Doorzoek de gemeenschap
Toont resultaten voor tags 'herman stok'.
3 resultaten gevonden
-
Laten we wat betreft Hilversum even kijken wat er, in doorsnee, zoal stond te lezen in de ingezonden rubrieken inzake ‘Veronica’. Ik neem een blik in de Televizier van 5 april 1965, toen Radio Veronica op een haar na vijf jaar bestond. Zo was er een ingezonden brief uit Heemstede van R. Prijs, die schreef: ‘Hoe men ook over Radio Veronica denkt, een feit is dat dit station goede, lichte en ontspannende muziek brengt. Ik beweer niet dat de programma’s geschikt zijn om er 18 uur per dag naar te luisteren, maar als men op elk uur van de dag dan ook lichte muziek wil horen, dan heeft men die ook. De huisvrouw wil ze graag ’s morgens onder het huishouden en ’s middags de mensen in fabrieken en bedrijven. De jeugd laat in de middag en vroeg in de avond. En vele nachtwerkers houden ook wel van lichte muziek onder het werk. Mocht Radio Veronica dus verdwijnen, dan zullen de omroepverenigingen hun programma’s moeten veranderen en om te beginnen het gesproken woord drastisch in te korten. Alleen dan kan een leemte, die door het verdwijnen van Veronica zeker zal ontstaan, opgevuld worden. Nog beter natuurlijk is een legalisatie van Veronica.’ Maar er was nog een tweede reactie in de serie ‘Veronica in de branding’ in Televizier en wel van F. de Hond uit Amsterdam, die kort en krachtig schreef: ‘Als Veronica verdwijnt, zou de behoefte aan lichte muziek volgens de plannen gedekt moeten worden door het derde radionet (toekomstige Hilversum 3). Dit net wordt echter alleen opgebouwd uit FM zenders, zodat velen die een oudere radio hebben, de programma’s niet kunnen horen. En de FM-band zit ook niet op autoradio’s, zodat ook velen – die beroepshalve dagelijks op de grote wegen rijden, geen vervanging krijgen voor het station waar muziek in zit. Waarom Veronica niet legaal gemaakt?’ Tja, en dan waren er in 1965 ook nog de sporadische programma’s voor de jeugd waarin aandacht werd besteed aan de door deze leeftijdsgroep geliefde muziek, die bij lange na niet altijd werd gewaardeerd door hun ouders. Maar niet alleen de muziek telde mee bij de benadering van deze tieners en twens, zoals ze in de volksmond werden genoemd. Musical items, ballet, toneel en beroepsvoorlichting maakten ook onderdeel van een paar programma’s die voor hen werden gemaakt. Een dergelijk programma werd gemaakt door een toen 22 jarige ambitieuze jongeman uit Tilburg, die nog woonachtig was bij zijn moeder. Hij werkte voor de AVRO en moest het opnemen tegen een programma als ‘Top of Flop’ bij de VARA, dat werd gepresenteerd door Herman Stok. Velen waren destijds, al dan niet positief, over Stok zijn inzet voor de beatmuziek. De presentator van Combo was zijn radioloopbaan al vier jaar eerder begonnen. Hij was lid van de zogenaamde ‘hoorspelkern’, die voor verschillende omroepen werkte. Tevens sprak hij incidenteel reclameboodschappen in, die werden gehoord op het enige commerciële station dat ons dagelijks van muziek voorzag, Radio Veronica. Over de baan bij de hoorspelkern stelde hij eens in een interview: ‘Een vaste baan betekende het, waarbij je oud kon worden met een ambtenarensalaris en een pensioen.’ Maar het ging niet zoals hij wenste. Toen hij een keer een schnabbel elders had, meldde hij zich ziek maar werd door een collega verlinkt. Daarover stelde hij later: ‘Als ik niet in ongenade was gevallen, omdat ik mij ziek had gemeld, kende nu nog niemand mij. Daarom ben ik de collega, die mij destijds verraden heeft, nog dankbaar. Al snel werd hij ‘de mooie jongen met de zwoele stem’ genoemd en vele vrouwen vielen voor de manier hoe hij telkens zijn programma eindigde met het zwoele ‘dag’. Afbeelding: promotiefoto AVRO Jos Brink Maar hij had duidelijk, naast het presenteren van televisieprogramma’s, meer ambities. Hij zag toekomst in de kleinkunst en dus het cabaret. In 1965 ging hij voor het derde jaar in successie met zijn kleine cabaretgroepje het land in en speelde rolletjes bij een kindertoneelgroep. Hij stelde zich veel voor van een idee, waarmee hij rondliep en wat hij ‘Carpe Noctem’ noemde, een platenprogramma van goede lichte muziek, dat voor middernacht en dus het slapengaan, zou moeten worden uitgezonden: ‘Weet je wel, zo’n droomuitzending voor romantische mensen, die nog een night cap nodig hebben voor ze onder de dekens kruipen. Het liefst héél laat in de avond.’ De presentator van ‘Combo’ was niemand anders als de later zeer succesvolle duizendpoot ‘Jos Brink’. Maar naast de eerder gememoreerde Herman Stok en Jos Brink konden de tieners zich ook laven aan onder meer de toen 26-jarige en voormalige sportinstructeur Wim-Jaap van der Laan. Hij was destijds presentator van het programma ‘Wauwer’. Hij had zijn baan binnen de platenindustrie op een laag pitje gezet in ruil voor die van presentator. Bovendien was hij de man van Anneke Grönloh en toekomstig vader van een kind. Hij wilde niets te maken te hebben met de loopbaan van zijn vrouw, hoewel hij in een interview verklapte af en toe wel eens achter in een zaal te gaan zitten om te zien hoe ze presteerde. En over zijn eigen rol op de televisie meldde hij eens in een interview: “Wie ben ik nu, dat ik zo populair zou moeten zijn. Er zijn zelfs deejays en presentatoren die zelf platen opnemen. Maar moét dat nou? Dat zijn toch twee dingen, een platen ster en een presentator. Ik wil juist zo gewoon mogelijk doen en dus niet expres leuk. Ik wil gewoon bij de mensen binnenkomen en gewoon ‘hoi’ kunnen zeggen en gewoon wat muziek kunnen presenteren.” Trouwens eerder had hij een programma op Radio Veronica en ging in 1971 ook kortelings voor Radio Noordzee werken. Helaas zijn zowel Brink, Stok als Van der Laan al geruime tijd niet meer onder ons. Hans Knot, 3 juni 2023
- 1 opmerking
-
- 4
-
- jos brink
- herman stok
- (en 5 meer)
-
1985 VARA Radio Presentatie Herman Stok - Wie in 't Nederlands wilt zingen - Drs. P
Gast voegde een discussie toe in Nederland
Herman Stok met gast Drs. P https://pixeldrain.com/u/4S5J1oum- 1 antwoord
-
- herman stok
- vara
-
(en 3 meer)
Getagd met:
-
Het archief van het omroepmuseum, al jaren onderdeel van het Nederlands Audiovisueel Archief, herbergt talloze plakboeken. Ze zijn ooit als geschenk, vaak uit de nalatenschap van een voormalige omroepmedewerker, aan het museum afgestaan. In die plakboeken komen de meest merkwaardige onderwerpen naar voren, zoals telexberichten die zijn ingeplakt, interne mededelingen vanuit de omroep, maar ook uit de krant geknipte berichten die gerelateerd zijn aan radio dan wel televisie. Ik vond een dergelijk bericht dat handelde over de JARO, de Jeugd Amateurs Radio Omroep, en de beide voortrekkers daarvan — Kees van Maasdam en Herman Stok. Samen met Arno Weltens schreef ik er in 2000 het volgende artikel over. Soms vind je bij het doorzoeken van een archief bij toeval iets bijzonders. Iets waar je niet speciaal naar op zoek bent, maar waar je zomaar tegenaan loopt. Dat overkwam Hans Knot tijdens zijn jaarlijkse zoektocht door de vele plakboeken in het omroepmuseum. Onder de kop "Klankbord der jongeren" vond hij een verrassend artikel dat direct zijn belangstelling opeiste. Het handelde over een inmiddels vergeten episode uit de geschiedenis van de Nederlandse omroep: een initiatief om te komen tot een jeugdomroep. We schrijven april 1950. De betreffende verslaggever, Auke Ruben, was op weg gegaan naar een huis, gelegen in een stil straatje in Haarlem, alwaar de JARO was gevestigd. Die afkorting stond voor Jeugd Amateurs Radio Omroep. We volgen een deel van het verhaal van Ruben dat op 28 april 1950 in het Algemeen Handelsblad verscheen: Zou hij, zo vroeg Ruben zich verbaasd af, in dit huis een studio, een omroepcel of een technische dienst vinden? Toen werd, zo schreef hij, de deur geopend door een jongen met donkerblond krullend haar die me zei binnen te komen. "Hij ging ons voor naar de kamer, waar het kantoor van de JARO was gevestigd. Het was duidelijk te zien, dat de dagelijkse bestuursleden van de JARO, Kees van Maasdam en Herman Stok, deze kamer hadden 'gevorderd' als kantoor. Een schrijfbureau stond tussen de muur en de divan gekneld. Divan en stoelen waren bedolven onder stapels papieren. 'Wij zijn wat klein behuisd,' zei Kees van Maasdam en lachte verontschuldigend. 'Maar ik ben al erg blij dat mijn moeder deze kamer aan ons heeft afgestaan. Hier kunnen Herman en ik tenminste de hele dag werken.' 'Maar die studio?' begon ik aarzelend. Kees maakte een gebaar. 'Op zolder,' zei hij. 'Daar gaan we straks kijken.' Voordat het zover was vertelden Kees en Herman aan de verslaggever dat hun idee was geboren ten tijde van de Tweede Wereldoorlog. Het eerste plan was ontsproten aan het brein van de toen nog jonge Kees van Maasdam die het idee maar graag wilde delen met zijn vriend Herman Stok. Maar waar bestond dat idee uit? Van Maasdam vertelt: "In de oorlog waren alle Nederlanders één [...] Ik heb er vaak aan gedacht, dat dat zo moest blijven. Vooral met jonge mensen moest dat mogelijk zijn. Ik had altijd grote belangstelling voor radio en waarschijnlijk dat ik daarom altijd gedacht heb aan een contact tussen jonge mensen via de radio." Toen Van Maasdam na de oorlog een tijdje bij een omroepvereniging werkte, groeide het verlangen te komen tot een omroepvereniging voor jongeren en velen van zijn vrienden voelden ook wel voor het idee: een jeugdomroepvereniging stichten, dan zendtijd aanvragen en het programma, dat door en voor jongere mensen was samengesteld, over de gehele wereld te verstrooien. Op 12 januari 1949 werd er een vereniging opgericht, de JARO. In het hoofdbestuur hadden Hervormde, Gereformeerde, Rooms-Katholieke en Humanistische Jongeren zitting. In de folder van de stichting stond vermeld zoveel mogelijk jongeren tussen 16 en 30 jaar, via radioprogramma's bij elkaar te brengen, van welke godsdienstige of politieke stroming dan ook. De vereniging was daarmee duidelijk gebaseerd op de naoorlogse doorbraakgedachte. Al snel had de vereniging zestig leden, waarvan vijftig in Haarlem en tien in Amsterdam. Ze betaalden ieder 10 cent per week contributie. Geld was echter een bijna onoverkomelijk probleem. Bijna, want men kon geld lenen en de studio kon worden ingericht in het huis aan de Oranjestraat in Haarlem. Op de zolder, dus. Andermaal terug naar de tekst van Auke Ruben: "Als wij twee trappen zijn opgeklommen staan we op een overloop. Op een deur lezen wij Studio A. Herman Stok vertelde: 'In die afdeling wordt vastgelegd wat hier wordt gesproken of gespeeld. De regisseur en de leider van de Technische Dienst zitten daar. Via die lichtjes kunnen wij met elkaar 'praten.' Als het groene licht brandt, betekent dat, dat de T.D. klaar is, dan antwoordt de studio met wit licht en rood betekent ten slotte: 'We gaan draaien.' Tijdens de opname kunnen wij ook met elkaar 'praten.'' Herman wijst op andere lichtjes en legt uit: 'Als die brandt betekent het 'voeten stil,' deze 'Denk om de tijd' en de laatste 'Slot maken.' De JARO was duidelijk meer dan een bevlieging. Er werkten liefst een kleine 20 medewerkers aan de totstandkoming van de programma's, waaronder naast Van Maasdam en Stok, ook Dick Verkijk en Joop van Zijl. In de eerste periode werden de programma's op lakplaten opgenomen. Het waren voornamelijk proefopnamen met een duur van rond de tien minuten. Voordat de magneetband zijn intrede deed, nam men ook met zogenaamde draadrecorders op. In 1949 maakten de mensen van de JARO hun eerste officiële debuut op de radio. Men had een proefprogramma opgenomen en toegestuurd aan de diverse omroepen. Dat resulteerde in het verzoek van één van die omroepen, de VPRO, het programma te mogen uitzenden. Het was een programma over sociale woningbouw dat geheel was gerealiseerd in de studio op zolder. Vervolgens ging men internationaal want over de grens was de unieke uitzending van de JARO ter kennis gekomen van de programmaleiding van Radio Bremen wat andermaal leidde tot een speciaal programma. Hierna volgden nog een paar medewerkers van Duitse stations die hetzelfde wilden doen met de programma's van de JARO. Niet veel later waren er uitzendingen via stations in Brussel en Stockholm. Maar de heren hadden nog grotere idealen. We citeren Van Maasdam andermaal uit het interview: "Wij zouden over een eigen golflengte willen beschikken. Internationaal zou een jeugd radio-omroep moeten worden gesticht. Over een eigen zender zou de jeugd uit de hele wereld om beurten in eigen taal of in de taal, die andere jonge mensen kunnen verstaan, uitzendingen moeten verzorgen. In ons land zouden wij om te beginnen graag willen samenwerken met de jeugdverenigingen van alle gezindten. Het zou hùn taak zijn om in de beschikbare zendtijd, de programma's te vullen. Zo zouden wij van elkaar horen wat wij willen en wat wij doen." De eerste schreden naar internationaal contact waren dus al gezet. Kees van Maasdam en Herman Stok stichtten een afdeling van de JARO in Genève en wel binnen de UNESCO. Men had daar toevallig van het initiatief gehoord bij deze onderafdeling van de Verenigde Naties, dat hun steun toezegde. Het verslag van Auke Ruben vervolgt: "Hoewel de JARO nog lang niet het gestelde doel heeft bereikt, moeten jullie vooral niet denken, dat zij nu met de handen over elkaar zitten te wachten, totdat het ogenblik is gekomen. 'Als het eenmaal zover is, dat we kunnen uitzenden, moeten wij over een staf beschikken, die technisch en organisatorisch is getraind,' vertelt Kees van Maasdam. 'Een vaste kern wordt nu opgeleid, want het in elkaar zetten en het leiden van een programma — al is het nog zo klein — is geen peulenschilletje.'" Naast het maken van proefprogramma's deden de heren nog meer. Ze gaven een maandblad uit over hun activiteiten. Ze moesten daartoe niet alleen de kopij verzorgen maar ook het blad stencilen. Met al dat werk kwamen ze de dag wel door. Stok daarover: "Wij beginnen 's morgens om negen uur en vaak werken wij tot 's avonds laat door [...] Een ding vinden wij erg jammer: wij verdienen natuurlijk niets, want de JARO kan ons geen salaris betalen. Nu moeten wij op de zak van onze ouders leven en dat is heel erg naar. We hebben echter subsidie aangevraagd en wie weet ..." Het idee te komen tot een internationale jeugdomroep is uiteindelijk niet geheel gerealiseerd en wel om de eenvoudige reden dat slechts 1.000 gulden subsidie werd verkregen van het Prins Bernard Fonds (1951), de UNESCO geen toestemming verleende een frequentie op de korte golf vrij te maken voor de uitzendingen en er geld verdiend moest worden. Uiteindelijk zouden beide heren in dienst treden van de VARA en daar grote naam maken. Ook daar werd het idee van de jongerenomroep op tafel gelegd, maar voorzitter Broeksz zag niets in de plannen. De JARO ging in 1952 ter ziele. Van Maasdam presenteerde vele programma's en werd vooral bekend door zijn programma's die vanuit het land werden uitgezonden. Stok stond voor 'Top of Flop' op de televisie, terwijl 'Tijd voor Teenagers' en 'Mix' slechts twéé van zijn vele radio programma's bij de VARA waren. Het idee van de JARO werd trouwens overgenomen door de AVRO, die naar aanleiding van de jongerenomroep, op initiatief van Herman Broekhuizen, de jeugdomroep Minjon oprichtte. Ook dat initiatief leverde tot aan het begin van de jaren zestig vele nieuwe radiotalenten op. Maar, dat is weer een ander verhaal. De foto bij dit verhaal: Enkele medewerkers van de JARO in actie. Van links naar rechts: Herman Broekhuizen, Donald de Marcas, Joop van Zijl, Tony van Verre, Peter Kok en Greetje Kauffeld, die allemaal op de een op andere manier later via de radio bekendheid verwierven (Foto: Archief NAA). Hans Knot, 11 augustus 2018
-
- 1
-
- herman stok
- van maasdam
-
(en 2 meer)
Getagd met: