van dergelijke zendapparatuur overtreding was vastgesteld. Mr. Petersen noemde vervolgens een aardig rijtje namen van dumpzaken in Nederland waar, zonder justitiële inmenging, geregeld zenderonderdelen en apparatuur werd verhandeld. Petersen noemde de vervolging dan ook pure willekeur die slechts tot doel had Radio Veronica te treffen, welk station op dat moment nog steeds volkomen legaal in internationale wateren uitzond, maar waartegen men op allerlei wijzen actie meende te moeten voeren. Mr. Petersen stelde tevens als voorbeeld dat de Dienst der Domeinen van de Nederlandse Staat de afgedankte zendapparatuur van de Marine vaak, via openbare inschrijving, zelf aan deze dumphandelaren verkocht. Bovendien vertelde hij dat de bij verdachte Oswald in beslag genomen walkietalkies bij een van deze dumphandelaren was gekocht en hij vroeg daarom om vrijspraak. De rechter stelde dat de uitspraak enige weken later, op 19 februari 1963, zou gaan plaats vinden. In de ochtend van dinsdag 19 februari vond de uitspraak plaats waarover diverse kranten de volgende dag berichtten, zoals ‘de Volkskrant’. ‘De Amsterdamse rechtbank veroordeelde de 39-jarige vroegere technische directeur van de toenmalige VRON, waaruit Radio Veronica is ontstaan, H.O. uit Amsterdam, tot een boete van 100 gulden subsidiair tien dagen hechtenis plus twee maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar wegens overtreding van artikel 20 van de Telegraaf- en Telefoonwet van 1904. Dit betreft het zonder vergunning van de minister van Verkeer en Waterstaat aanwezig hebben, aanleggen, of gebruiken van radio elektrische zendinrichtingen.’ Zoals eerder gemeld was er zes maanden voorwaardelijk plus een boete van f 150,-- tegen hem in januari 1963 geëist. Uiteraard ging men in ‘de Volkskrant’ ook in op de veroordeling van de 46-jarige ex zendertechnicus Arie Derksen, die inmiddels was verhuisd naar Groningen: ‘Deze werd veroordeeld tot het betalen van een boete van f 100,-- plus een maand voorwaardelijke gevangenisstraf. Er was tegen hem drie maanden gevangenisstraf geëist plus een geldboete van f 250,--.’ In alle kranten werd de verslaggeving inzake deze voortslepende rechtsprocedure beëindig met ‘De verdediger heeft hoger beroep aangetekend’, en dus zal zeker nog op deze zaak terug worden gekomen. Naam van Radio Veronica misbruikt door Partij Lewin Op 8 mei 1963 werd bekend gemaakt door de directie van Radio Veronica dat men aan de regeringscommissaris voor het radiowezen te willen bevorderen dat herhaling van het gebruik van de naam ‘Radio Veronica’ voor politieke doeleinden, zoals in een televisieprogramma van de Nieuwe Democratische Partij van 29 april daarvoor was gebeurd, te voorkomen. In een brief aan de commissaris werd onder meer geschreven: ‘De in deze uitzending vertoonde beelden hebben bij zeer velen de indruk gewekt dat Radio Veronica met deze partij in enig verband zou staan.’ Tevens werd de regeringscommissaris verzocht eraan te willen meewerken dat nog voor de verkiezingen een rectificatie, eveneens via de televisie en op even duidelijke wijze zou plaatsvinden. De directie van Veronica stelde verder: ‘Thans blijkt dat de NDP de naam van Veronica ook gebruikt op haar verkiezingsborden, daarbij de luisteraars van Veronica opwekkend op de NDP te stemmen. Wij wensen nadrukkelijk vast te stellen dat wij deze handelswijze op zijn zachtst uitgedrukt onjuist vinden en verklaren dat wij hier absoluut niet achter staan. Radio Veronica houdt zich principieel buiten elke politiek.’ Lewin van de NDP kwam zelf ook met een verklaring en wel dat hij, voordat hij de uitzending opnam, de dienstdoende NTS technicus met de commissaris had gebeld met de vraag of er bezwaar was tegen het door de directie van Veronica gewraakte tekst. Volgens Lewin had de regeringscommissaris geen bezwaar dat het betreffende tekstbordje werd gebruikt. Hij stelde tevens dat hij in de daarop volgende zendtijd via de radio uitleg zou geven over het gebruik van de naam ‘Veronica’ in het televisieprogramma van de NDP. Hans Knot, 8 juni 2024
  9. Dit jaar is het zestig jaar geleden dat er vanaf de Noordzee zowel radio als televisie-uitzendingen op commerciële basis werden uitgezonden. Zodra de naam van het werkschip ‘Global Adventurer’ bekend werd voor toekomstig gebruik bij de bouw van het REM eiland, werd er op de redactie van het Nieuwsblad van het Noorden van gedachten gewisseld eens op bezoek te gaan bij iemand met veel ervaring op het gebied van de bouw van boortorens. Het betrof de toen 40-jarige heer K. Vink wonende in het Drentse Peize. Toen één van de verslaggevers van de krant telefonisch contact met hem opnam was zijn eerste reactie: “Nee, ik vind het helemaal niet nodig. Ik wil niet hebben dat U daarover met mij komt praten. Is dat nu zo wereldschokkend, dat hier in de zee zo’n ding wordt neergezet voor het uitzenden van televisie? Nee, al die drukte is de pest en zwaar overdreven.” Vink werd beschouwd als een van de beste boortorenbouwers ter wereld en de geboren Delfzijlster had, na zijn HBS-opleiding en de technische avondopleiding, op diverse plekken ter wereld gewerkt en was begin 1964 aangewezen als leidinggevende bij het plaatsen van het REM-eiland. Aangenomen mag worden dat hij vroegtijdig informatie hierover had laten horen aan één van zijn kennissen, die het vervolgens gelekt heeft aan de redactie van de krant. Nergens werd namelijk eerder iets gepubliceerd rond de daadwerkelijke bouw van het eiland. Boortorenbouwer Vink afkomstig uit PeizeNadat de verslaggever de heer Vink er toch van overtuigd had dat het om veel meer ging dan het bouwen van een boortoren en bovendien dat men te maken had met een toekomstig platform waar vanaf commerciële televisie-uitzendingen vanuit internationale wateren gericht zouden worden op de Nederlandse kijkers, ging hij overstag. Het eiland werd destijds als een unicum beschouwd in de olie- en scheepvaartwereld, en dus nodigde Vink de verslaggever uit in zijn bungalow in Peize, waar hij sinds twee jaren woonde. In de twaalf daaraan voorafgaande jaren was hij woonachtig en werkzaam in de olie-industrie in Zuid Amerika. Hij vertelde over het mysterieuze schip dat zou worden ingezet voor de kust van Noordwijk en de aandacht zou gaan trekken van iedere voorbijvarende zeeman, als men daar bezig was het REM eiland af te bouwen. “Het is een voormalige Noorse tanker van veertienduizend ton, die op de werf van Verolme in Rozenburg werd opgebouwd tot een werkschip en de naam ‘Global Adventurer’ kreeg, wat zoiets wil zeggen als ‘wereldavonturier’ of ‘globetrotter’. Deze Global Adventurer is een reusachtig zeebedrijf geworden met alleen maar gespecialiseerde mensen aan boord.” Zo wist Vink een opsomming te geven van de bemanning, die aan boord van het werkschip zou gaan werken. Onder meer waren er onder de 80 bemanningsleden lassers, duikers, kraanmachinisten en boormeesters. Onder hen verder Spanjaarden en Portugezen, die werden gezien als uitstekende vaklui. “Prima mensen, waarmee het straks goed samenwerken is. De Global Adventurer is het eerste werkschip ter wereld van dit formaat. Het is uitgerust met een zestig meter hoge kraan, die een hefvermogen heeft van 250 ton. Aan boord bevinden zich verder een rijdende autokraan met een hefvermogen van 25 ton en twee werkboten, waaronder een van 85 ton. Er is reeds proefgevaren met het schip en geheid bij Texel.” Vink wist tevens te melden dat, zodra de delen van het eiland in Ierland klaar waren, dezen door het schip zouden worden opgehaald: “Het wordt aan boord op een draaibaar platform gezet. Eenmaal op de plaats van bestemming aangekomen, wordt het buitenboord gedraaid en in zee ‘gedonderd’. Het 180 ton zware platform komt met zijn toren te rusten op zes holle betonnen poten, waar doorheen palen van zes meter doorsnee vijftig meter in de bodem onder het ter plaatse vijftien meter diepe water zullen worden geheid.” Aan boord van de Global Adventurer was ook een cementfabriek gebouwd, die er voor zorgde dat in de ruimte tussen de palen en de binnenwand van de poten cement kon worden geperst, zodat het geheel muurvast in de zeebodem kwam te staan. Zelfs bij een zeediepte van tachtig meter kon vanaf het schip nog tot een diepte van vijftig meter in de zeebodem worden geheid. Ook was er nagedacht over golfslag en daarom was besloten dat het platform dertien meter boven de waterspiegel zou worden gebouwd, zodat bij Noordwijk palen van ongeveer tachtig meter lengte moesten worden geheid. Andermaal Vink: “De voet van het platform bedraagt ongeveer honderd vierkante meter, maar daar komt nog een uitbouw bovenop. Op het twee verdiepingen hoge gebouw komt ook een helikopterdek. Het werkschip wordt zodanig verankerd dat bij windkracht zes er nog gewerkt kan worden, maar wordt de wind sterker, dan is het een kwestie van wegwezen, want anders lopen we het risico dat het platform in onzachte aanraking komt met het werkschip. Het valt dan ook onder geen enkele mogelijkheid te zeggen hoe lang de afbouw zal duren” Vink was als uitvoerder in dienst van Overseas Shipping Corporation, een Nederlandse maatschappij, met vestigingen in Den Haag en Willemstad en het was deze onderneming die ook de Global Adventurer exploiteerde. Hans Knot: 11 mei 2024
  10. Aan het begin van deze maand maart 2024 kwam het besef dat later dit jaar ik de gezegende leeftijd van 75 jaar zal bereiken. Tenminste als alles verloopt zoals we wensen. Maar ik besefte mij ook dat ik al 55 jaar lang artikelen en boeken schrijf vol herinneringen aan mijn zeer rijke leven. Het is tot nu toe een zeer blij leven geweest vol met heerlijke ontmoetingen, vooral op het gebied van radio. De allereerste persoon die ik tegen kwam was broer Egbert Jozef in de buik van onze moeder. Hij zag van ons tweeën als eerste het levenslicht. Het beleven van al die ontmoetingen en festiviteiten was natuurlijk ook aan tal van andere mensen te danken maar voor mij was het vooral een kwestie van talloze herhalingen van fijne momenten. Ik vroeg mij af of de gemiddelde lezer van mijn columns, die ook al jaren op een aantal forums worden gepubliceerd, wel eens heeft nagedacht was er te melden was op de dag dat men ter wereld kwam. Samen met mijn oudere broer Jelle ging ik in het begin van de jaren zeventig van de vorige eeuw een flink aantal malen naar het archief van het Nieuwsblad van het Noorden. Het doel van die bezoeken was onze honger naar verslaggeving over de diverse Europese- als ook Wereldkampioenschappen schaatsen die in de loop van de decennia waren verrezen. De successen van de Nederlandse deelnemers waren deels bekend als het ging om de jaren vijftig en zestig maar onze wens was zoveel mogelijk complete uitslagen te vinden. Harry Hesseling, destijds sportverslaggever bij de krant en later hoofd van de sportredactie, regelde dat we het archief konden bezoeken. Nee er was geen kopieermachine en het werk diende vooral handmatig te gebeuren. Vaag herinner ik mij dat we ook wel eens een op batterij draaiende cassetterecorder meenamen om de gevonden uitslagen in te lezen om later te kunnen uittypen. De kranten waren ruim een halve eeuw geleden terug te vinden in zogenaamde leggers waarin kranten van een aantal weken tezamen gebundeld waren. Zwaar van gewicht en doorzoeken was eveneens van die gradatie. Achteraf was het zeer dankbaar daar we veel hebben gevonden, dat nu via internet via andere bronnen binnen een paar minuten bij elkaar kan worden geraapt. Terug gaand naar het begin van deze column was het een van die zaterdagen dat ik het niet kon laten de legger te zoeken waarin mijn geboortedag, 2 september 1949, was terug te vinden. Op een notitieblok noteerde ik destijds slechts een aantal onderwerpen dat mij opviel. Uiteraard niet wetend dat vele decennia later een dergelijke editie van het Nieuwsblad van het Noorden digitaal was te verkrijgen. Wat gebeurde zoal op die 2de september 1949, terwijl ik samen met mijn tweelingbroer Egbert, voor het eerst het levenslicht zag na de geboorte uit Anna Frederika Wilhelmina Knot-Vogt? Ik was destijds natuurlijk nieuwsgierig onder welke omstandigheden ik was geboren als dit buiten het Rooms Katholieke Ziekenhuis aan de Verlengde Hereweg 92 was gebeurd. Welaan het was volop zomer met temperaturen die in Nederland opliepen tot 28 graden Celsius. Dit alles zonder een drup regen hoewel voor de daarop volgende dagen wel neerslag diende te worden verwacht, komende uit de richting van Engeland. In de vroege ochtend was al iets merkbaar want in Eelde vernam men dat in de verte er sprake kon zijn van een lichte vorm van onweer. Rekening diende te worden gehouden, volgens de voorspellers van het KNMI, dat er een koelere en noordwestelijke droge stroming in aantocht was, waarbij een kleine kans op een buitje mogelijk was. Wel die druppels heb ik zeker ontvangen toen Egbert en ik beiden het Heilige Doopsel ontvingen van pastoor Schoenmaker van de Sint Franciscuskerk in Groningen. Maar er gebeurde natuurlijk meer dan de geboorte van de tweeling Knot. Zo besloot de juridische commissie van de Europese Consultatieve Assemblee met 13 tegen 7 stemmen een internationaal hof voor de mensenrechten op te richten ter waarborging van de fundamentele menselijke rechten in Europa. Sir David Maxwell—Fyfè, de voorzitter van deze commissie, stelde dat het besluit na een langdurige zitting door de leden van de Assemblee was genomen. Wel was er enige vorm van verzet tegen het nieuwe internationale lichaam gekomen van de zijde van die leden die meenden dat de nationale gerechtshoven in elke staat afzonderlijk dienden toe te zien op dé naleving van het handvest der menselijke rechten. Het nieuwe hoge hof zou zich bezig gaan houden met zaken, die aan haar werden en worden voorgelegd door een commissie van onderzoek, die op dezelfde dag in leven werd geroepen. Beide lichamen vormden vanaf dat moment het instrument, dat de Raad van Europa ter beschikking stond bij het toezien op de naleving van een uit 12 punten bestaande wet der mensenrechten. Uiteraard dient duidelijk te zijn dat in de daarop volgende driekwart eeuw er vele andere belangrijke punten in de wetsherzieningen zijn verschenen. En zowaar in de krant van 2 september 1949 was daar dan ook een bericht terug te vinden met betrekking tot de door mij zo geliefde vormen van communicatie in heden en verleden. Het bleek namelijk dat er een stagnatie in Nederland was in het telegraafverkeer, mede door veel te hoge personeelskosten. En binnen de Rijksdienst werd besloten een onderzoek in te stellen op welke manieren de kosten in de toenmalige toekomst gedrukt konden worden. Op grond van het onderzoek werd besloten het telegraafverkeer in de daarop volgende jaren zoveel mogelijk te automatiseren. In Amsterdam als eerste plaats gevolgd door eventueel Den Haag, Rotterdam, Zwolle en Den Bosch zouden proeven worden genomen met zogenaamde telegraaf-automatische centrales. Op die bewuste vrijdag 2 september was er nog niet genomen maar in eerste instantie werd er gedacht aan een maximum van vijf. Bij de invoering van deze automatisering ging het morse-stelsel uit het Nederlandse telegraafverkeer verdwijnen. De morsetoestellen werden vervangen door de voor die tijd moderne verschrijvers ofwel de zogenaamde teletypetoestellen. Het belang van het besluit tot automatisering werd duidelijk, wanneer men weet, hoe men tot op dat moment door het gebruik van de telegraaftoestellen was gedwongen te werken. Voor het bedienen van die toestellen waren allereerst speciaal opgeleide ambtenaren nodig, zowel voor het verzenden als voor het in ontvangst nemen van telegrammen. Meestal was bovendien nog handkracht nodig, daar op de zogenaamde concentratieposten de doorverbindingen tot stand werden gebracht. Deze handelingen zouden dus in de toenmalige toekomst praktisch overbodig worden. Als voorbeeld werd gesteld dat een P.T.T. ambtenaar in bijvoorbeeld Den Haag over een paar jaar slechts een enkele handeling diende te plegen om via een teletype-toestel en het intoetsten van het nummer van een telegraafkantoor elders in het land de verbinding kon maken. Een automatisch antwoord zou gaan volgen waarin vermeld werd dat men gereed was om de inhoud van een telegram te ontvangen. Als alles was doorgegeven werd van beide kanten bevestigd dat de informatie was verwerkt. Was er in een bepaald kantoor geen ruimte voor ontvangst gezien te druk telegraafverkeer, dan werd het bericht automatisch ontvangen bij een kantoor in redelijke omgeving om later automatisch te worden doorgestuurd. Deze automatisering drukte niet alleen de personeelskosten, maar ook werd het mogelijk het telegramtarief te verlagen. De levering van de benodigde automaten werd opgedragen aan een buitenlandse maatschappij, die verantwoordelijk werd gesteld voor de bouw volgens aanwijzingen die vanuit het Staatsbedrijf van de P.T.T. werden aangedragen. En volgens de informatie door die dienst verstrekt zou de levertijd van de machines vier tot vijf jaren duren, waaraan toegevoegd werd dat Nederland het enige land zou zijn dat in eerste instantie over zou stappen op dit systeem van telegrafie. Men hoopte dat in 1954 het eerste apparaat was geleverd want in Nederland werd dan het ‘Comité Consultatif International Telegraphie’ verwacht en dat betekende dat alle kopstukken uit de wereld van de Telegrafie naar ons land zouden komen. Waarachtig een goede reden om te kunnen pronken met de nieuwe constructie. Wordt vervolgd op zaterdag 13 april 2024. Hans Knot, 30 maart 2024
  11. Bij het weer zien van enkele aantekeningen en knipsels uit januari 1985 viel het mij op dat drie van de berichten destijds op de voorkant van de eerste krant van het jaar hebben gestaan. Hoe zou die voorkant bijna vier decennia geleden er na het knipwerk uit hebben gezien? Zoals in die jaren gebruikelijk werden er in de eerste week van het nieuwe jaar de officieuze cijfers bekend gemaakt van de diverse omroepen als het ging om de aanwas of het verlies van leden. Het werd duidelijk dat in het jaar 1984, want daar gingen de cijfers over, Veronica, de TROS, de KRO en de VARA ledenwinst hadden gemaakt. Daar tegenover stond dat de AVRO een behoorlijk verlies in leden had bekend gemaakt. De VOO, vooral Veronica genoemd, kreeg er liefst 135.000 betalende leden bij waarmee men ver over de 595.000 leden in totaal kwam. Bij de KRO was de toename aanzienlijk minder te noemen en kwam men met een exact getal van 19.082 nieuwe leden naar buiten. De Katholieke Radio Omroep, zoals de afkorting volledig diende te worden gelezen, had op dat moment een totaal van 617.450 leden. Bij de VARA kwamen er in 1984 9.444 leden bij wat een totaal van 527.565 betekende. De winst voor de TROS was minimaal vergeleken met het totaal aantal leden van deze Stichting: 3000 naar 744.000 leden. Voor de Christelijke omroepen NCRV en EO werd voor beiden een klein verlies in aantal leden bekend gemaakt. De NCRV kwam daarmee op 532.028 leden met een afname van 1243 leden. De EO kwam 1984 uit op 338.500 betalende leden wat een verlies van 4297 betekende ten opzichte van 1983. Nog twee te gaan en wel allereerst de VPRO, de omroep die liefst 15.581 leden hun lidmaatschap zag opzeggen, waardoor het totaal aantal leden op 343.791 kwam te staan. Zoals al gesteld leed de AVRO het grootste verlies in 1983 en ging met 18.939 aan terug naar 782.311 leden. Uit het rijtje kan worden opgemaakt dat laatst genoemde omroepvereniging er nog wel als allergrootste eruit kwam. Dat zou echter niet lang meer duren daar de VOO de daarop volgende jaren met grote stappen in het aantal leden vooruitging en bij andere omroepen een zure smaak achterliet. Opmerkelijk was ook het bericht dat de tweede januari 1985 ons toekwam uit het noorden van het land. Het was en is een gebruik in bepaalde gemeenten van de drie noordelijke provincies om zogenaamde Oudejaarsgrappen uit te halen. Zo kan het maar zo zijn dat in bepaalde plaats een kenmerkend standbeeld plotseling in de dagen voor de jaarwisseling is verdwenen en na het Nieuwe Jaar weer opduikt in een dorp in een belenende provincie. Op 1 januari 1985 gebeurde er echter totaal iets anders in het Friese Sexbierum. Zelfs op Nieuwjaarsdag was er in het dorp een groot aantal inwoners dat van de kerk gebruik maakte. Rond elf uur werd de kerk, na afloop van de dienst, verlaten. Normaal was dan het luiden van de klokken te horen. In de daaraan voorafgaande jaren kwam het geluid niet uit de klokkentoren, daar deze in zeer slechte staat verkeerde. Nee, men kreeg het geluid toegediend via het gebruik van een cassetterecorder. Maar die betreffende Nieuwjaarsochtend kwam er een totaal ander geluid uit de cassetterecorder, namelijk een potpourri van liedjes van André van Duin, die toen ook al enorme populariteit genoot. Het bleek dat een groep jongeren uit Sexbierum cassettebandjes had verwisseld als Oudejaarsgrap. Een deel van de kerkgangers kon de grap zeker waarderen, een ander deel sprak schande. Maar er waren ook niet radio of televisieberichten in de eerste dagen van januari 1985 waarvan ik, omdat ik het opmerkelijk vond, aantekeningen van heb bewaard. Recentelijk maakte burgemeester Halsema van Amsterdam bekend dat, ondanks landelijke regels, moslima tijdens hun werk aangepaste kledij mogen dragen. Helemaal niets mis mee maar het was eigenlijk wel de reden dat ik voor deze column terug greep naar 1985. Ik herinnerde mij namelijk dat in Vlaanderen, om precies te zijn in Oostende, de korpsleiding van de politie had besloten dat alle agenten, in het bezit zijnde van een baard, verplicht waren de baard af te scheren of door een kapper te laten verwijderen. Er was destijds een nieuwe hoofdcommissaris aangetreden, Emiel Vansteenkiste, die van mening was dat een baard een risico voor agenten was als men aanwezig diende te zijn bij het blussen van een brand of wanneer deze baard opzettelijk in brand zou worden gestoken in een gevecht met misdadigers. Hij was van mening dat bij een dergelijke brand de verzekering wel eens niet kon overgaan tot uitkering omdat deze schade niet gedekt kon zijn. En dus ging Vansteenkiste ervanuit dat de baard indruiste tegen de voorschriften van veiligheid tijdens het politiewerk. Terwijl ik deze column afrond gaan gedachten naar een van de grootste demonstraties in Den Haag, waar vooral jongeren actief waren. 18 april 1973 en sluit mijn ogen om tal van foto’s in gedachten terug te zien van politieagenten die – zoals ook vele jeugdigen – langharig door het leven gingen. Hans Knot 16 maart 2024
  12. In de zomer van 1964 begonnen zowel de radio- als televisieprogramma’s vanaf het REM-eiland en was Radio Veronica al een aantal jaren populair in ons land. Toen in de maand november het toenmalige zendschip van laatstgenoemd station werd vervangen door de Norderney, dat met een sterkere zender was uitgerust, steeg die populariteit nog meer. In vooral het oosten en noorden van het land waren daarnaast nog vele niet gelegaliseerde zendamateurs, vooral landpiraten genoemd, actief op het gebied van radio. Waren ze meer en meer actief – gelet op het succes van RTV Noordzee en/of Radio Veronica? In die tijd was er een speciale afdeling van de PTT, verantwoordelijk voor Post, Telegrafie en Telefoon, actief die zich bezig hield met het opsporen en opruimen van de zogenaamde clandestiene zenders. Daar er in 1964 de ontwikkelingen rond het REM-eiland in de dagbladpers een enorme publiciteit opleverde, werd algemeen aangenomen dat dit een duidelijke invloed had gehad op de activiteiten van de landpiraten, ofwel er een grote uitbreiding aan dergelijke landpiraten was geweest. Een onderzoek volgde in opdracht van de directie van de PTT en op zaterdag 7 november 1964 kwamen de resultaten van het onderzoek in diverse kranten naar buiten. In ‘het Vrije Volk’ van die bewuste zaterdag was te lezen dat het bestaan van Radio Veronica en de REM geen merkbare invloed had op het rechtsbewustzijn in Nederland, in die zin dat het bestaan van clandestiene zenders aan de wal minder erg zou worden gevonden. Ook werd eruit duidelijk dat het aantal clandestiene stations aan land niet had toegenomen. Volgens de heer Neuteboom, eindverantwoordelijke bij de opsporingsafdeling van de PTT, was het aantal ‘amateurzenders’ in de daaraan voorafgaande periode juist aanzienlijk afgenomen. Neuteboom: “Dit aantal is de afgelopen jaren zelfs zo aanzienlijk gedaald, dat de Bijzondere Radiodienst van de PTT dit voor de scheepvaart, luchtvaart en reddingsdiensten zeer gevaarlijke euvel in feite onder controle heeft.” Een week eerder was er in dezelfde krant een artikeltje verschenen waarin gewag was gemaakt van een opsporing van een landpiraat, die in de ether was gebracht door een 17-jarige jongen, Eduard V. Men had de moeder van de knaap aan het woord gelaten na zijn arrestatie, waarbij ze verklaarde dat het voor haar zo moeilijk was geweest haar zoon duidelijk te maken, dat hij niet datgene mocht doen wat de ‘heren met de miljoenen’ in het land blijkbaar wel mochten doen. Daarbij doelend op de activiteiten van de eigenaren van Radio Veronica en de beleidsvoerders achter het REM-eiland-project. Terugkomend op opsporingsbeambte Neuteboom – de PTT was nog een staatsbedrijf – stelde deze dat tijdens de periode dat Radio Veronica in de ether was – op dat moment ruim 3,5 jaar – het aantal ‘illegale zenders’ aan land met bijna 25% was afgenomen, terwijl er voor hem ook een duidelijk verschil was. Neuteboom: “Voor ons zijn Veronica en de clandestiene zenders aan de wal bovendien twee verschillende zaken. Het is goed niet te vergeten dat wij, tot driemaal toe, apparatuur van Veronica aan de wal in beslag hebben genomen. Thans onttrekt deze zender zich aan onze bevoegdheid.” Uiteraard daarbij doelend op het gegeven dat het zendschip van Radio Veronica in internationale wateren verankerd lag en bovendien was voorzien van een vlag van een andere natie, waardoor wettelijk niet kon worden ingegrepen. Zoals al gesteld waren het vooral bepaalde delen van Nederland die in de jaren voor 1964 berucht waren vanwege het grote aantal illegale zenders dat via de middengolf actief was. Te denken valt aan Twente, de Achterhoek, Drenthe, Friesland en een deel van de provincie Groningen. De Opsporingsdienst van de PTT, onder leiding van de heer Neuteboom, had in de daaraan voorafgaande jaren, in samenwerking met ambtenaren van de Gemeentepolitie en de Rijkspolitie, liefst 800 van de clandestiene zenders uit de ether gehaald. Volgens Neuteboom was het bestaan van deze zenders vooral een sociologische achtergrond, omdat er voor de wetsovertreders weinig andere vormen van vrije tijdsbesteding mogelijk waren. Neuteboom; “Het uitdelen van strenge straffen, onze intensieve opsporingsmogelijkheden en een goede voorlichting, hebben er toe geleid tot het keren van deze gevaarlijke vloedgolf van clandestiene zenders.” Er sprak echter ook een stuk emancipatie uit van de genoemde gebieden uit het verdwijnen van zenders als ‘Revolver Henkie’, ‘Oompie Koerier’ en ‘de Blonde Zeeman’. Het was opvallend te noemen dat vrijwel alleen werkloze en ongeschoolde mensen zich in die tijd bezig hielden met deze vorm van ethervervuiling. Met een veroordeling achter de rug was het voor een deel van hen niet moeilijk andermaal het pad der illegaliteit te betreden. Aan de andere kant had het uitdelen van strenge straffen en hoge boetes er wel toe geleid tot het keren van de vloedgolf van illegale zenders, die door de overheid als zeer gevaarlijk werden bestempeld. Desondanks werden er in het najaar van 1964 nog tal van illegale zenders opgepakt. Maar niet alleen in het oosten en noorden van Nederland was men actief. Neuteboom: “In Amsterdam zijn er recentelijk vier piraten tegelijk opgepakt, jonge knapen met belangstelling voor elektronica, die te ongeduldig zijn te wachten op het moment waarop ze het beslist niet moeilijke examen voor zendamateur kunnen afleggen. Dit examen kan door iedereen met een normaal verstand met succes worden gedaan. Het bewijs daarvan wordt geleverd door de ruim 1300 gelicenceerde stations die Nederland rijk is.” De speciale opsporingsdienst van de heer Neuteboom vond destijds over het algemeen geen waardering voor de door de zendpiraten ingezette apparatuur, die was ingezet voor hun uitzendingen. Andermaal Neuteboom: “Het zijn meestal zenders, die volgens een meer dan twintig jaar oud schema zijn gebouwd. Dit leidt tot het gebruik van veel slechte apparatuur. Juist die slechte apparatuur levert echter zoveel gevaar op voor de van radio afhankelijke luchtvaart en scheepvaart. Onlangs nog vonden we een zender die de ontvangst van televisiesignalen in een radius van 12 kilometer stoorde. Voortdurend werd daardoor het plezier van de kijkers vergald door een muziekpiraat, die werkte op de 240 meterband. Het komt wel voor dat een dergelijke illegale zender wel – via spiegeling – op acht verschillende frequenties is te beluisteren. Aan het afstemmen van de zenders herkend met vaak de ‘vakman’. “ Hans Knot, 6 januari 2024
  13. In deze laatste column van 2023 neem ik je mee terug naar de maand januari 1984, let wel bijna 40 jaar geleden. Er was nogal discussie over hoe het toekomstige derde televisienet diende te worden ingevuld. Zo was er het idee een cultureel platform te brengen dat totaal gevuld zou worden door de NOS. Maar halverwege januari bleek dat het aan de toen drie grootste partijen, de PvdA, het CDA en de VVD, lag dat dit idee niet zou worden gerealiseerd. Men was van mening dat het verzorgen van culturele programma’s een taak van de publieke omroepen was, die aangevuld kon worden middels bijdragen vanuit de NOS. Op 19 januari was het onderwerp ‘Cultuur in de televisie programma’s’ andermaal onderwerp van discussie. In de omroepwet was voorgeschreven dat 20 procent van de zendtijd van de publieke omroepen besteed diende te worden aan kunstprogramma’s. Dat werd nog eens duidelijk toen de Raad voor de Kunst een advies gaf over de concept medianota van de toenmalige minister voor CRM, Brinkman. Vanuit het advies bleek dat men vond dat de omroepen veel te gemakkelijk bepaalde verstrooiende programma’s de stempel ‘cultuur’ gaven. De Raad voor de Kunst vond dat er strenger diende te worden opgelet op nakoming van de wetgeving. Men vreesde tevens dat de culturele programma’s nog meer in het nauw zouden komen door de invoering van de toenmalige toekomstige betaaltelevisie en de bezuinigingen op het omroepbudget voor de daarop volgende jaren. Vanuit de adviescommissie van minister Brinkman kwam daarop de reactie dat inderdaad de ‘cultuur’ in de omroep veel concreter gedefinieerd diende te worden. Bij een onderzoek naar de programma’s op de Nederlandse televisie was onder meer naar voren gekomen dat er maar 5% van de gebrachte programma’s echt onder ‘cultuur’ kon worden beschouwd. Vanuit de Raad voor de Kunst werd daarna gemeld dat, zodra de nieuwe mediawet van kracht werd, men nauwkeurig het percentage van cultuurprogramma’s op radio en televisie zou gaan volgen. Het derde televisienet werd trouwens pas geopend in april 1988. Minister Brinkman doorstond een drukke periode want hij kondigde ook zwaardere maatregelen aan tegen overtredingen gemaakt door de omroepverenigingen. Reden was onder meer dat hij al eerder berispingen had uitgedeeld wegens overtreding van de omroepwet en desondanks een aantal van de publieke omroepen andermaal in de fout ging. Brinkman doelde vooral daarbij over de te veel gemaakte reclame voor eigen omroep ofwel voor de ledenwerving. Ook was er sprake van te veel aan toegestane reclame in beeld tijdens sportuitzendingen en waren er films uitgezonden op een tijdstip waarin jongeren nog op waren en het getoonde nog niet geschikt was voor deze doelgroep. Hij kondigde aan met de toenmalige besturen van de omroepen om tafel te gaan en zeker voornoemde overtredingen ter sprake te brengen. Sta even stil bij de situatie anno 2023 en vergelijk het met de gemelde overtredingen. Het aanbod is fors gestegen aan programma’s, zowel via radio als televisie en een leeftijdsgrens voor bepaalde programma’s mag er dan nog steeds zijn, de bedoelde doelgroep luistert bijna niet naar de radio en haalt ongewenste beelden in veelvoud naar voren via internet, telefoon en sociale media. Reclame voor omroepen wordt nog minimaal gemaakt vergeleken met 1984. En dan wil ik nog even stil staan bij een uitspraak half januari van dat jaar gedaan door het Amerikaanse Hoge Gerechtshof. Zelf was ik al jaren actief binnen de Rijksuniversiteit Groningen met het maken van videoproducties, waarbij streng diende te worden opgelet onder welke voorwaarden er een opname mocht worden gemaakt. Iedere keer weer met een ander onderwerp en tevens andere restricties. Een tijdrovende bezigheid en pas wanneer alle getekende verklaringen binnen waren kon er worden ‘gedraaid’. De uitspraak van het Hoge Gerechtshof had betrekking over de vraag of het was toegestaan met de huisvideorecorder, die meer en meer aan populariteit won, speelfilms en andere televisieprogramma’s op te nemen. En inderdaad was de uitspraak 100% positief wat gezien werd als een belangrijke overwinning van de video-industrie. In een verklaring liet een woordvoerder weten dat de recorderopnamen in eerste plaats dienden voor gebruik in huiselijke omgeving en dus geen schending zouden vormen met de Amerikaanse auteurswetgeving. De filmmaatschappijen Universal City en Walt Disney Studio hadden een rechtszaak aangespannen tegen Sony en andere fabrikanten van videorecorders. De uitspraak maakte de dreiging van miljoenen dollars aan auteursrechtovertredingen naar het verleden. Ik wens elke volger van de columns een fantastische Kerstperiode toe alsook veel voorspoed in 2024. 23 december 2023, Hans Knot.
  14. Enkele jaren geleden vierden we het gegeven dat de radio 100 jaar bestond. In de beginjaren van dit medium zaten de pioniers onder luisteraars vaak gebogen met zowat het oor in de ontvanger om het broodnodige aan deze uitvinding tot zich te nemen. Wel dient gesteld te worden dat de luisterschare als ook het aantal radiostations in die dagen zeer beperkt was. Radiotoestellen in bepaalde landen dienden tijdens de Tweede Wereldoorlog bij de bezetter ingeleverd te worden en werden er razzia’s gehouden om tot dit resultaat te komen. Vervolgens kwam vanaf 1958 tot en met 1990 een vloedgolf aan radiostations er bij in West Europa, middels de zeezenders die al dan niet illegaal actief waren, afhankelijk gericht op welk land men de programma’s verzorgde. Meest legendarisch natuurlijk Radio Caroline, die in alle geschiedenisboeken over radio wordt genoemd. Na het verdwijnen van de zeezenders kwam ongeveer gelijktijdig een nieuwe vorm van radio, eerst vooral gebracht door de nerds, die heerlijk aan het experimenteren waren. Maar door vele technische ontwikkelingen in de afgelopen drie decennia heeft internet radio, dat anno 2023 vooral online radio wordt genoemd, een heel grote vlucht gemaakt en zijn er al meer dan 100.000 stations wereldwijd actief. In principe kunnen deze stations allen goed worden ontvangen daar deze vorm van over brengen van de signalen digitaal via internet gebeuren en dus niet afhankelijk zijn van welke vorm van interferentie dan ook. Bovendien is de technische ontwikkeling op het gebied van computers en te gebruiken andere apparatuur groots te noemen en is het qua prijs voor velen bereikbaar geworden dit aan te schaffen en een radiostation actief te beginnen. Natuurlijk is lang niet in elke land het mogelijk zo maar een radiostation te beginnen zonder aan de daar geldende regelgeving te voldoen, terwijl er ook dictatoriale regimes zijn waar het totaal onmogelijk wordt gemaakt om op deze manier toegang tot internet te verkrijgen. Het is Paul A Rusling die een handig en tevens interessant boekwerk heeft geschreven, ONLINE RADIO a Guide for Broadcasters and Listeners. Hij neemt je aan de hand mee op het pad naar online radio en verhaalt over de afgelopen dertig jaar dat deze vorm van radio is gegroeid. Uiteraard komen eerder genoemde facetten aan bod maar wordt er bijvoorbeeld ook uitgebreid aandacht besteed aan de techniek, de financiële kant, te gebruiken formats. Ook staat de nodige informatie te lezen over de speciale online ontvangers en geeft hij een uitgebreide beschrijving van personen die binnen de industrie momenteel van groot belang zijn. Na een lijst van speciale publicaties volgt er een prachtige lijst waarin de gebruikte afkortingen worden belicht. Concluderend stelt Rusling tenslotte dat de Toekomst Online Radio is! Online Radio, a Guide for Broadcasters and Listeners Paul Alexander Rusling First Edition. November 2023 ISBN Softback: 978-1-900401-42-5 ISBN Kindle: 978-1-900401-43-2 184 pagina’s met afbeeldingen Published by World of Radio, HU10 7TL, England https://onlineradiobook.com/Reviews.html Groningen, november 2023, Hans Knot
  15. In deze column duik ik in mijn herinneringen van het jaar 1968. Ik had tijdens mijn schoolse jaren, die duurden tot de zomer van 1966, altijd genoten van de schoolradio, waarbij het programma in de klas van meester Le Roux visueel werd gemaakt door het tonen van dia’s die vanuit Hilversum naar de school waren gestuurd ter ondersteuning van het programma. Jongeren van nu zal het onmogelijk uit te leggen zijn dat die simpele manier van onderbouwing van in het radioprogramma behandelde onderwerp en heerlijke bevrediging zou kunnen geven waardoor de luisterende en kijkende leerling gepakt werd om ook de daarop volgende uitzending met vreugde te kunnen beluisteren. In oktober 1968 werd bekend dat een woordvoerder van de Stichting Televisie Academie, beter bekend als Teleac, de hoop had uitgesproken dat, wanneer er in Nederland een derde televisienet zou gaan komen, deze vooral zou worden ingezet voor het programmeren van educatieve onderwerpen. Op dit kanaal zou dan tevens ruimte gecreëerd dienen te worden voor de NOT, de Nederlandse Onderwijs Televisie, en de Academische Radio Omroep, de ACRO. Men vond bij Teleac dat, wanneer als bovenstaande kon worden gerealiseerd, er een meerjarige uitgebalanceerde programmering tot stand kon komen. De nostalgische column van Hans Knot 28 Men vond dit noodzakelijk want het was nodig om binnen de organisatie te kunnen beantwoorden aan de gestelde doelstellingen. Wel was men bewust van het gegeven dat, wanneer een derde net op deze wijze werd ingevuld, er uitbreiding van zendtijd diende te komen voor Teleac en dus ook uitbreiding van medewerkers en werkruimte. Let wel we hebben het over 55 jaar geleden. Er was al een aantal plannen voor de uitbreiding van de programmering. Eén ervan was de basisverbreding voor personen actief in het bedrijfsleven. Hiervoor werden ideetjes overgenomen uit een soortgelijk programma van de West Duitse televisie, Telekolleg. Bij Teleac was ook besloten in de daarop volgende periode voor de cursus basisverbreding ook de radio, schriftelijk onderwijs en vormingswerk in te schakelen. Ook werd bekend gemaakt dat men al ver was met de voorbereidingen van de post-academische opleiding die gericht zou worden op praktijk-houdende artsen. Daarnaast werd er gewerkt aan een cursus wetenschappelijke- en technische modellen, toegepaste logica, statistiek voor een zeer ruim publiek van wetenschappelijk geschoolden. In 1968 was Teleac al vijf jaar actief, waarbij voortdurend werd onderzocht welke behoeften er in de samenleving bestonden en voor welke soorten van cursussen de belangstelling vooral uitging. In die tijd werd vooral de nadruk gelegd op de knelpunten in de ontwikkeling van de samenleving. Hierbij kon destijds gedacht worden aan de gevolgen van automatisering, de invoering van nieuwe materialen en problemen als gevolg van telecommunicatie en snelverkeer. Bovenstaand is vooral een mogelijkheid voor de lezer om eens na te denken wat er zoal in de 55 jaar na 1968 op vernoemde gebieden is veranderd. De volgende herinnering aan 1968 was voor die tijd echt onwerkelijk van inhoud. Waren we niet gewend dat na het ANP nieuws om 12 uur middernacht enige klanken de ether ingingen van het Wilhelmus? Daarna verdwenen de zender en steunzenders uit de ether om tegen de ochtendgloren terug te keren. Herinner je nog de dagopening op een van de radionetten in de ochtend? Berichten voor land- en tuinbouw. Maar op 30 oktober 1968 werd vanuit Hilversum via een persbericht bekend gemaakt dat in de avond van dinsdag 5 en in de nacht van woensdag 6 november er, in samenwerking tussen de Radio Nieuwsdienst met de Nederlandse Radio Unie, 8 uur lang een uitzending zou plaats vinden rondom de presidentsverkiezingen in Amerika. Ook werd bekend gemaakt in het bericht dat de centrale presentatie in handen zou zijn van Henk Neuman in de studio van Hilversum II bijgestaan door verslaggevers in de VS: Maarten Bolle, Klaasjan Hindriks en onder meer Willibrord Nieuwenhuis. In diverse hoofdsteden van Europa werd er commentaar gegeven op de ontwikkelingen tijdens de verkiezingsdag door onder meer Frits Visser in Parijs, An Salomonsen in Wenen, Samuel Bouman in Tel Aviv en Johan van Minne in Bonn. Ondanks dat het al 55 jaar geleden is komen bij mij toch voornoemde personen deels in gedachten weer in beeld. Hans Knot, 11 november 2023
  16. Hoeveel objecten als radio-ontvangers, televisietoestellen, computers, mobiele telefoons en meer zullen er in een gemiddeld gezin aanwezig zijn? Ik stel die vraag omdat er een tijd was dat elk toestel wel meetelde als het ging om de betaling van kijk- en luistergelden in Nederland. Ik neem je mee naar 1 augustus 1968 toen ik uit de krant Nieuwsblad van het Noorden, destijds gevestigd aan het Gedempte Zuiderdiep in mijn woonstad Groningen, een artikel uitknipte met als doel het vast te leggen voor de historie. Inmiddels zijn we 55 jaar later en wil ik je laten delen met de voor deze tijd onwaarschijnlijke manier om mensen mogelijk van een strafbaar feit te betichten. De overheid was destijds vooral geïnteresseerd in mensen die de kijk- en luistergelden niet betaalden en derhalve werden er zogenaamde opsporingsbrigaden ingezet om zogenaamde zwartkijkers en – luisteraars te betrappen. Zo werd in augustus 1968 door de speurders het Groningse dorpje Leermens bezocht. Niet alleen een dorp voor mensen die er dagelijks aanwezig zijn maar ook voor hen die in Leermens een tweede huisje hebben en er voornamelijk in de weekenden vertoeven en ook in de zomervakantie zoveel mogelijk buiten kunnen genieten van alles wat mooi Groningen kan brengen. Een beeldje in het dorp was eerder geplaatst waarvan een van de tijdelijke inwoners meende er een bordje bij te plaatsen met de tekst: ‘de rustieke recreant’. Dan werd er aangebeld aan een van de vele huizen in het dorpje en wisten de ambtenaren, die dienden te speuren naar overtreders hoe het zou gaan. Even wachten in de hal want binnen was het een rommeltje, dat eerst diende te worden opgeruimd. In werkelijkheid ging het dan om snel het verstoppen van de radio of de televisie, want de kijk- en luistergelden waren niet betaald. Men kon niet aantonen, middels een betalingsbewijs van het postkantoor, waar vooral de verplichting voldaan diende te worden, dat er aan de verplichting was voldaan. Een van die opsporingsambtenaren was destijds de heer Maaskant die stelde in de krant: ‘Dikwijls hoor je de stekker over de vloer rammelen en als je dan eindelijk de kamer in mag, doen ze alsof ze zelfs nog nooit van een radio of televisie hebben gehoord’ Samen met zijn andere controleurs dook hij op gezette tijden op om clandestiene kijkers en luisteraars op te sporen, zoals in elke provincie door zo’n team werd gedaan. Op één van de drie bezochte adressen was het in die tijd raak, waarna de wanbetalers een boete kregen en achterstallige betalingen op de koop toe kregen. Jarenlang diende je ieder kwartaal als vader je verplichting tot betaling via het postkantoor te doen, dan wel door een van je gezinsleden uit te laten voeren. Het dient medio 1966 te zijn geweest dat deze speciale opsporingsdienst het gebruik van een computer had ingevoerd. Voordeel was dat feilloos alle Nederlanders, die aan de verplichting kijk- en luistergelden te voldoen op een overzichtelijke manier werden geregistreerd, waardoor minder huisbezoeken hoefden te worden afgelegd. Immers was het alleen nodig die huizen te bezoeken die niet werden genoemd in de computerbestanden. Eindeloos huis aan huis bezoeken van de controle ambtenaren was dus niet meer nodig wat een hele boel tijd- en werkbesparing betekende. Verleden tijd was het gesnauw van te bezoeken huisgezinnen natuurlijk niet want vele wanbetalers probeerden onder de verplichtingen tot het betalen van de kijk- en luistergelden uit te komen door te beweren dat de administratie van de overheidsinstelling niet op orde was en er zeker wel betaald was. Men kon zeggen wat ze wilden maar de controledienst was goed geïnformeerd. Als verklaring hiervoor gaf de eerder gememoreerde Maaskant aan dat alle handelaren in radio- en/of televisietoestellen verplicht waren op te geven aan wie en wanneer een toestel was verkocht. Met die lijsten in de handen hadden de controleurs al de nodige bewijsvoering. Gelukkig was er bij bezoek van een controleur de mogelijkheid je direct aan te melden om alsnog de betalingsverplichting na te komen, zodat een boete werd voorkomen. Hans Knot, 14 oktober 2023
  17. Het maken van een weblog gebeurde voor het eerst in december 1997 en het was in de maand mei 1999 dat het verkorte woord blog tevoorschijn kwam. Vele personen, die al met internet werkten, vonden het een fijne manier om hun belevenissen dan wel kennis via een eigen blog te delen met anderen. Eerst op kleine schaal maar hoe meer en meer internet gebruikt ging worden hoe meer volgers de schrijver van een blog kreeg. We zijn 2,5 decennia verder en veel bloggers van toen houden zich meer bezig met het verkrijgen en delen van informatie via speciale Facebook groepen. Maar toch blijven sommige bloggen gewoon bestaan en voor velen interessant, zo ook voor de 65-jarige Ben van Praag uit Vlaanderen, die een lang historie van radiomaken heeft doorgemaakt en niet alleen in Vlaanderen bekend werd maar ook, vooral bij de luisteraars van Radio Mi Amigo 272, in Nederland. Mede doordat Van Praag ging meedoen in een aantal FB groepen kwamen er ook de vragen of het niet mogelijk was de afleveringen van zijn blog, waarmee hij in augustus 2004 een aanvang maakte, te bundelen in een boek. Opmerkelijk is dat hij in november 2005 stopte met het blog maar in april 2023 de draad weer oppakte, gelukkig met nog vele herinneringen. ‘Alles gaat voorbij, verhalen over Mi Amigo en Maeva’, ligt voor mij op de leestafel. De eerste afleveringen van het blog in boekvorm, gaan vooral over personen die hij tijdens zijn radioloopbaan bij verschillende stations in Vlaanderen heeft meegemaakt. Namen als deejay Kabouter Rondbuik en Piet Keizer verbazen mij als lezer. Laatstgenoemde heeft een verleden op radiogebied die terug gaat naar 1978 toen hij samen met Ton van Draanen en mij het blad Freewave Media Magazine oprichtte, een blad dat nog steeds – onder een iets gewijzigde naam- verschijnt. Maar ook komt Luc de Groot veelvuldig voorbij. Samen met hem publiceerde ik vele malen een rubriek in Baffle en in het latere RadioVisie. Hij onder het pseudoniem Mario van Stuyvendeale. Het zijn korte anekdotes waarbij Van Praag vooral persoonlijke herinneringen met de beschreven personen de lezer aanbiedt. En dan komt eindelijk een langere aflevering van een blog voorbij vanaf pagina 25 waarin Ben zijn liefde voor radio verzorgd door zeezenders beschrijft, maar ook vertelt hoe hij dat deel van het radiowereldje is binnen gekomen in juli 1979. Het werd mogelijk door de komst van Radio Mi Amigo 272, een vervanger van zendschip middels de MV Magdalena en tevens naamverandering door toevoeging van ‘272’. Radio Mi Amigo was in oktober 1978 uit de ether verdwenen vanaf het gelijknamige zendschip. Er zat dus acht maanden tussen van stilte en niet anderhalf jaar zoals Van Praag zich herinnerde. Maar de start van zijn radiocarrière was begonnen, zonder enige kennis van radiomaken en met zeeziekte op weg naar de eerste ‘Van Praag klanken’ op de radio. Binnen een paar uur werd hij klaargestoomd om op eigen benen, hoewel moeilijk op een onrustige Noordzee, zijn eerste programma’s te kunnen presenteren. Let wel we schrijven over 44 jaar geleden. Het zijn van die kleine wetentjes zoals dat aan boord van het zendschip een korte golf radioverbinding was die kon worden geactiveerd als Mi Amigo 272 uit de ether was en op die manier, vooral onder moeilijke omstandigheden, contact kon worden gelegd met de organisatie aan land, lees Patrick Valain. Dat ging via het kuststation in Oostende onder de naam Centricity, de originele naam van de MV Magdelena. Maar ook over de voortzetting van het station aan land, Radio Maeva, valt volop informatie te lezen die voor mij als kenner nog niet bekend was. Het raakte mij bij het lezen van de opmerking in een van de afleveringen dat Kees Borrel maar een simpele kok was, terwijl anderen vol lof waren over de kook- en bakkunsten van deze persoon. Maar gelukkig bleek het toch een toffe Nederlandse peer. Vermakelijk is ook een herinnering aan de dag en nacht in de Nederlandse politiecel, nadat de Magdalena in opdracht van de overheid in september 1979 was binnengesleept en de bemanning werd vastgehouden. Van Praag dacht in het toilet een belangrijk document te verscheuren en door te spoelen. Edoch een volgend persoon op de wc ontdekte dat hij vergeten had door te spoelen. Andere onderwerpen die onder meer voorbij komen zijn een lang schrijven van een vrouwelijke fan, die een hele wc rol vol schreef, de tik, uitgedeeld door Jerney Kaagman, de avonturen samen met Herman Brusselmans. Maar ook hoe Van Praag tijdens de schooltijd zijn eigen fanclub oprichtte in Vlaanderen voor The Osmonds en op die manier een aardig bedrag wist binnen te halen van toekomstige abonnees van zijn fanblad. Het is de moeite waard ze allemaal eens rustig te gaan lezen. Omdat het een boek bestaat uit een verzameling blogs dient de lezer er wel rekening mee te houden dat de onderwerpen door elkaar heen voorbij komen. Hier en daar hilarisch, dan weer aardig privé, gericht, smeuïg maar ook weer terugkerend naar, waar de titel van het boek voor staat: Mi Amigo en Maeva. Tip tot slot: achter in het boek is een aantal lege pagina’s. Vul voor jezelf het onderwerp in, bijvoorbeeld ‘zeezender’ en vermeld welke blogs het onderwerp herbergen. Op die manier kun je later nog eens alles teruglezen over het betreffende onderwerp. Hans Knot oktober 2023 Titel: Alles gaat voorbij, verhalen over Mi Amigo en Maeva Auteur: Ben van Praag Omslagontwerp: Anna Continua Foto auteur: Marc Hermans Uitgave: Eric van Houte 2023 Internetsite: www.allesgaatvoorbij.be Pagina’s: 228 ISBN 978 94 0370 895 9
  18. Een aantal weken geleden, toen ik op donderdag 31 augustus deze nostalgische column aan het voorbereiden was, stonden de diverse persoonlijke facebook-pagina’s als ook die van internetradio stations vol met herinneringen aan dezelfde datum, maar dan in 1974 al weer meer dan 49 jaar geleden. Het is natuurlijk wonderbaarlijk fijn te zien dat na zovele jaren de radioliefhebbers zich nog steeds gekrengd voelen door de maatregelen, destijds genomen door de toenmalige regering en leden van het Parlement. Het betrof de invoering van een aantal wijzigingen in een bestaande wet waardoor het officieel onmogelijk werd gemaakt vanuit ons land mee te werken aan de activiteiten van een zeezender. Bovendien werd adverteren en bevoorraden van een zendschip ook gezien als overtredingen van de wet, in de volksmond de geschiedenis ingegaan als de anti-zeezender wetgeving. Bij het doorlopen van de diverse pagina’s viel het op dat vooral werd stil gestaan bij het verdwijnen destijds van Radio Veronica en in mindere mate bij het verlies van RNI. Meer dan honderd herinneringen kwamen er binnen een half uur voorbij, al scrollend door het aanbod van radiovrienden. Daarbij enkele personen die ook aandacht hadden voor het op tijd vertrekken van het zendschip de Mi Amigo van de internationale wateren voor de Nederlandse kust naar die voor de oostkust van Engeland en wel in de Theemsmonding. Vanaf de Mi Amigo werden in die tijd zowel de uitzendingen van Radio Mi Amigo, alleen via bandprogramma’s, en die van Radio Caroline verzorgd. Dat op 31 augustus 1974 ook bijvoorbeeld een einde kwam aan de programma’s van Radio Atlantis, waarvan vooral de internationale service voor mij klonk als een klok, was in de herinneringen van de Facebook radiovrienden totaal niet aan bod gekomen. Ikzelf heb die dag geen specifieke terugblik naar die bewuste zaterdag eind augustus 1974 gedaan maar ben op zoek gegaan naar de begindagen van de zeezenders, verankerd in internationale wateren voor de Nederlandse kust. Zo kwam ik terecht bij een bewaard krantenknipsel van 31 augustus 1960, het jaar waarin Radio Veronica was begonnen met uitzendingen en in een deel van West Nederland kon worden ontvangen. De komst van het station liep ongeveer samen met de opmars in ons land aangaande verkoop, en dus de populariteit, van transistor radio’s. Want de verkoop van de draagbare radio had in Nederland een zeer grote vlucht genomen. Dit kwam mede doordat de radiotoestellen aanzienlijk kleiner waren geworden en goedkoper in aanschaf, daar gebruik werd gemaakt van transistoren. In de zomermaanden van 1960, zo bleek uit het persbericht, lag de verkoop van portable radio’s zelfs hoger dan die van de zogenaamde huistoestellen. Bovendien werd de verkoop vooral gunstig beïnvloed door het feit dat bij aanschaf van een tweede radio het gezinshoofd geen financiële bijdrage diende te betalen voor de distributie van radiosignalen, iets dat later ‘kijk- en luisterbijdrage’ werd genoemd. Bovendien, zo stelde men, werd de aanschaf ook gestimuleerd doordat menig transistor radio ook ingezet kon worden als versterker van een in huis aanwezige draaitafel. Sommige jongeren gingen zo ver dat zowel de transistor radio als de draaitafel mee naar buiten werd genomen om nog meer luisterplezier te hebben in het park of aan het strand. De prijzen van de diverse leverbare transistor radio’s, die in allerlei vormen en afmetingen waren aan te schaffen, lagen destijds tussen de 80 en 300 gulden. Een woordvoerder van de Nederlandse Vereniging van Radio Detailhandelaren werden destijds de meeste transistorradio’s verkocht in de sector tussen 125 en 200 gulden, voor die tijd een best hoog bedrag. Het was soms heel verrassend als er een fietser passeerde die aan het stuur, via een leren riem, een dergelijke transistorradio met zich mee had, die ook nog eens afgestemd stond op een vrolijk klinkend radiostation, voornamelijk op de 192 meter van Radio Veronica. Het was al meer dan veertig jaar geleden dat de eerste radiotoestellen in ons land werden geïntroduceerd en menigeen zich had laten verleiden tot het lang gaan sparen voor de aanschaf van een ontvangsttoestel voor gebruik in huis en/of bedrijf. Alle toestellen dienden in de Tweede Wereldoorlog te worden ingeleverd, in opdracht van de Duitse bezetter. Gelukkig voldeed niet iedereen aan de eis maar wist met het toestel op slimme wijze een verstop plek te geven. Na mei 1945 kwam de verkoop van de toestellen weer langzaam op gang maar in 1960 was het hebben van een radiotoestel in Nederland gemeengoed geworden. Cijfers uit die tijd geven aan dat in ons land reeds ruim 2.300.000 toestellen waren verkocht. En wat betreft 31 augustus 1960 was er een medewerker van dagblad Het Parool enkele stranden langs gegaan om zich op de hoogte te stellen van de aanwezigheid van mensen die een transistor radio bij zich hadden. Het werd niet duidelijk gemaakt wat de weer conditie die dag was, noch werd er gemeld hoeveel mensen op de stranden zich aan het vermaken waren. Aangaande het strand van Scheveningen meldde hij dat hij twee mensen, voorzien van een transistorradio, had geteld die het apparaat op zachte toon aan hadden staan. Dit was gelijk de regelgeving die door de gemeenteraad van de badplaats was ingesteld. Tenslotte wees hij op de aanwezigheid van een verrekijker, waarmee je voor 20 cent het zendschip van Radio Veronica op afstand kon worden bekeken. Hans Knot, 16 september 2023
  19. Voor vele mensen betekenen de maanden juli en augustus dat het tijd is om te genieten van vakantie, rust te nemen, proberen optimaal te genieten, eindelijk het museum te bezoeken dat al jaren op de wenslijst staat, familieleden en vrienden – die ver weg wonen – te ontmoeten en eindelijk iets te doen aan die stapel boeken waar in andere maanden weinig tot geen tijd voor is. Doordat ik zelf alleen televisie kijk voor een dagelijkse Journaal uitzending blijft er het hele jaar door veel tijd over om te publiceren over tal van onderwerpen waarmee ik in de afgelopen 6 decennia mee in aanmerking ben gekomen. Het betekent ook dat ikzelf met mijn lieve Jana even een tweetal maanden gas terug neem om in september 2023 weer terug te komen met veel nieuwe, maar tevens oude, herinneringen. Allen een mooie zomer gewenst, maar eerst neem ik je nog even mee naar het jaar 1971. Het was het jaar dat ik voor het eerst sinds de kleuterschool even geen onderwijs volgde. In 1970 sloot ik, naast het gegeven dat ik als assistent bedrijfsarchivaris werkzaam was bij het EGD, het voormalige Provinciale Elektriciteitsbedrijf voor Groningen en Drenthe, mijn opleidingen af bij het NIDER aan de Burgermeester van Karnebeeklaan in het statige deel van ’s Grave Hage en wel vlak bij het Vredespaleis. Afsluiting van de opleiding betekende na vier jaren en drie richtingen dat ik mij Bibliothecaris A, Bedrijfsarchivaris en Historische Documentalist mocht noemen. En juist in die laatste categorie vond ik enorm veel vreugde waardoor de mogelijkheden van die opleiding mij de kans gaven in mijn vrije tijd mij diep te gaan interesseren in een stuk cultuurhistorie, dat voornamelijk ging over de ontwikkelingen van de radio industrie, met een grote stempel gericht op het effect van de zeezenders. En waar waren de bronnen om de historie te bewerken? Soms was het moeilijker herinneringen naar boven te halen dan andere keren. Ook is er in mijn archief van het ene jaar meer aan algemene berichtgeving bewaard gebleven dan in een ander jaar, terwijl over een ander jaar veel meer over zijn doelgebied, de media, terug is te vinden. Maar natuurlijk zijn er de hulptroepen die via gesprekken het een en ander los maken, waardoor ook automatisch weer andere onderwerpen naar boven komen, die te behandelen zijn. Het jaar 1971 begon al direct zeer triest toen over de hele wereld gewag werd gemaakt van een ongeluk die de geschiedenis zou ingaan als de Ibrox Ramp, genoemd naar het voetbalstadion in de Schotse hoofdstad Glasgow, waar op 2 januari 1971 liefst 66 mensen om het leven kwamen. Jaarlijks vond daar onder meer de derby plaats tussen de stadsrivalen Glasgow Rangers en Celtic FC. Eerst genoemde club had in Ibrox Stadium haar onderkomen. De voornoemde wedstrijd liep niet zoals de thuisclub had gewenst. Wel had men lang de tegenstander op de nul kunnen houden. Toen in de blessure tijd van tweede helft aartsrivaal Celtic scoorde, had reeds een groot aantal supporters van Glasgow besloten het stadion te verlaten. Horende dat er alsnog een goal was gescoord besloot men massaal naar de tribunes terug te keren. Een lange trapleuning begaf het onder de enorme druk waardoor massaal het publiek in paniek raakte, met alle gevolgen van dien. Door de panieksituatie braken vervolgens dranghekken en afscheidingshekken af als waren het luciferstokjes. Naast de 66 doden waren er ook nog eens meer dan 200 gewonden te tellen. De meeste gestorven mensen kwamen om door verstikking en meer dan de helft van de omgekomenen was jonger dan 18 jaar. De wedstrijd tussen beide ploegen uit de Schotse hoofdstad stond altijd in de boeken als het hoogtepunt maar verdween vervolgens in de geschiedenisboeken als het absolute dieptepunt uit de Schotse voetbalgeschiedenis. Als ik verder aan 1971 denk is er een aantal zaken dat meteen naar boven kwam en wel de verjaardag, op 15 mei, van mijn oudste zus Rika, en een voetbalherinnering. Die 15de mei ging ik ’s avonds niet al te laat van de verjaardag weg om na half 11 te kunnen luisteren naar één van mijn favoriete radioprogramma’s van destijds, ‘Goal’ van de KRO. Onder meer met Felix Meurders en de veel te vroeg overleden Theo Koomen. Die betreffende uitzending zal ik nooit meer vergeten daar het Felix Meurders was die via dit sportprogramma wist te melden dat het radioschip van Radio Noordzee in brand stond, klaarblijkelijk met als oorzaak ‘een bom geworpen in de machinekamer’. Nooit eerder werden de twee aanwezige taperecorders in mijn slaapkamer aan de Goudlaan 613 in Groningen, waar we sinds een jaar woonachtig waren, geactiveerd en van een schone band voorzien om toch maar alle nieuwsgaring en eventuele live uitzending vanaf de MEBO II, het zendschip van Radio Noordzee, te kunnen vastleggen. De uitkomst van deze brand en de gevolgen daarna zijn alom bekend. En dan waren er toen ook al de nodige bladen die wekelijks met korte berichtje de nodige gossip onder hun lezers verspreidden. Het blad ‘Veronica 192’ had daarvoor een speciale rubriek ingericht onder de noemer ‘Hé PSSST’ en het was Paul Saint die een aantal van deze nieuwtjes wekelijks deelde. Een willekeurige keuze uit 1971 brengt ons terug in de tijd naar onder meer de Memisa Actie, waarbij geld werd ingezameld voor kinderen in hongerend Afrika. Op samenzwerende toon meldde Saint: ‘Willem Duys, die zo zijn best heeft gedaan tijdens de Memisa-actie voor al die lieve kleine Memisa kindertjes, is van de actie beslist niet armer geworden. Willem zou, volgens vrienden van hem, voor zijn medewerking maar liefst 10.000 gulden hebben ontvangen. Zou daar nu wel iets van in het fonds voor de kindertjes terecht zijn gekomen?’ Waarschijnlijk verdiende Peter Saint met zijn rubriek een mini procentje van het voornoemde bedrag. Maar hij heette dan ook geen Willem Duys, die tijdens de actie liefst 9 miljoen gulden binnenhaalde voor Memisa. In die tijd was hij ook al bekend, Marco Bakker. Absolute topzanger in zijn genre en in 1971 werd hij uitgenodigd om in Ierland de hoofdrol te spelen in de opera ‘De Parelvissers’ en men was uitbundig over zijn optreden. Het zou hem veel applaus en ook de uitnodiging om terug te komen naar Ierland, opleveren. Wie kent nog de televisieserie ‘Please Sir’? We zaten gekluisterd aan de buis in de tijd. In 1971 werd bekend gemaakt dat een vierde jaargang zou worden opgenomen waarin de complete crew van de Fenn Street School op de proppen zou komen. We kennen de namen nog wel, onder meer Miss Ewel en mr. Potter. Alleen de leerlingen in het vierde deel waren onbekend voor de kijkers, maar daadwerkelijk nog erger van slechte aard als in de eerdere drie series. Een andere bekende naam uit die tijd was Patrick Magnee. Minder bekend de naam van het toneelstuk, waarmee hij in Londen in 1971 op de planken stond: ‘Faithful in my Fashion’. Patrick Magnee? Juist we hebben het over Mr. Steed van de Avengers. Zo maar wat korte herinneringen. Ik wens iedereen een mooie zomer en tot in september. Hans Knot, 1 juli 2023
  20. Laten we wat betreft Hilversum even kijken wat er, in doorsnee, zoal stond te lezen in de ingezonden rubrieken inzake ‘Veronica’. Ik neem een blik in de Televizier van 5 april 1965, toen Radio Veronica op een haar na vijf jaar bestond. Zo was er een ingezonden brief uit Heemstede van R. Prijs, die schreef: ‘Hoe men ook over Radio Veronica denkt, een feit is dat dit station goede, lichte en ontspannende muziek brengt. Ik beweer niet dat de programma’s geschikt zijn om er 18 uur per dag naar te luisteren, maar als men op elk uur van de dag dan ook lichte muziek wil horen, dan heeft men die ook. De huisvrouw wil ze graag ’s morgens onder het huishouden en ’s middags de mensen in fabrieken en bedrijven. De jeugd laat in de middag en vroeg in de avond. En vele nachtwerkers houden ook wel van lichte muziek onder het werk. Mocht Radio Veronica dus verdwijnen, dan zullen de omroepverenigingen hun programma’s moeten veranderen en om te beginnen het gesproken woord drastisch in te korten. Alleen dan kan een leemte, die door het verdwijnen van Veronica zeker zal ontstaan, opgevuld worden. Nog beter natuurlijk is een legalisatie van Veronica.’ Maar er was nog een tweede reactie in de serie ‘Veronica in de branding’ in Televizier en wel van F. de Hond uit Amsterdam, die kort en krachtig schreef: ‘Als Veronica verdwijnt, zou de behoefte aan lichte muziek volgens de plannen gedekt moeten worden door het derde radionet (toekomstige Hilversum 3). Dit net wordt echter alleen opgebouwd uit FM zenders, zodat velen die een oudere radio hebben, de programma’s niet kunnen horen. En de FM-band zit ook niet op autoradio’s, zodat ook velen – die beroepshalve dagelijks op de grote wegen rijden, geen vervanging krijgen voor het station waar muziek in zit. Waarom Veronica niet legaal gemaakt?’ Tja, en dan waren er in 1965 ook nog de sporadische programma’s voor de jeugd waarin aandacht werd besteed aan de door deze leeftijdsgroep geliefde muziek, die bij lange na niet altijd werd gewaardeerd door hun ouders. Maar niet alleen de muziek telde mee bij de benadering van deze tieners en twens, zoals ze in de volksmond werden genoemd. Musical items, ballet, toneel en beroepsvoorlichting maakten ook onderdeel van een paar programma’s die voor hen werden gemaakt. Een dergelijk programma werd gemaakt door een toen 22 jarige ambitieuze jongeman uit Tilburg, die nog woonachtig was bij zijn moeder. Hij werkte voor de AVRO en moest het opnemen tegen een programma als ‘Top of Flop’ bij de VARA, dat werd gepresenteerd door Herman Stok. Velen waren destijds, al dan niet positief, over Stok zijn inzet voor de beatmuziek. De presentator van Combo was zijn radioloopbaan al vier jaar eerder begonnen. Hij was lid van de zogenaamde ‘hoorspelkern’, die voor verschillende omroepen werkte. Tevens sprak hij incidenteel reclameboodschappen in, die werden gehoord op het enige commerciële station dat ons dagelijks van muziek voorzag, Radio Veronica. Over de baan bij de hoorspelkern stelde hij eens in een interview: ‘Een vaste baan betekende het, waarbij je oud kon worden met een ambtenarensalaris en een pensioen.’ Maar het ging niet zoals hij wenste. Toen hij een keer een schnabbel elders had, meldde hij zich ziek maar werd door een collega verlinkt. Daarover stelde hij later: ‘Als ik niet in ongenade was gevallen, omdat ik mij ziek had gemeld, kende nu nog niemand mij. Daarom ben ik de collega, die mij destijds verraden heeft, nog dankbaar. Al snel werd hij ‘de mooie jongen met de zwoele stem’ genoemd en vele vrouwen vielen voor de manier hoe hij telkens zijn programma eindigde met het zwoele ‘dag’. Afbeelding: promotiefoto AVRO Jos Brink Maar hij had duidelijk, naast het presenteren van televisieprogramma’s, meer ambities. Hij zag toekomst in de kleinkunst en dus het cabaret. In 1965 ging hij voor het derde jaar in successie met zijn kleine cabaretgroepje het land in en speelde rolletjes bij een kindertoneelgroep. Hij stelde zich veel voor van een idee, waarmee hij rondliep en wat hij ‘Carpe Noctem’ noemde, een platenprogramma van goede lichte muziek, dat voor middernacht en dus het slapengaan, zou moeten worden uitgezonden: ‘Weet je wel, zo’n droomuitzending voor romantische mensen, die nog een night cap nodig hebben voor ze onder de dekens kruipen. Het liefst héél laat in de avond.’ De presentator van ‘Combo’ was niemand anders als de later zeer succesvolle duizendpoot ‘Jos Brink’. Maar naast de eerder gememoreerde Herman Stok en Jos Brink konden de tieners zich ook laven aan onder meer de toen 26-jarige en voormalige sportinstructeur Wim-Jaap van der Laan. Hij was destijds presentator van het programma ‘Wauwer’. Hij had zijn baan binnen de platenindustrie op een laag pitje gezet in ruil voor die van presentator. Bovendien was hij de man van Anneke Grönloh en toekomstig vader van een kind. Hij wilde niets te maken te hebben met de loopbaan van zijn vrouw, hoewel hij in een interview verklapte af en toe wel eens achter in een zaal te gaan zitten om te zien hoe ze presteerde. En over zijn eigen rol op de televisie meldde hij eens in een interview: “Wie ben ik nu, dat ik zo populair zou moeten zijn. Er zijn zelfs deejays en presentatoren die zelf platen opnemen. Maar moét dat nou? Dat zijn toch twee dingen, een platen ster en een presentator. Ik wil juist zo gewoon mogelijk doen en dus niet expres leuk. Ik wil gewoon bij de mensen binnenkomen en gewoon ‘hoi’ kunnen zeggen en gewoon wat muziek kunnen presenteren.” Trouwens eerder had hij een programma op Radio Veronica en ging in 1971 ook kortelings voor Radio Noordzee werken. Helaas zijn zowel Brink, Stok als Van der Laan al geruime tijd niet meer onder ons. Hans Knot, 3 juni 2023
  21. Het is toch ook wel weer leuk even te neuzen in de vele aantekeningen die ik in 1970 neerpende en bewaarde. Er gingen behoorlijk veel over luisteren naar de radio met vooral veel over het destijds nieuwe station Radio Nordsee International, dat in de startperiode een tijd in het Duits en het Engels programma’s verzorgde in de internationale wateren voor de Nederlandse kust. Later vertrok het zendschip naar de internationale wateren voor de Britse oostkust. Daar was enige tijd de naam van RNI zelfs gewijzigd om als Radio Caroline vooral de luisteraars vanaf 18 jaar bij de toenmalige landelijke verkiezingen op te roepen verstandig te zijn en te stemmen voor de Conservatieve partij, daar men hoopte dat de storingen, veroorzaakt in opdracht van de toenmalige Labour regering, tot een einde zouden komen. Maar ook aangaande de Nederlandse radio is het een en ander uit 1970 bewaard gebleven. Zo was er in de maand september in de kranten te lezen dat er in ons land meer werd gedaan aan blokradio. Men kwam hierop omdat de radio en televisieredacties van de kranten van mening waren dat uit de winterschema’s, die de omroepverenigingen rond die tijd hadden gepubliceerd, er een verandering was in het radiospectrum in ons land. Men vond dat er een nieuw soort radio diende te komen om de aandacht van een de luisteraar te vangen. Namelijk niet de luisteraar, die zijn gids als een spoorboekje hanteerde en tevens aan turfde wat hij/zij wenste te beluisteren. Nee de nieuwe luisteraar diende volgens het plan meer geprikkeld te worden met informatie en flinke brokken muziek en wel om de radio aan te laten. De VPRO hanteerde de nieuwe radiomethode al een jaar en dat voorbeeld diende gevolgd te worden. En dat gebeurde want niet alleen de VARA maar ook de NCRV bleek inmiddels voor deze vorm van radiomaken geporteerd te zijn. Maandag 5 oktober 1970 ging ‘NCRV en Bloc’ de ether in. Het was een nieuw informatief vooravond programma van anderhalf uur lengte en inderdaad met veel afwisseling van muziek, nieuws, achtergrondinformatie, commentaar en ontspanning. De Studio-3 van de NCRV werd speciaal voor dit programma verbouwd en technisch aangepast, zodat de NCRV-radio op het moment van de uitzending over de eerste speciale werkplaats voor dit soort geïntegreerde programma's beschikte. De deur naar die studio ging tijdens de uitzendingen niet op slot. Zowel verslaggevers als mensen, die in het nieuws waren, konden in- en uitlopen. De NCRV ging tevens de portie educatieve programma's in haar radiopakket uitbreiden. Vandaar dat men tevens begon met het nieuwe veertiendaagse programma ‘Bij de tijd’, dat volwassen radioluisteraars de achtergronden van recente ontwikkelingen in de samenleving uitlegde. De NCRV had tevens de federatie van vormingscentra in dit project betrokken. Als eerste resultaat daarvan was de samenwerking tussen NCRV en het Slotemaker de Bruine instituut, een vormingsinstituut van de christelijk sociale beweging. Het werd destijds allemaal bekend gemaakt op een speciale bijeenkomst waarbij het de eer aan de toenmalige adjunct directeur Geerink Bakker was de presentatie te doen. Hij had nog veel meer nieuws maar ook kritieken, waarvan daags erna in de kranten werd gesteld dat er zelden een dergelijke openhartige en vernietigend oordeel was uitgesproken over datgene er via Hilversum 3 aan programma’s was te horen. Hij had namelijk volmondig verklaard dat hij nooit gelukkig was geweest met het verschijnsel Hilversum 3 en het meer zag als een doodgeboren kindje. Harder had hij het als Christen niet kunnen verwoorden. Hij stelde onder meer: “het derde radionet is een bastaard, een onecht kind, dat niet ontstaan is uit een wettelijk huwelijk, maar verwekt werd tijdens een onderonsje tussen de minister en de programmaleiders. Zo'n kind, als het opgroeit, geeft later het risico van het verspreiden van kwaad gerucht en dat is dan ook gebeurd. Hilversum-3 heeft een twijfelachtige politieke herkomst en is een instrument in de strijd tegen Radio Veronica. Het is niet uit zuivere voorwendsels opgezet. Het programma van het derde radionet staat niet voorgeschreven in de omroepwet, komt niet voort uit de statuten van de NOS en ook niet uit de doelstellingen van de omroepverenigingen. En daar zitten we dan met acht omroepen de zendtijdtijd te verdelen. We zitten bij Hilversum- 3 in de boot en we moeten nog loyaal meevaren ook." We zijn 53 jaar later en kijk waar de opvolger van de opvolger van Hilversum 3 is aangeland in de luisterhitparade. Slechter kan het niet en stilletjes lach ik in de vuistjes om de toenmalige uitspraken van Geerink Bakker. Hans Knot, 20 mei 2023
  22. Ik neem U deze keer mee terug naar het jaar 1964. De Nederlandse radio draaide nog lang niet, zoals we later gewend zouden zijn via onder meer Radio Veronica, een horizontaal formaat. Veronica draaide, naast volledige programma-uren ook nog gesponsorde shows, die vaak niet langer duurden dan 15, 20 of 30 minuten. Denk maar niet dat daar voornamelijk Top 40 muziek werd gedraaid maar was het een wirwar van muzieksoorten die ons via de 192 meter door de oren klonken. Eén van de opvallende geluiden was die van Max Woiski junior, die op dat moment al aardig op weg was een begrip te worden binnen de Nederlandse amusementswereld. Zijn vader was zijn voorbeeld en Max junior stond in het begin van de jaren zestig van de vorige eeuw op de deurmat van de Philips platenfabriek met het verzoek of hij een aantal nummers mocht opnemen. Een bandje met muziekvoorbeelden was meegenomen en Max junior, begenadigd met een goed verhaal, probeerde de starre leiding te overtuigen met zijn liedjes als ‘Rijst met kouseband’ en ‘Je bent nog niet gelukkig met een mooie vrouw.’ Nadat men had beloofd het bandje te zullen afluisteren vertrok Max Woiski junior gelukkig naar huis. Maar het zou niet tot een contract met Philips komen omdat de leiding liet weten dat Max Woiski jr. en zijn orkest niet goed genoeg waren om tot ondertekening van een platencontract te komen. Woiski was niet blij met het slechte bericht en hij besloot zelf maar platen te gaan maken. Samen met zijn vriend Wim Bink stichtte hij een piepklein platenmaatschappijtje en begon als het ware Nederland te overspoelen met zijn Surinaamse klanken en het werd voor hem een succes. Binnen de kortst mogelijke tijd zongen en floten de vooral vrolijke Nederlanders de gemakkelijk in het gehoor liggende liedjes. Uiteraard was er bij deze categorie geen van de directieleden van de platenmaatschappij Philips vertegenwoordigd. De grammofoonmaatschappij, opgericht door Max Woiski en zijn vriend Wim Bink, heette Max Mackintosh Productions NV en was voor de toen 33-jarige Surinamer een glansrijk succes. In 1949 was hij naar Nederland gekomen. Zijn vader, de grote Max Woiski, had ook een goede status als artiest. Hij trad regelmatig op in La Cubana, een gewilde uitgaanstent in de Leidschestraat in Amsterdam en was vaak in tal van radioprogramma’s te horen. Voor junior was er in principe, na de middelbare schooltijd, geen ruimte voor professionele muziek, gezien het doel was om vliegtuigbouwkunde te gaan studeren. In Suriname had hij al met grote passie gitaar gespeeld en kon na zijn aankomst in ons land het instrument dan ook niet in de kast laten staan om vervolgens vol passie te gaan spelen. Hij had het publiek niet direct mee want men vergeleek hem met zijn in ons land al geliefde vader en men zag in dat het hem te gemakkelijk er vanaf ging. Maar gelukkig wilde hij niet profiteren van vaders roem en wilde zelf een carrière maken, zelf applaus ontvangen en zelf zijn muzieksoort uitstippelen. Als eerste stap was het veranderen van zijn naam in Max Mackintosh, de achternaam van zijn moeder, om vervolgens zijn opleiding in de vliegtuigbouwkunde op te geven om zich daarna op de muziek te storten. Zijn vader miste op een bepaald moment de dagelijkse zon, had goed geld verdiend met zijn orkest en besloot met zijn gezin naar Mallorca te verhuizen. Zijn zoon mocht vervolgens in 1960 de leiding van het orkest van vader overnemen en daarmee veranderde zijn naam ook weer in Max Woiski jr. Hij opende zijn eigen tent, Tropicana, op het binnen het uitgaansleven bruisende Rembrandtplein in Amsterdam. Dagelijks werden zijn platen minimaal twee tot drie maal gedraaid op het toenmalige Hilversum 1 en 2 en de nieuwe versie van het Orkest van Max Woiski werd een snel succes, waarbij ook de televisie hem ontdekte. Hij trouwde een blonde Brabantse vrouw, Sjo, die hem drie kinderen schonk. Het jonge gezinnetje woonde in de tijd dat hij zeer succesvol was met eerder genoemde platen op een flatje in Amstelveen. Tenslotte valt te melden dat in 1964 Max Woiski met de AVRO een contract tekende tot het brengen van een maandelijkse show op de televisie. Nederland zat begin 1964 geen talloze uren voor de televisie, daar waren de ontvangstmogelijkheden te beperkt voor en bovendien was er slechts een klein aanbod via de Nederlandse televisie. Pas later in het jaar zou Nederland voor de eerste keer kennis maken met commerciële televisie, via de uitzendingen van REM TV, vanaf het voormalige REM eiland dat voor de kust van Noordwijk een plek zou krijgen op een speciaal in Ierland deels gebouwd platform, dat op zee in elkaar werd gezet. Eén van de series, die dit nieuwe station ging uitzenden, was Dr. Kildare. Maar maanden eerder, in februari 1964, was er nog totaal geen populariteit voor deze televisiearts in ons land. Toch werd hij onder de aandacht gebracht van de lezers van het Nederlands familieblad ‘Revue’. In de VS was de serie al twee jaar lopende en bleek de dokter enorm populair te zijn: ‘In het ziekenhuis Paddington was een dokter die zich gereed maakte voor te assisteren bij een bevalling toen de aanstaande moeder zich plotseling oprichtte en zeer resoluut vertelde, dat zij alleen wenste geholpen te worden door Dr. Kildare. Zo populair is de knappe televisiedokter van de ‘Kildare serie’ geworden.’ De hoofdrol in de serie werd gespeeld door Richard Chamberlain, die bij lange na niet begreep waar de populariteit vandaan kwam. Zijn mond viel hem dan ook met regelmaat open als hij andermaal werd aangesproken op straat met gerichte gezondheidsvragen. De rol werd zo goed gespeeld dat de kijkers ervan overtuigd waren dat ze te maken hadden met een echte professionele arts. Dick Chamberlain leerde met de vraagstelling om te gaan en legde rustig aan zijn, voornamelijk vrouwelijke fans, uit dat hij een acteur was die de doktersrol speelde. Chamberlain werd in Los Angeles geboren en was tot in 1964 zijn land nooit uit geweest. Als Dr. Kildare was hij echt een wereldreiziger want in 1964 was de serie al in tientallen landen te zien, in het ene land wekelijks in een andere op maandelijkse basis. In de VS was hij een echte hype en waren diverse gebruiksvoorwerpen naar hem en zijn leermeester, dr. Gillespie, genoemd, een rol gespeeld door Raymond Massey. De televisieserie Dr. Kildare was gebaseerd op de gelijknamige serie van films die in de jaren veertig enorm populair waren. De serie werd in Amerika uitgezonden door NBC en liep van 28 september 1961 tot 30 augustus 1966. Van 1961 tot 1965 werd de serie eenmaal per week uitgezonden. Telkens in afleveringen van een uur. In het seizoen van 1965 tot 1966 werd de serie tweemaal per week uitgezonden en duurde iedere aflevering een half uur. De verhaallijn werd meestal over verschillende afleveringen uitgesmeerd net als dat bij soaps gebeurt. De serie ging zware onderwerpen niet uit de weg en de verhalen hadden een realistisch karakter. "Dr. Kildare" werd in Nederland, nadat de overheid een einde had gemaakt aan de uitzendingen van REM TV, enkele maanden later door de VARA voor het eerst uitgezonden. Hans Knot, 8 april 2023
  23. Recentelijk maakten we een vroege fietstocht tijdens een heerlijk lentezonnetje, terwijl de temperatuur slechts 3 graden Celsius was. Vanuit het centrum van Groningen door fietsen langs het Hoendiep richting Hoogkerk kom je dan op een bepaald moment langs de ouderwetse koekenbakkerij van de familie Knol. Het lijkt ouderwets maar achter de originele muur bevind zich wel een ‘historisch winkeltje’ maar is er ook sprake van een ultra moderne bakkerij. Dit werd mogelijk nadat er tot twee keer toe een felle brand had gewoed en de verzekering het nodige geld uitkeerde voor herbouw van het bedrijf. Het mooie, is wanneer je in de richting van de bakkerij rijdt, dat je al spoedig de geur van warme koek tot je neemt. Er voorbij fietsen heb je dan een zeer goed gevoel. Ik denk dat in andere plaatsen van ons land zulke waarnemingen zeker ook mogelijk zijn. Echter fietsten we honderd meter verder, over de spoorbaan en kruisten we een snelweg, waarna meteen een slecht gevoel ons overkwam. Duidelijk dat daar sprake was van een grote McDonald, alwaar via digitale bestelling het nodige snel hapbare was te kopen. Maar vooral de hedendaagse bezoeker, die op het terras of in de auto de burgers en meer tot zich neemt, heeft het niet zo op met het gebruik van vuilnisbakken. Nee men gooit het materiaal uit het raam van de auto dan wel gooit het blindelings weg in de omgeving. Het bracht mij tot een herinnering aan het jaar 1971 toen de eerste McDonald in ons land geopend werd in Zaandam, waar we destijds nog op kleinschalige manier, al dan niet, konden genieten van het Amerikaanse fastfood. Via de Nederlandstalige uitzendingen van Radio Noordzee kregen we via de 220 meter al te horen waar in Nederland het mogelijk was een hamburger of een andere Amerikaans preparaat te nuttigen. Deejays van het station werden zelfs uitgenodigd om de nieuwe winkel te openen. Een paar jaar later, in 1976, had het grote McDonald concern zich nog verder op de wereld uitgebreid en ook anderen maakten dankbaar gebruik van het nieuwe product, dat ze zelf ook wel in een speciaal jasje konden bereiden. In Hong Kong bijvoorbeeld – dat op dat moment nog jaren verwijderd was van de opslokking door China, waren vele Chinese restaurateurs uitgewaaid over de westerse wereld en diende dus ook het oosterse volk aan een westers product gebracht te worden. Je kan dit op diverse manieren doen maar in 1976 leek het de eigenaren van een nieuw hamburgerrestaurant, een product dat na de Tweede Wereldoorlog vanuit Duitsland was overgewaaid naar Amerika, het een goede manier het product ‘op het water’ te brengen. Een bootje bemand met twee mannen en een enorm hoge whopper kabbelde door de wateren in het dichtbevolkte Hong Kong. In België bracht het wekelijkse muziekblad voor jongeren, Joepie, de resultaten van een poll bekend waarin diverse categorieën onderverdeeld, de populariteit werd bepaald en gepubliceerd. De Belgische kijkers hadden klaarblijkelijk in het jaar 1975 niet zoveel op het gebied van pop via de televisie voorgesteld gekregen want men riep ‘AVRO’s Top Pop’ uit als favoriet televisieprogramma. In de categorie ‘Favoriete presentator op TV’ werd dan ook Ad Visser, die Top Pop in die tijd presenteerde, als de absolute nummer 1 verkozen. In de soortgelijke categorie maar dan gericht op de radio, werd onze landgenoot Stan Haag tot de nummer 1 verkozen. En legaal of illegaal maakte niets uit bij de samenstellers van de Poll want ‘De Mi Amigo Top 50’, die wekelijks vanuit internationale wateren werd uitgezonden, werd uitgeroepen tot het populairste programma van België. Nederland mocht in 1976, nadat het nummer ‘Ding a dong’ van de groep Teach Inn namens Nederland een jaar eerder in Stockholm als absolute winnaar waren verkozen, de organisatie in handen nemen van het Eurovisie Songfestival. Erg vroeg in het jaar, al op 3 april, werd het 21ste Eurovisiefestival gehouden in Den Haag. Als winnaar kwam uit de bus de formatie ‘Brotherhood of Man’. De V.O.O. maakte haar debuut op de televisie op 21 april 1976. Ontstaan uit de zeezender Veronica kreeg de Veronica Omroep Organisatie in 1975 een aspiranten licentie hetgeen onder meer inhield dat men vanaf april 1976 om de drie weken liefst 3,5 uur televisiezendtijd kreeg die gevuld werd tussen half negen en twaalf uur in de avond. De eerste uitzending vond plaats 16 jaar nadat Radio Veronica haar eerste officiële uitzending vanaf zee verzorgde. Kosten noch moeite waren gespaard om, in samenwerking met de NOS, een sfeervolle gala-avond uit te zenden, die gelukkig bewaard gebleven is en sinds kort in mijn archief op DVD zichtbaar is. Het programma zat vol met amusement met nostalgische waarde, informatie en een 20 minuten durende film over de zeezender Veronica. Ook werd er verbinding gelegd met de werf in Zaandam, waarop dat moment de MV Norderney afgemeerd lag. Vandaar richtten Rob Out en Lex Harding zich tot de nieuwe kijkers en traden George Baker Selection en Earth and Fire, twee groepen groot gemaakt door de zeezenders, op vanaf het dek van het voormalige zendschip. Ook werd daar een gigantisch vuurwerk ontstoken, waardoor onder meer de tekst ‘Veronica aan land’ in de lucht verscheen. Vanaf negen uur in de avond werd vervolgens verbinding gezocht met Utrecht, waarin het Congrescentrum het voornoemde Galaprogramma werd uitgevoerd, waarbij de nationale en internationale artiesten zeer vakkundig werden aangekondigd door wie anders dan Tom Collins. Vader Abraham en Mieke zongen een nostalgisch lied over Veronica op de woelige baren, waarbij twee mooie foto’s van de Norderney op internationale wateren, afwisselend, waren te zien. Foto´s die enkele weken eerder ter beschikking waren gesteld door de sterfotograaf der zeezenders, de uit Hamburg afkomstige Theo Dencker. Natuurlijk dienden er ook volop nieuwe leden geworven worden en daarvoor had de PTT een extra telefooncentrale geïnstalleerd in Utrecht, die bemand werd door veertig bekende Nederlanders. In de pauze van het Gala was er een interview te zien met Harry van Doorn, de toenmalige minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk. Verantwoordelijk voor het respectievelijk de nek omdraaien van de meeste zeezenders en het toekennen van een voorlopige uitzendlicentie aan de V.O.O. werd aan hem enkele vragen gesteld, waarna Tineke, Lex Harding en Will Luikinga de kijkers op de hoogte brachten van de toekomstige programma´s op de televisie. Het ging daarbij in het begin van de televisieperiode van de V.O.O. om het programma ´Veronica Totaal’, dat zoals gemeld iedere drie weken eruit ging. Ingepakt in het totaal programma was er telkens een quiz met Will Luikinga, een sportitem, een programma voor problemen die jongeren bezig hielden, het Pop Journaal, een blik in de Top 40 en onder meer een aantal televisieserie, waarvan de absolute topper destijds ´Starsky and Hutch´ zou worden. Het informatieve deel werd afgesloten met een speciale wens, die was ingesproken door Wolfman Jack, die in Nederland destijds gehoord kon worden via zijn populaire shows op AFN. In het tweede deel van de show mochten we onder meer genieten van typische Veronica artiesten, die veel vanaf zee de ether in waren geslingerd: Silver Convention, Maggie Mc Neal, Marianne Rosenberg en vele anderen. Hans Knot, 6 mei 2023
  24. Maar weer eens een duik in 1977 en de maand februari. Allereerst een vette knipoog naar het eerste bericht over de Wereld Omroep Satelliet Conferentie, waarvan een persbericht naar buiten werd gebracht met de mededeling dat alle Europese en Afrikaanse landen in de toenmalige toekomst de beschikking zouden krijgen over liefst vijf satellietkanalen. Via die kanalen, zo was de verwachting, zou het technisch mogelijk worden een satellietomroepprogramma rechtstreeks in de huiskamer te ontvangen. Of het radio- dan wel televisiesignalen zouden zijn maakte niet uit. Het plan werd in Geneve door experts uit 113 landen uitgewerkt. In de praktijk kwam het er op neer dat de mogelijkheid gecreëerd werd om vanaf 1 januari 1979 met de satellietomroep te starten. Nederland zou dus over vijf televisiekanalen beschikken. Deze zouden ook gebruikt worden voor vier televisieprogramma's en daarnaast een groot aantal — misschien wel 16 — FM-radioprogramma's. Al deze programma’s konden, zoals werd verwacht, in geheel Nederland storingvrij worden ontvangen. Het zou echter nog de enige jaren duren alvorens de verwachtingen tot realiteit werden gebracht. In dezelfde maand februari 1977 werden er nieuwe reportagetreinen voor NOS gepresenteerd. Het betrof twee nieuwe kleurenreportagetreinen (regie-techniek auto en materiaal-personenwagen). Deze zogenaamde treinen werden enkele maanden later officieel in gebruik genomen voor uitzendingen van dramaproducties op locatie, bij sportwedstrijden en actualiteiten. De wagens waren voor die tijd uitgerust met een nieuw type camera, dat kleiner en licht gevoeliger was dan in andere treinen, die al bij de NOS in gebruik waren. Zij hadden elk liefst twee miljoen gulden gekost. De NOS ging met deze toen nieuwe wagens van de bekende grijze over op een nieuwe witte kleur. Tja en wat had destijds in februari 1977 de radio te maken met een grote verkeerscontrole? Het was het geval dat op 27 plekken in de Noordelijke provincies door de politie massaal snelheidscontroles waren gehouden. Maar autorijdend Noord Nederland werd gewaarschuwd in het programma van Dik Bikker, die voor de NCRV was te beluisteren in ‘Globaal’. Het gebeurde echter op aanwijzingen van een vrij hoge politiefunctionaris uit het Noorden. Het doel van de gegeven informatie in het programma ‘Globaal’ was dus niet gezagsondermijning. Het ging de presentator om een discussie los te weken over waarop, tot op dat moment, door de politie gecontroleerd werd en of deze daadwerkelijk effect hadden op de verkeersveiligheid in ons land. Ook was de reden de luisteraars, bij herhaling, te wijzen op de maximale snelheid. Bovendien riep men in het programma op om de luisteraars te vragen waar in ons land nog meer snelheidscontroles werden gehouden, naast voornoemde in Noord Nederland. Volgens de woordvoerder van de NCRV werd er veelvuldig getelefoneerd naar de redactie van het programma. Het was presentator Dik Bikker zelf die op het idee was gekomen van het item. Hij reed in de week voorafgaande aan het betreffende programma naar Zwolle voor het maken van een reportage. Al ver voordat de meting werd verricht had hij door dat er een snelheidscontrole werd gehouden en hij was niet de enige daar hij constateerde dat het merendeel van de automobilisten in tempo naar onder de 100 km naar beneden ging. Maar ook zag hij dat, na passering van de metingspost, men snel weer gas gaf en snelheden maakten van rond de 140 km per uur. Opmerkelijk was de opmerking van de presentator over het gedrag van de politie want men diende zich, volgens hem, wel duidelijk zichtbaar op te stellen en zich niet te verschuilen achter een bomenpartij of een talud. Want op die manier bewezen ze, volgens hem, het werk niet aan te kunnen. De vraag bleef natuurlijk hangen waarom de redactie van het programma Globaal destijds werd ingelicht door een hoge politiefunctionaris, terwijl deze op de hoogte zou kunnen zijn dat de gebrachte informatie breeduit over Nederland via de radio verspreid zou gaan worden. Vanuit een reactie van de redactie werd duidelijk dat sinds korte tijd het niet meer strafbaar was om de automobilisten te waarschuwen voor controles maar ook dat de betreffende ‘hoge Piet’ wenste dat de lijst met controleposten in Noord Nederland zou worden voorgelezen in het programma. Hij stelde tevens dat er in dat deel van ons land er veel toch wel gevaarlijke tweebaanswegen waren met automobilisten die vaak over de maximale snelheid heengingen. Amerika was destijds, zoals zo vaak, technisch ons land al ver vooruit. Automobilisten waren in het bezit van zendertjes, die op diverse frequenties konden worden ingezet om collega’s te waarschuwen over eventuele controles. En dat was een van de vele onderwerpen die de redactie van NCRV’s Globaal in de daarop volgende weken op de radio onder de aandacht van de luisteraars wenste te brengen. Hans Knot, 25 maart 2023
  25. In het tweede deel van de jaren zestig van de vorige eeuw zat ik met bepaalde regelmaat, en de jaren erna wekelijks op vrijdag, aan de platenbar van twee verschillende platenwinkels in Groningen. Allereerst ging ik op vrijdag in de middagpauze naar Truus Boverhof, die de platenzaak aan het Schuitendiep in Groningen had, terwijl haar man Wim ernaast een zaak in jukeboxen leidde. Ik kwam er met twee redenen, een collega van mij bij het EGD, Kees Dekker, had ook een eigen bar in de Groninger Pelsterstraat, de Disney Bar. Mijn muzikale kennis was hem al meerdere malen opgevallen en toen hij besloot de bar te openen en een jukebox bij Boverhof aan te schaffen, maakte hij ook een deal voor de wekelijkse afname van de nieuwe platen voor het muziekapparaat. Aan mij werd de taak gegeven de wekelijkse keuze uit te zoeken en die langs te brengen in de Disney Bar. Wat leverde dat op? Een pilsje en een van de singles die uit de Jukebox werden gehaald. De wekelijkse keuze gebeurde vooral aan de hand van het gedrukte exemplaar van de Veronica Top 40 en datgene dat als ‘nieuw’ voorradig bleek te zijn. Maar ik ging er ook voor eigen keuze. De firma Boverhof had vele bareigenaren als klant en met hen een deal gesloten dat men een kwantumkorting kon krijgen op de inkoop van nieuwe singles als bij plaatsing van deze in hun jukebox de te verdwijnen singles mee terug gingen naar het bedrijf. En die kwamen dan wekelijks – met honderden tegelijk – terecht in de bakken met tweedehands singles. En daar wisten ik, en anderen, wel raad mee. Zo kregen we heel goedkoop platen die net uit de Top 40 waren verdwenen in onze steeds maar groeiende collectie. En, aangezien ik elke werkdag om zeven uur begon, was ik redelijk vroeg in de middag vrij. Het betekende dat ik rond vier uur de Steentilstraat in Groningen binnenreed en mijn fiets parkeerde bij de gevel van Muziekhuis Hemmes op nummer 28. En daar kwamen, rond die tijd, wekelijks alle deejays bijeen die in de toenmalige discotheken werkten. Een gezellig samenzijn, waarbij de eigenaar van de zaak altijd precies wist wie welke muziek het liefste wenste te kopen. Voor een ieder had de eigenaar, zonder zich zelf op te dringen, een goed woordje over. Hij, voor iedereen Roel, had de platenzaak van zijn vader overgenomen. Deze begon in mei 1940, vlak voor de Duitse bezetters kwamen, ‘Muziekhandel Hemmes’. Verzamelaars van 78 toeren platen en oude singles komen nog wel eens exemplaren tegen waarop het verkopende stickertje van ‘Muziekhandel Hemmes’ nog steeds voorhanden is. De oude Hemmes had in het begin vooral zich gespecialiseerd in de verkoop van bladmuziek en accordeons (ook reparatie) en gaf les aan onder meer Jan Holvast, die op 15 januari 1941 met steun van Hemmes zijn ‘Eerste Groninger Accordeonschool’ opende. Vanaf het einde van de jaren veertig werden er ook bakeliet grammofoonplaten verkocht. Zoon en opvolger Roel Hemmes richtte zich volledig op de platenhandel en de zaak was vanaf begin zestiger jaren lange tijd de plek voor de aanschaf van de nieuwste vinyl pop- en jazzplaten. In 1969 begon Roel in het pand ernaast – samen met zijn vrouw - de audio-speciaalzaak ‘De Groef’. Opvallend was een deur, halverwege de winkel, die toegang gaf tot het pand met audiomateriaal. Als het te druk werd in de platenzaak hoefde Roel maar een seintje te geven of een van de personeelsleden van ‘De Groef’ kwam in de platenzaak helpen. Ook de overstap van vinyl naar de CD was geen probleem, Muziekhuis Hemmes bleef de plek om niet alleen de nieuwste uitgaven te krijgen maar ook import te bestellen. We hebben er wat mooi materiaal door de decennia heen weggehaald. In 2003 vertelde Roel het rustiger aan te willen doen en met pensioen te gaan om zich terug te trekken om het mooie platte land van de provincie Groningen. Roel Hemmes was trouwens ook een verdienstelijk saxofonist en speelde onder meer in het Jazzclub '64 huisorkest en bij Big Band '67 (met dank aan Poparchief Groningen). Ook speelde Roel met zijn mentor Jenne Meinema onder meer op de LP ‘Trippin' Thru A Midnight Blues’ van Cuby & the Blizzards. Maar de altijd bescheiden en vriendelijke Roel Hemmes was af en toe ook in voor een grapje. In januari 1965 was het tijd om op een uitzonderlijke wijze heel even in het voetlicht te komen. Hij schreef namelijk een vrolijk liedje met een feestelijke tekst over een ‘twenner’. Het was een autootje, dat je zonder bezit van een rijbewijs mocht besturen. Wel was je gelimiteerd aan een maximale snelheid van 20 kilometer per uur. Het enigszins carnavaleske melodietje was gewijd aan een man die zijn rijbewijs niet kan halen en zich dan maar in de kruipauto, zoals ze dit voertuig in Amsterdam noemden, verplaatste. Hij heeft destijds de tekst en melodie ingeleverd bij een platenmaatschappij die ook platenlabel ‘Artone’ bezat. En daarbij was onder meer actief de smartlappen en carnavalszanger Sjakie Schram. Hij zong: “Ome Jan die heeft een twenner van zijn laatste geld gekocht. Nu tuft hij als een renner met twintig kilometer door de bocht", Op de plaat werd Sjakie Schram begeleid door het orkest van Koen van Orsouw. Het Nieuwsblad van het Noorden liet Roel Hemmes in januari 1965 aan het woord over deze kleine commerciële uitspatting, waarmee Roel Hemmes destijds zijn debuut als componist maakte: “Het is een pretentieloos liedje" zegt hij er zelf van en lacht eens. “Ik heb geleerd met iets geks te beginnen. Daarna komen de serieuze composities. Ik heb nog vijf nummers geschreven en opgestuurd naar een grammofoonplatenmaatschappij." ledere componist heeft voor het schrijven van een tekst inspiratie nodig. Voor Roel Hemmes leverde dat in 1965 geen enkele moeilijkheid op, want iedere dag stond er zo’n twenner voor de deur van zijn woning aan de Van Houtenlaan in Groningen. Andermaal Roel in de krant van toen: “Er is bovendien al zoveel over de auto geschreven in het Nieuwsblad van het Noorden." Radio Veronica zal het liedje in het programma opnemen. De keerzijde van de zwarte schijf ziet er overigens al even zonnig uit. ‘Wij gaan vrolijk door het leven’, schreef Roel Hemmes, die zijn mening over de muziek wijzigde. “Vroeger zag ik het allemaal gescheiden. Dat is nu anders. Er zijn veel mensen, die plezier aan dit soort liedjes hebben. Dat is het belangrijkste." Ik heb Roel Hemmes er trouwens nooit op betrapt een overdaad aan Nederlandstalig werk te verkopen in zijn winkel, daar diende je echter voor bij de winkel van de familie Boverhof te zijn, want daar had men dan ook meer het volkse publiek over de vloer. Trouwens op 21 januari 1965, de dag dat het mini interview werd geplaatst in de krant, stond de volgende advertentie. Ik weet niet of de aangeboden inhoud wel of niet tot de grappen van Roel behoorde. Hans Knot, 25 februari 2023
×
×
  • Nieuwe aanmaken...

Belangrijke informatie

Door gebruik te maken van deze website ga je akkoord met Gebruiksvoorwaarden, Privacybeleid en Richtlijnen.