Spring naar bijdragen
Wat fijn dat je Radiotrefpunt bezoekt! Dank daarvoor. Het onderhoud en beheer van de community kost geld. Help ons hiermee. Steun Radiotrepfunt en doneer. Alvast bedankt. ×

Doorzoek de gemeenschap

Toont resultaten voor tags 'herinneringen'.

  • Zoeken op tags

    Voer tags gescheiden door een komma in.
  • Zoek op auteur

Soort bijdrage


Forums

  • Radio
    • Nederland
    • België
    • Verenigd Koninkrijk
    • Overige landen
    • LPAM (kleinvermogen AM)
    • Zeezenders
    • Radio Veronica
    • Radiovormgeving
    • Radiotechniek
  • Overig
    • MediaPages
    • Stamtafel
    • Help
    • Mededeling
    • Niet geregistreerde gebruikers

Blogs

  • Column
  • Nederland
  • Dossier
  • Recensie
  • België
  • Hitnoteringen
  • Testblog
  • Radio Erfgoed
  • Overige landen
  • Afspraken van Beheerders
  • Afspraken van Hitnoteringen
  • Blog van Radiotunes

Vind resultaten in...

Vind resultaten die bevatten...


Datum aangemaakt

  • Start

    Einde


Laatst bijgewerkt

  • Start

    Einde


Filter op aantal...

Geregistreerd

  • Start

    Einde


Groep


Website


Facebook


Twitter


Skype


Woonplaats


Interesses

5 resultaten gevonden

  1. In de nostalgische column hebben we het vaak over radio en is het een hele kleine stap naar de televisie. Laten we een kijkje nemen in het jaar 1976. Zoals al decennia lang het geval is zijn er altijd voor en tegenstanders van het aanbod van radio en/of televisie. Zo vond ik een ingezonden brief terug uit november 1976 van A. van der Berk uit Eindhoven die op een gedegen manier tegen het gebodene van zich af wenste te schrijven: ´Het televisiekijkend publiek is het gelul van de buis spuugzat. Vandaar dat het gros afstemt op TROS en AVRO, die hun avonden niet vullen met geleuter, doch vooral met uitstekende amusementsprogramma´s. Bovendien sluiten deze omroepen hun avonden af met een goede actualiteiten rubriek, welke niet vol propaganda en hersenspoeling zit, zoals bij de VARA en de VPRO het geval is. TROS en AVRO zijn volgens mij neutrale instellingen opdat de kijkers zelf hun mening kunnen vormen. Het zou dan ook in de strijd met de grondwet van onze democratie zijn als wij de omroepen dwingen kleur te bekennen, want daarvoor hebben we de politieke partijen. Alleen de VPRO en de VARA maken de andere omroepen zwart. Waarom al die branie van die twee linkse omroepen? Omdat de TROS in tien jaar groter is geworden dan zij in vijftig jaar? De socialisten kunnen blijkbaar slecht tegen hun verlies.’ Inmiddels zijn beide omroepen gefuseerd en brengt men in persberichten de informatie dat AVRO/TROS 100 jaar bestaan. Jammer dat er op die manier een draai aan wordt gegeven. Schakelend over het enorme aanbod aan televisieprogramma’s dat ons heden ten dage via kabel dan wel schotel wordt aangeboden, kwam ik een paar weken geleden terecht in een korte flits bij ‘Man about the house’ ofwel de Nederlandse vertaling ‘Man over de vloer’. Een serie die vroeger, in de begin jaren zeventig een enorme dijenkletser was vanwege de vooral voorspelbare Britse humor. De aflevering ging over het verkopen van een meerdelige encyclopedie die de daarop volgende jaren in delen zou worden uitgegeven. Doel was zoveel mogelijk mensen in voorverkoop de uitgave aan te smeren. Een vorm van merchandising die in die dagen normaal was. Zelfs in de bibliotheek voor Orthopedagogiek van de Rijksuniversiteit Groningen, waar ik in 1976 leidinggevende was, kwam een vertegenwoordiger van een 26-delige encyclopedie langs met de vraag of hij de studentes warm mocht maken voor hun zeer voordelige uitgave. Horden mensen hebben deze uitgave destijds in huis gehaald, al was het alleen al omdat ze een gratis jaarboek gedurende zes jaren zouden ontvangen van de Winkler Prins. Anno 2005 kun je deze in meervoud voor een Euro kopen bij recycling bedrijven met klinkende namen als ‘Mama Mini’ en ‘Nota Bene’. Terugkerend op ‘Man about the house’ waren, naar mijn mening, de hoofdrollen duidelijk weggelegd voor de acteurs Brian Murphy en Yootha Joyce. Ik zie in gedachten U, als lezer van deze aflevering, denken ‘waar heeft hij het over’. Juist in de volksmond staan deze twee acteurs bekend als ‘George and Mildred’ en in 1976 gingen ze verhuizen naar een buitenwijk van Londen alwaar ook een nieuwe serie programma’s zou worden opgenomen. In de serie, die vanaf dat moment ‘George and Mildred’ zou gaan heten deed trouwens ook Nicholas Owen mee, die de rol van de zevenjarige Tristram Fourmile ging spelen. En anno 2023 zijn er nog steeds vele kijkers die de serie, vaak bij herhaling, bekijken gezien de gebrachte Britse vorm van humor die veelvuldig in de serie voorkomen. Op Radio Mi Amigo werden we getrakteerd op een levendige vorm van radio verzorgd door een stel deejays die de radio weer eens echt bij ons thuis brachten. We hadden, live vanaf de Noordzee, sinds het verdwijnen van Radio Noordzee in augustus in 1974, niet meer zo genoten. Destijds met de programmamakers van Driemaster, die ons dagelijks verrasten met mooie muziek, goede verhalen en vooral een prachtige sfeer. De Tour de France van 1976 werd, zoals we al jaren gewend waren, gebracht op Hilversum 3 waar mensen als Joost den Draayer, Felix Meurders, Vincent van Engelen, Lex Harding en andere grootheden ‘Pop op de Pedalen’ brachten, uiteraard ondersteund door verslaggeving vanuit Frankrijk waarbij achter op de motor ons de onvergetelijke Theo Koomen tot in tranen toe ons verslag deed van de finish van elke etappe. Soms moest hij achteraf verslag doen en leek het door zijn enorme vloed aan woorden net écht of je direct verbonden was bij de laatste 2 kilometers van alweer een etappe. Op Radio Mi Amigo waren destijds twee nieuwe medewerkers ingehuurd, te weten Tim Ridder en Marc Jacobs. Voor de kloeke luisteraar werd het direct duidelijk dat achter Tim niemand anders dan Bart van Leeuwen schuil ging, die vanaf medio 1973 al te horen was geweest op Radio Veronica. Het station had een gastprogramma waaruit een nieuwe deejay als vaste presentator te voren diende te komen. Laat het nu niet Paul Jan de Haan maar Bart van Leeuwen zijn geworden die verkozen werd tot vaste presentator. Paul werd later werkzaam bij de ziekenomroep Studio 73 in Groningen waar zijn paden kruisten met ene Rob van Dam. Destijds woonachtig aan de Troelstralaan in Groningen had Rob van Dam als overbuurman Paul de Haan. Nee niet de eerder gerefereerde maar de oom van de in zeezenderkringen bekende Paul Jan de Haan. In 1973 zagen Rob en Paul elkaar met bepaalde regelmaat in de catacomben van het RKZ, het ziekenhuis waar ze actief waren in radiostudio. Wat Paul helaas niet lukte bij Radio Veronica, hetgeen we hem wel gegund hadden, lukte Rob van Dam wel. Een bandje maken en afsturen naar Spanje, waar Radio Mi Amigo was gevestigd, leverde hem een baan op bij Radio Mi Amigo met als eerste doel tussen de programmaonderdelen door verslag te doen van de Ronde van Frankrijk. Heel eenvoudig was het middels het opnemen op cassette van de verslaggeving via Hilversum 3. Even herschrijven en zie daar een echt eigen verslag op Radio Mi Amigo. Men had het in Hilversum na een dag of tien door en stelde. ‘Live vanaf achter op de motor’, dat de betreffende reportage alleen geschikt was voor uitzending live via Hilversum 3. Mi Amigo en vooral Rob van Dam, onder de naam ‘Marc Jacobs’ hadden naam gemaakt. Hij kon niet meer kapot en weldra werd zijn naam veelvuldig genoemd in artikelen en maakte de Mi Amigo Fanclub een heuse ‘Marc Jacobs sticker’. Hans Knot, 30 september 2023
  2. Recensie Stay Tuned … I could say something brilliant at any moment! Auteur: Ray Clark Poppublishing 2023 337 pagina’s met illustraties Burnham-on-Crouch Met een voorwoord van Emperor Rosko De in 1954 geboren Ray Clark heeft andermaal herinneringen aan zijn rijke radioloopbaan aan het papier toevertrouwd. In het eerste hoofdstuk neemt hij ons mee door zijn eerste jongensjaren, waarbij warme herinneringen naar voren worden gehaald over beleving van een eerste lied dat is blijven hangen (Volare) maar ook de bakelieten radio werd opgewarmd om vervolgens aan de knoppen kon worden gedraaid om programma’s als Family Favorites te kunnen beluisteren. In die jaren werd naast de BBC ook Radio Luxembourg ontdekt totdat in 1964 en de daarop volgende jaren het scala aan radiostations drastisch werd uitgebracht door de komst van de eerste generatie zeezenders. Aandoenlijk is hoe Ray de jaren beschreef dat de eerste transistorradio en de bandrecorder binnen het gezin kwamen en op zijn slaapkamer als het ware de eerste schreden werden gemaakt op het mooie radio-pad, dat hij vervolgens zou bewandelen. In de slaapkamer een echte imitatie maken van wat hij hoorde op de radiostations. Maar ook de doordeweekse dagen in de bus naar en van de middelbare school, waar soms wel vier radiostations uit diverse transistorradio’s waren te beluisteren, juist vanaf zendschepen. Na de invoering van de MOA en maanden later het uit de ether halen van Caroline werd het een moeilijke tijd. Eerder had hij al waargenomen dat Radio One van de BBC echt niet een goede opvolger van de Britse zeezenders was. Aandoenlijk is het hoofdstuk waarin hij zijn eigen ervaring als landpiraat, hoewel met een minimum aan luisteraars, was. Radio Viking was het avontuur. Op de middelbare school werd de jacht ingezet, deels via tweedehands singles, naar een mooie collectie platen. En heerlijk om te lezen dat op school een speciale versie van Juke Box Jury werd uitgevoerd met als absolute topper ‘Je t’aime moi non plus’. De woorden werden dan wel niet echt verstaan maar de jonge puber begreep best waarover het begon. Lerares Frans was het totaal niet eens met de keuze van de leerlingen, voor haar begrijpelijk maar…… Het was 1970 dat Ray de Grammer school verliet en RNI inmiddels zijn favoriete station werd. Werken wilde hij zo snel mogelijk en een van de sollicitaties leverde, hoewel bij een tweede poging, een job binnen het administratieve apparaat van de BBC op. Hij beschrijft in het betreffende hoofdstuk hoe hij bekende mensen als DLT en Rosko ontmoette maar ook, zeer herkenbaar, de speciaalzaken voor platen en elektronica in Londen. Echt radio maken ging hij in Maldon, thuis bij een schilder. K I N G, hoewel slecht voor enige weken want de meisjes kregen opeens meer de aandacht. Vele jaren later kreeg Ray een opname op cd waarin hij was te horen in een van zijn programma’s op K I N G, niet te verwarren met het gelijknamige offshore radio station. Van de BBC besloot hij op 18-jarige leeftijd afscheid te nemen en een rol als bus conducteur de voorkeur te geven en vervolgens sleept Ray ons op een prachtige en diepgaande wijze door de radio- en muziekbelevenis in de eerste helft van de jaren zeventig inclusief de opkomst van de ILR en het gegeven dat hij resident deejay werd in The Ship Inn. Zou dat een voorbode zijn geweest dat hij ooit een deel van zijn radioloopbaan vanaf de Ross Revenge voor Radio Caroline zou gaan werken? Ik kan het U aanraden het boek zo snel mogelijk te bestellen. Ik heb nog geen derde deel van ‘Stay Tuned … I could say something brilliant at any moment!’, maar ik weet zeker dat bij het verder lezen van dit prachtige boek er nog vele mooie anekdotes voorbij zullen komen. Advies: snel bestellen die prachtige boek. Hans Knot, May 2023. https://www.amazon.nl/STAY-TUNED-something-brilliant-moment/dp/B0C522XY2M/ref=sr_1_28?crid=25HYI8KNM1EEW&keywords=ray+clark+books&qid=1684699045&sprefix=ray+clark%2Caps%2C95&sr=8-28
  3. In de column van dit weekend wordt je mee teruggenomen naar de jaren tachtig van de vorige eeuw. Zoals ik wel vaker doe in de zomermaanden heb ik voor deze aflevering een gastschrijver uitgenodigd. Het is Marcel Kort, die herinneringen op haalt uit de tijd dat hij bedrijfsleider was bij een groot benzinestation: Toen ik recentelijk mijn auto tank weer eens met diesel vulde, voor een bedrag van € 2,06 per liter, keek ik even naar de leegstaande ‘shop’ van het betreffende tankstation. Nadat de pomp ‘onbemand’ is geworden hebben er al diverse ondernemers geprobeerd er iets van te maken. Zo was er een tijdje een bloemenzaak in gevestigd, hing er een smakelijke geur toen het een tijdje een shoarmatent was. Ook was er een auto- in en verkooppunt annex koffiecorner. Maar geen van voornoemde activiteiten waren succesvol. De loop zat er helemaal niet in. In een vorig leven, dus voor mijn leven als rijschoolhouder, was ik bedrijfsleider van een groot snelwegstation op de A15 in Rotterdam. Ik heb het dan over de mid-jaren tachtig van de vorige eeuw. Eén van de voorwaarden om op die plek een benzinestation te openen was de verplichting om 24 uur per etmaal open te zijn. Verder diende door de ondernemer en personeel gezorgd te worden voor de sanitaire voorzieningen voor onze klanten en passanten. Tevens dienden we dienstverlenend en ook open te zijn voor bijvoorbeeld hulpverleningsinstanties, zoals de politie. Vaak waren wij dan ook een extra wakend oog. Het fijne was dat het er altijd druk was. De 12 pompen waren overdag zelden onbezet. Vrachtautochauffeurs vulden hun tank nog even om de zegeltjes en uiteraard om de gratis bak koffie, die werd verstrekt. Voor de chauffeurs had ik een speciaal hoekje ingericht in de binnenruimte met allerlei spullen voor in de cabine. Dat varieerde van vlaggetjes, tot stuurknuppels, duimstokken en de broodnodige literatuur met veel plaatjes. Mijn baas vond die chauffeurs maar niets, maar ze brachten gelukkig grof geld in het laatje. De radio liet voornamelijk het prettige geluid horen van Atlantis Rotterdam of Free Radio Rotterdam, hoogtijdagen van de commerciële piraten radio in het westen van ons land. Leuke dingen maar ook vaak spannende dingen. Bijvoorbeeld tijdens gladheid, mist of harde storm. Het kwam voor dat klanten niet meer verder durfden te rijden en bij ons kwamen schuilen. Na een ongeluk kwamen mensen bij ons even verhaal doen en soms om medewerking vragen. Zo had ik altijd een Europees schadeformulier bij de kassa liggen en regelmatig heb ik geholpen met het invullen daarvan. Bijzondere dingen beleefden we ook. Zo mochten we op een gegeven moment na 18.00 uur geen sigaretten meer verkopen, die moesten dan achter slot en grendel. Ook de PET flessen cola of de grote verpakkingen koek mochten niet meer. Daar werd streng op gecontroleerd. Bloemen verkochten wij ook heel veel. Ook dat werd op een bepaald moment verboden na 18.00 uur. Ik weet dat we dat konden omzeilen door een grote bloemenautomaat te laten plaatsen. Je gooide daar geld in, ik meen iets van fl. 12,00 en daarna mocht je dan één bos eruit pakken. Eigenlijk geen idee of dat eerlijk ging want we hadden het vrijwel altijd druk. En toen bedacht ik mij opeens dat dat straks allemaal niet meer nodig is. Over, pak 'm beet, 7.5 jaar krijgen we rekeningrijden. In tegenstelling tot wat er gesuggereerd werd zal de houderschapsbelasting voor diesel- en LPG auto’s zeker niet gaan verdwijnen. Je betaalt dan houderschapsbelasting en voor het rekeningrijden. Ik heb zomaar het idee dat de accijnzen op LPG of diesel niet naar beneden zullen gaan. Langzaamaan wordt je dus gedwongen om over te stappen op een elektrische of hybride auto. Onze Clio is 6 jaar oud dus tegen die tijd zal die wel aan vervanging toe zijn. Voor de gein eens gekeken wat de oerlelijke Toyota Prius kost... Uiteindelijk zullen de meeste benzinestations wel verdwijnen of onbemand worden. En dat is voor velen eigenlijk best jammer. Tijdens een lange autorit even stoppen bij een benzinestation, een bakje koffie doen of een sanitaire stop maken, zit er dan niet meer in. Vlak voor de Afsluitdijk op de A7 zat vroeger een Esso-benzinestation. Later werd het een onbemande pomp van Argos en nu weer van Shell. Regelmatig zie ik busladingen toeristen dan wel dagjesmensen rond het gebouwtje lopen in de hoop dat er een toilet is. De bosjes van de parkeerplaats zijn inmiddels doordrenkt van de urine en overal liggen WC papiertjes. O ja, dat was destijds ook een voorwaarde van Rijkswaterstaat. Wij moesten de omgeving van het benzinestation schoon houden. Het waren andere tijden, iemand adviseerde je welke olie er in zijn auto diende te worden gedaan. Helpen met de juiste koelvloeistof of even dat lampje verwisselen. Dat alles was straks vroeger... Marcel Kort, 13 augustus 2022
  4. In deze tweewekelijkse column neem ik je mee naar 1965, zelf was ik op dat moment 16 jaar jong, maar met een schaar, papier en een flesje lijm werd menig artikel uit de krant geknipt en vervolgens aan het papier toevertrouwd. Op die manier is het mogelijk duizenden herinneringen aan een vervlogen tijd terug te halen en andermaal met de lezers te delen. Opmerkelijk was een berichtje, dat ik terug vond in mijn archief uit november 1965, waarin de destijds aan het begin van haar loopbaan staande Amerikaanse zangeres en filmster van 23 lentes stelde dat ze zingen haatte. Ze deed deze uitspraak in een kleedkamer van een theater op Broadway, waar zij optrad in de musical ‘Funny girl’. Niet dat het zingen haar niet genoeg opleverde, ze haalde wekelijks op die manier al 50.000 dollar op: “Ik zing om carrière te maken. Ik zing nooit alleen voor het plezier, zelfs niet in het bad. De enige reden waarom ik er ooit aan ben begonnen, is omdat niemand iets in me zag als actrice. En op de één of ándere manier moest ik gewoon de top halen.” Inmiddels bijna zes decennia verder weten we dat ze het zowel op het toneel, in de film en qua muziek helemaal heeft gemaakt. Die Barbra Streisand toch! De Amerikaanse onderneming General Electric wilde ook een graantje meepikken van het gegeven dat de babyboomer rond die tijd toch al iets meer geld om handen had als hun leeftijdgenoten van pak weg vijf jaar eerder. Het was rijp de jeugd iets nieuws onder de aandacht te brengen namelijk ‘De Show ’n Tell’, dit onder de noemer ‘hoort ziet en geniet’. Een apparaat waarop je twee zaken synchroon van elkaar kon laten draaien. Het eerste onderdeel was een grammofoonplatenspeler en op de toon van het begin van andermaal een nieuw stukje muziek kon het tweede deel worden geactiveerd. Er zat namelijk een soort van diapresentator in, waarbij diastrips bekeken kon worden. Bijgeleverd was één single met een verhaal met bijbehorende dia’s. Je kon op die manier verhalen beluisteren en de daarbij behorende dia’s tegelijk bekijken. Beloofd werd dat in de daarop volgende maanden telkens nieuwe verhalen en sprookjes zouden worden uitgebracht tegen de prijs van f 3,95. De ‘Show ’n Tell’ werd in Nederland op de markt gebracht door importeur Bovema uit Heemstede en deze mocht het in licentie van General Electric in de Benelux verkopen, waarbij de verkoopprijs werd gesteld op f 165,--. De te draaien plaatjes hadden het formaat van een 45 rpm single maar dienden op 33 toeren gedraaid te worden. Bij elk plaatje hoorde dus een strook van 12 beelden, dit in 16 mm, die als ‘dia’ op het beeldscherm werden gepresenteerd. Deze werd echter alleen geactiveerd als de A-kant van het plaatje werd gedraaid. De B-kant was dan gevuld met bijvoorbeeld een bij het verhaal passend liedje of extra geluiden bij het sprookje. In de loop der tijd zijn er ongeveer 100 verschillende plaatjes, met bijbehorende filmstrips, uitgekomen. Daarbij vele zogenaamde ‘Kinderklassiekers’ waaronder Heidi, Robinson Crusoe, Treasure Island en Disney figuren. Opmerkelijk was een plaatje dat ging over Hans Brinker en de zilveren schaatsen. Slechts heel even waren de apparaten op de markt en al vele decennia kan de ‘Show ‘n’Tell’ doorverwezen worden naar de categorie van de ‘dode media’. Het was 1965 en de tijd nog erg lang voordat de eerste Lp’s in grote aantallen werden gekocht door de tieners van die tijd. Pas eind 1969 zou de Lp voor hen echt de voorkeur krijgen en dus was het elk verdiend dubbeltje opzij leggen voor andermaal de aanschaf van een nieuwe single. Ikzelf was in 1965 nog niet aan het werk en zag met lede ogen dat mijn tweelingbroer Egbert, die zich had ingeschreven voor de avondopleiding van de gerenommeerde Academie Minerva, zijn eerst verdiende centen binnen bracht. Eerlijk verdient als medewerker bij de reclameafdeling van Vroom en Dreesmann in Groningen. Zelf haalde ik voorlopig nog wat extra geld binnen door op zaterdag mijn vader te assisteren in de kapsalon, alwaar het destijds vooral op de zaterdagen een komen en gaan was van vaste scheerklanten. Dat ging volgens een vast procedé, waar wel enige verklaring voor nodig is. De salon bevatte twee werkstoelen waarin de klanten plaats konden nemen. Het werkgebied bestond verder uit natuurlijk de wastafels en omgeving, vier ladekastjes, drie bovenliggende glazen kastjes en twee grote spiegels. Naast de gebruikelijke kappersattributen veel verkoopmateriaal afkomstig van de firma Valdelis uit Schiedam. Op het einde van elk jaar verraste de firma de vaste afnemers met een ander product van de firma Jansen uit hetzelfde Schiedam, een heuse Jonge Jenever, ‘Louter Kabouter’. Maar terug naar de indeling van de salon, gevestigd aan de Korreweg 105 in Groningen. Op het werkgedeelte twee grote stapels vers gewassen witte handdoeken en in de diverse lades allerlei scheerattributen van de diverse vaste klanten, inclusief hun abonnementskaarten. Een klant kocht een dergelijke kaart tegen een vaste prijs en kreeg als bonus, als de kaart helemaal was opgeknipt met ‘scheerbeurten’ één gratis scheerbeurt. Ook waren er wel bijzondere lades in de kasten. Eén ervan bevatte een slot en na opening van het slot zat de kas in de lade. De kas die iedere zaterdagavond weer op een cent nauwkeurig uitsluitsel moest geven of vader met de klanten voor 100% had afgerekend. Moeder was verantwoordelijk voor de kas, waarbij ik maar al te vaak mocht bijstaan om tot een gemeenschappelijke conclusie te moeten komen: er was een stuiver te weinig in kas! Over tellen dan maar was het rasse besluit van moeder Rie, die niet snel van opgeven wist. Het tweede laatje was een feestlaadje voor de jeugd die in Kapsalon Knot kwam. Een grote vierkante trommel gevuld met boterboontjes die aan een kind, na geknipt te zijn, werd uitgedeeld. Ik hoef U natuurlijk niet te vertellen dat op rustige momenten deze lade ook wel eens om andere redenen werd geopend. Terugkomend op de twee stoelen in de salon was er één die door een klant werd gevuld op de zaterdagen. Deze werd op dat moment geknipt dan wel geschoren door vader, terwijl in de tweede stoel een klant alvast werd voorbereid op een scheerbeurt, doordat hij alvast werd ingezeept. In eerdere jaren had broer Jelle al vaak de Vergulde Hand aan de kwast gezet. Dit om vervolgens de klant in te zepen. In het midden van de jaren zestig stond ik vader nu en dan bij om…..juist, de nodige fooien te krijgen van de klanten. Terugkomend op het gegeven ´geld verdienen´ was dit mijn extra bron van inkomen, naast het wekelijkse zakgeld, waardoor er gespaard kon worden voor de aanschaf van de nodige singles. Een jaar later, september 1966, ging ikzelf ook aan het werk en was het niet meer nodig alle stuivers bij elkaar te schuiven voor de broodnodige muziek. Ik trad in dienst als ´jongste bediende´ bij het PEB Groningen, het Provinciale Elektriciteits Bedrijf voor Groningen, later vernoemd tot Essent, nadat het tussendoor ook geruime tijd EGD (Elektriciteitsbedrijf voor Groningen en Drenthe) heeft geheten. Van mijn eerste salaris kocht ik bij het zusterbedrijf Laagspanningsnetten een heuse koffergrammofoon en mijn eerste LP, ‘Victoria’, van Liesbeth List. Mijn eerste zakgeld Lp was trouwens een Lp in de opruiming gekocht in Apeldoorn van Rob de Nijs en The Lords, wat trouwens ook in 1965 was. Hans Knot, 3 juli 2022
  5. Al vele jaren, zo niet langer dan twee decennia, wordt U in een aantal tijdschriften en tevens via een aantal sites op internet mee terug genomen naar een bepaald jaar in onze samenleving. Een jaar dat U al dan niet bewust mee hebt gemaakt. Het doel van de schrijver van deze serie, radiohistoricus Hans Knot, is vooral zijn leeftijdsgenoten, dus de zestig plussers, wakker te schudden en dingen te laten herbeleven uit lang vervlogen tijden. Daarnaast is het de bedoeling deze zelfde leeftijdsgroep aan het denken te zetten om eigen herinneringen naar boven te brengen en eventueel te delen in een daarop volgende aflevering. In deze maand maart neemt Hans Knot u drie keer mee naar het jaar 1968, voor velen direct herkenbaar als het jaar van de opstand in Praag en andere steden van het toenmalige Tsjecho-Slowakije en de studentenrellen in de diverse belangrijke steden in West Europa. Voor de radioliefhebbers is er nog steeds de trieste herinnering aan het wegslepen van de beide, toenmalige, zendschepen van Radio Caroline. Maar er is veel meer dus relax en lees mee met positieve, negatieve en ook persoonlijke herinneringen uit het jaar 1968. Op 9 februari 1968 werd de eerste metro van de Benelux geopend door prinses Beatrix en haar echtgenoot Prins Claus. Het begon allemaal kleintjes maar ondertussen is de totale netwerklengte – exclusief die van de RandstadRail) al 55,3 kilometer, waarvan 15,3 kilometer ondergronds is gelegen en 8,5 kilometer als sneltram is uitgevoerd. De RET is de exploitant van het oudste en langste metronetwerk in de Benelux. Maar was iedereen wel zo gelukkig toen eenmaal, na jaren van werkzaamheden, de metro voor de eerste keer werd opengesteld voor het publiek? Het volgende commentaar werd destijds door Jaap Velt geschreven: ‘Het is een prachtmetro, dat wel en Rotterdam is er zeer terecht trots op. Al was het alleen al vanwege de primeur. En ook om het gevoel te hebben toch niet voor niets jarenlang met opgebroken straten te hebben moeten leven, door modderwoestijnen te hebben moeten baggeren als je bijvoorbeeld van de ene kant naar de andere kant van de Coolsingel moest.’ Ook over de lengte van de toen pas geopende Metro was Velt een ontevreden man: ‘Het traject is belachelijk kort in vergelijking met bijvoorbeeld Parijs en Londen. In feite is het ondergrondse gedeelte niet langer dan 3,18 kilometer. Daar komt nog wel een bovengronds traject bij, maar kun je dat in ernst een metro noemen? De metro wordt pas echt belangrijk als hij kan worden doorgetrokken naar Hoogvliet, een woonkern op 20 kilometer afstand van het centrum van Rotterdam.’ Het is later allemaal goed gekomen en afsluitend meld ik dat het eerste traject, dat werd geopend, een verbinding was tussen het centrum van Rotterdam met een van de grootste woonkernen die was neergezet onder de naam ‘Linker Maasoever’. Bij het voorbereiden van een aflevering duik ik altijd in mijn archief en haal van alles tevoorschijn van wat ik uit dat bepaalde jaar bezit aan aantekeningen, knipsels en tijdschriften. Van het ene jaar heb ik veel meer dan van een ander maar er zitten altijd weer leuke, korte opmerkingen bij van personen die in de toekomst kijken. Zo ook in februari 1968 toen ik op de doordeweekse dagen altijd geconfronteerd werd met lange computeruitdraaien van de onderneming Bull aan het Kwinkenplein in Groningen. Mijn toenmalige werkgever, het Provinciaal Elektriciteitsbedrijf voor Groningen, liet de computerwerkzaamheden door dit bedrijf uitvoeren daar eigen computers nog veel te duur waren. Maar de notitie die ik dus maakte is een uitspraak van Professor H. Polak, die op de 3de februari het volgende verklaarde: “Het werken met computers zal voor de doorsnee mens van de toekomst even vertrouwd worden als het dragen van een bril of het kijken naar de televisie. De nieuwe technische mens zal in het bijzonder een elektronisch mens worden. Het leven van de mens zal straks in drie gelijke delen uiteenvallen. 25 jaar scholing, 25 jaar werken onder afnemende werktijden en 25 jaar rusten en genieten van vrije tijd.” We hadden het er al eerder over, het plaatjes draaien in clubs, clubhuizen, op campings en in discotheken werd zo populair dat deze vorm van ontspanning door velen graag verzorgd werd, maar voor lang niet allen was een boterham weggelegd. Het ging in die tijd namelijk niet alleen om een plaatje goed te laten overgaan in het volgende nummer maar zeker om de goede babbel, die je diende te hebben om het publiek te kunnen entertainen. In Delft was er in augustus 1968 wel een aparte vorm van entertainen. De deejay wilde in totaal 160 uur non stop platen draaien op een toneeltje in de veronderstelling dat hij op het einde safe zou zitten door een nieuw record te vestigen. De persoon in kwestie had namelijk niet uitgezocht of de ultieme poging gereglementeerd was en niet elders al een dergelijk record was gescoord die boven het aantal van 160 uren uitging. Maar de deejay had wel gezorgd voor ondersteuning. Zo kreeg hij ruimte ter beschikking in het gemeentelijk centrum Huis ter Lucht in Delft. Het was een voormalig café en bruiloftszaaltje, dat voor het maken van plezier voor de jeugd was verbouwd. Laten we eens kijken na een deeltje van een verslag in de Panorama nummer 39 uit 1968: ‘Het bezit een verlichting die het midden houdt tussen zwoel, een lage spanning op het lichtnet en infrarode bestraling ter bestrijding van jicht. Buiten drommen enkele jongelui samen hetgeen begrijpelijk is, omdat ze de vereiste rijksdaalder entree sparen tot het einde van de week als de deejay een dag of zes zonder slaap zal zijn.’ De bewoners van omliggende panden wisten in eerste instantie niet dat in het gebouw pogingen werden ondernomen tot het bereiken van het wereldrecord plaatjesdraaien. Dat kwam pas nadat er aandacht aan was besteed in de lokale krant. In de zaal trof de verslaggever slechts een tiental lieden aan, die ter ondersteuning van de deejay aanwezig waren, waaronder een masseur. ‘Op het toneel zit de deejay. Zijn overhemd staat aan de hals open. Hij is een 23-jarige verkoper, die achter een zelfgebouwde schakelkast, met drie draai eenheden vertoeft. In zijn nabijheid liggen twee pakjes sigaretten, vijf pakjes druivensuiker, een half afgeknaagde vitaminepil, een vitamine C buisje, een fles yoghurt, een boterham in een plastic zakje en een fles sinaasappelsap.’ Toen de journalist vroeg wat het doel van de recordpoging was gaf de deejay aan dat al zeker 2000 maal te hebben verteld. Hij meldde wel dat er een lange tijd van voorbereiding aan vooraf was gegaan en dat hij vele dagen, na zijn normale werk als verkoper, intensief had getraind om zichzelf te testen. Op die manier had hij het al een keer 150 uur zonder slaap gekund. Uiteindelijk meldde de deejay dat de entreegelden ten bate van de plaatselijke ziekenomroep zou komen. Ook hoopte de deejay met de voltooiing van het record de deuren te kunnen open naar een volwaardig bestaan als deejay.’ De journalist meldde, na enige tijd het werk te hebben aanschouwt over de deejay: ‘Hij beschikt over alle menselijke emoties om deze over te brengen op het repertoire. Er heerst, zoals ook bij de ons uit zee bespringende illegale zenders, vrij veel overbodig enthousiasme, want in feite kan men de klanken van een deejay samenvatten in een uitroepje: ‘Oeps!’ Na het ontdekken en lezen van dit verhaal uit 1968 werd het me niet duidelijk of de betreffende deejay het record ook daadwerkelijk heeft gevestigd en dit ook herkend is als zijnde een wereldrecord. Een brief aan de betreffende deejay is destijds helaas niet beantwoord, misschien wel uit schaamte voor de toenmalige poging. Het gaat namelijk om de later bekend geworden presentator van Radio Noordzee, Dick de Graaf, die helaas te vroeg is overleden. Over 2 weken andermaal een sprong terug in de tijd naar 1968 en heb jij een leuke herinnering? Laat het mij weten weten via de mail. Afbeelding: Hans Knot en Dick de Graaf in 1991
×
×
  • Nieuwe aanmaken...

Belangrijke informatie

Door gebruik te maken van deze website ga je akkoord met Gebruiksvoorwaarden, Privacybeleid en Richtlijnen.