Spring naar bijdragen
Wat fijn dat je Radiotrefpunt bezoekt! Dank daarvoor. Het onderhoud en beheer van de community kost geld. Help ons hiermee. Steun Radiotrepfunt en doneer. Alvast bedankt. ×

Doorzoek de gemeenschap

Toont resultaten voor tags 'ruimtevaart'.

  • Zoeken op tags

    Voer tags gescheiden door een komma in.
  • Zoek op auteur

Soort bijdrage


Forums

  • Radio
    • Nederland
    • België
    • Verenigd Koninkrijk
    • Overige landen
    • LPAM (kleinvermogen AM)
    • Zeezenders
    • Radio Veronica
    • Radiovormgeving
    • Radiotechniek
  • Overig
    • MediaPages
    • Stamtafel
    • Help
    • Mededeling
    • Niet geregistreerde gebruikers

Blogs

  • Column
  • Nederland
  • Dossier
  • Recensie
  • België
  • Hitnoteringen
  • Testblog
  • Radio Erfgoed
  • Overige landen
  • Afspraken van Beheerders
  • Afspraken van Hitnoteringen
  • Blog van Radiotunes

Vind resultaten in...

Vind resultaten die bevatten...


Datum aangemaakt

  • Start

    Einde


Laatst bijgewerkt

  • Start

    Einde


Filter op aantal...

Geregistreerd

  • Start

    Einde


Groep


Website


Facebook


Twitter


Skype


Woonplaats


Interesses

2 resultaten gevonden

  1. Het is ieder weekend weer tijd voor om mij in te lezen en na te denken wat er in een van de komende columns als onderwerp kan worden gebracht. Immers in zeven decennia van het leven is veel ons voorbij gekomen en bij gebleven. Wel weet ik dat het dagelijkse radio beluisteren niet altijd even aangenaam was om te beleven, immers waren er vele wereldgebeurtenissen waarover je behoorlijk schrok en ze lang je bij bleven. Een voorbeeld van ruim een halve eeuw geleden. Het was op 17 april 1970 dat de wereld werd verrast met de berichtgeving betreffende zware problemen met de tocht van de Apollo 13. Tijdens de reis was er namelijk een zuurstoftank aan boord ontploft. De Apollo 13 was op dat moment met de astronauten Jim Lovell – die tevens als commandant aan boord was -, Jack Swigert en Fred Haise op weg naar de maan. De eerste beslissing, die werd genomen, was de voorgenomen maanlanding af te gelasten, vrijwel direct gevolgd door de mededeling dat besloten was de reis naar de maan af te blazen en naar de aarde terug te keren. Twee dagen eerder was de vlucht begonnen en op het moment, nadat de ontploffing had plaatsgevonden, meldde het team zich met de woorden: “Houston we’ve a problem.” Later bleek bij inspectie dat niet alleen de tweede zuurstoftank was ontploft maar ook het ventiel van de eerste zuurstoftank beschadigd was. Hierdoor was de hele voorraad binnen een paar uur verloren gegaan. Ook was er geen water meer en beperkte energie, waardoor bijvoorbeeld de raketmotor niet meer optimaal gebruikt kon worden. Het mag een geluk worden genoemd dat destijds niet de maanlander, Aquarius, beschadigd werd want anders was een terugkeer naar de aarde onmogelijk geworden. De maanlander werd vervolgens technisch ingezet en zo kreeg men toch de benodigde energie, water en zuurstof. Ook werd de motor van de maanlander gebruikt om terug te keren naar de aarde. Wel was men natuurlijk beperkt omdat de voorraad zuurstof bij de maanlander niet meer was dan voor twee dagen voor twee personen. Energiebesparing was de oplossing en alleen de broodnodige apparatuur werd nog ingezet. Zo kreeg de bemanning ook geen toestemming om naar buiten te gaan om de schade van dichtbij te bekijken. Het zou alleen maar onnodig lucht hebben gekost. Uiteindelijk diende de maanlander, vlak voor de terugkeer naar de aarde, te worden afgestoten daar het er niet op gebouwd was om op de aarde te landen. De Apollo 13 werd vervolgens naar een veilige plek in de Stille Oceaan gemanoeuvreerd en keerde de bemanning veilig terug uit de ruimte. Amerika kon weer rustig slapen gaan. Maar later in het jaar werd bij het opstaan het nieuws van 7 uur op Hilversum 1 beluisterd en was het andermaal of een zwarte dag op ons afkwam bij het aanhoren van de berichtgeving. Op 9 november van 1970 kwam in het Franse plaatsje Colombey-les-Deux-Eglises de staatsman Charles De Gaulle op 79-jarige leeftijd te overlijden. Hij was op 22 november in 1890 in Lille geboren en toonde zich op zeer jeugdige leeftijd al nationalistisch. Hij nam de wapenen voor het eerst op tijdens de Eerste Wereldoorlog en was onder meer betrokken bij de Slag van Verdun. Hij raakte daar niet alleen zwaargewond tijdens de gevechten maar werd ook nog eens gearresteerd door de Duitsers en afgevoerd als krijgsgevangene. De Gaulle werd aan het begin van de Tweede Wereldoorlog bevorderd tot brigadegeneraal en kreeg bekendheid toen hij vanuit Engeland op 18 juni 1940 het verslagen Frankrijk toesprak. "Frankrijk heeft een slag verloren, niet de oorlog" werden legendarische woorden. Op 14 juni 1944 keerde hij terug naar Frankrijk en werd als een held binnengehaald. Ook werd hij de leider van de regering, waar hij in 1946 aftrad. In 1958 kwam De Gaulle opnieuw in de regering en zorgde ervoor dat de president meer bevoegdheden kreeg. Hetzelfde jaar werd hij president van Frankrijk. In 1965 werd hij herkozen, maar door zijn dromen van een machtig Frankrijk in het centrum van de Europese macht kwam hij in conflict met Amerika, Duitsland en Engeland. Op 28 april 1969 trad hij af als president. Hij werd op het plaatselijke kerkhof begraven, aangezien hij eerder een staatsbegrafenis geweigerd had. Hij had tijdens zijn leven tevens vele onderscheidingen en eerbewijzen afgewezen. Het vliegveld bij Parijs kreeg na zijn dood de naam Aéroport Charles de Gaulle en ook het drukste plein van Parijs, bij de Arc de Triomphe werd omgedoopt tot Place Charles de Gaulle. Begin december 1970 werd bekend dat de regionale omroepen, die in de daarop volgende jaren in ons land gesticht zouden worden, ook reclamespots zouden gaan uitzenden. Deze reclame-uitzendingen dienden, zo werd in Den Haag bekend gemaakt, in elk geval door de Stichting Ether Reclame (STER) te worden verzorgd. Dit simpelweg omdat de toenmalige versie van de Omroepwet (artikel 50) alleen deze stichting het recht gaf reclame te verzorgen in de Nederlandse ether. Minister Klompé van CRM onderzocht destijds of er een mogelijkheid bestond de plaatselijke of regionale kranten op enigerlei wijze bij deze reclame-uitzendingen te betrekken. De zendmachtiging van de regionale omroepen kwam in eerste instantie te liggen bij de NOS in Hilversum. Dat betekende echter niet, dat het programma van die regionale stations in Hilversum werden gemaakt. Dat was immers ook met de RONO in het noorden en oosten en de ROZ in het zuiden niet het geval. Voor de toenmalige nieuwe regionale omroepen kwam er een plaatselijke programmaraad die volledige zeggenschap over de programmering kreeg. Hoeveel regionale stations in de daarop volgende jaren zouden komen was in december 1970 nog niet bekend. Ook was er vanuit het ministerie voor CRM geen enkele standplaats genoemd. Een speciale nota was in voorbereiding in de in lente van 1971 zou worden ingediend bij de Tweede Kamer, zodat deze nog voor de verkiezingen dat jaar in behandeling zou kunnen worden genomen. Het NOS-bestuur had aan minister Klompé geadviseerd te starten met veertien regionale omroepen. Daarvan zou er in elke provincie een gevestigd dienden te zijn met nog eens drie afzonderlijke omroepen in de steden Den Haag, Rotterdam en Amsterdam. Of de minister deze suggestie geheel zou volgen was destijds nog sterk de vraag. Wel sprak men de hoop uit dat de plannen zeker in de daarop volgende tien jaren konden worden gerealiseerd. Hans Knot, 13 maart 2021
  2. In de jaren vijftig en zestig bracht de televisie voor veel Nederlanders de wereld in hun huiskamer. Het medium maakte hun belevingswereld groter en de echte buitenwereld kleiner. De televisie werd een venster op de wereld en de wereld werd, zoals vaak wordt gezegd, een "global village". De uitzendingen van de Eurovisie — denk aan het songfestival — speelden daarbij een belangrijke rol. Tegen die achtergrond bespreekt ik de eerste vijftien jaar van de Eurovisie. Vandaag deel 2. Dolf van der Linden en Corry Brokken Foto Archief Soundscapes Gedurende de eerste jaren werden er al tal van initiatieven aangedragen te komen tot jaarlijks terugkerende evenementen, die via de Eurovisie uitgezonden konden worden. Die kwamen er ook. Ieder nieuw jaar begon en begint nog steeds met de uitzending van het Nieuwjaarsconcert vanuit Wenen, gevolgd door het skischans-springen in Garmisch Partenkirchen. Maar uitzonderlijk veel kijkers trekt jaarlijks het Eurovisie Songfestival dat in 1956 voor het eerst — vanuit het Zwitserse Lugano — werd georganiseerd. In 1958 mocht Nederland de organisatie daarvan voor de eerste keer verzorgen omdat Corrie Brokken in 1957 winnares werd met het liedje "Net Als Toen" Het was in september 1957 dat de programmacommissie van de EBU een vergadering belegde waarbij alle hoofden van de nieuwsafdelingen van de diverse omroepen werden uitgenodigd. De bedoeling was in de toekomst tot uitwisseling van nieuwsitems te komen. Als experiment werd er een Eurojournaal gemaakt, waaraan België, Nederland, Engeland, Frankrijk en Italië deelnamen. Het overlijden van Paus Pius XII op 9 oktober 1958 was aanleiding voor andere landen ook deel te gaan nemen. Op die manier werden ook de omroepen in Duitsland, Zweden en Denemarken betrokken bij de uitwisseling van nieuws. Ook het zogeheten "International Television News Agency" werd deelnemer. De eerste pogingen leken een groot succes maar om de hoek doken ook de problemen op. Deze leken niet alleen van financiële en technische aard maar ook het tijdstip, waarop de nieuwsuitwisseling moest gaan plaats vinden, bleek een probleem. Daarbij kwam nog de vraag hoe het technisch centrum uitgerust diende te worden en hoe de bestaande contracten met grote nieuwsagentschappen afgehandeld, dan wel gewijzigd, dienden te worden. De daarop volgende drie jaar was er onder meer een programma vanaf de Wereldtentoonstelling in Brussel in 1958. Vijftig miljoen kijkers in tien landen keken naar het programma "Rendez-vous van de Naties". Voor dit programma werden 19 camera's en 8 reportagewagens ingezet om een zo'n overzichtelijk mogelijk beeld te geven. Vervolgens werd in hetzelfde jaar voor de tweede maal verslag gedaan van de Wereldkampioenschappen Voetbal, dat in dat jaar werd gehouden in Zweden en door Brazilië werd gewonnen. In 1959 konden we onder meer rechtstreeks zien hoe President de Gaulle in Frankrijk werd geïnstalleerd, terwijl het eerste lustrum werd gevierd met een programma dat in tien landen tegelijk werd uitgestraald met de veelzeggende titel: "In een leunstoel door Europa". Het jaar daarop was er volop verslaggeving van de Olympische Spelen vanuit Rome, terwijl het jaar werd afgesloten met een verslag van de huwelijksplechtigheid van Koning Boudewijn en Koningin Fabiola van België. De eerste officieel vastgelegde vorm van internationale nieuwsuitwisseling werd een feit in augustus 1961 toen Nederland, Italië, Frankrijk en Groot-Brittannië een verbintenis aangingen voor regelmatige uitwisselingen van nieuwsitems. De wereld stond voor grote veranderingen en de gebeurtenissen van die dagen gaven aan berichtgeving een extra dimensie. Yuri Gagarin en John Glenn gingen de ruimte in; er was een grote opstand in Algerije, we hadden te maken met de moordaanslag op VN-voorzitter Dag Hammersköld en in Israël stond Adolf Eichmann voor de rechter. Hij zou uiteindelijk ter dood worden veroordeeld en iedere dag werden we via het beeldscherm op de hoogte gebracht van de ontwikkelingen in het nieuws. In eerste instantie waren er tussen de diverse landen onregelmatige vergaderingen maar al spoedig, begin 1962, werd besloten tot dagelijks overleg, hetgeen in de Franse en Engelse taal werd gevoerd. Het idee te komen tot dagelijkse vergaderingen was afkomstig van de in 1999 overleden, toenmalige programmacommissaris van de NTS (voorganger van de NOS) Rengelink. De uitvoering werd verder geregeld door de toenmalige hoofdredacteur van het NTS-Journaal, Carel Enkelaar. Nadat men tot overeenstemming was gekomen werd er iedere dag, om half tien in de ochtend, een verbinding tussen de verschillende landen gelegd. Een opsomming volgde van wat men zoal aan nieuwsitems had aan te bieden. Vervolgens werd vanuit Géneve, waar de EBU gevestigd was, gevraagd wie welk onderwerp wenste te hebben voor heruitzending. Vele uren later, om vijf uur in de middag, werden de gevraagde items, per lijnverbinding, doorgezonden en in de betreffende studio's van de deelnemende landen vastgelegd op magnetische band, tenminste als men een bepaald item had aangevraagd. Carel Enkelaar Foto Archief Soundscapes Maar inmiddels was de Eurovisie al lang niet meer de enige overkoepelende organisatie voor televisie in Europa. In februari 1960 was namelijk de Intervisie (OIRT) opgericht. Doel van deze organisatie was een soortgelijke samenwerking tussen de diverse landen in Oost-Europa. Ik noemde al even Yuri Gagarin, de Sovjetruimtevaarder. Middels samenwerking tussen Intervisie en Eurovisie kon, via een lijnverbinding tussen Rusland en Finland, mee gekeken worden naar de triomfantelijke ontvangst van de ruimtevaarder in Moskou. Tevens werden vervolgens op enkele plekken, nabij de grens tussen West- en Oost-Europa, koppelpunten aangelegd, waardoor uitwisseling van nieuwsitems tot de mogelijkheid behoorde. In 1961 was de verslaggeving omtrent de ontmoeting tussen president Kennedy van de VS en Chroestjow van de Sovjet-Unie een absoluut hoogtepunt, terwijl voor 1962 me het nog erg goed op het netvlies staat hoe de beelden vanuit de St. Bernardtunnel werden getoond. Doorboring was een feit en harde werkers uit Zwitserland en Italië konden elkaar de hand schudden. De tunnel was werkelijkheid geworden. Maar aangaande 1962 moet zeker de lancering van Telstar 1 op 10 juli worden genoemd. De kleine, bolvormige kunstmatige satelliet om de aarde was immers de eerste communicatiesatelliet, waardoor er beelden vanuit Amerika naar Europa konden worden gestraald. Na de lancering werd op 23 juli van dat jaar het eerste intercontinentale Eurovisieprogramma uitgestraald gericht op de kijkers in Noord-Amerika. Met de inzet van liefst 50 camera's en 20.000 kilometer aan straalverbindingen werden zowel de Europese als Amerikaanse kijkers bereikt, in totaal zo'n 150 miljoen. Verslag werd gedaan van de Lappen in Noord-Finland, de Sicilianen in Zuid-Europa, het Louvre in Parijs, de Sixtijnse kapel in Rome, de Britse kroonjuwelen en de activiteiten in een kernenergiecentrale in Zwitserland. Gagarin wordt gehuldigd op Rode Plein foto Archief Soundscapes Na de Telstar 1 werden er al spoedig meerdere communicatiesatellieten in een baan om de aarde gebracht, zoals de Relay 1 (gelanceerd op 13 december 1962), de Telstar 2 (gelanceerd op 7 mei 1963). Met behulp van deze en soortgelijke satellieten werd een start gemaakt met een lange serie van Mondovisie-programma's. In het eerste jaar vonden er liefst 63 uitzendingen plaats met een totale duur van 23 uur. De finale van het Mercury-project, de 34 uur durende ruimte-missie van majoor Gordon Cooper (16 mei 1963), de begrafenis van Paus Johannes XXIII (gestorven op 3 juni 1963) en het bezoek dat president Kennedy op eind juni aflegde aan West-Berlijn, Bonn en het Ierse Dungastown werden bijvoorbeeld wereldwijd zichtbaar gemaakt via de Telstar 2. De satellieten kwamen onmiddellijk van pas nadat de Amerikaanse president Kennedy op 22 november 1963 werd neergeschoten in Dallas. Via liefst tien verschillende satellieten werden de beelden van de begrafenis richting Europa uitgezonden, terwijl er een satelliet werd ingezet voor het doorsturen van reacties uit Europa richting de VS. Dat wil niet zeggen dat de satellieten constant in gebruik waren. Men kon er slechts een signaal mee doorsturen wanneer de betreffende satelliet gunstig ten opzichte van het ontvangende land stond. In die tijd hadden de satellieten namelijk nog geen vaste — geo-stationaire — plek aan de hemel maar draaiden om de aardbol. Ongeveer een half uur, gedurende de omwenteling om de aarde — die iets meer dan drie uur in beslag nam — was het mogelijk signalen te ontvangen. De plechtigheid rond de begrafenis van Kennedy kon op die manier gedeeltelijk rechtstreeks — met name via de Relay 1 — in Europa worden bekeken, waarbij de Eurovisie het signaal nog eens doorstuurde via Intervisie naar de landen in Oost-Europa. Zo werd het mogelijk dat 200 miljoen kijkers in 23 Eurovisie- en 7 Intervisie landen de uitvaartplechtigheid konden zien. De eerste geo-stationaire satelliet was de Syncom — de eerste geslaagde lancering betrof de Syncom 2 op 26 juli 1963. Toen ook werd voor de kijkers het onderschrift "live via satellite" een bekend verschijnsel. Volgende week deel 3 van deze historische terugblik. Hans Knot, 17 maart 2018
×
×
  • Nieuwe aanmaken...

Belangrijke informatie

Door gebruik te maken van deze website ga je akkoord met Gebruiksvoorwaarden, Privacybeleid en Richtlijnen.