Doorzoek de gemeenschap
Toont resultaten voor tags 'tv'.
9 resultaten gevonden
-
In de nostalgische column hebben we het vaak over radio en is het een hele kleine stap naar de televisie. Laten we een kijkje nemen in het jaar 1976. Zoals al decennia lang het geval is zijn er altijd voor en tegenstanders van het aanbod van radio en/of televisie. Zo vond ik een ingezonden brief terug uit november 1976 van A. van der Berk uit Eindhoven die op een gedegen manier tegen het gebodene van zich af wenste te schrijven: ´Het televisiekijkend publiek is het gelul van de buis spuugzat. Vandaar dat het gros afstemt op TROS en AVRO, die hun avonden niet vullen met geleuter, doch vooral met uitstekende amusementsprogramma´s. Bovendien sluiten deze omroepen hun avonden af met een goede actualiteiten rubriek, welke niet vol propaganda en hersenspoeling zit, zoals bij de VARA en de VPRO het geval is. TROS en AVRO zijn volgens mij neutrale instellingen opdat de kijkers zelf hun mening kunnen vormen. Het zou dan ook in de strijd met de grondwet van onze democratie zijn als wij de omroepen dwingen kleur te bekennen, want daarvoor hebben we de politieke partijen. Alleen de VPRO en de VARA maken de andere omroepen zwart. Waarom al die branie van die twee linkse omroepen? Omdat de TROS in tien jaar groter is geworden dan zij in vijftig jaar? De socialisten kunnen blijkbaar slecht tegen hun verlies.’ Inmiddels zijn beide omroepen gefuseerd en brengt men in persberichten de informatie dat AVRO/TROS 100 jaar bestaan. Jammer dat er op die manier een draai aan wordt gegeven. Schakelend over het enorme aanbod aan televisieprogramma’s dat ons heden ten dage via kabel dan wel schotel wordt aangeboden, kwam ik een paar weken geleden terecht in een korte flits bij ‘Man about the house’ ofwel de Nederlandse vertaling ‘Man over de vloer’. Een serie die vroeger, in de begin jaren zeventig een enorme dijenkletser was vanwege de vooral voorspelbare Britse humor. De aflevering ging over het verkopen van een meerdelige encyclopedie die de daarop volgende jaren in delen zou worden uitgegeven. Doel was zoveel mogelijk mensen in voorverkoop de uitgave aan te smeren. Een vorm van merchandising die in die dagen normaal was. Zelfs in de bibliotheek voor Orthopedagogiek van de Rijksuniversiteit Groningen, waar ik in 1976 leidinggevende was, kwam een vertegenwoordiger van een 26-delige encyclopedie langs met de vraag of hij de studentes warm mocht maken voor hun zeer voordelige uitgave. Horden mensen hebben deze uitgave destijds in huis gehaald, al was het alleen al omdat ze een gratis jaarboek gedurende zes jaren zouden ontvangen van de Winkler Prins. Anno 2005 kun je deze in meervoud voor een Euro kopen bij recycling bedrijven met klinkende namen als ‘Mama Mini’ en ‘Nota Bene’. Terugkerend op ‘Man about the house’ waren, naar mijn mening, de hoofdrollen duidelijk weggelegd voor de acteurs Brian Murphy en Yootha Joyce. Ik zie in gedachten U, als lezer van deze aflevering, denken ‘waar heeft hij het over’. Juist in de volksmond staan deze twee acteurs bekend als ‘George and Mildred’ en in 1976 gingen ze verhuizen naar een buitenwijk van Londen alwaar ook een nieuwe serie programma’s zou worden opgenomen. In de serie, die vanaf dat moment ‘George and Mildred’ zou gaan heten deed trouwens ook Nicholas Owen mee, die de rol van de zevenjarige Tristram Fourmile ging spelen. En anno 2023 zijn er nog steeds vele kijkers die de serie, vaak bij herhaling, bekijken gezien de gebrachte Britse vorm van humor die veelvuldig in de serie voorkomen. Op Radio Mi Amigo werden we getrakteerd op een levendige vorm van radio verzorgd door een stel deejays die de radio weer eens echt bij ons thuis brachten. We hadden, live vanaf de Noordzee, sinds het verdwijnen van Radio Noordzee in augustus in 1974, niet meer zo genoten. Destijds met de programmamakers van Driemaster, die ons dagelijks verrasten met mooie muziek, goede verhalen en vooral een prachtige sfeer. De Tour de France van 1976 werd, zoals we al jaren gewend waren, gebracht op Hilversum 3 waar mensen als Joost den Draayer, Felix Meurders, Vincent van Engelen, Lex Harding en andere grootheden ‘Pop op de Pedalen’ brachten, uiteraard ondersteund door verslaggeving vanuit Frankrijk waarbij achter op de motor ons de onvergetelijke Theo Koomen tot in tranen toe ons verslag deed van de finish van elke etappe. Soms moest hij achteraf verslag doen en leek het door zijn enorme vloed aan woorden net écht of je direct verbonden was bij de laatste 2 kilometers van alweer een etappe. Op Radio Mi Amigo waren destijds twee nieuwe medewerkers ingehuurd, te weten Tim Ridder en Marc Jacobs. Voor de kloeke luisteraar werd het direct duidelijk dat achter Tim niemand anders dan Bart van Leeuwen schuil ging, die vanaf medio 1973 al te horen was geweest op Radio Veronica. Het station had een gastprogramma waaruit een nieuwe deejay als vaste presentator te voren diende te komen. Laat het nu niet Paul Jan de Haan maar Bart van Leeuwen zijn geworden die verkozen werd tot vaste presentator. Paul werd later werkzaam bij de ziekenomroep Studio 73 in Groningen waar zijn paden kruisten met ene Rob van Dam. Destijds woonachtig aan de Troelstralaan in Groningen had Rob van Dam als overbuurman Paul de Haan. Nee niet de eerder gerefereerde maar de oom van de in zeezenderkringen bekende Paul Jan de Haan. In 1973 zagen Rob en Paul elkaar met bepaalde regelmaat in de catacomben van het RKZ, het ziekenhuis waar ze actief waren in radiostudio. Wat Paul helaas niet lukte bij Radio Veronica, hetgeen we hem wel gegund hadden, lukte Rob van Dam wel. Een bandje maken en afsturen naar Spanje, waar Radio Mi Amigo was gevestigd, leverde hem een baan op bij Radio Mi Amigo met als eerste doel tussen de programmaonderdelen door verslag te doen van de Ronde van Frankrijk. Heel eenvoudig was het middels het opnemen op cassette van de verslaggeving via Hilversum 3. Even herschrijven en zie daar een echt eigen verslag op Radio Mi Amigo. Men had het in Hilversum na een dag of tien door en stelde. ‘Live vanaf achter op de motor’, dat de betreffende reportage alleen geschikt was voor uitzending live via Hilversum 3. Mi Amigo en vooral Rob van Dam, onder de naam ‘Marc Jacobs’ hadden naam gemaakt. Hij kon niet meer kapot en weldra werd zijn naam veelvuldig genoemd in artikelen en maakte de Mi Amigo Fanclub een heuse ‘Marc Jacobs sticker’. Hans Knot, 30 september 2023
- 11 opmerkingen
-
- 4
-
- herinneringen
- tv
-
(en 2 meer)
Getagd met:
-
Het lijkt allemaal heel kort geleden maar in werkelijkheid gaan we 44 jaren terug in de tijd naar het jaar 1979. Je vraagt je, bij de voorbereidingen van een nostalgische column, af wat het jaar zoal voor je betekende destijds. Ik kan dat staven aan de aantekeningen en knipsels die ik in een dergelijk jaar destijds heb verzameld. Een kwestie van mijn archief in te duiken naar die ene map waarin vele documenten uit het jaar 1979 zijn opgeborgen. Zo schreef ik op 13 februari dat de Tweede Kamer een motie van de PvdA, D66 en het CDA inzake het invoeren van shirtreclame in het Betaalde Voetbal had aanvaard. In de motie werd onder meer vermeld dat in de toenmalige toekomst geen rijkssubsidie zou worden verleend voor de gezondmaking van het Betaalde Voetbal, indien deze bedrijfstak besloot over te gaan tot de invoering van shirtreclame. Maar niet alle volksvertegenwoordigers waren het hiermee eens want de fractie van de VVD en DS ’70 stemden tegen de motie. Desondanks stelde de toenmalige staatssecretaris van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk werk, Wallis de Vries, de motie te zullen invoeren. Wel zou hij nog contact opnemen met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de Stichting Nationale Sporttotalisator (SNS) om het genomen besluit breed mee te kunnen delen. Beide instanties subsidieerden, evenals het ministerie van CRM, de bedrijfstak Betaald Voetbal. Het was trouwens vooral de fractie van de VVD die zich fel tegen de motie had verzet. Via woordvoerder Wim Keja kwam er een verklaring naar buiten waarin hij onder meer stelde: “Jarenlang is er naar gestreefd de inspraak van voetballers en trainers in het Betaald Voetbal te realiseren. Dat is gelukt. Maar de Tweede Kamer lapt die inspraak aan haar laars als zij een uitspraak over de invoering van shirtreclame doet. Dat is een vorm van bemoeizucht waar wij tegen zijn. Bovendien is de motie voorbarig, omdat het Betaald Voetbal nog geen besluit tot invoering van shirtreclame heeft genomen, maar eerst overleg met alle betrokkenen voert". De VVD stond niet alleen want ook de fractie van DS'7O ondersteunde de motie niet. Deze partij had slechts een zetel in de Tweede Kamer, die bezet werd door Ruud Nijhof. Ook hij trad naar buiten en stelde tegen de pers: “Het getuigt van willekeur de invoering van shirtreclame in het Betaald Voetbal te verbieden. Andere vormen van commercie in andere takken van sport komen in deze motie niet ter sprake. Bovendien betekent het aanvaarden van de motie, dat de overheid haar financiële steun aan het betaald voetbal zal moeten verhogen. De mogelijkheid om extra inkomsten te vergaren om het Betaald Voetbal uit de financiële problemen te helpen, wordt door een uitspraak van de Tweede Kamer teniet gedaan". Destijds was mr. Eric Vilé voorzitter van het sectiebestuur Betaald Voetbal van de KNVB, en voor hem was de uitslag van de stemming een teleurstelling. Hij uitte dit door te stellen aan de geschreven pers: “We zullen wat de shirtreclame betreft voorlopig pas op de plaats maken. Het sectiebestuur is van plan op korte termijn een onderhoud aan te vragen met staatssecretaris Wallis de Vries over de thans ontstane situatie. Ook zullen we contact opnemen met het VNG en de SNS, de andere twee subsidiegevers, om hun standpunt met betrekking tot de invoering van shirtreclame te vernemen". In afwachting van die gesprekken ging het sectiebestuur Betaald Voetbal een onderzoek instellen naar andere bronnen van sponsoring om extra inkomsten te kunnen vergaren. Vilé andermaal destijds: “Er dienen ook andere mogelijkheden te zijn om het bedrijfsleven voor het Betaald voetbal te interesseren. Ik denk dan bijvoorbeeld aan een vorm van sponsoring, zoals die door de gebroeders Molenaar bij AZ'67 wordt toegepast. Beschouw het als een adoptie van een club door een bedrijf'. Het ging daarbij om het bedrijf Wastora uit Alkmaar, dat diverse vestigingen had in de witgoed branche en veel geld investeerde in AZ ’67, waardoor mede een uniek kampioenschap kon worden beleefd in de kaasstad. Uiteindelijk zou sponsoring in het Betaald Voetbal er ook komen, hoewel stapsgewijs. Van borden langs de lijn, via sponsering van de wedstrijdbal, via shirt reclame, reclame via het stadioncircuit van speakers en vele andere manieren tot uiting van reclame. Begon het destijds met kleine bedragen inmiddels is het uitgegroeid tot een miljoenen business. Eigenlijk weten we niet anders meer dat het een onderdeel van het Betaald Voetbal is en de tijd dat eerst reclameborden dienden te worden verwijderd, alvorens een wedstrijd op de televisie zou worden uitgezonden, is al lang verleden tijd. Hans Knot, 22 april 2023
-
Ook in deze column aandacht voor gebeurtenissen in 1971, inclusief een leuke herinnering van een van de lezers. Vanuit de toenmalige regering kwam het idee het bedrag van de kijkbijdrage minimaal te gaan verhogen tot 30 gulden voor hen die in het bezit waren van een televisietoestel. Dit in het kader van de kijk- en luisterbijdrage die per kwartaal, half jaar of per jaar, kon worden voldaan via afdragen bij het plaatselijke postkantoor van de PTT. Lang niet overal viel de aankondiging even goed. In diverse kranten verschenen ingezonden brieven en vele politieke partijen werden gevraagd aandacht te besteden aan de verhoging. Dit leidde tot vragen van de Tweede Kamer Leden, de heer Voogd – namens de P.v.d.A.- en de heer Visser - namens het CDA - die werden gesteld aan de regering op 20 april 1971. In de brief vroeg men zich af of het de minister van CRM bekend was dat vele bejaarden, in het bijzonder voor diegenen die in tehuizen woonden, in hoofdzaak op inkomsten uit A.O.W. en eventueel A.B.W. waren aangewezen en voor hen het zeer moeilijk was de omroepbijdrage te kunnen betalen. Tevens vroegen voornoemde Tweede Kamerleden de minister de bereidheid te tonen uit algemene middelen een bedrag tegemoet te komen, uit de overweging dat radio en televisie voor deze bejaarde groep van uitzonderlijke betekenis zijn en waren voor communicatie met de buitenwereld. In 1971 was op dat moment minister mejuffrouw Marga Klompé. Zij antwoordde op de vragen op 24 juni op een zeer zakelijke manier door te stellen: ‘De bejaarden in bejaardenoorden, die onder de bepalingen van de Algemene Ouderdomswet en de Algemene Bijstandswet vallen, beschikken over een bedrag ter voorziening in persoonlijke behoeften, dat gelijk is aan het bedrag dat zelfstandig wonende bejaarden met een inkomen op het niveau van het voor de bijstandsverlening richtinggevende minimumloon gemiddeld voor hun uiteenlopende persoonlijke behoeften besteden, omroepbijdragen daaronder begrepen. De wijze van besteding van dit bedrag is geheel aan de vrijheid van de bijstand genietende bejaarden overgelaten. Op zichzelf is dit bedrag - f 86,50 per maand voor een alleenstaande en f 149,50 per maand voor een echtpaar - uiteraard voldoende voor de betaling van een omroepbijdrage van f 2 (radio), c.q. f 6,25 (radio plus televisie) per maand. Doch het antwoord op de vraag, of een bejaarde deze betaling als moeilijk ervaart, hangt af van de omvang van zijn totale persoonlijke behoeften en van de door hem gestelde prioriteiten (waarvan de volgorde overigens beïnvloed kan worden door de aanwezigheid van televisietoestellen in de gemeenschappelijke ruimten van vrijwel alle bejaardenoorden). Gelet op de van geval tot geval variërende samenstelling van het pakket der persoonlijke behoeften, zou een suppletie voor de omroepbijdrage een bevoorrechting betekenen van radio-en/of televisiebezitters boven degenen in wier behoeften pakket radio en/of televisie niet voorkomt en die ook geen suppletie ontvangen voor enig onderdeel van hun behoeften pakket. Het ligt dan ook niet in het voornemen een dergelijke ten laste van de algemene middelen te brengen suppletie, hetzij in de vorm van bijstand, hetzij in enige andere vorm, voor te schrijven respectievelijk te initiëren.’ Heel duidelijke taal waaruit kon worden opgemaakt dat er geen enkele vorm van soepelheid was te verwachten van de zijde van de minister. Ze besloot haar brief met: ‘Volledigheidshalve zij erop gewezen, dat in individuele gevallen door medische, sociale of andere oorzaken een zodanige cumulatie van persoonlijke behoeften kan optreden, dat aanvullende bijstand geboden is. De bijstand verlenende organen zijn bevoegd daartoe strekkende beslissingen te nemen. Dit geldt zowel voor zelfstandig wonende als voor in bejaardenoorden verzorgde bejaarden.’ Dan ruimte voor lezer Henk Kruize: ‘Ik zat net de Freewave Nostalgie site te lezen en toen zag ik het artikel "terug naar 1971". Je schreef daarin over het "Reformatorisch Dagblad" en dat de Gereformeerden, die daar lezer van waren, over het algemeen geen TV in huis hadden en dat bracht mij terug naar 1971 toen mijn ouders conciërge waren de Goede Herderkerk, recht tegenover ons huis in de Meeuwenhof, waar we toen woonden. In dit mooie, en helaas geheel ten onrechte inmiddels gesloopte, gebouw resideerden de Hervormde Gemeente en werd er ook ruimte gemaakt voor de Gereformeerde Gemeente. Elke Zondag waren er drie diensten, eerst om half 10 de Hervormde dienst, daarna om 11 uur de Gereformeerde dienst en ook hadden de Gereformeerden nog een dienst om 19 uur. De dominee van de Hervormde gemeente was ds. van Dam, een fijne man met een echt wereldse instelling en die graag na de diens op Zondag bij ons thuis een kop ‘sterke - lees jenever’ dronk. Hij was gehuwd met een Duitse vrouw die thuis stevig de broek aan had. Dominee Aalbers was de Gereformeerde dominee en die was echt in te delen in de categorie ‘Donderpreken dominee’ en in zijn preken kwamen vaak de kreten ‘grote vreze’, ‘hel en verdoemenis’ en meer van dat spul voor, nee, ds. Aalbers wat nu niet echt de vriend van mijn ouders. Wat heeft dit nu met het artikel te maken zal je zeggen, Welnu, op een koude februari ochtend in 1971 zat dominee Aalbers alleen in het kerkgebouw. Er was een speciale predikanten kamer, waarin hij zijn (donder) preek voor de komende zondag aan het voorbereiden was. Op die dag was de centrale verwarming in het gebouw uitgevallen en was het daar stervenskoud. Mijn vader vroeg toen of ds. Aalbers zin had om bij ons thuis zijn preek voor te bereiden, in een warme woonkamer en met een kop koffie. Welwillend stemde hij hier mee in en hij ging met mijn vader samen naar onze woonkamer. Echter, toen hij de woonkamer binnenkwam, zag hij onze televisie staan en hij werd bijna rood in zijn gezicht. Hij wees naar het toestel en met verheven stem riep hij tegen mijn vader "Dat Is Het Oog Van De Duivel!" Hij keerde vervolgens om, verliet ons huis en ging in de koude kerk verder met zijn preek voorbereiding.’ Maar wat voor programma’s waren er zoal te zien in 1971 voor de bejaarden en natuurlijk veel andere doelgroepen, die in het bezit waren van een televisietoestel, al dan niet het kleurenfestival uitstralend? Terugbladerend in mijn toenmalige agenda zie ik notities als ‘Peter Wyngarde’ als womaniser in de serie ‘Jason King’. Een beetje een psychedelische opener van elke aflevering van deze serie, die in zowel het seizoen 1971 als 1972 liep op de Nederlandse televisie via de VARA. Alleen al de muziek voor het thema van de serie, gecomponeerd door Laurie Johnson en uitgevoerd door zijn orkest, doet meteen mijn oren verlangen het terug te horen. Het was een serie in de categorie ‘Crime’ waarvan er in twee seizoenen 26 afleveringen waren te zien. De AVRO nam nog steeds afleveringen van Peyton Place op in haar programmering via Nederland 1 en wel om 20.20 uur, een tijdstip dat het NOS Journaal ten einde was en veel kijkers konden worden getrokken naar een soapserie die het verhaal van de familie Harrington vertelde. Veel bekende en onbekende mensen speelden er in mee en namen die direct bij me bovenkomen waren Mia Farrow en Ryan O’Neill. Een serie die de eerste langlopende Amerikaanse serie werd. In totaal werden er 514 afleveringen geschoten en in de VS door ABC twee maal per week uitgezonden, waarbij de afleveringen telkens 25 minuten duurden. De AVRO pikte het, na een paar jaren, op voor de Nederlandse televisie waarbij een uitzending per week, met een duur van 50 minuten, werd uitgezonden. En dat alleen in de weken dat er de normale programmering werd gebracht, hetgeen in die tijd inhield dat vanaf medio juni tot begin september er een aangepaste zomerprogrammering werd ingevuld en dus geen ruimte was voor Peyton Place. Gevolg was dat er een grote achterstand was als het ging om de snelheid waarmee de serie was te zien. Terwijl in de VS al besloten was de serie te gaan stopzetten, zat men in ons land nog naar de zwart wit afleveringen van de serie te kijken. In 1971 werd overgeschakeld naar de kleuren edities van Peyton Place. Een onderzoek in Nederland wees uit dat het vooral de leeftijdsgroep van meisjes tussen 12 en 15 jaar was die niet zonder de serie konden, terwijl ook de ouderen weg zwijmelden bij de intriges van de Harringtons. In 1971 draaide de serie al in 32 landen en kwam Zweden erbij. Daar begon men bij aflevering 200 terwijl vooraf een omroepster een overzicht gaf van het voorafgaande. Hans Knot, 28 mei 2022
-
De maand juli is een zomermaand, een maand om vakantie te kunnen houden maar ook om het even rustig aan te doen. Nostalgisch neem ik je vanaf het laatste weekend in juni in vier delen mee terug in de tijd en ga het hebben over het eens zogeheten ‘heilig kastje’, dat in vele gezinnen een lange tijd centraal stond: de televisie. Vandaag deel 1 In het begin van de jaren zestig van de vorige eeuw beschikten nog maar weinig mensen in Nederland over een televisietoestel. De huisgezinnen die wel in het gelukkige bezit waren van zo'n apparaat, zaten evenwel dagelijks aan de beeldbuis gekluisterd. Veel viel er overigens nog niet te zien, want de zendtijd bleef beperkt tot een paar uur per dag. Bovendien was er — tot in 1963 — nog slechts een enkel televisiekanaal beschikbaar. Bewoners van de grensgebieden met België en Duitsland hadden meer geluk. Zij konden ook de beelden ontvangen van stations in de aangrenzende landen. Met de kabel werd dat ook voor de rest van Nederland mogelijk, maar dat zou nog even duren. Pas in 1964 rondde de PTT een proef af met de zogeheten draadtelevisie. Dat het allemaal zo lang duurde, had onder meer te maken met de politieke angst voor de commerciële televisie. Een experiment met de kabel. Het Amerikaanse Seattle was de eerste plaats ter wereld waar televisiesignalen door middel van een "draad" werden verspreid. We moeten daarvoor terug naar 1940 toen het L.A. Parsons, een pionier op het gebied van het experimenteren met de distributie van televisiesignalen, lukte om het signaal van KRSC TV Channel 5 op te pikken en opnieuw te distribueren via een kabel, en daar tien aansluitpunten te voorzien van het televisiesignaal. In Nederland, waar in de jaren vijftig praktisch in elk huis wel een radio of een ontvangsttoestel voor de draadomroep stond, waren er nog bijna geen televisietoestellen te vinden. Het hele televisiegebeuren stond nog in de kinderschoenen. Toch werd er nagedacht over de mogelijkheid van televisie over de kabel. In 1953 had de PTT met de Wet op de Draadomroep het monopolie verworven voor de aanleg, instandhouding, exploitatie en opruiming van draadomroepinrichtingen. Alle particuliere radiocentrales kwamen dat jaar in handen van het staatsbedrijf. Echt goed ging het echter niet met de draadomroep. De groei leek uit de markt en de stijgende welvaart maakte de gewone radiotoestellen voor iedereen toegankelijk. De PTT zocht dan ook naar mogelijkheden om de markt voor de draadomroep uit te breiden. Vijf jaar later, in 1958, ondernam het bedrijf in Den Haag een proef om televisieprogramma's via de bestaande draadomroepkabels door te geven. Vanwege technische problemen was dat experiment echter geen lang leven beschoren. In 1960 overhandigde het bedrijf een rapport aan de toenmalige minister voor Verkeer en Waterstaat, Korthals. De directie van de PTT bepleitte daarin de aanleg van een distributiekabelnet waarop in de toekomst televisiesignalen konden worden verspreid. Ook daarmee werd een proef gedaan. In het begin van de jaren zestig zou een aantal huizenblokken in een wijk van Den Haag, het Bezuidenhout, op experimentele basis de televisiesignalen via draadverbindingen aangeleverd krijgen. Het experiment kreeg de naam CAS mee, een afkorting voor Centraal Antenne Systeem. In 1963 was het zover. Op een gemeentelijke opslagplaats in de wijk werd een grote mast neergezet met de nodige ontvangstantennes en een bijbehorend verdeelstation. De straten werden opgebroken, kabels gelegd naar verdeelpunten en vandaar over de buitenmuren doorgetrokken naar de afzonderlijke huizen. De bewoners konden het tweede Nederlandse net, waarvoor de omroepen in datzelfde jaar een tijdelijke concessie kregen, meteen bekijken zonder een nieuwe antenne aan te schaffen. In de loop van de tijd bleek het mogelijk om via dit lokale net liefst zeven verschillende kanalen tegelijk door te geven. Niet alle kanalen werden overigens daadwerkelijk met programma's gevuld. Het ging voornamelijk om testsignalen om te zien hoever het toekomstig aanbod kon worden opgevoerd, mocht dat — zo werd erbij gezegd — noodzakelijk zijn. Toch werd de keuzevrijheid vergroot. De kijkers mochten voor het eerst zelf bepalen of ze niet liever omschakelen naar een buitenlands programma. De bewoners van het Bezuidenhout kregen bijvoorbeeld vanaf het begin van het experiment de mogelijkheid te kiezen voor de Duitse televisie en ze maakten van die mogelijkheid ook gretig gebruik. Vooral de grootschalige Duitse showprogramma’s lokten veel kijkers in de wijk — en later ook die van de aanpalende nieuwbouwwijk Mariahoeve — weg van de Nederlandse omroepen. Op 2 februari 1964, niet lang na de start van het experiment, openbaarde de PTT een rapport over het experiment, met als conclusie dat er voor de "draadtelevisie" in Nederland een grote toekomst leek te zijn weggelegd. Hoewel ook toen al de bekende "coax"-kabel in gebruik was en in de volksmond de term "kabel" al in zwang was, sprak men nog officieel steeds van "draadtelevisie". Een tijd later pas zou die benaming — toen er werd overgegaan tot de bekabeling van bijna heel Nederland — definitief veranderen in "kabeltelevisie". Afbeelding: Aanleg Bezuidenhout (foto Soundscapes Archief/Museum voor Communicatie? Den Haag was overigens niet de enige plaats, waar de kabel in die tijd ingang vond. Daarnaast waren er, ook al vanaf het begin van de jaren zestig, op diverse plaatsen in ons land zogeheten CAI's — Centrale Antenne Installaties — en GAI's — Gemeenschappelijke Antenne Installaties — in gebruik. Die voorzieningen maakten het mogelijk om een blok huizen te voorzien van slechts één ontvangstantenne. De ontvangen signalen werden dan met behulp van versterkers gedistribueerd naar de woningen in het betreffende woonblok of flatgebouw. De woningbouwverenigingen waren vaak verantwoordelijk voor de installatie en exploitatie. In 1964 waren op die manier in Noord- en Zuid-Holland al zo'n 200.000 huizen aangesloten op diverse CAI's. Een belangrijk motief voor de aanleg van de CAI's vormde de strijd tegen het "antennewoud" dat met de opkomst van de televisie op de daken van de Nederlandse huizen was verrezen. De onesthetische wirwar van masten en kabels was veel stadsbesturen een doorn in het oog. Bij aanleg van een CAI in een gebouw of een huizenblok werd er dan ook nauwlettend voor gezorgd, dat andere bestaande antennes werden verwijderd. Was eenmaal een CAI geïnstalleerd, dan werd vaak in het huurcontract vastgelegd dat de bewoner zelf geen nieuwe antennemast op het dak mocht bijplaatsen. Een neutrale opstelling. De PTT wilde de concurrentie met de CAI's wel aan. Het rapport dat het bedrijf in 1964 over het experiment uitbracht, sloeg dan ook een optimistische toon aan. Volgens het rapport maakten de ontwikkelingen op het gebied van de draadtelevisie het mogelijk om elke Nederlandse stad van enige omvang te voorzien van een eigen televisieomroep. Zo zouden via regionale televisiestations plaatselijke concerten, toneeluitvoeringen, sportwedstrijden en gemeenteraadszittingen worden uitgezonden. Tevens meldde men dat er, technisch gezien, ook mogelijkheden waren tot reclame-uitingen. Politiek bezien, waren dat netelige punten. De invoering van lokale omroepen en — al of niet in combinatie — van reclame, werd door de verzuilde publieke omroepen met argwaan bekeken. En dat gold ook voor de politieke partijen, waaraan die omroepen qua "overtuiging" waren gelieerd. Volgende week meer over die neutrale opstelling. Hans Knot, 29 juni 2019
- 1 opmerking
-
- 2
-
- tv
- experiment
-
(en 2 meer)
Getagd met:
-
TV item - Geheime zenders weer actief http://www77.zippyshare.com/v/ef8ghry8/file.html
-
- 6
-
- piratenzenders
- tv
-
(en 2 meer)
Getagd met:
-
Hier een stukkie tv dat ik ooit ergens aantrof. Ik weet ook niet meer uit welk programma dat dat is, maar het is leuk om terug te zien Radio Veronica
-
Caroline - 20031989 - 1200-1300 - Nick Jackson During The BBC 1TV Documentary 'Live On The Ross'
martinja voegde een discussie toe in Zeezenders
Van de Golden Radio NL server, met dank aan Jean-Pierre Legein Caroline - 20031989 - 1200-1300 - Nick Jackson During The BBC 1TV Documentary 'Live On The Ross'-
- 12
-
- caroline
- nick jackson
-
(en 4 meer)
Getagd met:
-
Van de Golden Radio NL server, met dank aan Jean-Pierre Legein CANVAS TV.09- 02 - 2006.2000-2100uur - Terzake Met Siegfried Bracke
-
Beste RTV vrienden, Wie weet van welk radio- of TV-programma deze muziek (Caravan van Chicago) een tune was? (En niet van Wie van de 3, want dat was de uitvoering van Wes Montgomery). Bedankt voor het meeluisteren. Benno