Spring naar bijdragen
Wat fijn dat je Radiotrefpunt bezoekt! Dank daarvoor. Het onderhoud en beheer van de community kost geld. Help ons hiermee. Steun Radiotrepfunt en doneer. Alvast bedankt. ×

Doorzoek de gemeenschap

Toont resultaten voor tags 'rono'.

  • Zoeken op tags

    Voer tags gescheiden door een komma in.
  • Zoek op auteur

Soort bijdrage


Forums

  • Radio
    • Nederland
    • België
    • Verenigd Koninkrijk
    • Overige landen
    • LPAM (kleinvermogen AM)
    • Zeezenders
    • Radio Veronica
    • Radiovormgeving
    • Radiotechniek
  • Overig
    • MediaPages
    • Stamtafel
    • Help
    • Mededeling
    • Niet geregistreerde gebruikers

Blogs

  • Column
  • Nederland
  • Dossier
  • Recensie
  • België
  • Hitnoteringen
  • Testblog
  • Radio Erfgoed
  • Overige landen
  • Afspraken van Beheerders
  • Afspraken van Hitnoteringen
  • Blog van Radiotunes

Vind resultaten in...

Vind resultaten die bevatten...


Datum aangemaakt

  • Start

    Einde


Laatst bijgewerkt

  • Start

    Einde


Filter op aantal...

Geregistreerd

  • Start

    Einde


Groep


Website


Facebook


Twitter


Skype


Woonplaats


Interesses

6 resultaten gevonden

  1. hans knot

    Column Hans Knot: 17 juli 2021

    Laten we het maar weer eens hebben over de regionale omroepen met deze keer terug in de tijd naar de maand november 1970 toen de heer T.J. Kingma – in functie als hoofdadministrateur van de gemeente Leeuwarden – zijn zegje wenste te doen over de Regionale Omroep Noord en Oost. Kortweg RONO genoemd was dit radiostation actief in de noordelijke en oostelijke provincies. Volgens Kingma paste de RONO niet in de toenmalige Omroepwet. Want het RONO-gebied (Friesland, Groningen, Drenthe, Overijssel en een deel van Gelderland) voldeed volgens hem niet aan de criteria die de wetgever voor ogen stonden toen hij de regionale omroep mogelijk maakte. Kingma destijds: “Het gebied was en is niet een streek, waar eigen cultuurleven een voedingsbodem biedt voor geregelde radio- en televisie-uitzendingen.” Hij uitte dit op 25 november 1970 tijdens een in Leeuwarden gehouden symposion over regionale omroep. Wel was het volgens hem zo dat een verkleinde versie van de RONO, mogelijk de regionale omroep Oost, voor een bepaald Saksisch gebied met een eigen levensstijl nog best een dergelijke functie kon krijgen. Kingma vond dat de inhoud van een regionaal radio- en tv-programma zo diende te zijn gelijk aan wat ook het bestaansrecht van een regionale pers was. “Voor een goede regionale omroep lijkt mij dan ook een sfeer van samenwerking met de regionale pers noodzakelijk. Waarbij de regionale omroep wel dient te worden behoed voor het oubollige, het te folkloristische, het te heemschutterige". Hij pleitte voor een programma dat ‘regionaalmodern’ diende te zijn en als zodanig ook bij de luisteraars diende over te komen. Daarbij zou bijvoorbeeld een hard interview ook plaats kunnen vinden. Tevens gooide hij met termen als een ‘hard-boiled actueel programma.’ Gemeld kan nog worden dat het symposion in Leeuwarden voornamelijk een Friese aangelegenheid was. Nadat de adjunct-directeur van het Economisch Technologisch Instituut voor Friesland, dr. J. H. Zoon, omstandig had duidelijk gemaakt dat Friesland naar binnen en naar buiten toe ‘eigenheid’ heeft, en er tevens de retorische vraag aan had gekoppeld welke regio zich beter zou lenen voor regionale televisie dan juist de provincie Friesland, vulde Kingma hem aan met de opmerking dat een nieuwe regionale omroep voor Friesland diende te worden opgestart. Daarbij zou volgens hem stellig een eigen autonome Friese programmaraad dienen te komen. Uiteraard met Friese programmamakers en het liefst zoveel mogelijk programma’s in de Friese taal. Maar het was niet alleen een Friese aangelegenheid want tijdens dit voornoemde symposium in november 1970 was ook de voorzitter van de Nederlandse Omroep Stichting (NOS) de heer E. A. Schüttenhelm aanwezig. Hij voorspelde dat er wat de regionale omroepen in Nederland betrof een storm zou gaan opsteken. Oom Emiel, zoals Schüttenhelm in de Hilversumse wandelgangen wel werd genoemd, hield zich buiten de discussie over de RONO, hij stelde wel dat men er maar vanuit diende te gaan dat er in de toekomst ook ruimte zou zijn voor regionale televisie programma’s. Volgens hem zouden er genoeg financiën voor een dergelijk project in de daarop volgende jaren beschikbaar komen. Kingma stelde dat, wanneer er regionale televisie zou komen, er in Friesland al een keuze was gemaakt, namelijk regionale televisie onder de vleugels van de NOS. Deze beslissing was genomen omdat de andere mogelijkheid die de toenmalige omroepwet gaf, namelijk een eigen representatieve onderneming voor het betreffende gewest, als zendgemachtigde niet haalbaar was, gelet op het financiële plaatje. Afsluitend kan worden gemeld dat in het Journaal van acht uur die avond een kort item was te zien waarin werd vermeld dat er een bijeenkomst was geweest in Leeuwarden waar een speciale afvaardiging van de NOS bij aanwezig was geweest onder leiding van Oom Emiel. Zo werd hij door eigen mensen nog eens in het voetlicht gezet. Nog even dit: Radio Fryslan werd pas een zelfstandige regionale omroep (Omrop Fryslân) in 1988 en verzorgde in de eerste jaren alleen radioprogramma’s terwijl in 1994 voor het eerst televisieprogramma’s werden uitgezonden. De volgende column wordt, vanwege de zomer tweewekelijks, op 31 juli gepubliceerd. Hans Knot, 17 juli 2021
  2. Je kunt het je niet meer voorstellen dat de regelgeving inzake het binnenkomen in Nederland of het verlaten van ons land decennia geleden anders was geregeld. De kleinere grensovergangen hadden nog wel grensbewaking en na een bepaalde tijd gingen die overgangen gewoon op slot en diende men een andere plek te vinden om de grens te overschrijden. Soms werd daar een uitzondering op gemaakt, waarbij die vaak in een weekend werd toegepast. Zo werd op 9 februari 1973 in de regionale pers bekend gemaakt dat in de nacht van de daarop volgende zaterdag op zondag de grensovergang bij het Groningse Bourtange extra geopend zou worden tussen half 1 en 1 uur in de nacht. Hiertoe was besloten omdat de immens populaire Volendamse formatie The Cats op de zaterdagavond een optreden verzorgde in een van de veel bezochte uitgaanscentra van de provincie Groningen, Hotel Beijering in Vlagtwedde. Je vraagt je dan af wat dat dan te maken had met het extra openen van die grensovergang als ging om een formatie uit Volendam die in het Nederlandse Vlagtwedde optrad. Wel er werden, naast de nodige landgenoten, die avond rond de 300 Duitse fans van The Cats verwacht en de grenswachten aan beide kanten van de grens hadden, toen het verzoek tot extra opening werd gedaan, enthousiast gereageerd en hun medewerking toegezegd. Het is niet bekend of er ook een paar bosjes paling bij de posten werden afgeleverd. Er was in die oostelijke hoek van de provincie Groningen meer aan muzikale klanken te genieten, hoewel daar een heel ander soort publiek aanwezig was in het Geert Teis Centrum in Stadskanaal. Daar vond die avond een bijeenkomst plaats van de Carnavalsvereniging De Scheepsjoagers, die er onder meer Vico Torianni lieten optreden en tot erelid van de vereniging benoemden. Vico was in het oostelijk deel van ons land behoorlijk populair in de jaren zestig van de vorige eeuw, waarbij hij veelvuldig met een eigen televisieshow, compleet met het bereiden van maaltijden in zijn eigen restaurant, was te bewonderen via de Duitse televisie. Vooral bij de jonge, vrouwelijke generatie viel hij goed en zijn platen werden door voornoemde groep dan ook volop gekocht. In de regionale krant werd hij trouwens aangekondigd als operette-ster terwijl hij vooral vrolijke schlagers aan het vinyl toevertrouwde. Hij kreeg de versierselen uitgereikt door Prins Cor de Eerste en direct nadien stal hij de show door een van de obers in de zaal een blad vol met glazen wijn uit de handen te nemen en deze toe te voegen dat hijzelf een veel betere ober was dan de verblufte medewerker van Geert Teis Centrum. Nog even terug wat er destijds in 1973 zoal over de grenzen met de buurlanden kwam, want een woordvoerder van de Duitse douane maakte in februari van dat jaar bekend dat men de indruk had dat de illegale handel in sexblaadjes tussen Nederlandse en West Duitse pornohandelaren een enorme opleving meemaakte. Het zou daarbij voornamelijk zijn gegaan om uit Denemarken afkomstige zogenaamde harde pornografie. Aangezien in ons land het betreffende materiaal goedkoper was dan in West Duitsland vond er meer smokkel richting het oosten plaats. Zo werden in de week, voordat de woordvoerder naar buiten trad, drie mannen aangehouden bij de grenspost Etten-Leur die in hun auto liefst tweeduizend tijdschriften naar West Duitsland wilden smokkelen. Het drietal was al een tijdje op de korrel van de grenswachten en de partij, ter waarde van 12.000 gulden, werd in beslag genomen terwijl het drietal naar het politiebureau van Kleef werd overgebracht. Het bericht in februari 1973 inzake de Regionale Omroep Noord en Oost kwam bij mij over als het aanbieden van een broze beschuit aan een kind, die het in zijn handen nam en tot vele korreltjes kneep. Het werd namelijk bekend dat de RONO er 10 uur aan radiozendtijd bij zou krijgen. Op dat moment had men twee uur per dag zendtijd maar die tien extra uren waren niet voor een dag en niet voor een week en zelfs niet voor een maand bedoeld. Nee men kreeg die 10 uren erbij om verdeeld over het gehele jaar te gebruiken, wat neerkwam op liefst 12 minuten aan extra zendtijd per week. Vervolgens werd besloten de extra minuten specifiek te gebruiken voor schoolprogramma’s in de Friese taal, die via de FM-zender in Irnsum werden uitgezonden. De toenmalige minister voor Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk werk, Engels, had besloten tot de uitbreiding na overleg met de NOS en de Omroepraad. In de tijd dat het speciale programma er via de zender Irnsum werd uitgezonden werden vervolgens de programma’s van Hilversum III daarvoor onderbroken. In de maand februari 1973 werd er ook een voorname stap vooruit genomen door de gezagvoerders binnen de BBC. Via een brief aan alle televisie-producers, al dan niet in dienst van de staatsomroep in Groot Brittannië, werd bekend gemaakt dat in bijzondere omstandigheden in de toekomst naaktbeelden via de televisie mochten worden uitgezonden, hoewel expliciete seks-scenes verboden bleven. Het rondschrijven verscheen naar aanleiding van een televisieserie, ‘Elisabeth R’, die een grote kijkdichtheid had gekregen nadat er een scène in voor kwam waarin te zien was dat een naakt meisje het bed van de koning van Frankrijk verliet. Let wel, we hebben het over 1973. Een vraag kwam bij mij binnen per e mail: Moet Etten-Leur misschien een andere grensovergang zijn? Want Etten-Leur ligt in noord Brabant nabij de grens met België. Denk daarbij aan een doorgaande route. Dus ik denk dat ze bij die post zijn aangehouden op doorroute naar Duitsland en bij een controle zijn ze gepakt. Dus of ze wilden vanuit België via Nederland naar Duitsland maar eerder, denk ik via België naar Duitsland. Destijds is niet precies aangegeven welke richting ze gingen of wilden gaan. Wordt vervolgd. Hans Knot, 1 mei 2021
  3. Goede Vrijdag viel in 1965 op 16 april. Het was voor de RONO, de Regionale Omroep Noord en Oost, dat destijds slechts beperkt zendtijd had, bijzonder dat er voor de Goede Vrijdag een speciaal samengesteld programma tussen kwart voor 7 en kwart voor acht in de avond werd uitgezonden. Het bijzondere was het interregionale karakter dat ontwerper en producer van het programma, Jan Peters, in deze uitzending had gelegd. In nauw overleg en in samen werking met de Friese, Groningse en Drentse redacties was het hem gelukt verschillende dialecten van de vier RONO-streektalen tot één geheel te componeren. Er was voor acht onderwerpen gekozen die handelden rond algemeen menselijke lijdensbeelden, samenhangend en in verband gebracht met Goede Vrijdag. Het gebruikelijke Oost programma, dat normaal op de vrijdag werd uitgezonden, kwam te vervallen. In plaats daarvan leverde de redactie Oost onderwerpen aan voor het interregionale dialecten programma. Op Goede Vrijdag werd ook bekend gemaakt dat in het Zuid-Vietnamese Da Nang agent La Daoe was terecht gesteld. Enkele weken daarvoor was hij aangehouden omdat hij in een draagbare radio explosieven vervoerde. Bij verhoor bekende hij lid te zijn van de communistische Vietcong en tevens dat hij opdracht had gekregen een Amerikaans hotel in Da Nang op te blazen. De executie van La Daoe vond plaats door een vuurpeloton van Zuid Vietnamese militairen in het voetbalstadion van Da Nang, dat voor het publiek trouwens was gesloten. Wel werd de terechtstelling bijgewoond door vertegenwoordigers van de pers. Ook was er onrust in Hilversum, en wel naar aanleiding van een aankondiging dat er spoedig verspreiding zou plaats gaan vinden van een nieuw omroepblad, gratis uit te delen, in de grotere steden van Nederland. Op een bijeenkomst van vertegenwoordigers van de destijds bestaande omroepverenigingen, die binnen een gezamenlijke federatie actief waren, werd bekend gemaakt dat wanneer derden onrechtmatig omroepgegevens zich toeëigenden en publiceerden, maatregelen zouden worden genomen om verdere publicatie te voorkomen. De auteursrechten van de omroepgegevens lagen bij de omroeporganisaties, wat zowel betrekking had op de uitgebreide gegevens die in Nederland werden gepubliceerd in de omroepgidsen als wel de korte gegevens die beschikbaar werden gesteld voor publicatie in het buitenland. Vele malen in de daarop volgende decennia zou het onderwerp telkens terugkeren wanneer weer een uitgeverij of krantenredactie met het idee kwam alle gegevens zondermeer te publiceren. Dan was er nogal wat onrust in de kringen van de VARA. In mei 1965 kwam naar buiten dat er besloten was een aantal programma’s geen doorgang te laten gaan op de televisieavonden van deze omroep. Zo bleek een gepland programma ‘Te Gast bij Yoka’ door de leiding van de omroep niet goed genoeg bevonden was voor uitzending en dus geschrapt werd uit de planning. Presentatrice van het programma was Yoka Berretty, een van het presentatieteam van het roemruchtige ‘Zo is het toevallig ook nog een keer’. Te gast was de cineast Jan Vrijman die in het programma enkele vrienden ontmoette en zijn favoriete artiesten liet optreden. Het programma, onder regie van Nico Knapper, werd door de leiding van de VARA niet goed genoeg bevonden. Het lag afhankelijk in de bedoeling dat een serie van deze programma’s zou worden gebracht waarin telkens een bekende Nederlander te gast was en tevens zijn medegasten mocht uitnodigen. Maar de leiding stelde dat het idee van deze programma’s goed was maar beslist niet goed was uitgewerkt. Joop Simons was destijds hoofd gevarieerde programma’s van de VARA en stelde destijds gevraagd zeer teleurgesteld te zijn en dat het niet uitzenden van het programma en grote klap was voor Vrijman en Berretty. Wel voegde hij er aan toe dat het heel duidelijk was afgesproken dat het om een proefprogramma zou gaan. Ook een ander programma, waarvoor een proefaflevering was gemaakt, bleek niet door te gaan. Het was een showprogramma rond Tobby, de toeteraar, Rix en zijn zoon Jerry. Daar was echter een andere reden voor het niet uitzenden, namelijk dat beide heren teveel geld vroegen. Als klap op de vuurpijl maakte de VARA leiding bekend dat een voor zondag 23 mei geplande uitzending van ‘Anders dan Anderen’, waarin Mies Bouman bekende Nederlanders op slinkse wijze naar de studio leidde en confronteerde met voor haar of hem bekende personen, niet doorging. Reden was dat de redactie van het programma erachter was gekomen dat de betreffende persoon voor die zondag geen zin had plaats te nemen in het programma van Mies Bouman. Het is niet bekend geworden om welke persoon dit ging. Hoeveel leden de VARA die week door de negatieve publiciteit heeft verloren is niet te achterhalen. Hans Knot, 8 september 20018 Foto: Yoka Berretty (Wikipedia)
  4. Gelijk aan de laatste twee zaterdagen ga ik met je terug naar de laatste week van mei 1971 en al bladerend door een map met knipsels schiet ik in een grote lachbui want wat was die tijd toch mooi. Ikzelf was in mijn 22ste levensjaar en was al nauw betrokken bij het schrijven voor het blad Pirate Radio News. In de weken na de aanslag op het zendschip van Radio Noordzee verdiepte ik mij meer en meer in de door mij verzamelde krantenartikelen over radio en de diverse tijdschriften die er over dit onderwerp, vaak op gestencilde blaadjes, in de loop der jaren waren verschenen. Dit leidde tot een soort van scriptie die als titel: ‘The fight for free radio’ meekreeg. Die werd als bijlage meegestuurd met een van de edities van Pirate Radio News (PRN) en vervolgens werd ik benaderd om een vergadering van de redactie van het tijdschrift in Amsterdam bij te wonen, ten huize van Wim Herrebrugh. Verdere aanwezigen waren Dick van Schenk Brill, die samen met Wim aan de oprichting van Pirate Radio News in 1968 had gestaan, en Jacob Kokje. Wim en Dick gaven beiden tijdens deze vergadering aan minder tijd te kunnen steken in redactie van het tijdschrift en mij het voorstel deden de eindredactie van PRN te gaan doen. Ik vroeg bedenktijd want ik had, naast mijn werk bij het EGD te Groningen, nog een behoorlijke taak binnen de ziekenomroep Halte Lijn 4 van het RKZ te Groningen en binnen de omroep van het toenmalige sanatorium Beatrixoord te Haren. Uiteindelijk heb ik toegestemd en gingen Jacob en ik niet alleen inhoudelijk het blad vullen maar werd er ook volop gewerkt aan het veranderen van de lay-out en het drukproces naar offset. Maar bovenstaand was niet de reden tot de grote lachbui, dat had meer te maken met een berichtje dat wij hadden gemaakt in PRN dat later ook uitgebreid op de voorpagina van de regionale krant, het Nieuwsblad van het Noorden, was te lezen. Op 27 mei 1971 wist de redactie van deze krant te melden dat er volgens de programmamakers van de RONO, de Regionale Omroep Noord en Oost, er een piratenzender op de Waddenzee zou komen. ‘Een piratenzender dat zal gaan uitzenden volgens de formule van Radio Nordsee zou, als de berichten hieromtrent juist zijn, momenteel ergens in Nederland afgebouwd worden. Volgens de berichten is het de bedoeling dat het zendschip ergens boven de Waddeneilanden gaat liggen. Het zal zich vooral op het Noorden en Oosten van ons land gaan richten. De naam zou Radio Enterprise zijn’. De journalist van het Nieuwsblad van het Noorden had dus wel geluisterd maar niet de juiste aantekeningen gemaakt want de naam van het schip zou Enterprise zijn, terwijl een andere naam als toekomstige naam voor het radiostation werd genoemd in het programma van de RONO. Men ging verder met: ‘Volgens de inlichtingen die men had ontvangen zou de opzet voor tachtig procent rond zijn. In Groningen zou een proefstudio zijn ingericht en als financier werd ondermeer Danlon uit Emmen genoemd. De directie van dit bedrijf zegt echter van niets te weten.’ Een woordvoerder van Danlon daarover: “Misschien worden we wel genoemd omdat we wel eens adverteren via Radio Veronica, maar er is ons niets bekend van een dergelijk schip. We zijn dan ook door niemand benaderd.” En aangezien het Nieuwsblad van het Noorden binnen de Gemeenschappelijke Persdienst actief was en het stukje op de voorpagina een plek had gevonden werd het door een aantal andere lokale en regionale kranten overgenomen. Slechts een dag later, op vrijdag 28 mei 1971, meldde het Nieuwsblad van het Noorden, andermaal op de voorpagina, dat de RONO er was in gevlogen en zelfs de toenmalige premier De Jong. Men zou, aldus de krant, slachtoffer zijn geworden van een grap van twee Groninger deejays. In een Groninger bar hadden ze opnamen laten horen van het toekomstige station aan een van de medewerkers van de RONO die in zijn enthousiasme het bericht zo fantastisch vond dat hij het, zonder op waarheid te checken, de ether in stuurde. Men ging bij de regionale omroep nog een stapje verder door een reactie te vragen in Den Haag en wel aan de demissionaire premier de Jong. In de daaraan voorafgaande week had een aantal berichten gestaan in diverse kranten inzake de plannen tot maatregelen tegen de zeezenders. De Jong reageerde dan ook met een verklaring weinig mogelijkheden te zien voor etherpiraten, aangezien het demissionaire kabinet had besloten het Verdrag van Straatsburg aan de Staten-Generaal ter ratificatie voor te leggen. Een nog niet genomen aanpassing van de Telefoon- en Telegraafwet stond slechts nog maatregelen tegen de zeezenders in de weg. Maar waar zat nu de grap? Twee Groninger programmamakers van de ziekenomroep hadden in een bar de radiomaker van de RONO, die vaker in die uitbating kwam, over de plannen verteld. Ze hadden deze eerder verzonnen in de studio van de ziekenomroep en hem in de kroeg de ‘ins en outs’ verteld over het project, waarvoor ze benaderd waren om deejay te worden. Ook vertelden ze hem dat het schip in de Duitse Bocht voor anker zou gaan en dat naast Danlon de tabaksfirma Niemeijer als financier was aangetrokken. Namen van programmamakers waren er ook volop: Hans Manspijk (Hans Spijkerman), Rudie Drent (Rudi van den Hende), Reinier de Vos (Egbert Knot), Rob Slager (Rob Bakker), Ton Vogt (Hans Knot) en verder de Duitse programmamakers Dieter Meuling, Horst Olofsen en Rein Horner. Deze drie laatsten waren niet bestaande personen. Trouwens ook de naam van het schip en de naam van het toekomstige radiostation, Radio Angelina, bestonden niet maar waren verzonnen. Nepnieuws zouden we het nu noemen, toen werd het naar buiten gebracht om de geloofwaardigheid van de programmamaker van de RONO te testen. Trouwens één van voornoemde personen kreeg een mooie en langdurig loopbaan als technicus bij de RONO (later RTV Noord), te weten Rob Bakker en een andere was in 1999 als Ton Vogt te horen op de zeezender Offshore 98. En dat was nog maar het begin van de diversiteit aan activiteiten op radiogebied van Hans Knot. Hans Knot, 16 juni 2018 Foto: Ton Vogt (archief Hans Knot)
  5. Recentelijk was ik in mijn archief aan het zoeken naar een aantal berichten uit maart 1968 toen mijn oog ook viel op aantekeningen betreffende de toen geplande veranderingen binnen de RONO. In die tijd waren er maar een paar regionale radiostations actief waaronder de RONO, wat stond voor Regionale Omroep Noord en Oost. Een situatie die je heden ten dage niet meer kunt voorstellen. Een korte historische terugblik. De hoofdstudio van de RONO was gevestigd aan het Martinikerkhof te Groningen terwijl er ook studio’s waren in Leeuwarden en Enschede. In Leeuwarden was in 1966 een nieuwe studio geplaatst die echter in de daarop volgende twee jaren nauwelijks werd gebruikt. Morrend was daar wel het nodige commentaar op geweest maar er zou spoedig verandering in komen doordat er besloten werd de redactie van het Friese programma, tot op dat moment nog actief vanuit Groningen, zou gaan verhuizen van het gebouw aan de Prinsenhof in Groningen naar het gebouw aan de Prinsentuin in Leeuwarden. Begin maart 1968 werd de laatste hand gelegd aan de inrichting van de toen nieuwe kantoorruimten die gevestigd waren boven het voor die tijd zeer goed uitgeruste radiostudio. Al veel eerder waren er plannen voor het stichten van een eigen studio voor de regionale omroep in Friesland. Al in 1957 waren vertegenwoordigers van de ‘Kuktuerried’ (Cultuurraad), van de gemeente Leeuwarden en de Nederlandse Radio Unie in besprekingen om te komen tot het stichten van een eigen radiostudio in de Friese hoofdstad. Twee jaar later sprak de leiding van de Nederlandse Radio Unie (NRU) zich uit tot bereidheid ter ondersteuning en financiering, mitst de gemeente Leeuwarden een goede locatie zou vinden. Wel diende de te bouwen studio dan de naamgeving ‘hulpstudio’ te krijgen waarbij de studio in Groningen de belangrijkste zou blijven binnen de RONO. Studio RONO Prinsenhof Groningen 1972 (Collectie Paul Snoek) Ruimte werd dus gevonden in de Prinsentuinschool. Van hieruit werd vervolgens vanaf medio 1966 een deel van het Friese aandeel verzorgd in de programma's van de Regionale Omroep Noord en Oost. In 1968 kreeg de studio meer ruimte en een modernere uitrusting. Het zou vervolgens tot 21 november 1977 duren alvorens er een afscheiding kwam en voor het eerst de naam 'Radio Fryslân' door de ether klonk. In 1988 veranderde de naam Radio Fryslân in Omrop Fryslân. Naast radio wordt er sindsdien ook televisie gemaakt. In 1999 verhuisde de Omroep naar een nieuw gebouw aan de Zuiderkruisweg op een industrieterrein in Leeuwarden, van waaruit men nog steeds actief is. In 1965 werd de renovatie van de studio van de RONO in Enschede voltooid, waarover ik eerder uitgebreid meldde in een artikel op Mediapages. In maart 1968 werd tevens bekend dat voor de bediening van de studio in Enschede spoedig een eigen technicus zou worden aangesteld. Tot op dat moment werd er steeds gebruik gemaakt van één van de drie technici vanuit Groningen, die dus veel onnodig heen en weer reisde en zijn tijd verdeelde tussen Groningen, Leeuwarden en Enschede. De verwachting was dan ook, zodra een nieuwe technicus was aangesteld voor alleen de activiteiten in Enschede, het anderhalf jaar eerder stopgezette programma gericht op Oost Nederland, hervat zou gaan worden. Het Oost-programma omvatte destijds de provincies Overijssel en Gelderland. Ook werd besloten dat er twee journalisten zouden worden ingezet, die tevens gestationeerd werden in Overijssel. Zoals al gesteld een situatie mogelijk in 1968 maar die je nu voor onmogelijk houdt. Tenslotte, wat betreft de RONO, verwijs ik U naar een aantal fotopagina’s, dat ik samenstelde naar aanleiding van de verbouwing van het studiocomplex aan het Prinsenhof in Groningen in het begin van de jaren zeventig van de vorige eeuw; foto’s uit de collectie van oud NRU medewerker Paul Snoek. Hans Knot, 29 februari 2016
  6. hans knot

    1970 25 jarig bestaan RONO

    In de nostalgische terugblik van deze week neem ik je mee naar de maand mei 1970 toen er een feestje gevierd diende te worden aan het Martinikerkhof in Groningen, alwaar destijds de radiostudio’s waren gevestigd van de regionale omroep in het noorden van ons land, de RONO, hetgeen stond voor Regionale Omroep Noord en Oost. Het ontstaan leidde eigenlijk naar 16 mei 1945 want toen verzorgde de O.P.M.C. (Omroep Provinciaal Militair Commissariaat) de eerste regionale uitzending via het radio-distributienet van de PTT in de stad Groningen. Later volgden uitzendingen voor de provincies Groningen, Friesland en Drenthe. Na enkele maanden werd de O.P.M.C. - opgericht om te voorzien in de grote nieuwshonger in een tijd dat de westelijke en zuidelijke actieve radiostations bijna niet of geheel niet konden worden ontvangen, opgeheven. Maar dat betekende geen einde aan deze uitzendingen want de taken werden overgenomen door de RON, de Regionale Omroep Noord, hetgeen later werd uitgebreid met nog een O die werd toegevoegd, omdat ook het oosten van Nederland werd bereikt met haar programma’s. Rond het 25-jarig bestaan in 1970 had de RONO ook aanmerkelijk meer zendtijd en stond zij in het middelpunt van de belangstelling in die gebieden waar men was te ontvangen. Immers was er nog lang geen commerciële radio in ons land, laat staan dat er ruimte was voor lokale radiostations. Men bracht gemiddeld rond de achttien zenduren per week en dat was in 1970 bijna het dubbele van het aantal radiouren dat bijvoorbeeld de TROS en de VPRO ter beschikking hadden. Men durfe op het Martinkerkhof wel enigszins trots te zijn en bracht naar buiten dat de RONO ruwweg half Nederland als verzorgingsgebied had met rond de vier miljoen inwoners: de provincies Groningen, Friesland, Drenthe, Overijssel en geheel Gelderland. De RONO stond vijfentwintig jaar na de eerste regionale radiouitzending in Groningen, model voor de toekomstige regionale omroepen, zoals de toenmalige minister van CRM, mevr. Klompé, die in gedachten had. Dat betekende dat in de eerste plaats regionale omroep onder verantwoordelijkheid viel van de NOS, dit volgens het artikel 47a uit de Omroepwet. Het was weliswaar mogelijk om ook zelf met een regionale omroep te beginnen, maar om een zendmachtiging te verkrijgen volgens artikel 47b, diende men een voor een stad, streek of gewest representatieve culturele instelling te zijn. En of men dit daadwerkelijk was bepaalde weer de minister. Klompé had in haar laatste beschikking destijds trouwens definitief bepaald dat de NOS de verzorging van de regionale radioprogramma's van de RONO op zich diende te nemen. Daartegen bestond nog wel behoorlijk wat tegenstand. Sommigen zouden graag zien, dat men ook buiten de NOS in de gelegenheid gesteld zou worden om regionale programma's te verzorgen. Dit met het argument, dat men dan tot een betere, meer gerichte aanpak zou kunnen komen. Was het echter een groot bezwaar in 1970 te moeten werken onder de vleugels van de NOS werd er door een journalist van het Nieuwsblad van het Noorden destijds gevraagd aan de directeur van de RONO, de heer A. M. van der Veen. Hij was van mening dat het totaal geen probleem was: “Ik ben echt zeer tevreden met de beschikking van de minister. Ik zie namelijk niet in concreto, welke mogelijkheden er voor de RONO zijn, als we volgens artikel 47b zouden moeten werken. Want hoe kom je aan voldoende geld, aan materiaal, noem maar op. Dat allemaal binnen de wet, waarbij je er dan vanuit dient te gaan, dat zo’n omroepinstelling geen winst mag beogen." Van der Veen was bovendien van mening, dat de beschikking van de minister juist bijzonder veel mogelijkheden voor de RONO — of een andere regionale omroep — openliet: “Kijk, in die beschikking staat, dat we zendtijd krijgen toegewezen van 18 tot 20 uur, elke dag. Dat houdt dus in, dat we per dag twee uur bezig kunnen zijn. Maar er staat ook bij, dat het programma van de Regionale Omroep Noord en Oost wordt uitgezonden: a. over de AM-zenders Hoogezand en Hengelo; b. over de FM-zenders die in de provincies Groningen, Friesland, Drenthe, Overijssel en Gelderland worden ontvangen; c. over de derde lijn van de draadomroep in het door deze zenders bestreken gebied. En dat geeft ons heel wat mogelijkheden." In de toekomst kijkend in 1970 was er volgens de directeur van de RONO de mogelijkheid om per provincie iedere avond op hetzelfde tijdstip een eigen regionaal programma te maken gericht op de inwoners van de betreffende provincie. Zo waren er plannen om de zender Markelo, die begin 1970 nog hetzelfde programma als de zender opgesteld in Hoogezand uitstraalde, los te koppelen. Al eerder had men binnen de RONO besloten drie keer per week de zender Irnsum van het totaal programma los te koppelen om via die zender een speciaal programma gericht op de Friese luisteraars uit te stralen. Stap voor stap ging men verder door niet alleen een totaal regionaal programma te verzorgen maar ook voor de regio’s Friesland en de regio Oost, ofwel Overijssel en Gelderland. Uiteindelijk zouden diverse ontkoppelingen leidden tot een Gronings, Drents, Fries en Overijssels-Gelders programma. Wel betekende het dat er meer dan 2 uren aan productie per dag dienden te worden gemaakt. Pas jaren later zou deze regionale omroep worden opgesplitst in regionale radio (en later televisie) stations gericht per provincie waarbij de naam RONO verviel en in Groningen niet gekozen werd voor de naam Radio Groningen maar Radio (RTV) Noord. Op 19 oktober 1977 was het zover dat er aan het eerder gememoreerde Martinikerkhof andermaal een feestje kon worden gevierd met de start van Radio Noord in de nieuw ingerichte studios. Bron Nieuwsblad van het Noorden 1970 Knot, Hans (2012) Klein, maar robuust. Ing. Paul. M. Snoek. Een werkend leven lang voor de radio. Stichting Media Communicatie, Amstelveen. Foto’s: collectie Paul Snoek Hans Knot, 24 juni 2017
×
×
  • Nieuwe aanmaken...

Belangrijke informatie

Door gebruik te maken van deze website ga je akkoord met Gebruiksvoorwaarden, Privacybeleid en Richtlijnen.